Hindoeïsme Hoofdstuk 1

advertisement
Hindoeïsme
Hoofdstuk 1
Je kunt de begrippen Hindostaan, Hindoestaan en Hindoe bespreken.
Hindostaan: Mensen uit Hindostan of Surinamers die afstammen van de Brits-Indische immigranten.
Dit is een etnisch en geen religieus begrip.
Hindoestaan: Zie Hindostaan. Wordt ook gebruikt al synoniem voor hindoe. Komt ook van de rivier
de Indus. ER is een verbinding met het land India.
Hindoe: Aanhanger van het hindoeïsme. Afgeleid van de naam ‘shindoe’, een andere naam voor de
rivier de Indus.
Je kunt de hoofdlijnen van de godsleer de mensvisie en de verlossingsleer van het hindoeïsme
weergeven. Aan de hand van besproken begrippen.
Godsleer: Brahma: Personificatie van Brahman (schepper). Het is geen persoon, maar een
oerbeginsel, energie en abstractie.
Vishnu: Scheppergod die wil verlossen van het kwaad. Hij heeft 10 verschillende incarnaties. Hij
wordt vaak afgebeeld met 4 armen met een trompetschelp en een lotusbloem op een adelaar.
Shiva: De god van het ritme (ontstaan tot en met vergaan). Hij heeft 2 gezichten en heeft 8 armen.
Hij wordt afgebeeld met een cobra en een drietand en hij rijdt op een stier.
Transcendent: Verheven, ontstegen aan anders.
Immanent: Opgaan in, een met. Monisme (alles is ertoe herleidbaar)
Brahman: De kosmische energie, de onpersoonlijke goddelijke kracht,
ohm.
Mensvisie: Kastenstelsel: Brahmanen, strijders/soldaten,
handelaren/boeren, dienaren/slaven, paria.
Ghandi: Hij heeft het kastenstelsel afgeschat in India.
Verlossingsleer: Samsara: Eindeloze kringloop van geboorten (geloof van
de reïncarnatie)
Dharma: Kasteregels van je eigen kaste. Je moet je aan deze regels
houden om in een volgend ‘level’ te komen.
Karma: (moet 0 zijn) rekening van verlies en winst met betrekking tot
de dharma. Als je je niet aan de dharma houdt, dan gaat dat van je
‘punten’ af.
Moksha: verlost van het samsara
Atman (je goddelijke kern) wordt een met het brahman.
(eigenlijk wordt je niets meer, je bent vrij van reïncarnatie. Je bent vrij van deze wereld.)
De drie belangrijkste verlossingswegen:
Jnana-marga (kennisweg): d.m.v. meditatie en studie krijg je inzicht in samsara. Je probeert je
atman te ontdekken en wakker te roepen.
Karma-marga (werkenweg): door je te houden aan de dharma, een goed karma op te bouwen en
omhoog reïncarneren.
Bhakti-marga (weg van de overgave): mystieke verering van de goden, de dagelijkse verzorging van
het beeld van de god.
Je kunt een paar voorbeelden geven van hindoeïstische rituelen en feesten. Je vertelt iets van
de functie die de rituelen en feesten hebben en welke beleving de hindoe erbij heeft.
Pandit: Hindoepriester
Mandir: Hindoetempel
Puja: Huisgodsdienstoefening
Ganeshafeest: Feest voor de god met het olifantenhoofd. Tijdens dit feest, dat 10 dagen
duurt, word olifantengod Ganesha aanbeden. Bij het einde van het feest worden de afbeeldingen in
optocht naar het dichtstbijzijnde water gebracht en men gooit deze in het water, want dat brengt
geluk.
Je kunt de bronnen van het hindoeïsme, de veda’s, upanisaden, ramayana, mahabharata en
bagavad-gita benoemen en je kunt aangeven wat ze beschrijven.
Veda’s: (Kennis) Ontstaan tussen 1500 en 1000 v. Chr. Staat in wat nodig was voor de religieuze
plechtigheden: prijsliederen aan de goden (Rigveda), rituele gezangteksten (Samaveda),
offerspreuken (Yajoerveda) en magische formules (Atharvaveda).
