Tegenwind remt groei zuivelhandel…

advertisement
Rabobank Industry Note #576 - November 2016
Tegenwind remt groei zuivelhandel…
Aanvullende informatie bij de
World Dairy Map 2016
RaboResearch
Food & Agribusiness
Research and Advisory
Kevin Bellamy
[email protected]
+31 30 71 21083
far.rabobank.com
Inhoud
Handelsniveaus
1
De veranderende
exportwereld
1
De veranderende vraag van
importeurs
3
Conclusies
5
De handel in zuivelproducten heeft de afgelopen drie jaar enkele zware
klappen moeten incasseren. Het Russische handelsembargo, de tragere groei
van de vraag in China, het effect van lage olieprijzen op de vraag uit
olieproducerende landen en de sterkere Amerikaanse dollar hebben allemaal
hun weerslag gehad op de totale vraag naar importen. De toenemende
productie in Europa naar aanleiding van het wegvallen van productiequota
verergert dat probleem en heeft geresulteerd in een periode van extreem
lage wereldprijzen. Geen van deze problemen zal op korte termijn
verdwijnen. Het Russische embargo wordt tot ten minste 2017 gehandhaafd,
de Chinese vraaggroei blijft positief maar laag, volgens voorspellingen zal de
olieprijs blijven hangen rond de USD 50 per vat en de waarde van de dollar
ten opzichte van andere valuta hoog blijven. Het is daarom waarschijnlijk dat
de zuivelhandel trager zal groeien dan het de laatste jaren gedaan heeft en
meer zal worden bepaald door bevolkingsgroei dan door consumptiegroei per
hoofd van de bevolking. Het is maar goed dat deze ontwikkelingen zich
voordoen op een moeilijk moment voor het uitbreiden van exportvolumes,
aangezien verdere uitbreiding in Nieuw-Zeeland beperkt wordt door de
beschikbaarheid van land, de productie in Europa zich stabiliseert na het
vervallen van de melkquota en de Amerikaanse exporten beperkt worden
door sterk groeiende binnenlandse vraag en de sterke dollar. De handel in
zuivel zal daarnaast ook traditiegetrouw meer op regionale dan op mondiale
handelsroutes plaatsvinden, waarbij de volumes sterk beïnvloed worden door
vrijhandelsakkoorden. Azië blijft de uitzondering op die regel en een
strijdtoneel voor zuivelexporteurs van over de hele wereld. Daarnaast moet
rekening gehouden worden met de kans dat de nieuwe regering in de VS, als
deze haar campagneretoriek naleeft, handelsovereenkomsten zou kunnen
aanpassen of opheffen.
Handelsniveaus
De periode van snelle handelsgroei die zich voordeed aan het einde van het eerste
decennium van de eeuw en doorzette in het begin van dit decennium heeft een golf van
investeringen en productiegroei teweeggebracht die ook nu nog de markt beïnvloedt. Door
een combinatie van tegenslagen is echter het tempo waarmee de handelsgroei toeneemt
vertraagd. De handelsgroei was in 2015 een schamele 0.3% hoger dan in 2014.
De veranderende exportwereld
Langetermijngroei Oceanië beperkt
Ondanks de recente terugval behoudt Nieuw-Zeeland met 28% van de wereldexport haar
positie als ‘s werelds grootste zuivelexporteur. De zuivelproductie in Nieuw-Zeeland groeit al
meer dan twee decennia bijna onafgebroken om de groeiende vraag naar importen bij te
benen. In de loop der tijd heeft Nieuw-Zeeland zich steeds meer toegelegd op volle
melkpoeder en de productie ervan tussen 2008 en 2015 meer dan verdubbeld naar 1,5
miljoen ton. Een belangrijke stimulans daarvoor is de groeiende vraag uit China. China is nu
met afstand de voornaamste bestemming voor Nieuw-Zeelandse exporten, die sinds 2011
met een derde zijn gegroeid tot 4,8 miljoen ton in melkequivalenten. Nu de groei van de
melkproductie onder druk komt te staan door een tekort aan beschikbaar land en het feit
dat Nieuw-Zeelandse boeren moeten herstellen van de grote prijsdaling van 2015/16 rijst
een belangrijke vraag: zal Nieuw-Zeeland de voorgenomen strategiewijziging van
competitief grondstofproducent naar een meerwaardestrategie doorzetten en zo ja, hoeveel
meerwaarde kan het dan echt realiseren?
