Instapniveau pabo Quickscan geschiedenis Voorbereiding op de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek Matching van bronnen/aanbevolen literatuur in het kader van de entreetoets met het werkdocument SLO ‘Specificatie leerdoelen instapniveau pabo’, april 2014 2 Titel : Instapniveau pabo – quickscan geschiedenis Project/Werkgroep : Instroom pabo Auteur(s) : Jonne van Diggele Illustraties : MBO Diensten : Houttuinlaan 6 Postbus 2051 3440 DB Woerden T: 0348 - 75 35 00 E: [email protected] I: www.mbodiensten.nl Woerden : Versienummer : Versie 0.3, concept, 24 april 2014 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Onderzochte bronnen 5 3 Beknopte omschrijving onderzochte bronnen 6 4 5 3.1 Algemene typering 6 3.2 Typering naar inhoud 8 Conclusie over nog te ontwikkelen leermateriaal voor aansluiting op SLO-doelen 10 4.1 Algemeen 10 4.2 Aanvulling is gewenst 10 4.3 Internetbronnen voor aanvullende informatie/zelfstudie 10 Bijlage 1 SLO-leerdoelen in relatie tot onderzochte boeken 11 4 1 Inleiding Per 1 augustus 2015 gaan bijzondere nadere vooropleidingseisen gelden voor de pabo’s (pedagogische academie basisonderwijs). Dit betekent dat havoleerlingen en mbo-studenten landelijke kennistoelatingstoetsen moeten doen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Voor leerlingen en studenten die zich niet goed op deze nieuwe eisen hebben kunnen voorbereiden, is vanaf september 2014 een tijdelijk ondersteuningsaanbod beschikbaar via het project Instroom pabo. Vanuit dit project is een matchingsonderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in hoeverre bestaande bronnen aansluiten op de bijzondere nadere vooropleidingseisen. In dit geval zijn de bronnen bekeken die aangewezen zijn als relevante bronnen voor de bestaande entreetoets Mens en Wereld voor de pabo 1. SLO heeft leerdoelen geformuleerd 2 voor de bijzondere, nadere vooropleidingseisen. In het onderzoek zijn de bronnen gerelateerd aan deze SLO-leerdoelen. Leeswijzer Na een inleiding over deze bronnen (algemene typering) volgt in dit rapport een samenvattend overzicht van de kenmerken van deze bronnen (content, verwerkingsopdrachten, toetsing en didactiek). In de bijlage is een gedetailleerd overzicht opgenomen van de quickscan, waarin de bronnen en de SLO-leerdoelen aan elkaar worden gerelateerd. Op basis van deze analyse is aangegeven welke onderwerpen de beschreven bronnen nog niet of onvoldoende afdekken. Hiermee legt deze analyse een basis om, in samenspraak met uitgevers, te komen tot afspraken over de ontwikkeling van aangepast leermateriaal voor de landelijke kennistoelatingstoetsen voor de pabo. 1 Uiteraard zijn er ook nog andere bronnen die aansluiten (zoals de bronnen voor de onderbouw havo en voor vmbo-t), maar we beperken ons hier tot de bronnen die zijn aanbevolen voor de entreetoets. 2 Specificatie leerdoelen instapniveau pabo; Specificering van de bijzondere nadere vooropleidingseisen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Werkdocument 11 maart 2014. SLO, Enschede. Kenmerk: OB-VO/7155/E/14-077 5 2 Onderzochte bronnen (aanbevolen in verband met entreetoets, zie http://www.entreetoets-menw.nl/Informatie.htm) 1. Bruin R. de e.a., (2009) Geschiedenis geven, praktische vakdidactiek voor het basisonderwijs, Van Gorcum, Assen 2. Bas J. de (2011). De pabotoets geschiedenis haal je zo. Coutinho, Groningen 3. Keissen H., (2011). Basiskennis geschiedenis - slaag voor de entreetoets!. Noordhoff Uitgevers, Groningen 4. Kratsborn W.,( 2005). Onvoorspelbaar verleden, geschiedenis van prehistorie tot heden. Van Gorcum, Assen 5. Kooij C. van der,(2006). Verleden, heden, toekomst. Didactiekboek. Noordhoff Uitgevers, Groningen 6. Kooij C. van der, Groot-Reuvenkamp M., (2013). Geschiedenis & Samenleving. Noordhoff Uitgevers, Groningen 7. Mulder L. e.a., (2005). Van huis uit, compacte geschiedenis voor de pabo. HB Uitgevers, Baarn. (nu Thieme Meulenhof). 8. Wagenaar H.,9 2010). Geschiedenis voor de basisschool, een domeinbeschrijving. Cito, Arnhem 6 3 Beknopte omschrijving onderzochte bronnen De geschiedenisboeken typeren zich door de gelijksoortige opbouw van de hoofdstukken: die volgen de indeling van de tien tijdvakken. Daarbinnen zijn er verschillen in perspectief en diepgang. Een onderscheid in perspectief is, starten vanuit: • de Nederlandse situatie in die periode; • een indeling naar politiek, sociaal, economisch en cultureel; • de situatie wereldwijd gezien. Een didactisch aspect speelt wellicht een rol; starten vanuit Nederland sluit aan bij de belevingswereld van kinderen/studenten. Verder onderscheiden de boeken zich door hun gebruiksmogelijkheden: naast de vakinhoud, wel of geen aandacht voor verwerkingsopdrachten (ter verdieping van de studie), toetsopgaven (checken van de kennis) en aandacht voor didactische aspecten van geschiedenisonderwijs. Voor een aanstaande pabostudenten zal, afhankelijk van de vooropleiding, een voorkeur bestaan voor meer of minder uitgebreide inhoud, verwerkingsopdrachten en/of beschikbaarheid van toetsopgaven. Een ‘zelfstudieroute’ of een begeleide route hebben ook invloed op de keuzes uit het beschikbare materiaal. De tabel in paragraaf 3.2 geeft samenvattend weer wat de verschillen zijn tussen de onderzochte boeken. Hieronder volgt eerst een algemene typering van de verschillende boeken. 3.1 Algemene typering 1. Geschiedenis geven, praktische vakdidactiek voor het basisonderwijs Een boek met diverse componenten: vakdidactiek, beknopte achtergrondinformatie en lessuggesties. Indeling van de hoofdstukken is conform de tien tijdvakken, met een link naar de ‘traditionele’ indeling in periodes zoals de prehistorie en middeleeuwen. 2. De pabotoets geschiedenis haal je zo Oefenopgaven, geordend in de tien tijdvakken. Opgaven per tijdvak en toetsen over de tijdvakken heen. Verwijzing per hoofdstuk naar de Canonvensters. 3. Basiskennis geschiedenis - slaag voor de entreetoets! Compacte beschrijving van de tien tijdvakken. Ieder hoofdstuk geeft op een tijdbalk de betreffende periode weer en beschrijft kernachtig die periode. Hoofstukken sluiten af met tips voor musea en oefenopgaven. 4. Onvoorspelbaar verleden, geschiedenis van prehistorie tot heden. Dit boekwerk bevat veel verwijzingen voor verdieping (tips voor internet, boeken, film en muziek), met veel aansprekende foto’s. Ieder hoofdstuk begint met een algemene schets van de periode aan de hand van ‘De tijd’,’ De samenleving’ en ‘De ruimte’. Trefwoorden per hoofdstuk in de kantlijn 7 maken het zoeken makkelijk naar specifieke passages. De onderwerpen zijn soms verspreid in een hoofdstuk, veelheid aan details. De bijbehorende cd-rom maakt zelfstudie mogelijk door een stapsgewijze aanpak (van oriënteren tot reflecteren in zeven stappen). 5. Verleden, heden, toekomst. Didactiekboek. Een didactiekboek over Geschiedenis & Samenleving. Bevat informatie over competenties voor het geven van geschiedenisles. Van lesdoel tot evaluatie, gebruik van materialen en hulpmiddelen, samenwerken in een team. Ieder hoofdstuk bevat een samenvatting, kernbegrippen, literatuurverwijzingen en enkele opdrachten. De afbeeldingen in het boek doen soms verouderd aan. Deze uitgave is grotendeels herzien en opgenomen in het boek Geschiedenis & Samenleving (deel 2: didactiek). In de quickscan is deze uitgave niet verder beschreven, omdat deze geen vakinhoudelijke informatie bevat. De uitgave ‘Verleden, heden, toekomst. Bronnenboek’ is niet meer leverbaar. De inhoud is herzien en ook opgenomen in Geschiedenis & Samenleving. Daarom wordt in de bijlage van dit document deze uitgave verder niet besproken. 6. Geschiedenis & Samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek Een compleet overzicht, met uitgebreide informatie, van de tien tijdvakken. Centrale vragen per hoofdstuk, met tijdbalk en relevante jaartallen van die periode. Met trefwoorden in de kantlijn, kaartjes en foto’s. Via de website is er aanvullend materiaal, waaronder toetsvragen, te verkrijgen. Per hoofdstuk verwijzing naar de Canonvensters en hierop aansluitende literatuur. Het tweede deel van dit boek gaat over de didactiek van het geschiedenisonderwijs. Het is een nieuwe versie van het eerder verschenen boek ‘Verleden, heden, toekomst’. Het heeft grotendeels dezelfde inhoud, maar bevat ook nieuwe inzichten. 7. Van huis uit, compacte geschiedenis voor de pabo Geschiedenis vanuit Nederland, en van daaruit naar de wereld. Een heldere indeling per hoofdstuk met vragen, leerroutes en tijdtabellen. Veel verwijzingen naar internetbronnen in de paragrafen. Hoofdstuktitels komen niet overeen met de tien tijdvakken. Dat komt wel terug in de subtitel van het hoofdstuk. Kopjes van de paragrafen zijn soms ‘vaktermen’ en voor een lezer die hier niet mee bekend is, is het niet meteen duidelijk waar het over gaat. Kleine letter, veel informatie. Afsluiting per hoofdstuk met opdrachten op verschillende niveaus. 8. Geschiedenis voor de basisschool, een domeinbeschrijving Een domeinbeschrijving met als doel het vakgebied te beschrijven zodat het houvast geeft aan docenten, toetsmakers en studenten (pabo). Mooie kaarten en veel foto’s. Inleiding geeft de discussie weer die in het vakgebied heeft gespeeld over indelingen in periodes. Opbouw van het boek is als volgt: per hoofdstuk enkele basisinzichten (waar gaat het om), een beknopte uitwerking en in de kantlijnen voorbeelden en achtergrondinformatie. Soms is daardoor het zoeken naar de informatie die men wil vinden minder overzichtelijk. Zeker volledig en degelijk naslagwerk. Alle vijftig voorbeelden uit Canonvensters zijn opgenomen in de betreffende hoofdstukken. (!) 