Upanisaden: (Zitten aan de voeten van de meester) Ontstaan tussen 600 en 300 v. Chr. Beschrijft
een andere weg naar verlossing dan de Veda’s. Niet offers maar eenwording van atman en brahman.
Ramayana: Lang gedicht over de levensloop van Rama, zoon van koning Dasaratha. In 24.000
strofen wordt verteld over de liefde en trouw tussen prins rama en zijn echtgenote Sita (dochter
van Koning Janaka). Als Dasaratha Rama als opvolger aanwijst, wil één van zijn vrouwen dat niet,
ze wil dat haar eigen zoon op de troon komt. Met een list krijgt ze voor elkaar dat Rama en Sita
worden verbannen naar een afgelegen plaats. Sita wordt ontvoerd door een demonenkoning. Met
hulp van de aapgod Hanoeman ziet Rama kans om zijn Sita te bevrijden.
Mahabharata: (Nakomelingen van Bharata) Gaat over de strijd tussen de Pandava’s (5 zonen van
koning Pandu) en de Kaurava’s (100 zonen van de blinde koning) om de troon van Hastinapura. De
avatara van Vishnu, Sri Krishna, voegt zich bij de Pandava’s samen met genraal Arjuna.
Bagavad-gita: (Lied van de Heer) Onderdeel van de Mahabharata. Gaat over het gesprek dat plaats
vindt voor de strijd uit de Mahabharata. Vooral over het vinden van god en het juiste handelen.
Je kunt beschrijven wat dr. Kranenborg verstaat onder ‘transcendente werkelijkheid’ en onder
‘mens en materie’ als grondgedachten van het hindoeïsme.
Transcendente/bovennatuurlijke werkelijkheid: Dat dit er is, is een vast gegeven. Over hoe het
eruit ziet, zijn 2 visies. Het is een onpersoonlijke macht of kracht / het is persoonlijk en kan ‘God’
genoemd worden. Vaak wordt geprobeerd ze te combineren. In het onpersoonlijke komt het erop
neer dat het niet meer een polytheïstische godsdienst is, want in de aanbidding van de vele goden
wordt in feite het Ene gezocht (Brahman). Bij het persoonlijke is het Brahman een aspect van de
godheid.
Mens en materie: Emanatie: het goddelijke wordt steeds minder goddelijk, en komt steeds dichter
bij materie, het uiteinde van de goddelijke uitstroom is de harde materie, zoals stenen en rotsen.
Hier tegenover staat schepping.
Je kunt de verschillen tussen hindoeïsme en christelijk geloof bespreken met betrekking tot de
godsleer, de mens- en maatschappijvisie en verlossing.
Zie schema
Reïncarnatie, vegetarisme en yoga
Hoofdstuk 2
Je kunt uitleggen waarom Hare Krishna vindt dat je vegetarisch moet leven
Hare Krisjna vindt dat je ook als christen vegetarisch moet eten. Hij heeft hier verschillende
Bijbelteksten bij:
- “Ik geef de mens al het zaaddragende gewas op de hele aarde: dat zal u tot voedsel dienen”
Later heeft God ook de dieren aan mensen gegeven als voedsel
- In het paradijs waren alle dieren herbivoor: “aan alle wilde dieren geef ik planten tot voedsel”
Mensen zijn geen dieren
- “Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten”
Maar wel ander vlees, waar geen bloed in zit
- “Ik ben zat de offers van rammen…”
Uit de context gehaald: God is niet blij met mensen die wel rammen offeren, maar hun
hart niet openstellen voor God
- “Hij die een rund doodt is als doodde hij een mens”
Anders vertaald: “Hij die een rund doodt én een mens doodt…”
- Daniël weigerde vlees te eten
- Dat wat uit het Grieks vertaald is met ‘vlees’ betekent eigenlijk gewoon ‘voedsel’ of ‘eten’
- Het Griekse woord voor ‘vlees’ wordt nooit met Jezus in verband gebracht
Jezus at vis of gaf vis te eten
- Jezus zal “boter en honing eten”
Boter en honing waren de lekkerste dingen om te eten: overvloedig
- De bijbel leert nadrukkelijk “u zult niet doden”
Je kunt hun beroep op de bijbel weergeven en beoordelen.
Gen 1;29-30: zaaddragende en in het paradijs waren alle dieren vegetariër (leeuw naast het
lam)
Gen. 9;4 ‘alleen het vlees, waarin de ziel nog woont, die het bloed is moogt ge niet eten.