Pagina 1/5 | Rabobank Industry Note #576 - November 2016
Tegenwind remt groei
zuivelhandel…
Voor buurland Australië is de weg nog zwaarder geweest. Een combinatie van
klimaatgebeurtenissen heeft ervoor gezorgd dat Australië dit laatste decennium op de lijst
van ‘s werelds grootste exporteurs is teruggezakt van de derde naar de vierde plaats.
Vooruitkijkend zal een combinatie van lokale problemen en waterbeleid er waarschijnlijk toe
leiden dat Australië de komende paar jaar iets minder overschot produceert voor de
exportmarkt.
Omgaan met de afschaffing van melkquota in de EU
Het afschaffen van melkquota, het systeem dat al sinds begin jaren tachtig de productie van
melk in Europa beperkt, heeft de wereldmarkt dramatisch veranderd. De Europese
melkproductie lag in de eerste zes maanden van 2016 9,7% hoger dan in dezelfde periode
in 2013. In de volwassen Europese markt met trage bevolkingsgroei houdt dat in dat veel
van die extra melk voor de export bestemd is. Vooruitkijkend zal die groei waarschijnlijk
vertragen naarmate boeren de productiecapaciteit van hun land optimaliseren, de
milieuwetgeving aangescherpt wordt en dalend rendement het minder interessant maakt te
investeren in nieuwe productieregio’s en productiecapaciteit.
VS voorlopig minder bereid tot concurrentie
De sterke Amerikaanse, zeker in verhouding tot de valuta van andere grote
zuivelexporteurs, blijft de Amerikaanse exportgroei drukken. Sterke groei van de
binnenlandse vraag heeft er ook voor gezorgd dat verwerkers in de VS minder interesse
hebben in exporthandel. De verschuiving van de productie naar het oosten van het land
beperkt de bevoorrading van exportgerichte installaties in staten als Californië. Kiest
Californië ervoor deel te nemen aan het Federal Milk Marketing Order (FMMO) systeem, dan
zou dat exporten vanuit die staat minder concurrerend maken. Al deze factoren duiden erop
dat export uit de VS de komende jaren slechts traag zal groeien, ook al heeft de VS zowel
het grondgebied als het potentieel om op de lange termijn de handelskloof in zuivel te
dichten. Als de nieuwe Amerikaanse regering haar eerdere protectionistische retoriek
doorvoert in haar beleid zal dat nog meer tegenwind voor Amerikaanse im- en exporteurs
veroorzaken.
Handelsakkoorden vorderen traag
Na het falen van de WTO-handelsronde in Doha is de ontwikkeling van een
vrijhandelsklimaat vertraagd tot een slakkengang. Het ondertekenen van de Trans-Pacific
Partnership (TPP) in 2015 en de lopende onderhandelingen over een Transatlantic Trade
and Investment Partnership (TTIP) zijn stoutmoedige pogingen om de handelsagenda nieuw
voorwaarts momentum mee te geven. Bij implementatie zouden beide overeenkomsten
leiden tot meer markttoegang voor zuivelproducten, maar op het moment van schrijven is
de ratificatie van TPP uitgesteld, verlopen de TTIP-onderhandelingen traag en maakt het
politiek klimaat rond de aantredende president van de VS de implementatie van beiden
minder waarschijnlijk. Het alternatief is een serie bilaterale overeenkomsten, maar die
zullen slechts heel traag tot stand komen. Mochten die er toch komen, dan zal het de
concurrentiepositie van de exportregio’s verstoren.