8 Geschiedenis Geven 3.2 Typering naar inhoud Content/vakinhoud Verwerkingsopdrachten Toetsopgaven Didactiek Ja. Per hoofdstuk is er Zelfstudieopdrachten per Nee. Ja. Didactische achtergrondinformatie. hoofdstuk, verdiepend van aspecten en Aansluitend op de indeling aard. lessuggesties van de tien tijdvakken. zijn per Inhoudelijke aansluiting bij hoofdstuk SLO-leerdoelen: redelijk tot beschreven. goed Nee. Nee Ja, per tijdvak en Nee geschiedenis geschiedenis Inhoudelijke aansluiting bij tijdvakken heen. SLO-leerdoelen: matig (weinig Meerkeuzevragen. achtergrond) tot redelijk Antwoorden achterin (begrippenkader) boek. Ja. Compacte beschrijving per Opgaven per hoofdstuk. Nee, niet in boek. tijdvak. Met kaarten, foto’s, et (open vragen); Antwoorden In de Pabowijzer cetera. via internetsite Pabowijzer. (internet) zijn toetsen Nee opgenomen. Inhoudelijke aansluiting bij SLO leerdoelen: goed Inhoudelijke aansluiting bij Per hoofdstuk opdrachten, Open vragen per SLO-leerdoelen: redelijk ondersteund door cd-rom. hoofdstuk. Nee Hulpmiddel om je eigen leerroute te ontwerpen, verleden Samenleving Geschiedenis & Onvoorspelbaar Basiskennis Pabotoets toetsen over de tien verslagen op te slaan, et cetera Ja, heldere beschrijvingen per Op website van Pabowijzer is Samenvatting en Ja, deel 2 is tijdvak. Met kaarten, foto’s, et een samenvatting interactieve gewijd aan cetera. beschikbaar. toetsenbank via de didactiek. Is de Inhoudelijke aansluiting bij website Pabowijzer vernieuwde SLO-leerdoelen: goed (met inlogcode bij uitgave van het boek). boek Verleden, heden, toekomst. Van huis uit, Compacte geschiedenis 9 Content/vakinhoud Verwerkingsopdrachten Toetsopgaven Didactiek Ja, per tijdvak een beknopt Ja, per hoofdstuk zijn er Ja, per hoofdstuk Ja/nee: niet overzicht (kern, vragen, opdrachten (reproductie verschillende soorten expliciet. Maar leerroute, tijdtabel). lesstof, inzichtvragen, vragen vanwege de Taalgebruik is aan de historische bronnen, opbouw van de moeilijke kant vanwege algemene verdiepende hoofdstukken, (wetenschappelijke) vragen) zitten er vaktermen. Bijvoorbeeld didactische Neolitische (=agrarische) elementen in revolutie. verwerkt. Inhoudelijke aansluiting bij SLO-leerdoelen: redelijk tot goed de basisschool Geschiedenis voor Uitgebreide informatie, Nee Nee. Nee. De voorbeelden en achtergrond basisinzichten informatie. Foto’s, kaarten (!) zijn te en register. gebruiken als Aansluiting op SLO- formulering leerdoelen: redelijk tot goed voor lesdoelen. 10 4 Conclusie over nog te ontwikkelen leermateriaal voor aansluiting op SLO-doelen 4.1 Algemeen Binnen het vakgebied geschiedenis is er (sinds enige tijd) eenduidigheid over de indeling in de tien tijdsvakken. Dat maakt het vergelijken en zoeken naar lesmateriaal in aansluiting op de SLOleerdoelen gemakkelijker dan bij aardrijkskunde of natuur en techniek. Toch doen zich vrij grote verschillen voor in de keuze voor thema’s, volgorde, diepgang of bondigheid van de beschrijvingen. Al met al is er een redelijk dekkend geheel voor de SLO-leerdoelen, met een aantal hiaten. 4.2 Aanvulling is gewenst De volgende thema’s/onderwerpen vragen aandacht voor verdere materiaalontwikkeling (of verwijzing naar andere methode boeken, dan wel internetsites). De nummering verwijst naar de indeling van de SLO-leerdoelen. B1.1 Toendra B3.4 Terpen B4.2 Schout, schepene B4.3 Huurleger B5.1 Da Gama, Diaz, Magelhães B5.2 Kunst B5.3 Antwerpen ,Schelde afsluiting, Amsterdam B6.1 Beemster, turfwinning B6.2 Schuilkerken B6.4 Absolutisme B7.2 Abolitionisme B8.1 Continentaal stelsel B8.2 Parlementair stelsel B8.4 De Stijl B8.5 Leerplichtwet B10.1 Nationale bewegingen Ned. Koloniën, politionele acties, onafhankelijkheid Antillen B10.2 Stalin, IJzeren gordijn, Cubacrisis, Chroestjov, Warschaupact, perestrojka, glasnost 4.3 Internetbronnen voor aanvullende informatie/zelfstudie • Overzicht van de 50 ‘Canonvensters’ geordend in chronologische volgorde, zowel visueel aantrekkelijk, als informatief: http://entoen.nu/. Per venster foto’s, links, achtergrondinformatie beschikbaar. Aantrekkelijk leermiddel. Geschikt voor zelfstudie en als aanvulling/verrijking. • Studio VO: Stercollecties Opdrachten, kennisbank, et cetera http://maken.wikiwijs.nl/36175/Leerlijn_Geschiedenis_onderbouw_H_V_StudioVO http://www.studiogeschiedenis.nl/onderbouw/tijdvak1/aspect1/ • Schoolbordportaal: informatie en links geordend naar de tien tijdvakken: http://www.schoolbordportaal.nl/geschiedenis-filmpjes-op-tijdsvak.html 11 5 Bijlage 1 SLO-leerdoelen in relatie tot onderzochte boeken In deze bijlage is het resultaat opgenomen van de quickscan matching SLO leerdoelen 3 met de zeven bronnen die in hoofdstuk 2 beschreven zijn (met uitzondering van bron 5). In kernwoorden wordt aangegeven welke onderwerpen deze boeken behandelen, met een aanduiding van hoofdstuk, paragraaf of bladzijde. Als onderwerpen ontbreken, staat dit aangeven met ‘niet’. • Onder A staan leerdoelen gericht op ‘vakgebonden vaardigheden geschiedenis’ • Onder B staan vakinhoudelijke leerdoelen, geordend naar tien tijdvakken • De kleuren in de balken geven een globale aanduiding aan van de ‘match’ tussen het boek en het leerdoel: Geen of nauwelijks aansluiting 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets A. Vakgebonden vaardigheden geschiedenis 4 Aansluiting redelijk 3. Basiskennis geschiedenis 4.Onvoorspelbaar verleden Aansluiting goed 5. Geschiedenis & Samenleving Aansluiting uitstekend 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool A.1 De aspirant-student kan omgaan met historische bronnen, standplaatsgebondenheid herkennen en bronnen selecteren op bruikbaarheid. Voorbeeld: zelfstudieopdracht Per hoofdstuk zijn Hoofdstuk 0 is gewijd aan Per hoofdstuk zijn Ieder hoofdstuk Sporen uit de middeleeuwen. bronnen ‘Bronnen van het verleden’. afsluitend enkele vragen begint met een Bijv. H4.4 genoemd die Welke bronnen zijn er, hoe opgenomen over overzicht van gerelateerd zijn er mee om te gaan, et bronnen. bronnen die aan het tijdvak. cetera. Zie Verwerking, deel C beschikbaar zijn. Incl. tips voor musea. A.2 De aspirant-student kan de tijdbalk als middel gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen in de juiste tijd te plaatsen. • Aanduidingen van tijd en tijdsindeling hanteren: verleden, heden, jaartallen, decennium, eeuw, voor Christus, na Christus Ieder onderdeel Tijdbalk per Uitleg over Visualisering van tien Per hoofdstuk een ‘Achtergrondinformatie’ begint hoofdstuk, met tijdbalken (p.13) tijdvakken in tijdbalk, per tijdtabel opgenomen met 3 De auteur van de quickscan heeft onderstreping en vetgedrukte markering toegevoegd om accenten te verduidelijken. 4 De vakgebonden vaardigheden, hangen als het ware ‘boven’ de vakinhoudelijke thema’s, geordend in de tien tijdvakken. De aanstaande student moet de inhoudelijke materie op verschillende wijzen, zoals in onderdeel A, kunnen beschrijven, hanteren en toepassen. Onderdeel A is met name bedoeld als aanwijzing voor het maken van de toetsen. 12 met een tijdbalk (als aanduiding Chr. hoofdstuk weergegeven tekening/strip weergegeven). jaartallen die relevant zijn voor die periode. A.3 De aspirant-student kan historische gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen plaatsen in historische perioden. • • Ordening in de tien tijdvakken: jagers en boeren (- 3000 voor Christus), Grieken en Romeinen(3000 voor Chr. - 500 na Chr.), monniken en ridders (500-1000), steden en staten (1000-1500),ontdekkers en hervormers (1500-1600), regenten en vorsten (1600-1700), pruiken en revoluties (1700-1800), burgers en stoommachines (1800-1900), wereldoorlogen en Holocaust (1900-1950) televisie en computer (vanaf 1950). Ordening in de traditionele historische perioden: Prehistorie (tot 3000 voor Chr.), Oudheid (3000voor Chr. – 500 na Chr.), Middeleeuwen (500 – 1500), Nieuwe Tijd (1500 - 1800) en Nieuwste Tijd (1800 - heden). De benaming van de Geen relatie Beide indelingen Tien tijdvakken Tien tijdvakken met Tien tijdvakken worden Beide indelingen zijn traditionele, historische zichtbaar tussen zijn zichtbaar bij met de jaartallen. jaartallen. genoemd als subtitel van naast elkaar geplaatst perioden staan genoemd boven traditionele indeling de hoofdstukken. Inleidend Het tijdvak wordt onder de het hoofdstuk. zodat zichtbaar is hoe de tien tijdvakken. De tijdvakken en tien tijdvakken. hoofdstuk geeft tijdbalk gekoppeld aan de Hoofdstuktitels zijn iets ze zich tot elkaar geven de jaartallen aan. Per hoofdstuk naam de traditionele traditionele indeling. abstracter dan de verhouden (p.24) (inhoudsopgave en voorafgaand van het tijdvak met namen weer met tientijdvakken, maar aan de hoofdstukken/koptekst). de jaartallen de jaartallen geven meer een (p11). ‘beweging’ aan. A.4 De aspirant-student kan oorzaken en gevolgen van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen in een bepaalde historische periode onderscheiden en beschrijven. • Conclusies trekken ten aanzien van oorzaak-gevolgrelaties. 13 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B. Tien tijdvakken geschiedenis B.1 Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.C.) B.1.1 De aspirant-student kan uitleggen waarom jagers-verzamelaars nomaden waren. Behorend bij kenmerkend aspect: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Jagers leven van de natuur, nomadisch bestaan, afhankelijk van de natuur, werktuigen van vuursteen en botten, tenten en kleding van dierenhuiden, toendraklimaat, jacht op mammoeten en rendieren, kunst (beeldjes, grotschilderingen). • Nederland: rendierjagers Levenswijze gericht op Jagers Nomadisch bestaan, Jagers (1.1): IJstijd; nomadische levenswijze; Tijd van jagers en Prehistorie: • verzamelen van (jagen) Nomaden rendierjagers, Jagen en verzamelen voedsel en verzamelen; cultuur boeren: samenlevingstypen voedsel. Rol van de Verzamelaars (gereedschappen, tent, Wandkunst (grotschilderingen); IJstijden, jagen en eerst jagers/ seizoenen. (1.2.1). Rendier hutten). Vissers (1.1.2; rendierjagers (kleding, tent, verzamelen (afhankelijk verzamelaars later Nomaden en hun jaarritme. Rendierjagers 1.1.3, 1.1.4) Rendierjagers (1.2), tent gereedschap van botten, fig. van natuur, landbouw.(1.1). Werktuigen en woningen Kelten 1.10) (H1.2) verplaatsingen) Economisch/techn.: (1.2.2) Kamp Beeldjes, grotschildering, Bosjager (1.3), kamp grotschilderingen (1.1). Jagers afhankelijk Grotschildering (p. 13) Rituelen grafgiften (1.3) (H1, toetsvragen) Niet: toendra, mammoet NL tijdens prehistorie: van natuurlijke De Kelten (1.5) brons, ijzer, vuurstenen, rendieren, omgeving. Wonen = sieraden huiden, toendra, grotten, hutten, tent. mesolitische en Seizoenen, jacht. neolitische culturen Vuursteen, bijlen, (1.2) messen. Sociale organisatie: groepen. (1.3) B.1.2 De aspirant-student kan veranderingen toelichten die het gevolg waren van de agrarische revolutie. Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen. Behorend bij canonvenster: Hunebedden. Ontstaan landbouw in Midden-Oosten, verspreiding landbouw en veeteelt door Europa, boeren zetten de natuur naar hun hand, vaste woonplaatsen (boerderijen), meer persoonlijk bezit dan jagers en verzamelaars (aardewerk), geloof in een hiernamaals (grafgiften), ontstaan schrift(kleitabletten, einde prehistorie) • Nederland: eerste landbouw door komst Bandkeramiekers in Limburg, hunebedden in Drenthe (Trechterbekercultuur) De eerste landbouwers: de Hunebedbouwer (1.2)Verschillen jagers en De Boeren (1.4) veeteelt, Agrarische revolutie; jagers De mens wordt boer Prehistorische • • • Bandkeramiekers in NL, Aardewerk landbouwsamenlevingen. hunebedden, Boeren Eerste boeren in W.Europa boerderijen, akkerbouw worden boeren; voorwaarden (1.3): de neolitische landbouwers. (1.4) graan en dieren aanwezig (1.3.1). (=agrarische) revolutie. Bezitvorming en 14 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 4. Onvoorspelbaar verleden Hunebedden, 5. Geschiedenis & Samenleving Akkerbouw 3. Basiskennis geschiedenis (Bandkeramiek en trechterbekervolk (1.2.3) Bandkeramiekers (1.3.2).Potten 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Bandkeramische 7. Geschiedenis voor de basisschool ruilhandel. Bandkeramiekers Trechterbekercultuur); Bandkeramiekers, uit grafveld (fig. 1.19) Gebruiks- cultuur, Verbouwen Niet: ontstaan van Wandschilderingen Steen, brons, ijzer. trechterbekercultuur (p. voorwerpen (vuurstenen, sikkel, Trechterbekercultuur gewassen. landbouw, Dorp 31) messen (fig. 1.18). landbouwsamenlevingen, Boerderij agrarische revolutie, (H1 toetsvragen) hiernamaals, schrift, Hunebedden (figuur 1.4) Domesticeren Trechterbekercultuur (fig. 1.21) De bronstijd: dieren. Mijnen, Hunebedden: nederzettingen, beschrijving van de steengroeven. bouw hunebed. (1.3.3) en ‘uitvinding’ van de Hunebedden. figuren. landbouw en de Grafkelders, gevolgen daarvan. grafgiften. Niet: hunebedden Niet: bandkeramiek, trechter bekercultuur 15 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.2 Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500) B.2.1 De aspirant-student kan Grieks-Romeinse cultuur herkennen en beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Verspreiding van Grieks-Romeinse cultuur en confrontatie met Germaanse cultuur. Steden (stedelijke cultuur), bouwkunst (aquaduct, villa, badhuis [heteluchtverwarming], amfitheater [gladiatoren], triomfboog, theater, tempel), kunst (beeldhouwwerken, mozaïekvloeren), geloof (polytheïsme, tempels), slavernij Griekse stadstaten (2.2.1): Democratie, De eerste beschavingen: 2.1: De Grieken Het verschijnsel stad: De Romeinen in Nederland: Naar een samenleving • Sparta, Athene, cultuur. Griekse filosofen, het ontstaan van steden: (democratie, filosofie, de oudste steden, de romanisering (2.2). met steden. (2.2) De Grieken en hun goden Olympische Spelen, stadstaten in het Midden Olympische Spelen). verspreiding van de steden. Egyptenaren en Grieken: Economische (2.2.2.): orakels, tempels, het architectuur, Oosten, Griekse stadstaten (2.1) Parthenon. Romeinse rijk, macht, (2.1). Olympische Spelen en sport geschiedenis van het ontwikkeling en 2.3 De Romeinen (Rome, schrift, stadstaten, kolonialisatie; (2.3) Romeinse villa, bouwen, steden, tempels, kolonialisatie, democratie, (2.2.3) bouwwerken, aquaduct). oorlogen. De stad als Grieken en wedstrijden (2.2.4): Germanen, Romeinse Griekse godsdienst. Griekse woonplaats; (2.3) theater. Literatuur (2.2.5) soldaat, bouwkunst (bouwstijlen Kunst, godsdienst en Niet: kunst: tempels (p. 28). Verbreiding wetenschap (2.3) Niet: kunst; beeldhouwwerken, mozaïek Griekse cultuur (kaart p. beeldhouwwerken, vloeren; geloof, slavernij 29). Grieks denken, nederzettingen Vrije tijd (2.2.14): de thermen, (H2; toetsvragen) amfitheater, circus mozaïek vloeren Niet: bouwkunst filosofen. Niet: kunst: beeldhouwwerken, mozaïek vloeren Niet: kunst; beeldhouwwerken, mozaïek vloeren. Slavernij B.2.2 De aspirant-student kan voorbeelden herkennen en beschrijven van de beïnvloeding van de Grieks-Romeinse cultuur op de Germaanse cultuur. Behorend bij kenmerkend aspect: Verspreiding van Grieks-Romeinse cultuur en confrontatie met Germaanse cultuur . Behorend bij canonvenster: De Romeinse Limes Het Romeinse wereldrijk, veroveringen (Julius Caesar), belang van de infrastructuur van het rijk (wegen [grenspalen], geld, veiligheid) voor leger, ambacht en handel, versterkte nederzettingen langs de Limes (wachttorens), ontmoeting tussen Germanen (agrarische samenleving) en Romeinen (agrarisch-stedelijke samenleving), romanisatie (kennismaking met Romeinse cultuur zoals geloof, geld, schrift, glaswerk). • Nederland: de Limes langs de Rijn, Bataven, eerste schriftelijke bron over Nederland (einde prehistorie). Romeinen en Grieken (2.2.10) Limes Het Romeinse rijk: 2.2. De Germanen Van stadstaat tot De Romeinen: Etrusken en Romeinen en • • • Julius Caesar (2.2.12). Romanisering Rome, de organisatie wereldmacht: Rome, Caesar, Romeinen, de Romeinse Germanen (2.4); 16 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis van het Romeinse Rijk 4. Onvoorspelbaar verleden 2.3 De Romeinen (de 5. Geschiedenis & Samenleving Romeinse steden, 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis republiek, senaat, 7. Geschiedenis voor de basisschool Macht, geweld. Julius Rome wereldstad (2.2.12): (bestuur, slaven, Limes, Romeinse stad, stadsaanleg, Pompeï, letters volkstribunen, Romeinse Ceasar. Infrastructuur. indeling in stad, bogen en bouwmeesters, vrijetijd beeldhouwkunst en cijfers. (2.2). Keizertijd. Bataven. pilaren. (2.2.2). Romanisering (p52). Romeinse Limes, Bataafse Agrarisch stedelijke Tempels, zuilen, De Romeinen en de lage opstand, Romeinse villa, samenleving. Techniek, burgerrecht, Latijn, landen. steden, vervoer wegen en handel, handel, religie. (infrastructuur) (2.3.2) godsdienst (2.3) Romanisering (2.3.3) Bataafse opstand, Romeinse Limes Nijmegen, villae, einde (voorbeeld Romeinse tijd (2.4) Canonvenster, p. 48) Julius Caesar De late Keizertijd, verovering Bataafse hulpsoldaten Noord-Europa, De Limes, (2.2.4) Bataafse opstand (2.2.14 vanaf p. 48) B.2.3 De aspirant-student kan de ontwikkeling van het christendom in het Romeinse Rijk beschrijven. • • Behorend bij kenmerkend aspect: Christendom in het Romeinse Rijk: van verboden tot enig toegestane godsdienst. Jezus (prediking van nieuw geloof in Palestina, kruisiging onder de Romeinen), Bijbel, verspreiding van christendom door het Rijk (vervolgingen, christendom toegestaan onder Constantijn) Christendom. Religie bij Grieken, (2.4 ) Het Christendom Christendom: 313 na Chr. Het Christendom, Prediking van Jezus. Jaartallen: Romeinen en (vervolging christenen, (erkenning) Romeinen en het Verbreiding van het 313: godsdienstvrijheid Germanen. (2.3) Jezus, Constantijn) 380 na Chr. christendom (2.3) (p. 33-35) christendom in Zuid- voor christenen in Romeinse Rijk 391: Christendom enige toegestane godsdienst (H2; toetsvragen) (staatsgodsdienst) (H2) en West-Europa (bijlage 2) 17 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.3 Tijd van monniken en ridders (500-1000) B.3.1 De aspirant-student kan beschrijven hoe het christendom zich in Europa verspreidde. • Behorend bij kenmerkend aspect: Verspreiding van het christendom in Europa • Behorend bij canonvenster: Willibrord. • Verspreiding christendom onder Friezen en Germanen (missionarissen uit Engeland, rol frankische koningen), belang van kloosters en monniken voor schriftelijke cultuur • Nederland: Willibrord, Bonifatius Heidendom en Monnik, kloosteroorden, Het Christendom 3.1: Monniken: de verspreiding Strijd om de ziel: Kerstening van onze Religieuze ontwikkeling: Christendom (3.2.3). De bijbel, kerk, kerstening, (3.3.1) van het Christendom, Germaanse goden, streken (3.2 p. 46.) het Christendom. eerste christenen in onze Bonifatius, Willibrord, Willibrord, Bonifatius, Willibrord, Christendom, De positie van de Schriftelijke cultuur (3.2). streken (p. 76). Kloosters Romaanse kunst, Heilige monniken Kerstening, monniken, bijbel, kerstening, Willibrord, Christelijke kerk (3.3, p. Bijbel (3.3) (p. 77, 78). oorlog, kloosters. Bonifatius. Friezen. 49). Willibrord, Bonifatius (p. H3; toets 1 t/m 6 Kloosters. 77) Kaart 1, 3 (3.2) B.3.2 De aspirant-student kan het ontstaan van de islam beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: ontstaan en verspreiding van de islam. • Mohammed sticht vanuit Mekka de Islam in 622 (Koran) Opkomst nieuwe religie: Islam, Mohammed Islam, Mohammed 3.2: de Islam: Mohammed, Ontstaan nieuwe Ontstaan en verspreiding Religieuze ontwikkeling de Islam (3.2.6) Mekka, Koran. godsdienst , Mohammed, Islam (kaart, p. 50) (3.3): verbreiding (3.3.2) (H3; toets 1 t/m 6) Mekka christendom en islam: (p. 76) Mohammed, Mekka, Koran Kaart 3 B.3.3 De aspirant-student kan beschrijven hoe de islam zich verspreidde. • Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan en verspreiding van de islam. • Verspreiding van de islam over Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Europa Invloed uit het oosten en Toetsvragen: Islam, Verspreiding islamitisch 3.2: De Islam: heilige Moorse Spanje (3.2.6, p. oorlog, Midden-Oosten, Mohammed (H3; toets 1 geloof. Islam, Arabisch rijk Arabisch Rijk (p. 76) Veroveringen van de Uitdragen van het geloof; Islam, de islamitische Arabisch rijk (p. 64) (3.3) 18 1. Geschiedenis geven 84); Bagdad (p. 85) 2. Pabotoets t/m 6) 3. Basiskennis geschiedenis (3.3.2) 4. Onvoorspelbaar verleden Spanje, Europa. 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis wereld (3.4) 7. Geschiedenis voor de basisschool B.3.4 De aspirant-student kan hofstelsel, leenstelsel en horigheid uitleggen. Behorend bij kenmerkend aspect: Hofstelsel en horigheid. Behorend bij canonvenster: Karel de Grote Gevolgen van verdwijnen van het Romeinse Rijk (voor veiligheid, geld, handel), volksverhuizingen, hofstelsel (horigheid [afhankelijkheid van heren], zelfvoorzienende landgoederen), leenstelsel (heren en vazallen), Franken, rijk van Karel de Grote (geen hoofdstad [koning reist rond]), bisschoppen als leenmannen), Noormannen, drie standen (adel, geestelijkheid, boeren). • Nederland: terpen Karel de Grote (3.2.2); Toetsvragen: hofstelsel, Periode van 3.3 Karel de Grote, Strijd om de macht: Volksverhuizingen (3.1); Economische en politieke • • • leenstelsel, leenheer, volksverhuizingen. De wereld buiten het horige, vazal, Karel de Landheren en horigen Karolingische Rijk(3.2.5): Grote, Frankisch Rijk, (3.1.1); Leenstelsel 3.4 De ridders: heer, Vikingen tweezwaardenleer, (3.1.2). Vikingen, drakenschip Frankische Rijk (3.2); H3; toets 1 t/m 6 Karel de Grote (3.2.1) Niet: hofstelsel, volksverhuizingen; Nederland: terpen Noormannen (3.2.2) Frankisch Rijk volksverhuizingen, Franken, De vroeg middeleeuwse ontwikkelingen: Karel de Grote, Vikingen samenleving (3.2): rangen Landbouw: (3.1); en standen, het grootgrondbezitters, horigen en hofstelsel, Strijd om bestaan: slavernij, leenstelsel. horige boeren. Frankische herendiensten hofstelsel, horigen, cultuur (3.3) 3.5 De Vikingen koningen, leenstelsel, Karel Rijk van Karel de Grote de Grote.