Jes. 66:3 ‘hij die een rund dood is als doodde hij een mens
Daniël weigert vlees te eten dat de bewakers hem voorhielden
Dat uit het grieks wordt vertaald met vlees kan ook met voedsel of eten worden vertaald
Het griekse woord kreaas (vlees) wordt nooit met Jezus in verband gebracht
Jezus is de IMmanuel (Jes:7 Boten en honing zal hij eten)
De Bijbel leert nadrukkelijk gij zult niet doden.’
Ze geven argumenten uit de bijbel die voor vegetarisme is. Ze geven alleen geen Bijbeltekst dat
tegen is, ze geven vertekend beeld. De bijbel verbiedt vegetarisme niet:
Gen. 3 God geeft kleding van dierenvellen.
Offerwetgeving
Paaslam gegeten
Discipelen waren vissers
Hand 10: laken met reine en onreine dieren
Hand 15: geen vlees met bloed
Rentmeesterschap gebiedt wel zorg.
Je kunt uitleggen wat er onder yoga wordt verstaan.
Yoga is een manier om een verbinding te vinden tussen de geest (het denken) en het lichaam (het
doen). Het doel van yoga is, dat mensen zichzelf leren kennen, evenwichtiger en rustiger worden.
Soorten yoga:
- Hatha yoga: doel is bewuster worden van het lichaam en signalen eerder opmerken;
- Karma (doen): een praktische vorm van yoga. Hier wordt geleerd belangeloos te handelen. Door
bewustzijn van dagelijkse handelingen moet er evenwicht en totale rust worden bereikt. (Ook
ademhalingsoefeningen/spieraantrekkingsoefeningen)
- Jnana (denken): vooral gericht op het verkrijgen van innerlijke kennis; er worden geen
lichamelijke oefeningen bij gedaan.
- Bhakti (toewijding): eigen bewustzijn totaal loslaten. Je moet je hele leefwijze erop aanpassen.
Je kunt uit de Bhagavad-gita aangeven wat het doel van yoga is en hoe dat bereikt kan worden.
Doel van yoga: eenwording; afstand doen van wat er om je heen is. Yoga dient ter zuivering van
het hart en ter verdrijving van het verdriet.
Bereiken door: onophoudelijk je geest trachten te richten; in afzondering leven, volkomen alleen,
vrij van begeerte en bezittingen. Op een bepaalde manier gaan zitten; geest concentreren.
Je kunt Je kunt je mening over yoga onderbouwd met argumenten weergeven.
Voor yoga:
Yoga is algemeen begrip geworden, je moet dan wel goed onderscheid maken tussen de
verschillende vormen
Zwak van geloof: als je je misschien inlaat met yoga, wordt je vlees misschien besmet dus
beter doe je het niet
Tegen:
Yoga komt voort uit de traditie van de hindoe’s
Yoga is eenwording van atman met brahman, je probeert goddelijk te worden, in ons geloof is
daar geen sprake van.
Alternatief voor yoga: stille tijd of de rustdag: waarom dan yoga?
Je kunt aan de hand van het verhaal Shanti Devi uitleggen wat reïncarnatie in het hindoeïsme
betekent.
Reïncarnatie betekent dat je na dit leven weer terugkomt, en dan hoger of een lagere kaste.
Totdat je zovaak bent gereïncarneerd dat je atman loskomt van je lichaam om er niet meer te zijn.
Je kunt uitleggen waarom de leer van de reïncarnatie past in de oosterse godsdiensten.
Door reïncarnatie kun je uiteindelijk komen tot je doel: de Moksja. De aard van de reïncarnatie (naar
boven/beneden) wordt grotendeels bepaald door het karma dat men zelf opgebouwd heeft.
Je
-
kunt met vijf argumenten duidelijk maken dat reïncarnatie in strijd is met de bijbel.
Mens is een twee-eenheid
Verschil mens en dier (gen. 1)
Hebr 9:27: Het is de mens gezegd éénmaal te sterven en daar na het oordeel
Mensen worden op de jongste dag steeds berecht op hun eenmalige unieke leven
Dood is de doorgang tot het eeuwige leven
Ziel en lichaam worden straks herenigd
Het is een alternatieve zelfverlossingsleer
Je kunt de bezwaren van Kees van Beurden tegen zogenaamde reïncarnatiefeiten noemen.