Wisselkoersschommelingen beperken groei
Omdat zuivelproducten verhandeld worden in Amerikaanse dollars bepaalt de stand van de
Amerikaanse dollar hoe betaalbaar zuivelproducten zijn in markten met een andere
munteenheid. Veel van de opkomende markten die verantwoordelijk zijn geweest voor de
groeiende vraag naar zuivel gebruiken valuta die de laatste jaren sterk gedaald zijn ten
opzichte van de Amerikaanse dollar. De Mexicaanse peso, de Nigeriaanse naira en de ZuidAfrikaanse rand zijn allemaal behoorlijk gedaald ten opzichte van de dollar, waardoor in die
landen geïmporteerde zuivel een minder betaalbare optie is en de consumptiegroei per
capita gedrukt wordt.
Pagina 2/5 | Rabobank Industry Note #576 - November 2016
Tegenwind remt groei
De veranderende vraag van importeurs
zuivelhandel…
De invloed van lage olieprijzen
Net als bij zuivel zagen we de laatste jaren onafgebroken groei van de olieproductie in
regio’s zoals de VS, wiens dalende import ervoor zorgt dat er meer olie uit de Golf, NoordAfrika en Nigeria moet concurreren op de Aziatische markten. Samen met de gestaag
toenemende olieproductie in Canada, Irak en Rusland heeft dit geleid tot een overaanbod en
dramatische prijsdalingen, met een dieptepunt van USD 26 per vat in februari 2016.
Bovendien voorspellen vraag- en aanbodanalyses dat de olieprijs voorlopig zal blijven
hangen rond de USD 50. De schijnbare correlatie van ruwe olieprijzen met de prijs van
zuivelgrondstoffen wordt mogelijk verklaard door het feit dat van alle zuivel die
geëxporteerd wordt (9% van de totale productie) een groot deel bestemd is voor
olieproducerende landen zoals Saudi-Arabië, Indonesië, Algerije, Nigeria en voorheen
Rusland en Venezuela. Door lage olieprijzen vertraagt of staakt de groei van het BNP in
deze landen, waardoor zuivelproducten minder betaalbaar worden.
De ondoorzichtige Chinese markt
De zuivelconsumptie in China stijgt nog steeds, maar de laatste jaren steeds trager
naarmate de economische groei van China afnam en de markt voor bepaalde categorieën
van zuivelproducten rijpte. De Chinese markt is zich voortdurend blijven ontwikkelen sinds
het voorval in 2008 waarbij 300,000 zuigelingen getroffen werden door de verontreiniging
van flesvoeding met melamine, wat resulteerde in 6 sterfgevallen door nierfalen. Na dat
schandaal steeg de import van zuivelproducten, mede door zorgen over de veiligheid van
lokale producten, maar ook door structurele veranderingen in de agrarische sector. De
lokale productiegroei zwakte sterk af toen kleinschalige landbouwers die ooit het lokale
aanbod bepaalden de sector begonnen te verlaten. Hierdoor begon de hele industrie te
verschuiven naar de ontwikkeling van grootschalige melkveehouderijen die het
productietekort niet onmiddellijk konden opvangen. Ondertussen waren de productiekosten
in China ook veel hoger. Later probeerden grote bedrijven zelf productiecapaciteit buiten
China op te kopen. De laatste tijd groeit de consumentenvraag minder hard en zijn deze
grote bedrijven meer op waardevermeerdering gaan sturen dan op productiegroei.
Een opvallend kenmerk van de zuivelhandel met China is de snelle groei van de export van
UHT-melk. De vraag naar UHT-melk wordt geschat op rond de 17 miljoen ton in 2016. Aan
het merendeel van die vraag wordt voldaan uit binnenlandse voorraad. Sinds het begin van
het decennium neemt de import echter toe. Dit wordt gestimuleerd door
consumentenvoorkeuren voor geïmporteerde merken, lage vervoerskosten en de
beschikbaarheid van goedkopere rauwe melk uit regio’s met een productieoverschot, zoals
Europa. Het resultaat is dat de import van UHT groeide met een CAGR van 90% en dat in
2016 een totale import van 600.000 ton verwacht wordt.