(3.3) (3.3). Niet: terpen Kaarten 2 (p. 67), 4 (p. 69) Niet: volksverhuizingen, Terpen (700vC-1000nC) Vikingen Nederland, terpen (H1.3.4 en fig. 1.26) Niet: terpen 19 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.4 Tijd van steden en staten (1000-1500) B.4.1 De aspirant-student kan de opkomst van handel en het ontstaan van steden uitleggen. Behorend bij kenmerkend aspect: Opkomst van handel en ontstaan van steden. Behorend bij canonvenster: Hanze. Betere productiemethoden landbouw (overschotten), bevolkingsgroei, opkomst steden (handelscentra, lokale markt, ambachten, gilden (gildenregels en gildensysteem [leerling, gezel, meester]), ontstaan handel op Europese schaal (Hanze), geldeconomie, toename welvaart adel, bouwkunst (kastelen, kathedralen), kruistochten. • Nederland: Hanzesteden (Zutphen, Deventer, Zwolle, Kampen) 4.2.1: de middeleeuwse Onderwerpen en Nederzettingen groeien uit 4.2 De stad: handel, groei Stedelingen (4.3.1): Staatjes van Nederland (4.2): Economische • • • maatschappij: begrippen: tot steden (4.1): van de voedselproductie, standenmaatschappij, handelscontacten Hanzesteden, ook in NL groei van de steden. trek naar de steden, adel. markt (4.1.1), Markt (p. 90). 4.2.4 Het kasteel gilden Gebruik van de grond 4.2.6 De rol van de kerk, Hanzesteden (meer productie) (4.1.2) pelgrimstocht, steden Het stadsleven: gilden kruistochten. kruistochten (4.1.4). Kathedraal en kerk meester en leerling (gilden) 4.2.9: de stad: van dorp Gotiek De Kruistochten (4.3.2 en tot stad, de stedeling, Kathedralen fig. 4.7) (schout en schepene) (kaart p. 57). en opkomst van de Cultuur (4.4): onderwijs, steden (4.2): adel, kastelen; De macht, vrijheid en beeldhouwkunst, taal, van steden (4.3): Productieverbetering welvaart: zichtbaar in architectuur. Italiaanse steden, kruistochten, /overschotten; hallen, stadshuizen en Pelgrims, kruistochten stadsrechten, burgerij, gilden, handelsroutes, De Hanze, Hanzesteden NL, Hanzesteden, handelstechnieken, banken. geldhandel, burgerij. Kloosterscholen en 4.3: De gilden, regels samenwerking, meester. Kunst in de middeleeuwen universiteiten. (4.5): bouwkunst, schilderkunst, (H4 toetsvragen) Niet: bevolkingsgroei, 4.4 De Hanze: Hanze, gilden, geldeconomie Hanzesteden Deventer, Kampen opleiding in het gilde. boekdrukkunst 4.3: staatsvorming en stadsbestuur: Niet: bevolkingsgroei geldeconomie, belastinggeld. 4.1 De kruistochten Stadhouders, hoofdstad ontwikkeling: handel De kruistochten en de opkomst verstedelijkt gebied, de gildebepalingen, graafschappen en bisdommen schilder- en kathedralen (p88). stadsrecht, stadsbestuur handel, Hanze, gilde. Kaart 2 (p. 83) en 3 (p. 84) en belastingen (4.2.8 p. 116) Niet: gilden 20 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.4.2 De aspirant-student kan uitleggen waarom de steden zelfstandiger werden ten opzichte van de adel. • Behorend bij kenmerkend aspect: Opkomst van stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden. • Behorend bij canonvenster: Floris V • Vrije steden (stadsrechten [geld, veiligheid, regels voor handel], stadsmuren), opkomst burgerij (kooplieden), stadsbesturen (burgemeesters, vroedschap), schout en schepene. • Nederland: Floris V Floris V (p114-115) Onderwerpen en Het bestuur van de stad Stadsrecht (4.2, p. 89), Stedelingen (4.3.1): Foris V (4.2) Politieke begrippen: (4.1.3). onafhankelijker van de stadsrecht, stadsbestuur, 4.2.9: de stad: van dorp tot standen Het stadsleven, stadsmuren vorst. schepenen en schout stad, de stedeling, Floris V (4.1.4). stadsrecht, stadsbestuur, stadsrecht Floris V, stadsrecht (4.2.1) Het stadsbestuur (4.2, p. Floris V (4.1) verstedelijkt gebied gewesten Stadsrechten (4.3) staatsvorming en (stads)bestuur (4.3): Niet: schout en schepene belastingheffing, rijke kooplieden, 90), schout, schepene. stadsbesturen, (H4 ; toetsvragen) schepenen. Stadhouders, hoofdstad en belastingen (4.2.8 p 116) ontwikkeling: Niet: schout en schepene Floris V (Canonvenster) p. 77 B.4.3 De aspirant-student kan aan de hand van het Bourgondische Rijk het ontstaan van staten binnen Europa beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Begin van staatsvorming en centralisatie. • Vorsten zoals die in Bourgondië versterken centraal gezag met belastinggelden, spanning tussen vorst en steden om privileges, vorsten minder afhankelijk van adel door huurlegers 4.2.8 De Lage Landen en de Bourgondische Rijk Bourgondisch Rijk (4.2.2) 4.5 De staten: Spanje, 4.1 Lage landen onder Europese staten in wording 4.3: staatsvorming en Bourgondiërs (H4 ; toetsvragen) Huurlegers (5.2.1) Niet: huurlegers Frankrijk, het Duitse Rijk. Bourgondiërs en (4.3): Duitse Rijk, Engeland, stadsbestuur: Floris V Habsburgers. Frankrijk, Spanje. geldeconomie, Bourgondisch Rijk Verbinding Bourgondisch Rijk met Spanje. (Niet: huurlegers) Oorlog voeren, huurlegers (4.2) belastinggeld. Staatsvorming en centralisatie in Nederland (4.7) Niet: Bourgondisch Niet: huurlegers Rijk 21 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.5 De tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) B.5.1 De aspirant-student kan redenen voor de ontdekkingsreizen uitleggen. Behorend bij kenmerkend aspect: Begin van Europese overzeese expansie. Behorend bij canonvenster: Karel V. Uitvindingen (techniek, schepen, kompas) maken zeereizen buiten de kust mogelijk, Portugese en Spaanse ontdekkingsreizigers (Columbus, Diaz, Da Gama, Magalhães), ontdekkingsreizen langs Afrika naar Azië en naar Amerika, gevolgen voor handel (nieuwe producten [zoals tomaten, aardappelen, maïs, tabak]), kolonisatie van Amerika (stichting van plantages, wrede behandeling indianen). • Nederland: op zoek naar routes naar Indië (Willem Barentsz). Portugezen als voorlopers Ontdekkingsreizen Ontdekking van Indië/Zuid De ontdekkers (5.3): Ontdekkingsreizen (5.1): Europese expansie, (5.5): Economie (5.2): • • • (5.2.2). Wereldhandel Azië , Da Gama, (5.1.1). Portugezen en Columbus, Da Gama. ontdekkers en ontdekkingen, ontdekkingsreizen koloniën. Portugezen, Spanjaarden. Betere Barentz. Magelhães. Columbus, Spanje, Kolonialisatie De ontdekking van Amerika schepen, Columbus, Kolonialisme. Langs Afrika Spanjaarden, naar Amerika. Willem Barentz (5.1.2): Columbus, nieuwe indianen naar Azië. Specerijen Afrika, Azië en Columbus Route naar Azië, langs Afrika (5.2.3). producten. (H5 toetsvragen) Willem Barentz (6.1.3) Amerika. Slavernij. Ontdekkingsreizen. Karel V (5.3). Kolonialisme. Kaart 1: het rijk van Nederlandse kolonialisatie, Niet: wrede behandeling Wereldhandel (tomaten, Karel V Ned. Indië, Suriname indianen tabak, mais, aardappel, (5.2.3) etc.). Niet Da Gama, Willem Nieuwe producten (mais, Afrikanen als slaven. Barentz pinda, tomaat, etc.) (p. 143) Karel V (p. 108). Niet Karel V Niet Dias, Da Gama, Magalhães, Willem Barentz B.5.2 De aspirant-student kan denkbeelden en gevolgen van de Reformatie herkennen en beschrijven. • • • Behorend bij kenmerkend aspect: Reformatie en splitsing in de christelijke kerk. Behorend bij canonvenster: Beeldenstorm en Willem van Oranje. Erasmus Nieuw wereldbeeld (wetenschap [nieuwe wetenschappelijke belangstelling, eigen waarnemingen zelfstandig denken, heroriëntatie op de klassieke oudheid, heliocentrisch wereldbeeld. Copernicus, 22 1. Geschiedenis geven • 2. Pabotoets 3. Basiskennis 4. Onvoorspelbaar 5. Geschiedenis & 6. Van huis uit. Compacte 7. Geschiedenis voor geschiedenis verleden Samenleving geschiedenis de basisschool Galilei], kunst [niet alleen godsdienstige, maar ook wereldse voorstellingen]).Boekdrukkunst, kritiek op de katholieke kerk (Erasmus), Bijbelvertalingen, Hervorming/Reformatie (Luther, Calvijn, afsplitsingen van de katholieke kerk, verschil tussen katholicisme en protestantisme. Nederland: hagenpreken, Beeldenstorm (1566), Willem van Oranje. De hervorming (5.2.6). Hervormers Nederlanden en Spanje Luther, Calvijn. Reformatie onder één koning (5.2.2): Michelangelo Filips II, katholieken versus Luther, Calvijn. wetenschap, kritiek op (5.2): Niet: wetenschap, kunst, Leonardo da Vinci protestanten, Reformatie, hervormers, kerk, Luther, Calvijn, Erasmus boekdrukkunst, bijbel Wetenschap beeldenstorm. protestanten, scheuring in hagenpreken, (canonvenster); vertalingen, hagenpreken Maarten Luther de katholieke kerk. beeldenstorm, Luther, Calvijn. Calvijn De Hervormers (5.4) Willem van Oranje (5.2.3) Reformatie Hervormers. (5.3). Beeldenstorm Humanisme (5.3.1) Boekdrukkunst (5.3.2) Karel V, Filips II, de Hervormers, Levensbeschouwing, hervorming, Erasmus: Luther, Calvijn (5.1) kunst en wetenschap hervormde kerk, Hagenpreken (p. 113), Protestanten Geloof als inzet (5.2): protestanten. beeldenstorm. Willem van Oranje Kerkhervorming, Luther, Calvijn (5.3.3). Niet: kunst, wetenschap. Niet: kunst, wetenschap. hagenpreken B.5.3 De aspirant-student kan uitleggen hoe de Opstand in een onafhankelijke Nederlandse staat resulteerde. Behorend bij kenmerkend aspect: De Opstand en het ontstaan van een onafhankelijke Nederlandse staat Behorend bij canonvenster: Beeldenstorm, Willem van Oranje en De Republiek. Verzet van edelen tegen centralisatie van Karel V en Filips II, kettervervolgingen, Beeldenstorm (1566), komst van Spaanse troepen (Alva)Willem van Oranje leider van de opstand tegen Spanje, Willems huurleger valt Nederland binnen, inname Den Briel door Watergeuzen (1572). Uiteenvallen van Noordelijke en Zuidelijke gewesten (Unie van Utrecht 1579), afzweren van Filips II (1581), moord op Willem van Oranje op last van Filips II (1584), Maurits stadhouder, ontstaan Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588). Afsluiting Schelde, Amsterdam wordt wereldhaven, impuls door immigranten (joden en Hugenoten). Oplopende spanningen Republiek der Zeven Nederlandse Opstand, Alva (5.5) De Opstand: Centralisatie (5.3.1), rijk van Opstand in de Nederlanden Spanningen en • • • (5.2.9) Verenigde Nederlanden (5.2.4). Karel V, Willem van Karel V. Filips II, verzet van (5.2): centralisatie en het verzet opstand (5.3): Het opkomend verzet Beeldenstorm Willem van Oranje, Oranje beeldenstorm. edelen. van de adel, de Beeldenstorm. Karel V, Filips II. (5.2.10): beeldenstorm, Willem van Oranje (moord), Den Briel, Hertog van Alva, 23 1. Geschiedenis geven Alva, Watergeuzen, Den 2. Pabotoets Nederlandse Opstand Briel. Oplaaiend verzet (5.2.11): 3. Basiskennis geschiedenis noordelijke en zuidelijke gewesten, (5.2.3) (H5 toetsvragen) breuk, katholiek en Watergeuzen (5.2.2). 