2 factoren belemmeren bewijswaarde:
» er gaan enkele jaren voorbij als onderzoek start
» Hij gebruikt een plaatselijke tolk
Heel veel gevallen van reïncarnatie doen zich voor waar mensen ook werkelijk in reïncarnatie
geloven
Bij een aantal reïncarnatie gevallen is er spraken van een vorm van telepathie, dit contact is zo
intens dat ze echt geloofd dat zij het echt is
Onder hypnose gevoelig voor suggestie en telepathie: dit werpt een ander licht op
herinneringen aan vorige levens, die via hypnose verkregen worden.
Boeddhisme
Hoofdstuk 3
Je kunt de twee hoofdstromingen in het boeddhisme noemen en beschrijven wat er onder
wordt verstaan.
Theravada/Hinayana-boeddhisme: Verwerven van wijsheid en het werken aan alleen de eigen
verlossing. Van de wereld afwenden. Het is goed om een tijdje als monnik te leven. Dit is de
kleinere stroming binnen het boeddhisme.
Mahayana-boeddhisme: Grote meerderheid van de Boeddhisten. Waarheid en weg van verlossing
zijn er voor iedereen, monnik of niet. Uiteindelijke doel: bevrijding van alle levende wezens door
medeleven met al wat leeft. Bij deze stroming is er een verlangen naar een goddelijke verlosser.
Zij zien Boeddha als een heilig wezen. Hij zette zijn eigen heil aan de kant om mensen te redden.
Je kunt kernachtig de boeddhistische visie op lijden weergeven.
Het lijden in de wereld wordt veroorzaakt door
Begeerte: onophoudelijk verlangen van de mensen naar vergankelijke aardse bezittingen
Onwetendheid: gebrek aan inzicht in de juiste weg die leidt naar verlossing uit deze kringloop van
wedergeboorte.
‘Alles wat er nu gebeurt wordt veroorzaakt door daden of gebeurtenissen die eraan vooraf gingen.’
En ‘Het zijn de goede en slechte daden van de mensen van nu, die tot gevolg hebben dat er in de
toekomst mensen in goede of slechte omstandigheden worden geboren.’
Je kunt in grote lijnen weergeven wat het boeddhisme inhoudt (ontstaan, wereldbeschouwing,
verlossingsleer).
Ontstaan: 560 v. Chr., door de geboorte van Boeddha (Siddharta) (Boeddha = de ontwaakte/de
verlichte/ volmaakte vervulling). Boeddha was hindoe en kende de principes en rituelen van het
hindoeïsme. Daardoor heeft het hindoeïsme het boeddhisme beïnvloed. Boeddha had vier
belangrijke ontmoetingen met het lijden: 1. Oude man (mens is niet eeuwig jong); 2. Zieke (er
bestaat ook lichamelijk lijden) 3. Rouwstoet (laat Boeddha nadenken over zin en doel vh leven) 4.
Bedelmonnik (gelukkig zonder bezit).
Verspreiding: Boeddha ging zelf zijn leer vertellen. Deze leer is de dharma. In stoepa’s
(grafheuvels) wordt de as van Siddharta bewaard.
Kringloop van leven: Door begeerte en onwetendheid.
Vier edele waarheden: Al het leven is lijden; lijden ontstaat door verlangen; opgeven van
verlangens stopt het lijden; achtvoudig pad maakt vrij van verlangen. Doel: Einde van de kringloop;
einde van begeren; einde van het lijden. Dat is nirwana: totaal verlost zijn van de ‘gevangenschap’
van het verlangen naar aardse bezittingen.
Achtvoudig pad:
- Wijsheid + overgave
- Inzicht in je lijdend bestaan
- Juist besluit: er wat aan doen
- Leefwijze: Juist spreken; handelen; levensonderhoud
- Instelling; onthechting
- Juiste inspanning; aandacht; concentratie (vb yoga)
Levensstijl: Alle mensen zijn gelijkwaardig; mensen zijn in staat te kiezen tussen goed en kwaad.