China blijft voorlopig nog wel een grootschalig importeur van zuivelproducten, want de groei
van het lokale aanbod blijft gestremd. De vraag zal ondersteund worden door de invoer van
de tweekindpolitiek, stijgende consumptie per hoofd van de bevolking in
ontwikkelingsregio’s en de consumptie van meer premium zuivelproducten in ontwikkelde
gebieden. Toch zal het voortdurend aanscherpen van de regelgeving rond voedselveiligheid
en de verschuiving richting een lager maar duurzamer groeitempo voor de Chinese
economie leiden tot een ‘nieuwe norm’ voor zuivelimportniveaus en een gematigdere
jaarlijkse groei van importen.
Het Russische handelsembargo
De Russische overheid heeft vanaf 7 augustus 2014 een embargo ingesteld op de invoer
van voedsel uit de EU, de VS, Noorwegen, Canada en Australië. Dit in reactie op de sancties
opgelegd aan het Russische bankwezen en de Russische olie- en defensie-industrieën naar
aanleiding van de Russische annexatie van het Oekraïense schiereiland de Krim. Hoewel dat
embargo in beginsel is opgelegd voor de duur van één jaar is het door aanhoudende
politieke spanningen verlengd tot ten minste eind 2017. Gegeven de huidige verhoudingen
is het waarschijnlijk dat het embargo nog veel langer dan dat gehandhaafd zal worden.
Pagina 3/5 | Rabobank Industry Note #576 - November 2016
Tegenwind remt groei
Het embargo heeft veel invloed gehad op de zuivelindustrie, omdat het is opgelegd toen
zuivelhandel…
Rusland de op één na grootste importeur van zuivel ter wereld was. Het land nam 5% van
de mondiale zuivelhandel voor zijn rekening, en wel 16% en 11% van de handel in
respectievelijk kaas en boter. Omdat het embargo samenviel met de voorbereidingen van
Europese melkveehouders op het wegvallen van de productiequota (33% van alle
zuivelexport uit de EU ging naar Rusland) en de vertraging van de vraaggroei uit China
heeft het een belangrijke rol gespeeld in het laag houden van de prijs van zuivel op de
wereldmarkt tot eind 2016. Hoewel de exportvolumes in 2016 zijn teruggekeerd naar het
niveau van 2013 (vóór het embargo) heeft dit toch geleid tot een verlies in waarde en een
verschuiving van de handel uit andere regio’s.
Het handelsembargo met het Westen heeft een kans gecreëerd voor Ruslands
vrijhandelspartner Wit-Rusland, wiens zuivelexport naar Rusland in 2015 opliep tot 3,6
miljoen ton. Deze relatie, gecombineerd met de tanende waarde van de roebel en de druk
op de Russische economie veroorzaakt door lage olieprijzen, betekent dat zelfs als het
embargo opgeheven zou worden Ruslands handel met Europa en het Westen waarschijnlijk
niet terug zou keren tot het niveau van 2013.
Mexico, de markt in de achtertuin van de VS
Sinds de opheffing van alle invoerrechten op de zuivelhandel tussen de VS en Mexico door
het NAFTA-handelsakkoord in 2004 domineert de VS de export naar haar zuiderbuur en
voorziet het in 80% van diens invoerbehoefte. Ondanks de groei van het binnenlands
aanbod (Mexico is voor 65% zelfvoorzienend) hebben de bevolkingsgroei en de
consumptiegroei per hoofd van de bevolking ervoor gezorgd dat de import is blijven stijgen.