4. Onvoorspelbaar verleden Republiek der Zeven 5. Geschiedenis & Samenleving Zeven Nederlanden (5.3.2). De Republiek (fig. 5.16). nieuwe staat (5.3): Hertog van Onvrede: Vrede van Munster Dood Willem van Oranje. Alva, een breuk in de Beeldenstorm. Watergeuzen. Nederlanden, het ontstaan van Grenzen zuidelijke en Republiek der Zeven Maurits, en de Republiek (5.2.12). 7. Geschiedenis voor de basisschool Willem van Oranje. Verenigde Nederlanden. protestant. Moord op Willem van Oranje. 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Onderdrukking, oorlog en een de Republiek. Opstand 1568-1600: noordelijke Nederlanden uiteenvallen Verenigde Nederlanden (Parma versus Maurits, p. noordelijke en (6.2) 118) zuidelijke Niet: afsluiting Schelde, Afsluiting Schelde, Afsluiting toegang Republiek der Zeven Niet: afsluiting Schelde, Amsterdam wereldhaven, Amsterdam wereldhaven, Niet: afsluiting Schelde, Antwerpen, voordeel voor Verenigde Amsterdam wereldhaven, immigranten immigranten ( 6.1.1 Amsterdam wereldhaven, Amsterdam (p. 118) Nederlanden. economische bloei) immigranten Filips II (5.2.7) immigranten Nederlanden. De (kaart 2, p. 98) Immigranten: komt aan de orde bij Joden die naar de Economische Lage Landen komen (p. gevolgen opstand: 136; H6 Tijd van regenten Antwerpen niet en vorsten). meer bereikbaar, Amsterdam profiteert. Protestanten en katholieken verdeeld. 24 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.6 Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) B.6.1 De aspirant-student kan verbanden leggen tussen de overzeese expansie, het handelskapitalisme en het ontstaan van een wereldeconomie. Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van handelskapitalisme en begin van een wereldeconomie Behorend bij canonvenster: VOC, De Atlas Major Blaeu, Michiel de Ruyter en Slavernij (Handel over zee: Europa, Azië, Afrika, Amerika (lange reizen: veel risico, veel geld nodig). Nederland: de Republiek wordt een economische wereldmacht, oprichting van de VOC en WIC, monopolie, VOC-schepen, handel met Azië (specerijen, porselein, koffie, tabak, zijde), vloot, handelsoorlogen met Engeland, inpolderingen (Beemster), aanleggen van dijken, turfwinning, grote stedendichtheid, Michiel de Ruyter De Handel (6.2.1), VOC, VOC De Gouden Eeuw, 6.1 De regenten: VOC (p. Amsterdam centrum Compagnieën en koloniën Gouden Eeuw (6.2): de • • • • WIC, slavenhandel, Afrika, Amerika. WIC economische bloei, (6.1.1) 125), handel met Indië, wereldhandel, Indië VOC, handel Azië (6.1.3), specerijen.(p. 126). stapelmarkt, handel met groei steden specerijen WIC, slavernij (6.1.4), Engeland, Frankrijk, Handel over zee: Droogmaken Hollandse zeeoorlogen 6.3 Het Handelskapitalisme, Meren: de Wormer, de handelskapitalisme Handelsoorlog Engeland, WIC, west Afrika, Amerika, Beemster, de Purmer, de Michiel de Ruyter Michiel de Ruyter (6.2.3) slaven. Wereldeconomie. Schermer. (6.2.1 (H6 onderwerpen en Niet turfwinning Landbouw en veeteelt) toetsvragen; jaartallen) Spanje, Portugal; Bevolkingsgroei, (6.1): VOC, WIC Niet: slavernij VOC, WIC. Beemster, dijken, Atlas Major van Blaeu. turfwinning Voorbeelden (3.4): droogmakerijen, de Heerhugowaard, de Beemster, turf, nijverheid, Michiel de Ruijter. Beemster(6.2.1) Niet: Beemster, dijken turfwinning, Niet: inpolderingen, Kaarten 1 en 2: Handel met de Oost, VOC, Handelsroutes en WIC, slavenhandel.(6.2.2) producten Beemster, dijken turfwinning B.6.2 De aspirant-student kan burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in het Nederland van de 17e eeuw herkennen en beschrijven. • • • Behorend bij kenmerkend aspect: Burgerlijk bestuur, stedelijke cultuur in Nederland. Behorend bij canonvenster: Statenbijbel, De grachtengordel, Hugo de Groot, Rembrandt, De Republiek, Gouden Eeuw, grachtengordel, Atlassen van Blaeu, Statenbijbel. tolerantie, protestants geloof dominant, katholieken gedoogd (schuilkerken), bloei van kunst en wetenschap, uitvindingen (telescoop, microscoop), Rembrandt, Christiaans Huygens, Spinoza, Hugo de Groot De Heren (6.2.4). Herenhuis, Amsterdam, Bloei van architectuur, Aan de Amsterdamse Grachtengordel Gouden Eeuw (6.5) Gouden Eeuw (6.2): groei De burgerij (6.2.5). Gouden Eeuw, uitvindingen, kunst en wetenschap. grachten, rijke Heren, (Straatvaart, 6.2.1). Cultuur en burgerij: en verdeling welvaart: slingeruurwerk, Rembrandt. Amsterdamse adel. (6.1) schilderkunst, welvaart, grachtengordel. 25 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets Schilderkunst (6.2.9): (H6 onderwerpen en 3. Basiskennis geschiedenis grachtengordel, Rembrandt. toetsvragen) Rembrandt, 6.2: De Gouden Eeuw: culturele bloei, Rembrandt, Huygens, microscoop, en wetenschap: droogmakerijen waaronder handel, schilderkunst Atlas van Major Blaeu, Spinoza. Schilderkunst, Rembrandt, De Statenbijbel (p. 186) 4. Onvoorspelbaar verleden de Beemster, Atlas van 5. Geschiedenis & Samenleving Gouden Eeuw,( 6.3): 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Rembrandt, wetenschap Statenbijbel, onderwijs, 7. Geschiedenis voor de basisschool Levensbeschouwing, kunst (voorbeeld 4), wetenschap: Blaeu, Christiaan Huygens, 6.4: De vorsten: wetenschap (Hugo de Schema gelaagdheid Hugo de Groot (voorbeeld microscopen. zeeoorlogen (Michiel de Groot, Spinoza, Huygens). bevolking (p. 97): 5), Huygens (voorbeeld 6). regenten, burgerij en het Spinoza (voorbeeld 10) volk. Geloof: Statenbijbel Ruyter) Dominante, tolerante Kerk, Statenbijbel (6.3) (voorbeeld 9) 6.5: Uitvindingen (kompas, telescoop, De wetenschappelijke slingeruurwerk). Constant revolutie (6.8): Huygens Copernicus, Descartes, Niet: schuilkerken Huygens Niet: Statenbijbel, geloof, schuilkerken, etc. B.6.3 De aspirant-student kan uitleggen waarin de staatsinrichting van de Republiek zich onderscheidde van die in andere landen. • • • Behorend bij kenmerkend aspect: Burgerlijk bestuur, stedelijke cultuur in Nederland. Behorend bij canonvenster: De Republiek en Hugo de Groot. Staatkundig: Republiek der Verenigde Nederlanden, Vrede van Münster (1648), stadhouder, raadpensionaris en Staten-Generaal, regenten, gewest Holland dominant Landsbestuur (6.2.8): Regenten, Vrede van Bestuur van de Republiek, Vrede van Munster (6.1- Gewestelijke Westfaalse vrede (6.4): Het landsbestuur (6.2): stadhouder, Munster, burgers. Staten-Generaal, p124, 133) zelfstandigheid, Unie van Vrede van Munster. Staten-Generaal, raadspensionaris. stadhouder, burgerij, Utrecht, Gewestelijke Vrede van Munster, Hugo (H6 onderwerpen en raadspensionaris Holland, staten, stadhouder, De Gouden Eeuw (6.5): stadhouder, regenten, gewest Holland, Vrede van de Groot. toetsvragen) (6.2.1). raadspensionaris, Staten- De Republiek. Munster. Hugo de Groot (6.2.2) Generaal (6.1) De Republiek en internationale politiek: Hugo de Groot (zie stadhouder hierboven bij 6.2) 26 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool Niet: Hugo de Groot B.6.4 De aspirant-student kan aspecten van het absolutisme beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht. Absolute vorsten in Europa, Lodewijk XIV Vorsten, Lodewijk XIV Lodewijk XIV Niet: absolutisme, 6.4 Vorsten: Niet: absolutisme, Lodewijk XIV de Niet: absolutisme, (6.2.8) (p185) (H6 toetsvragen) Lodewijk XIV Lodewijk XIV (p134), Lodewijk XIV Zonnekoning (6.6 p100). Lodewijk XIV absoluut vorst Absolutisme. 27 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.7 Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) B.7.1 De aspirant-student kan de ontwikkeling van slavenhandel en slavernij beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Slavenarbeid op plantages; opkomst abolitionisme • Behorend bij canonvenster: Slavernij • Driehoekshandel, uitwisselen van producten tussen werelddelen, economische rol van de plantages in de wereldhandel, verschepen van Afrikaanse slaven naar Amerika • Nederland: slavenhandel door de WIC De economische Slavernij WIC, Slavenhandel; 7.4:Slavernij, VOC, WIC, Slavernij (7.3.1) Slavernij, Afrikaanse Economische ontwikkeling (7.2.1): Driehoekshandel driehoekshandel: slaven naar Amerika ontwikkelingen: slavernij, Driekhoekshandel, Plantage ruilgoederen voor slaven; (5.5, p. 84,85) plantages, slaven slavenhandel WIC, (H7 toetsvragen) Afrikaanse slaven naar Zie ook: 6.3 Slavenhandel en Amerika (6.1.4) WIC Surinaamse plantages. driehoekshandel, plantages (7.1) B.7.2 De aspirant-student kan motieven voor afschaffing van slavenhandel en slavernij toelichten. • Behorend bij kenmerkend aspect: Slavenarbeid op plantages; opkomst abolitionisme. • Behorend bij canonvenster: Slavernij. • Abolitionisme Slavernij: zie hierboven Slavernij: zie hierboven Slavernij: zie hierboven Slavernij: zie hierboven Afkeer van slavernij (7.2.1) Niet: (opkomst) Afschaffing slavernij abolitionisme Suriname (8.1) Niet: (opkomst) abolitionisme Abolitionisme, strijd voor Afschaffing slavernij in (opkomst) afschaffing slavernij (7.3.1) p. Nederlands Indië (8.9) abolitionisme: zie 146. Figuur 7.10 8.2: Kolonialisme en slavernij (p. 124) B.7.3 De aspirant-student kan denkbeelden van de Verlichting op het gebied van politiek, godsdienst en sociale verhoudingen beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Streven naar grondrechten en politieke invloed van burgerij in Franse en Bataafse revolutie. Behorend bij canonvenster: De patriotten en Napoleon Bonaparte Pruikentijd, Verlichting (rationeel denken), democratische bewegingen, ideeën over vrijheid en gelijkheid, streven van burgers naar politieke invloed, Franse Revolutie (1789), veroveringen van Napoleon. • Nederland: economische achteruitgang, Franse levensstijl voor de elite, buitenhuizen, Eise Eisinga Pruikentijd (7.2.4) Pruiken Buitenhuizen, Franse 7.1:De pruiken, elite, Franse Buitenhuizen, Franse tuinen, De Verlichting (7.5): Franse inval. • • • De Verlichting (7.2.2) Eise Eisinga tuinen (7.1) tuinen, buitenhuizen. Pruiken Patriotten (7.2.2) Revoluties De Verlichting (7.3): Bestorming Bastille Bataafse (7.1) en figuur (7.2, 7.3). emancipatie Buitenhuizen, Franse tuinen, pruiken. 