Geboden:
1. Geen levende wezens doden (= ahimsa)
2. Niet nemen wat je niet gegeven is.
3. Seksualiteit niet misbruiken
4. Geen onwaarheid spreken
5. Geen bedwelmende middelen gebruiken
Kloosterleven: Kinderen kunnen van jongs af aan in het klooster komen. Daar zien ze af van de luxe
en komen ze tot inkeer. Monniken moeten zich houden aan de drie ‘heilige juwelen’: Boeddha
(leraar); dharma (leer); sangha (monnikengemeenschap). Hun hoofd wordt kaalgeschoren en ze
krijgen speciale monnikenkleding. Monniken moeten vaak bedelen om voedsel. Ze mediteren veel.
Monniken mogen ook een tijdje stoppen met ‘monnik-zijn’.
Bidden en offeren: Boeddhisten bidden en offeren om goden, geesten en demonen te vriend te
houden en het evenwicht in de kosmos te handhaven.
Drie boeddhistische feesten:
- Vesakha puja: Boeddha kwam als de verlichte meester in de wereld;
- Magha puja: Uit alle delen van het land kwamen 1250 heiligen naar Boeddha, die de eerste
Boeddhistische monnikengroep werden;
- Asalha puja: Boeddha verkondigde voor het eerst zijn leer aan een groep volgelingen.
Wereldbeschouwing: Continu lijden door begeerte; alle levende wezens gelijk.
Je kunt de overeenkomsten en verschillen met het hindoeïsme onder woorden brengen.
OVEREENKOMSTEN
Hindoeïsme
Boeddhisme
Oosterse cultuur/denken
Oosterse cultuur/denken
Lijden is je lot
Denken vanuit lijden
Moksja: Atman  Brahman
Nirwana: niet meer ‘ik’ zijn (uitdoven; verstillen
Tijd is een cirkel
Tijd is een cirkel
Zelfverlossing (yoga; meditatie)
Zelfverlossing (yoga; meditatie)
VERSCHILLEN
Hindoeïsme
Boeddhisme
Veel goden
Geen goden
Veel verplichte rituelen
Geen rituelen
Kastenstelsel
Geen kastenstelsel
Karma: rekening verlies/winst mbt darma
Karma: eeuwige enige wetmatigheid van oorzaak
+ gevolg
Verlossing
Verlossing
- Inzicht; handelen; vroomheid
- Achtvoudig pad
- Zeer lange weg
- Onthechting; verstilling
- Atman  Brahman
Reïncarnatie: Atman heeft een nieuw lichaam
Reïncarnatie: eeuwige rechtmatigheid van goede
nodig om tot Brahman te komen
en slechte daden
Je probeert je te verplaatsen in de oosterse cultuur. Je kunt daardoor duidelijk maken waarom
het boeddhisme geen belachelijke of domme religie is, en waarom het boeddhisme en het
hindoeïsme een bepaalde aantrekkingskracht (kunnen) hebben in het moderne West Europa.
In het Boeddhisme staat de persoonlijke verantwoordelijkheid van het individu centraal; geeft
antwoord op levensvragen zonder dat er een god aan te pas komt. Dat past in ‘onze wetenschap’.
Ook lijden veel mensen in West-Europa aan begeerte, wat ze we door hebben. Het Boeddhisme
geeft ze daarin gelijk.
Het lijden
Hoofdstuk 4
Je kunt in eigen woorden aangeven hoe de bijbel in Habbakuk spreekt over het lijden
In Habbakuk lees je dat God het volk Israel laat lijden door andere volken Israel aan te laten
vallen. Habbakuk vraagt aan God waarom hij hen niet redding bied. In hoofdstuk 2 lees je dat God
het volk Israel laat lijden vanwege hun eigen zonden. Zij hebben zich schuldig gemaakt en daar
zullen ze ook voor moeten boeten.
Je kunt tenminste 3 belangrijke verschillen tussen de christelijke en de boeddhistische
benadering van het lijden onderscheiden en onder woorden brengen.
(Schema)
-
-
Het boeddhisme wijst door middel van het achtvoudige pad de mogelijkheid van opheffing van
het lijden door de opheffing van de begeerte. De bijbel leert echter dat zelfverlossing niet
mogelijk is maar dat wij van het lijden zijn verlost door het sterven van Jezus.