Dankzij LICONSA, een overheidsinstelling die melkpoeder inkoopt en distribueert als
welzijnszorg, blijft mager melkpoeder het voornaamste ingevoerde zuivelproduct. In de
nabije toekomst zal de VS waarschijnlijk de zuivelhandel met Mexico blijven domineren. Als
tegen de verwachtingen in TPP toch wordt bekrachtigd, verwerven Nieuw-Zeeland en
Australië enige toegang tot de Mexicaanse markt. Ook kunnen de handelsgesprekken tussen
de EU en Mexico in 2016 er ooit toe leiden dat exporteurs in de EU markttoegang
verwerven. Maar tot die tijd, of totdat president Trump zoals beloofd de NAFTA openbreekt,
zal de VS de Mexicaanse invoer blijven domineren.
Midden-Oosten en Noord-Afrika lessen dorst met zuivel
Het droge klimaat in de MENA-regio bemoeilijkt de zuivelproductie. Samen met de
traditionele rol van zuivel in het lokale dieet (103 kg/jaar in Algerije en 69 kg/jaar in SaudiArabië), een snel groeiende bevolking en de opkomst van de middenklasse zorgen deze
factoren ervoor dat de regio netto importeur van zuivel blijft. Overheidsinmenging in de
inkoop via instellingen zoals ONIL in Algerije en veranderend waterbeleid in Saudi-Arabië
hebben beiden geholpen de vraag naar zuivel te ondersteunen.
In 2016 begonnen de lage olieprijzen er echter in te hakken. Ondanks de lage
grondstofprijzen is er flink bezuinigd op sociale en consumentenprogramma’s. Dat heeft de
handel in een toch al prijsgevoelige regio nog moeilijker gemaakt, waardoor NieuwZeelandse uitvoer naar de regio met ongeveer een derde is gedaald en de uitvoer van de EU
naar de MENA-regio daalde met zo’n 6%. Terwijl de regio zich aanpast aan de langdurig
lage olieprijzen zal de concurrentie hevig zijn. Toch zal de vraag in de regio waarschijnlijk
meer dan 2,5% per jaar stijgen.
Aanhoudende groei landen Zuidoost-Azië
De tropische hitte in Zuidoost-Azië heeft de ontwikkeling van succesvolle zuivelproductie in
de weg gestaan. Lage zelfvoorziening betekent dat aan de groeiende vraag voldaan moet
worden met import. Hierdoor is de regio een belangrijke afzetmarkt geworden voor
exporteurs, voornamelijk uit Nieuw-Zeeland. Maar er is nog altijd veel concurrentie: Europa
en de VS zoeken ook marktaandeel in de regio, vooral met hun aanbod van weipoeders. Tot
2020 wordt in de regio BNP-groei van boven de 5% verwacht, dus het blijft een
aantrekkelijke bestemming voor exporteurs.
Pagina 4/5 | Rabobank Industry Note #576 - November 2016
Tegenwind remt groei
Betaalbaarheid in Afrika
zuivelhandel…
Velen zien de sub-Sahara als de volgende opkomende markt voor de wereldzuivelindustrie.
Het merendeel van de handelsactiviteit was tot nu toe gericht op West-Afrika, met name
Nigeria, waar de invoerrechten laag en de markten toegankelijk zijn. Oost-Afrika heeft hogere
handelsbarrières en is interessanter voor ontwikkelaars van lokaal aanbod. In 2015 is de groei
van de vraag naar zuivel echter gestagneerd door lage olieprijzen en het zakken van de
Nigeriaanse naira ten opzichte van de Amerikaanse dollar tot ongeveer de helft van de waarde
van 2012.
Er zijn goede aanwijzingen dat de groei zal terugkeren naarmate de olieprijzen weer stijgen,
aangezien de bevolking naar verwachting verdubbeld en lokaal zelfs verdriedubbeld zal zijn
in 2050. Hoge geboortecijfers houden in dat straks 43% van de bevolking met een leeftijd
van 15 jaar of jonger in de voornaamste doelgroep voor zuivel zal vallen. Verstedelijking zal,
met 37% van de bevolking in steden, formalisering van de zuivelketen stimuleren, waarmee
de weg wordt vrijgemaakt voor meer invoergroei. Betaalbaarheid zal echter essentieel blijven.