28 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden Napoleon Bonaparte Eise Eisinga (7.3.1) Republiek Franse Revolutie Trias Politica (7.3.2) Patriotten, Napoleon Patriotten 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool Eise Eisinga. (7.1) Verlichting: Filosofen (Descartes), Eise Eisinga, Verlichting 7.2:de Verlichting (H7 toetsvragen) 7.3: Franse Revolutie. Napoleon (p153) B.7.4 De aspirant-student kan grondrechten en toenemende politieke invloed van de burgerij in de Franse en Bataafse revolutie beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Streven naar grondrechten en politieke invloed van burgerij in Franse en Bataafse revolutie • Behorend bij canonvenster: De patriotten en Napoleon Bonaparte • Willem V, Patriottenbeweging, Franse inval en Bataafse Revolutie (1795) De laatste stadhouder Bataafse Republiek Republiek der Zeven Bataafse Republiek, Patriotten, revoluties, Willem Oproeren, Patriottenbeweging, Willem V (7.2.2) Willem V (7.2). Franse Revolutie Patriottenbeweging, het (7.1); Bataafse Republiek, begin van de Napoleon Bonaparte Grondwet (7.2). Nederlandse Revolutie., (8.2) (H7 toetsvragen) Franse Revolutie (7.2.3) Niet: Willem V Verenigde Nederlanden patriotten en Napoleon (7.1, wordt Bataafse Republiek p147) (7.2): de Patriottenbeweging (7.2.1) Franse Revolutie (7.3). Franse Revolutie (7.2.2) basis van de democratie (7.3.2) V, Franse inval (7.1) Bataafse Revolutie (7.4) Niet: Willem V Franse Revolutie en Napoleon. (7.7) Napoleon Bonaparte (8.2.1) Bataven en Fransen, Niet: Willem V Bataafse Republiek (7.8). Niet: Willem V 29 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.8 Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) B.8.1 De aspirant-student kan uitleggen waardoor de burgerij (bourgeoisie) steeds meer politieke invloed kreeg. Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van parlementair stelsel, toename van volksinvloed. Behorend bij canonvenster: Koning Willem I en De Grondwet. Ontstaan van politieke partijen en ideologieën (liberalisme, confessionalisme, socialisme, communisme). Nederland: Franse Tijd, Lodewijk Napoleon, Napoleon Bonaparte, maatregelen van Napoleon (burgerlijke stand, decimale stelsel, rechtsgelijkheid), Continentaal Stelsel, 1813 invoering monarchie, Willem I soeverein vorst, democratisering van de samenleving, uitbreiding kiesrecht, parlementaire democratie Grondwet 1848, Thorbecke. Napoleon Bonaparte Napoleon Bonaparte Franse tijd en economische Koning Willem I Franse tijd, continentaal Binnenlandse Politieke • • • • (8.2.1) Burgers, burgerij crisis (8.1.1). (8.1 p. 165) Koninkrijk Holland (8.2.1): Socialisme continentale stelsel, Franse Koning Willem I Napoleon Bonaparte (8.2.1) De Grondwet van 1848 , provincie, familienamen, Thorbecke en maatregelen (wetboek, Thorbecke (8.1, p166) decimale stelsel, Burgerlijk (H8; toetsvragen) burgerlijke stand, metrieke Wetboek, dienstplicht. stelsel). Koninkrijk der Nederlanden Het Koninkrijk der (8.2.3): Koning Willem I Nederlanden, Willem I socialisme. (8.2; p. 171) Een liberale grondwet parlementaire democratie:: 1848, Thorbecke (8.2.3). Nieuwe idealen: socialisme confessionalisme. (8.3.2) Napoleon (8.1.1.); Nederland (8.4): Franse tijd, Willem I (8.1.2) - Koning Willem I Napoleon Bonaparte Grondwet 1848 (8.1.4) - Thorbecke (voorbeeld 2) - continentaal stelsel Willem I, van Napoleon. Grondwet 1848 verzuiling, vakverenigingen. naar politieke partijen Liberalisme, conservatisme, (8.3.1).-liberalen et cetera Verzuiling (8.3.1) B.8.2 De aspirant-student kan uitleggen wat een parlementair stelsel is. • • • ontwikkelingen (8.2): Van politieke stromingen Kiesrecht (8.2.4), liberalisme, socialisme, ontwikkelingen in Ontstaan politieke stromingen, (8.2.2.) De groei van de stelsel, Behorend bij kenmerkend aspect: Ontstaan van parlementair stelsel, toename van volksinvloed. Behorend bij canonvenster: De Grondwet Ministeriële verantwoordelijkheid. Grondrechten (vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst) Democratisch Strijd om gelijke rechten bestuur (8.5): liberalisme, socialisme. Niet: continentaal stelsel 30 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving Het Koninkrijk der Politieke partijen Een liberale grondwet: Parlement (7.5, p155) Grondwet , Staten- Grondwet, Nederlanden (8.2.3): Staten Burgerlijk Wetboek meer invloed burgers. Volksinvloed. Generaal, Eerste en Tweede Kamer, stemrecht. De groei van de 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool Generaal (p. 155 8.1.2); democratie, invloed Tweede Kamer, Grondwet 1848, Provinciale burgers Ministeriële Staten, Tweede Kamer : verantwoordelijkheid invloed burgerij op regering Niet: parlementair (p 159 8.1.4) stelsel (als begrip) (8.2.3) parlementaire democratie Partijvorming. (8.2.4): kiesrecht. Kiesrecht (8.3.2) Niet: parlementair stelsel Politieke partijen Niet: parlementair stelsel (als begrip) (als begrip) Niet: parlementair stelsel (als begrip) B.8.3 De aspirant-student kan kenmerken van de industriële revolutie beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen Behorend bij canonvenster: De eerste spoorlijn. Oorzaken van de industrialisatie, uitvindingen voor spinnen en weven, begin industrialisatie in Groot-Brittannië, ontwikkeling stoommachine, goedkope arbeidskrachten, massaproductie in Fabrieken • Nederland: eerste spoorlijn 1839, late industrialisatie, spoorwegen vervangen trekschuit en postkoets 8.2.5: De stad, het vervoer, Industrialisatie Verbetering van de De stoommachine (8.2): Industriële revolutie (8.2): De industriële revolutie Economische • • • de trein, trekschuit. Industriële revolutie infrastructuur (8.1.2): fabrieken, arbeiders, Fabriek spoorlijnen, bruggen. kinderarbeid. stoommachine in Engeland: spinnerij, ontwikkelingen: stoommachines (8.2). industrie, handel en 8.2.6: Industriële revolutie. Arbeid Kinderarbeid Kinderarbeid Industriële revolutie De Industriële revolutie, Stoommachine) Stoommachines (8.1.3): stoommachines, stoomtrein, infrastructuur, (achtergrond- Stoomtrein Engeland industrialisatie, spoorwegen informatie b (p. 128), verkeer. Spoorwegen massaproductie in (H8; toetsvragen) fabrieken, de eerste spoorlijn (voorbeeld 6. p. 129 31 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool (8.3) B.8.4 De aspirant-student kan de gevolgen van de industriële revolutie voor de werk- en leefomstandigheden van arbeiders toelichten. Behorend bij kenmerkend aspect: Industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen. Behorend bij canonvenster: Verzet tegen kinderarbeid. Sociaaleconomische gevolgen van de industrialisatie: industriële samenleving, einde huisnijverheid, werken in fabrieken, bevolkingsgroei, verstedelijking, trek naar de stad, sociale kwestie (slechte woon- en werkomstandigheden), milieuvervuiling, steenkoolwinning, verbetering in voedselproductie (kunstmest) en medische kennis (hygiëne), aanleg waterleidingen en rioleringen, afbreken stadswallen, technologische ontwikkelingen (elektromotor, gloeilamp, telegraaf, verbrandingsmotor, fotografie), massapers, ontwikkeling moderne kunst). • Nederland: Vincent van Gogh, De Stijl (vanaf 1917) Industriële revolutie, grote Vakvereniging De groei van de steden De industriële revolutie: sociale Technologische De sociale gevolgen van Landbouw: • • • veranderingen: Urbanisatie (8.1.4): industrie, slechte arbeiderswijken (8.2.6). Stoommachines woonomstandigheden, vraagstuk (8.3, p. 173). 8.5: Moderne kunst ontwikkelingen de industriële revolutie: verbeterde productie (stoomlocomotief, arbeidsomstandigheden (8.3). fotografie, etc.) (tabel 8.1). massafabricage, Factory Bevolking en Act (tegen migratie: Arbeider ziektes. Uitvindingen en Fabriek Openbaar vervoer, trams, ontdekkingen (8.2.8). Kinderarbeid gloeilamp, elektriciteit, Sociale kwesties (8.3.3): kinderarbeid), trek naar de stad Expressionisme straatlantaarns. kinderarbeid, sociale vakbonden. (8.2). (8.4). Bevolkingsgroei (p244). De stijl (9.2.2) Niet: Vincent van Gogh wetten, Impressionisme Vincent van Gogh Vincent van Gogh (8.4) (H8; toetsvragen) De Stijl (9.4, p. 119) Arbeid en gezin: Een late industriële kinderarbeid, revolutie (8.3): emancipatie, werken Culturele ontwikkelingen infrastructuur, spoor en in fabrieken (8.4). (8.4): onderwijs, tramlijnen. Verkeer. Stadsbeeld: arbeidersorganisaties. schilderkunst (Vincent van verlichting, reclame, Gogh), literatuur, Culturele auto, verkeerswegen bouwkunst ontwikkelingen in NL (8.3). (8.7): literatuur, schilderkunst (Vincent Onderwijs en van Vogh), architectuur. vrijetijd: ontwikkeling moderne kunst, Vincent van Gogh, 32 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool De Stijl (8.3 p141) B.8.5 De aspirant-student kan verbanden leggen tussen de industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen. • Behorend bij kenmerkend aspect: Industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen. • Behorend bij canonvenster: Verzet tegen kinderarbeid en Aletta Jacobs. • Ontstaan arbeidersbeweging (vakverenigingen), vrije tijd: (sport)verenigingen, verzet tegen kinderarbeid, vrouwenemancipatie. • Nederland: sociale wetten: arbeidstijden, Kinderwetje van Van Houten (1874), Leerplichtwet (1901), Aletta Jacobs Aletta Jacobs en de Kinderarbeid Positie van vrouwen en Verzet tegen kinderarbeid: Vrouwenkiesrecht (Aletta Strijd om gelijke rechten Arbeid en gezin: vrouwenemancipatie kinderen (8.2.4): Aletta Kinderwetje van Van Houten (8.2, (8.5): liberalisme, verzet tegen (8.2.4). Jacobs, kinderarbeid, wet p. 170) socialisme, feminisme, kinderarbeid nationalisme (voorbeeld 3 p. 139) Sociale kwesties (8.3.3): van Van Houten 1874. Onderwijs: leerplichtwet. De Kritiek Jacobs) (8.3.2, figuur 8.11). Vakvereniging (8.2, p. 171) De Kinderwet van Van Houten (8.2.6, p. 245). Niet: leerplichtwet Niet: leerplichtwet kinderarbeid, sociale aandacht voor wetten, Nederlandse vrouwenrechten. arbeidersorganisaties. ontwikkelingen (8.6): Aletta Jacobs Culturele ontwikkelingen democratie, (voorbeeld 12). (8.4) (8.4): onderwijs, infrastructuur en schilderkunst onderwijs, schoolstrijd, Onderwijs en Verwijzing naar socialisme, liberalisme, vrijetijd: leerplicht, leerplichtwet (p. 180, verzuiling. verenigingen (8.4). Industriële revolutie: Modern Imperialisme Max Havelaar, behoefte aan grondstoffen (8.8). Multatuli (8.2), H9.1.3 binnenlandse politiek tijdens Eerste Wereldoorlog) B.8.6 De aspirant-student kan de relatie beschrijven tussen modern imperialisme en nationalisme. • Behorend bij kenmerkend aspect: Modern imperialisme. • Behorend bij canonvenster: Max Havelaar. • Toename van nationalisme, uitbreiding koloniën, afschaffing slavernij. • Nederland: afschaffing slavernij (1863), Multatuli Afschaffing slavenhandel en Imperialisme Afschaffing slavernij slavernij (p. 247). Nationalisme Suriname 8.4: Imperialisme, kolonialisme. 