In het boeddhisme is lijden in principe eindeloos. Het is iets waar geen eind aan komt. In het
christendom komt er wel een eind aan het lijden namelijk op de jongste dag.
Het lijden is bij het boeddhisme iets wat je over je heen moet laten komen, bij christendom is het
iets dat bestreden moet worden.
Je kunt aangeven wat de hindoeïstische benadering van het lijden is.
Het hindoeïsme heeft natuurkrachten gepersonifieerd tot goden. Lijden is daarom iets wat er nou
eenmaal bij hoort. Het kan verminderd worden door zorgvuldig met de goden om te gaan. Doe je
godsdienstige rituelen en stel daarmee de goeden tevreden. Ontstaan door dualisme. Resultaat van
het feit dat mensen gehecht zijn aan vergankelijke dingen. Kan overwonnen worden als alles
terugkeert tot brahmaan. Alles moet tot rust en stilte komen. Dat vraagt een leven in
overeenstemming met je dharma en het houden van sanskara’s.
Je kunt over die verschillen (doel 2 en 3) een persoonlijke waardeoordeel geven.
Ik vind dat de mannier waarop boeddhisten het lijden ervaren niet goed is. Er blijft van de mens bij
het boeddhisme niets over. De men blijft dan eeuwig door lijden er komt geen eind aan. De mens
heeft geen emoties. God zal graag zien dat wij van zijn schepping genieten.
Je kunt voorbeelden geven van Bijbelgedeelten waarin het lijden aan de orde komt en daarin
kun je het typisch christelijke t.o.v. het oosterse aanwijzen.
Habakuk: God zal verlossen.
Oosters: Zelfverlossing
Habakuk: Je mag schreeuwen om je lijden, je hoeft het er niet mee eens te zijn
Oosters: Je moet je berusten in je lijden: het is je eigen schuld, je moet zelf maar zorgen dat je er
weer vanaf komt.
Bijbel t.o.v. begeerte:
- Begeerte is de oorzaak van het lijden (vgl 10e gebod)
- Jezus leerde ook onthechting (ongebrouwd; geef ons het dagelijks brood; Bergrede: zalig de armen
van geest…)
Maar: Jezus zegt niet hetzelfde als Boeddha. Jezus is onze verlossing; Boeddhisten willen zichzelf
verlossen.
Visie op het lijden
Godsbeeld
Verlossing
Tijdsbeeld
Boeddhisme
Boeddha wil geen contact met
mensen, hij is al in het
Walhalla. Men kan hooguit zijn
leer te rade gaan.
Goede werken, Begeerte
doorbreken  Lijden opheffen.
Goddelijke dingen in jezelf
vinden.
Leven
Cyclus
Uitstappen
Uitstappen of maar blijven
doorgaan.
Mensbeeld
De mens leeft elke keer weer
opnieuw. Afhankelijk van je
Kharma krijg je in het volgende
leven een nieuw lichaam.
Christelijk geloof.
Persoon die een liefdesrelatie
met ons wil hebben.
Je kan jezelf niet verlossen, je
leeft uit de genade van God. 
De dood van de Here Jezus, het
volmaakte offer.
Het leven op aarde is eindig, de
mens leeft in een tijdlijn met
een beginpunt en een eindpunt.
En God bepaald deze twee
punten en de gehele
levensroute van de mens.
Geboorte
Dood
Wij zijn schepsels van God.
We leven één maal, je lichaam
en ziel zijn verbonden, en die
scheiden bij de dood. Bij de
terugkeer van Jezus, worden
lichaam en ziel weer opnieuw
verbonden.
Het christelijk geloof biedt perspectief en hoop. Je mag als Christen dankbaar zijn dat je het zelf niet
hoeft te doen, want zelf kunnen we dat ook niet. En in dat vertrouwen mogen wij leven. Een God die
om ons geeft, ons met liefde heeft gemaakt. Dat is toch veel mooier dan een onpersoonlijk god?
Nieuwe spiritualiteit
Hoofdstuk 5
Je kunt met 4 kenmerken verwoorden wat onder Nieuwe Spiritualiteit wordt verstaan.
- Er wordt in positieve termen over spiritualiteit gesproken in plaat van gereserveerd zoals
vroeger.
- De kern is geloven in het goddelijke zelf.