De grote hoeveelheid handel in ‘vet gevulde’ melkpoeders, waarin mager melkpoeder
gemengd wordt met goedkopere plantaardige vetten, geeft aan hoe belangrijk een lage prijs
is in Afrika.
Conclusies
Er is veel veranderd sinds de Rabobank drie jaar geleden de vorige dairy trade map
uitbracht. In de komende drie jaar zal de groei van de zuivelhandel iets vertragen door de
sterke Amerikaanse dollar, de lage olieprijzen, het Russische handelsembargo en de tragere
groei van China. China zal een ‘nieuwe norm’ vinden die waarschijnlijk zal leiden tot minder
volumegroei en meer aandacht voor waarde. Dit betekent dat, hoewel de
prijsschommelingen aanhouden, de gemiddelde prijs over de lange termijn waarschijnlijk
maar beperkt zal toenemen. In deze tijd van minder wereldwijde vraag zijn er echter ook
factoren die de groei van exportoverschotten remmen. De sterke Amerikaanse dollar en de
gezonde groei van de binnenlandse vraag maken de VS minder bereid om te concurreren op
de wereldzuivelmarkten. Ondanks het feit dat zelfs matige prijzen in Amerikaanse dollars
omgerekend mooie prijzen voor melkveehouders kunnen inhouden (en dat die gunstige
wisselkoers aanzet tot meer melkproductie in exportregio’s buiten de VS) zal de
productiegroei in Nieuw-Zeeland haperen als het beschikbare grondgebied daar opraakt en
worden er in Europa geen voorbereidingen getroffen voor verdere strategische uitbreiding
als de productiegroei naar aanleiding van de afgeschafte melkquota straks stabiliseert, want
dat zou nieuw land, nieuwe infrastructuur en meer investering in verwerking vereisen. Maar
misschien nog wel meer dan in afgelopen jaren leven wij nu in onzekere tijden, waarin de
nieuwe Amerikaanse regering, verslechterende relaties met Rusland, onzekerheid in het
Midden-Oosten, de trager groeiende Chinese economie, Brexit en de toekomst van TPP en
TTIP ieder een enorme uitwerking kunnen hebben op de ontwikkeling van de zuivelhandel.
This document has been prepared exclusively for your benefit and does not carry any right
of publication or disclosure other than to Coöperatieve Rabobank U.A. (“Rabobank”),
registered in Amsterdam. Neither this document nor any of its contents may be distributed,
reproduced or used for any other purpose without the prior written consent of Rabobank.
The information in this document reflects prevailing market conditions and our judgement
as of this date, all of which may be subject to change. This document is based on public
information. The information and opinions contained in this document have been compiled
or derived from sources believed to be reliable, without independent verification. The
information and opinions contained in this document are indicative and for discussion
purposes only. No rights may be derived from any potential offers, transactions, commercial
ideas et cetera contained in this document. This document does not constitute an offer or
invitation. This document shall not form the basis of or cannot be relied upon in connection
with any contract or commitment whatsoever. The information in this document is not
intended and may not be understood as an advice (including without limitation an advice
within the meaning of article 1:1 and article 4:23 of the Dutch Financial Supervision Act).
This document is governed by Dutch law. The competent court in Amsterdam, The
Netherlands has exclusive jurisdiction to settle any dispute which may arise out of or in
connection with this document and/or any discussions or negotiations based on it.
This report has been published in line with Rabobank’s long-term commitment to international
food and agribusiness. It is one of a series of publications undertaken by the global department
of Food & Agribusiness Research and Advisory.
©2016 - All Rights Reserved.
Pagina 5/5 | Rabobank Industry Note #576 - November 2016
Download