33 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving Kolonialisme Multatuli, Max Havelaar Max Havelaar (p.175) leidt tot Modern (8.1.5, p. 91, 92) Imperialisme (p. 162). Afschaffing slavernij (8.3.4, 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool voorbeeld 4. Nederlands Indië (8.9): Max Havelaar, Afschaffing slavernij Multatuli. p. 127, voorbeeld 7. p. 168). Koloniën: kaart 2 (p. Multatuli, Max Havelaar 144) (8.3.4, p. 167) B.8.7 De aspirant-student kan uitleggen waarom grondstoffen en afzetmarkten belangrijke aspecten van het modern imperialisme waren. • • • • Behorend bij kenmerkend aspect: Modern imperialisme. Behorend bij canonvenster: Max Havelaar. Veroveringen in Nederlands-Indië, exploitatie van grondstoffen. Nederland: Cultuurstelsel in Nederlands-Indië Indië (8.2.7): Indië Nederlands Indië en Modern imperialisme (8.2, Modern imperialisme Max Havelaar, Cultuurstelsel. Kolonialisme Suriname, Max Havelaar p. 162) (8.8) Multatuli (8.2 p. 126) Imperialisme (8.1.5); Cultuurstelsel Multatuli, Max Havelaar Max Havelaar, Einde cultuurstelsel (8.3.4) Multatuli. Niet: modern Cultuurstelsel (8.9) imperialisme als Niet: modern imperialisme als begrip Niet: modern imperialisme als begrip begrip 34 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.9 Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) B.9.1 De aspirant-student kan sociale, economische en politieke gevolgen van de wereldcrisis van de jaren 30 van de vorige eeuw beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Economische wereldcrisis. Behorend bij canonvenster: De Eerste Wereldoorlog en De crisisjaren. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Militarisme, nationalisme, kolonialisme, industrialisatie, moderne (wapen)technieken, wapenwedloop, vijandbeelden, moord op kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije in Sarajevo (1914.)Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Turkse Rijk. Geallieerden: Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland (tot 1917, uitbreken Russische communistische Revolutie) en de Verenigde Staten (vanaf 1917, duikbotenoorlog), aanvalsplan Duitsland, loopgravenoorlog in Noord-Frankrijk en België, ‘moderne’ wapens, veel slachtoffers (vooral soldaten), totale oorlog, gevolgen voor het dagelijks leven, wapenstilstand (1918) • Nederland: neutraliteit, mobilisatie, handelsbelemmeringen, schaarste aan goederen, distributiesysteem met bonkaarten, opvang Belgische vluchtelingen, invoering voor algemeen kiesrecht mannen (1917) en vrouwen (1919) • Het Interbellum (1918-1939) Vrede van Versailles (1919) (strafbepalingen voor Duitsland, herstelbetalingen, gebiedsafstand, demilitarisatie), ontstaan van nieuwe staten, Volkenbond, beurskrach op Wall Street (1929), wereldwijde economische crisis. Technologische ontwikkelingen (waterleiding, riolering, gas en elektriciteit, kolenkachels, auto, opende band, vliegtuigen, radiouitzendingen) • Nederland: Colijn, werkloosheid, stempelen, werkverschaffingsprojecten De eerste wereldoorlog Eerste Wereldoorlog Crisistijd (9.1.3) 9.1 Eerste Wereldoorlog, 9.1 Eerste Wereldoorlog: Eerste Wereldoorlog Politieke • • • (9.2.1): Nederland Loopgraven 9.1.2 Het verloop van de loopgraven, Verdrag van (9.1). Nederland ontwikkelingen (9.2)- onpartijdig, problematische Russische revolutie Eerste Wereldoorlog, oorlog: loopgraven, Russische Versailles (9.1.1), neutraal, neutraal, waarom De Eerste economie, toevallige Economische crisis nieuwe militaire revolutie. Belgische vluchtelingen, oorlog, Wereldoorlog. emancipatie, de vrede en Neutraliteit uitvindingen, Verdrag gevolgen voor de handel, loopgravenoorlog. Loopgraven. de gevolgen. Verdrag van Versailles Versailles (9.2.1). 9.1.3 Na de oorlog: algemeen distributie (9.1.2), algemeen (H9 toetsvragen) Nederland neutraal, kiesrecht, Verdrag van kiesrecht, sociale wetgeving Het Interbellum: De crisisjaren (p149). Bruisende jaren 20, Belgische vluchtelingen Versailles (9.1.3). Duitsland na de Eerste economische ontwikkeling (9.2.2) 9.2 De Crisis van 1929 9.2 Het interbellum: Oorzaken (9.2.1) Zuiderzeewerken, vervoer, en de economische wereldcrisis (9.2.2): de Films, radio, foto’s, nieuwe beurskrach. De crisisjaren in materialen, elektrische Nederland, werkloos. apparaten (9.4) Niet: technologische Wereldoorlog (9.3); Economische Vrede van Versailles. culturele ontwikkelingen (9.3): luchtvaart, socialisten, Colijn, Economische welvaart techniek en 9.2.3 Nederland en de crisis; economische crisis, wereldcrisis en het milieu, autoverkeer, werkloosheid. werkloosheid, stempelen, nationaal socialisme luchtvaart, radio. Colijn. opkomst fascisme, mobilisatie (9.4): ontstaan van de Niet: technologische Niet: technologische ontwikkelingen ontwikkelingen ontwikkelingen crisis. Wallstreet, Beurskrach 35 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Nederland tussen twee 7. Geschiedenis voor de basisschool wereldoorlogen (9.5): Verzuiling, Colijn Niet: technologische ontwikkelingen B.9.2 De aspirant-student kan kenmerken van het nationaalsocialisme beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Racistisch en totalitair karakter van het nationaalsocialisme. Behorend bij canonvenster: De Tweede Wereldoorlog en Anne Frank. In Duitsland onvrede over armoede, werkloosheid en de bepalingen van het Verdrag van Versailles (wens tot revanche, meer grondgebied, herbewapening), opkomst nationaalsocialisme, Hitler, NSDAP, kenmerken van nationaalsocialisme in relatie tot het fascisme in Italië, (Führerprincipe, Lebensraum, antisemitisme, rassenleer), machtsovername van Hitler (1933), afschaffing parlementaire democratie, dictatuur, terreur, totalitaire staat (gelijkschakeling, censuur, propaganda, indoctrinatie), rassenwetten, discriminerende maatregelen, concentratiekampen herbewapening, • Nederland: opkomst NSB, Mussert Ontevredenheid, totalitaire Hitler 9.3: Totalitaire systemen, (9.3.3)opkomst fascisme, Opkomst fascisme, NSB (9.2) Economische De Tweede • • • staat, nationaalsocialisme, NSB het geloof in een leider, Hitler, Führerprinzip Ariërmaatregelen, wereldcrisis en het nat. Wereldoorlog; Mussolini, NSB, Mussert Lebensraum Hitler en het nationaal concentratiekamp, NSDAP concentratiekampen, (9.3.5) socialisme (9.4): Hitler nationaalsocialisme, (9.2.3) Antisemitisme socialisme, afschaffing en NSDAP; opvattingen NSDAP (p149) (H9; toetsvragen) parlementaire democratie, nat. socialisme, afschaffing NSDAP, Führer, fascisme, totalitaire democratie , rassenleer(9.3.2) staat. concentratiekampen (9.2) B.9.3 De aspirant-student kan de Jodenvervolging beschrijven. • Behorend bij kenmerkend aspect: Duitse bezetting en Jodenvervolging. • Behorend bij canonvenster: De Tweede Wereldoorlog en Anne Frank. • Holocaust (vernietigingskampen, massamoorden). • Nederland: Jodenvervolging, Februaristaking, deportaties (via doorgangskamp Westerbork. naar vernietigingskampen zoals Auschwitz), Anne Frank (9.2.3) De Jodenvervolging Concentratiekampen Tweede Wereldoorlog Nederland in de Tweede Ariërmaatregelen: isolering van Rassentheorie (p. 158) (9.2) Bezetting in (p.275), Mauthausen, Nederland: Anne Frank (9.2.3); in Nederland Wereldoorlog: Joden, Anne Frank, kamp Jodenvervolging (p. 36 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving Februaristaking (p. 276) Antisemitisme (9.2.5): Onderduiken, Jodenster, Westerbork, Holocaust (9.3.5). Westerbork (p. 276, 283) Jodenvervolging - Duitse bezetting doorgangskamp, deportaties, Holocaust - Jodenvervolging Anne Frank (9.3.4) Anne Frank (p. 154, Holocaust (9.4) 155) (H9; toetsvragen) 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 159) 7. Geschiedenis voor de basisschool discriminerende (9.4) maatregelen Joden , B.9.4 De aspirant-student kan Europa en Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog beschrijven en voorbeelden van collaboratie, verzet en aanpassing van de Nederlandse bevolking noemen. Behorend bij kenmerkend aspect: Duitse bezetting en Jodenvervolging. Behorend bij canonvenster: De Tweede Wereldoorlog en Anne Frank. Tweede Wereldoorlog (1939-1945). Inval van Duitsland in Polen, Blitzkrieg, Duitsland verovert grotendeels West-Europa, Groot-Brittannië houdt stand, Duitse aanval op de Sovjetunie, oorlog in Azië: Japanse aanval op Pearl Harbor, Slag bij Stalingrad, D-Day, tweefronten oorlog, ‘moderne’ wapens, totale oorlog, veel slachtoffers (veel meer burgerslachtoffers dan in Eerste Wereldoorlog), bombardementen op steden, Duitse overgave (mei 1945), Japanse overgave na atoombommen op Hiroshima en Nagasaki (aug.1945). • Nederland: Duitse inval (10 mei 1940), bombardement op Rotterdam, capitulatie, bezetting, Nederlandse regering en koningshuis in ballingschap, collaboratie, aanpassing en verzet, propaganda, censuur, gedwongen tewerkstelling, razzia’s, koningin Wilhelmina, radio Oranje, radio’s inleveren, verduisteren, onderduiken, persoonsbewijzen, distributiesysteem met bonkaarten, zuiden bevrijd, slag bij Arnhem, hongerwinter, voedseldropping, bevrijding (5 mei 1945), jaarlijkse herdenkingen (4 mei dodenherdenking, 5 mei Dag van de vrijheid) De Tweede Wereldoorlog Hongerwinter Tweede Wereldoorlog 9.3.4. Nederland in de 9.3 De Tweede Wereldoorlog: De Tweede 9.2: Tweede • • • (9.2.3). Bezetter (9.2.3); in Nederland Tweede Wereldoorlog: aanval Polen, inval Duitsland, Wereldoorlog (9.6): Wereldoorlog. Nederland: Duitse inval 10 Verzet (9.2.5): De inval, de bezetter, het D-Day, atoombommen aanloop, eerste fase, Bezetting in mei. 5 dagen oorlog, Bevrijding - Duitse bezetting verzet Nagasaki (9.3.1.). uitbreiding, Nederland. Jodenvervolging, Razzia’s wereldoorlog. Bezetting in Ned. - Jodenvervolging Nederland neutraal, deportatie, Mauthausen - NSB bombardement Rotterdam (kamp), onderduikers, hulp - verzet (9.3.2). Nederland tijdens aan Joden, het verzet, - dagelijks leven Collaboratie, verzet (9.3.4). Tweede Wereldoorlog Kaart 1 Tweede WO isolement. - hongerwinter Regering in Londen, radiorede (9.7): verzet (razzia’s. Europa (p. 160). Verloop van de oorlog: - slag bij Arnhem Wilhelmina (9.3.6). Anne Frank,), laatste Kaart 2 Tweede WO Blitzkrieg. NL: hongerwinter - dodenherdenking Japan en Nederlands Indië oorlogsmaanden (Slag ZO Azië (p. 161). en bevrijding. - bevrijdingsfeest (9.3.6, 9.3.7). om Arnhem, brug bij Zuiden, hongerwinter, Nijmegen) Indonesië, koloniën, Kaart: figuur 9.5 (p. 108) onafhankelijkheid (9.2.4). veroverde gebieden. capitulatie (9.3.8). Indië. 