Uitscheiding 5H De lever • Leverlobjes • Aftakkingen: – Poortader – Leverslagader – Galgang – Leverader De lever • Via poortader en leverslagader bloed toegevoerd • De cellen van leverlobje produceren gal • Via de galgang vervoerd naar de galblaas De lever • Breekt dode rode bloedcellen af • Hierbij ontstaan afbraakproducten, zoals galkleurstoffen • Deze verlaten het lichaam via de ontlasting: geel – bruine kleur • Vrijgekomen ijzer wordt deels opgeslagen in lever • Ook kalium, koper, vitamine A, B12 en D worden hier opgeslagen De lever • Handhaaft glucose gehalte in het bloed • Aminozuren kunnen worden omgezet: Stikstofhoudende delen: – niet-essentiële aminozuren gevormd – Afbreken waarbij ammoniak vrijkomt wat in de lever wordt omgezet in ureum via bloed naar nieren De lever • Worden plasma-eiwitten gevormd (fibrinogeen) • Produceert niet-essentiële vetzuren uit andere vetzuren, aminozuren of monosachariden • Kan beperkte hoeveelheid vet opslaan • Breekt cholesterol af en bouwt het op • Ontgiftigt het bloed: via bloedbaan naar de nieren • Bepaalde gifstoffen niet uit bloed: worden opgeslagen in lever. (kwik, arsenicum) Nieren • Nierslagader voert bloed met afvalstoffen aan • Huishouding afvalstoffen (ureum), lichaamsvreemde stoffen (medicijnen), overtollig water en zouten • Osmotische waarde constant door zouten/water uit te scheiden Nieren • Nierbekkens: verzamelen urine --> via urineleider naar blaas • In de nierschors en niermerg liggen per nier wel 1 miljoen niereenheden Niereenheid • Wordt ook wel een nefron genoemd • Bestaat voor het grootste deel uit een nierbuisje -In de nierbuisjes wordt de urine gevormd -De nierbuisjes monden uit in verzamelbuisjes -Via de verzamelbuisjes komt urine in de nierbekkens terecht Vorming van urine • De slagader vertakt zich in kleine haarvaten • Een deel van het bloedplasma wordt zo de nierkapsels ingeperst • Alleen hele kleine moleculen kunnen door de wand van de nierkapsels heen: Ultrafiltratie • Het vocht in de nierkapsels noemen we voorurine. Dit bevat o.a. glucose, ionen en ureum Terugresorptie • In de nierbuisjes en in de verzamelbuisjes wordt de voorurine geleidelijk omgezet in urine • Water en andere nuttige stoffen worden selectief uit de voorurine gehaald • De cellen van de wand van de nierbuisjes nemen deze stoffen op uit de voorurine en geven ze aan het bloed af • Dit gaan via actief transport! Osmotische waarde • Bij terugresorptie worden de stoffen niet alleen terug het bloed getransporteerd, maar ook naar het nierweefsel • Hierdoor is de osmotische waarde van het niermerg erg hoog • Gevolg?