37 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis Kaart. Figuur 9.6 (p. 109) Tweede Wereldoorlog 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool 38 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool B.10 Tijd van tv en computer (1950-heden) B.10.1 De aspirant-student kan uitleggen welke rol nationale bewegingen in de Nederlandse koloniën speelden bij het verkrijgen van onafhankelijkheid. • • • Behorend bij kenmerkend aspect: Nationalistische bewegingen in koloniën, streven naar onafhankelijkheid Behorend bij canonvenster: Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen. Japanse bezetting, kampen, onafhankelijkheidsbeweging, politionele acties, onafhankelijkheid Indonesië (1945-1949), onafhankelijkheid Suriname (1975) Koloniale erfenis: Indonesië onafhankelijk: Indië, dekolonisatie, 10.1: Suriname 10.2: Nederland politiek: 10.1 Politieke Nederland in de Caraïben Geen toetsvragen (Japanse bezetting, Japanse bezetting (9.5) onafhankelijk , Indonesische ontwikkelingen: (10.2.5): politionele acties, Nederlandse Antillen, onafhankelijkheid, West dekolonisatie van Onafhankelijkheid onafhankelijkheid) Aruba (10.1.2) Indië Nederlands Indië naar Suriname (p.311). (10.1.2). Japanse bezetting, kampen Niet: Japanse bezetting, (NL militairen naar Ned. Niet: Japanse bezetting, Suriname onafhankelijk: (p (zie H9), politionele acties kampen, politionele acties Indië 1947, politionele kampen, politionele acties 130, 10.1.8). zie Tijd van Nederlandse Antillen, acties: (achtergrondinfo wereldoorlogen en Suriname (p. 167)) Indonesië. Niet: Nederlandse Antillen Holocaust: H9.3.7 (p. 192) en H9.4 (p. 10.3: Suriname en de 195-196 Indië) Nederlandse Antillen, onafhankelijkheid Suriname. B.10.2 De aspirant-student kan de spanningen tussen de Sovjetunie en de VS ten tijde van de Koude Oorlog beschrijven. • • Behorend bij kenmerkend aspect: Blokvorming tussen Oost en West, Koude Oorlog. Koude Oorlog, invloedssferen, satellietstaten, IJzeren Gordijn, containment, blokkade Berlijn, stichting BRD en DDR, oprichting NAVO en Warschaupact, ideologische tegenstelling (enerzijds kapitalisme en democratie, anderzijds communisme en dictatuur), Stalin, kernwapens als afschrikking, Kennedy en Chroesjtsjov, bouw Berlijnse Muur (1961), Cubacrisis, wapenwedloop, glasnost en perestrojka, val van de Berlijnse Muur, ineenstorting Oostblok, Reagan en Gorbatsjov, Verenigde Naties, Veiligheidsraad (samenstelling, vetorecht Het begin van de Koude Koude Oorlog De Koude Oorlog: (NAVO, 10.1 Koude Oorlog, BRD, 10.1: Koude Oorlog, 10.3: De Koude Oorlog: 10.1 Politieke Oorlog Marshallplan, Berlijnse Muur DDR, Berlijnse muur, DDR, Rusland en Amerika, NAVO, Korea Oorlog, NAVO, Verenigde Naties, ontwikkelingen: de Koude Berlijnse blokkade, Oostblok Gorbatsjov, Reagan) Berlijnse Muur, Vietnam einde Koude oorlog, Marshallplan, Koude Oorlog (Cubacrisis), West- 39 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 4. Onvoorspelbaar verleden IJzeren Gordijn 3. Basiskennis geschiedenis (10.2.1). 5. Geschiedenis & Samenleving vredesoperaties, IJzeren 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis Oorlog, Berlijn (muur, 7. Geschiedenis voor de basisschool en Oost-Duitsland (bouw Cubacrisis, Amerikaanse interventie in Kernwapens Verenigde Naties (10.2.2). 10.3 Het wonderjaar 1989 gordijn, Warschaupact, bouw en val). muur Berlijn), uiteenvallen Vietnam (10.2.4). Verenigde naties (p. 239): val van de (10.1.3). Wapenwedloop Sovjetunie (val van de NAVO Ontspanning en afloop: (H 10 toetsvragen) Gorbatsjov, perestrojka, (Cubacrisis, Reagan, muur), Verenigde Naties Niet: IJzeren gordijn, Berlijnse Muur, Gorbatjsov, perestrojka, Veiligheidsraad, vetorecht Gorbatsjov), einde Koude (vetorecht), samenwerking Kennedy, Stalin, Cubacrisis, Glasnost, (Zie H9.4 Wederopbouw Oorlog (uiteenvallen in de Europese Unie (de en dekolonisatie (p. 194) Sovjetunie, perestrojka, euro) glasnost, val Berlijnse Niet: Kennedy, Stalin, Warschaupact, muur, uiteenvallen Kennedy, Cubacrisis, perestrojka, glasnost, Sovjetunie. (p.307) Warschaupact, vetorecht, vetorecht glasnost). Niet: Stalin, Kennedy, Warschaupact, Chroestjsov, Niet: Kennedy, Stalin, veiligheidsraad, Reagan, Cubacrisis, Chroestjsov, Niet: Warschaupact, Gorbatsjov, perestrojka, Gorbatsjov, perestrojka, Reagan, Gorbatsjov, Kennedy, Stalin, vetorecht, glasnost glasnost perestrojka, glasnost B.10.3 De aspirant-student kan de economische en sociaal-culturele veranderingen en de toenemende pluriformiteit vanaf de jaren ’60 in Nederland beschrijven. Behorend bij kenmerkend aspect: Sociaal-culturele veranderingen en toenemende pluriformiteit vanaf jaren '60 Behorend bij canonvenster: De televisie, Annie M.G. Schmidt en Veelkleurig Nederland Economische veranderingen: Marshallplan, Wederopbouw, EGKS, (E)EG, economische groei en welvaartsstijging, consumptiemaatschappij, opbouw verzorgingsstaat (AOW), oliecrisis, veranderingen in het gezin, werkloosheid in jaren tachtig, EU, invoering Euro • Sociaal-culturele veranderingen en toenemende pluriformiteit vanaf de jaren zestig: amerikanisering, gastarbeid(ers), migranten (uit voormalige Nederlandse koloniën: Molukkers, Surinamers), jongerencultuur, ontkerkelijking, ontzuiling, feminisme, kritiek op gezagsdragers, meer vrije tijd (sport, recreatie, vrijwilligerswerk), Annie M.G. Schmidt. • Technologische ontwikkelingen (autoverkeer, straalvliegtuigen, scheepvaart, ruimtevaart, televisie, computers, kernenergie, aardgas) Slochteren, overstroming 1953, Deltawerken, milieuvervuiling, milieuwetten 10.2.1: Industrialisatie, Marshallhulp 10.1: Van wederopbouw 10.2: De televisie, jaren 10.1 Politieke 10.1 Wederopbouw 10.2: • • • verstedelijking, Watersnoodramp tot welvaartstaat: ‘50, welvaart, ontwikkelingen: Nederland; watersnood, (vrijwilligers)organisaties, ontkerkelijking en Welvaart Wederopbouw jeugdcultuur, verzorgingsstaat, Willem welvaart, sociale vakbonden, jeugdcultuur: Ontzuiling (Marshallplan) (10.1.1). amerikanisering, Drees, maatschappelijke wetgeving, televisie, sportverenigingen (p. 170) Groei economie, Willem Drees Watersnoodramp (10.1.3). discussiepunten (milieu, gastarbeiders, de woningnood, Willem Verzorgingsstaat Europese Welvaartsstaat (groei 10.2.2: jaren ‘60, kernenergie, politieke protestgeneratie, 10.3: Economische en Drees, AOW, luxe, Gemeenschap economie, autobezit, individualisme, klimaat (werkloosheid, cultuuromslag. culturele ontwikkelingen: welvaart. Europese Unie wegen, toerisme, globalisering, derde migranten/asielbeleid) Auto, verkeer, scheepvaart 40 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets Euro 3. Basiskennis geschiedenis uitkeringen, Slochteren 4. Onvoorspelbaar verleden wereld. 5. Geschiedenis & Samenleving (10.1.1) 10.3 Computer, jaren ‘70, Europese samenwerking: EGKS, EEG, EU. 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 10.2 Nederland politiek: 7. Geschiedenis voor de basisschool en luchtvaart. 10.2.2 Culturele Emancipatie gasbel) (10.1.4). ontworteling (ontzuiling, Milieuvervuiling Ontzuiling en polarisatie Ruimtevaart, protest, jeugdcultuur. Kernenergie Televisie (10.1.6). ’80, ’90. 10.2.3: Immigranten en Milieubeweging Andere tijden: Computer, internet, geloofsvluchtelingen: Televisie jongerencultuur, Amerika, ruimtevaart, economische 10.2: sociaaleconomische Gastarbeiders. Amerikanisering kritiek op gezag, groei. ontwikkelingen: 10.4: Nederland sociaal- Gasbel, boringen Multiculturele vrouwenbeweging, Dolle Milieuvervuiling, Opkomst welvaartsstaat, economisch en politiek na Strijd tegen het water: telecommunicatie 10.3: EGKS, NAVO, (computer en internet) , Marshallplan en kernenergie zijn opgekomen. Nederland en Europa samenleving mina, Annie M.G. Schmidt milieubeweging. Marshallhulp, 1973: watersnoodramp 1953, (EGKS, EEG, EU, euro) Jeugdcultuur (10.1.7). Emancipatie, kernenergie. watersnoodramp 1953, Consumptiemaatschappij, dijkverzwaringen. (10.2.4, p. 308,309) Computer Veelkleurige samenleving: Deltawerken. (10.2.1) verzorgingsstaat zinkend. Toename productie en Internet emigranten en 10.4 Europa, EGKS, EU, Paarse kabinetten: consumptie. Protest tegen immigranten, komst euro Industrie (technologische Economische groei, milieuvervuiling. ontwikkelingen: auto, opkomst ICT, internet. (H10 toetsvragen) Surinamers, asielzoekers (10.1.8). 10.5 Democratie: vliegtuigen, radio’s Verzorgingsstaat, kunstzijde, chemische 10.3: Gezin en wonen 10. 5 Europese Unie Sociale voorzieningen, Europa (EGKS, EEG, EU, producten), oliecrisis. Willem Drees, AOW. euro) (10.2.3). (10.2.1) Intrede van de televisie, computer, meer auto’s. Ander religieus landschap: Verzorgingsstaat, Willem Meer vrouwen werken. ontkerkelijking, ontzuiling, Drees (10.2.2.) Kinderopvang. Veranderende (niet de term: samenleving: provo, verzorgingsstaat) nieuwe stromingen (10.3). anticonceptie, immigranten, Levensstijl en vrije tijd: multiculturele Amerikaanse levensstijl, samenleving, jeugdculturen, toename vrouwenemancipatie/femi sport en recreatie, nisme/Dolle mina (10.2.3) vakantie, vrijwilligerswerk. 41 1. Geschiedenis geven 2. Pabotoets 3. Basiskennis geschiedenis 4. Onvoorspelbaar verleden 5. Geschiedenis & Samenleving 6. Van huis uit. Compacte geschiedenis 7. Geschiedenis voor de basisschool Ontkerkelijking, reclame. Grenzen aan de groei: Gasbel Slochteren, milieu Migratie en multi- (10.2.4). culturaliteit: veelkleurig Nederland, Antillianen, 10.3: Culturele Surinamers. ontwikkelingen: Geestelijke stromingen De televisie, Annie MG (christelijk, joods, islam, Schmidt (10.3.1) hindoe. Multiculturele samenleving, moslims (10.3.4) Niet: invoering Euro, alleen afbeelding fig 10.10