- De overtuiging eeuwige waarheid te vinden in elk geloof.
- De samensmelting van occult en cultuur tot occultuur. Er worden allerlei occulte ideeën
aangeprezen.
Je kunt uitleggen wat onder New Age wordt verstaan. Gebruik daarbij onder andere de
begrippen uit opdracht 2.
New age gaat uit van de gedachte alles is een. Maar er zijn verschillende stromingen. Het is
ontstaan in de jaren 60 als reactie op de technocratisering van de samenleving. Fritjof Capra: De
werkelijkheid is een samenhangend systeem: een harmonieus netwerk.
New age heeft aandacht voor:
Alternatieve geneeswijze. Mens geen technisch mens
Occultisme
Natuur, moeder aarde
Religieus bewustzijn
Allerlei psycho-trainingen
Kosmos: astrologie
Toekomst: aquariustijdperk
New Age reageert op:
Milieuvervuiling
De mens als homotechnicus
Specularisatie = ontkerkelijking
Doemdenken = “het maakt niet uit, we gaan toch dood”
Kenmerkt zich door:
Monisme: micro/macrokosmos, alles is één, alles isGod
Pantheïsme: ook onbezielde is goddelijk, Alles is goddelijk
Religieus humanisme: Spiritualiteit & religie in jezelf. Jij bent het.
Electricisme: Elementen uit allerlei religies
Syncretisme: Samengevoegd tot één nieuw geheel
Materialisme: Resultaatgericht
Onsamenhangend: Niet één definitie. Iedereen andere betekenis.
Je kunt aangeven dat er vanuit de oosterse godsdiensten lijnen lopen naar New Age.
Eenheid = Al-Eene, de bron, de energie
Karma & reïncarnatie: zelf verantwoordelijk voor wat je doet & 2 nieuwe kansen
Astrologie (meditatie) & yoga
Je kunt het verschil in visie op reïncarnatie duidelijk maken tussen: hindoeïsme, boeddhisme
en New Age.
Volgens het Hindoeïsme en boeddhisme is reïncarnatie een slechte zaak. Je moet juist loskomen
van deze wereld en als je keer op keer reïncarneert dan kom je dus niet los. Volgens New Age is
het juist een goede zaak om te reïncarneren. Het is juist een goede zaak om tot een goddelijke
onsterfelijke toestand te komen. ( dit laatste weet ik niet zeker)
Je kunt New Age en Christelijk geloof inhoudelijk vergelijken en beoordelen op een groot
aantal punten.
Blz. 54 van je katern
Je kunt in teksten/meditaties New Age-elementen herkennen en benoemen.
Transcendente meditatie
Hoofdstuk 6
Je kunt duidelijk maken wat met TM bedoeld wordt
Doelen: Maximaal tot een diepe geestelijke en lichamelijke rust te komen; groei van geluk
Leider: Maharishi Mahesh Yogi. ‘Heeft wetenschap voor de ontwikkeling van het menselijk bewustzijn
praktisch toegankelijk gemaakt voor iedereen.’
Centrum:………………………………………………………………….…………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………
Activiteiten: Cursus TM, later een soort ‘weekend weg’ met allerlei vreemde rituelen.
Je kunt aangeven welke lijnen er lopen van TM naar New Age en het hindoeïsme
TM: Ontdekken van je Zelf. Hindoeïsme: Atman = Brahman, ontdekken van je Zelf.
Leider van TM: Maharishi Mahesh Yogi. Yogi  Yoga
TM: maakt gebruik van meditatie; Hindoeïsme ook
Je kunt het begrip sekte uitleggen en je kunt duidelijk maken waarom het een omstreden term is
(Aantekeningen H6)
Een sekte is een groep waar dingen oneerlijk gaan. Er is gemenigheid; dingen gebeuren stiekem.
Het woord is omstreden omdat het niet altijd helemaal duidelijk is waar dingen oneerlijk gaan.
Je kunt geargumenteerd beoordelen of TM de veroordelende kwalificatie ‘sekte’ verdient
Bij een sekte gaan dingen dus oneerlijk.
TM kan een sekte genoemd worden. Oneerlijke dingen:
- ‘Cursus staat neutraal tegenover alle religies’ (Niet, want het heeft banden met het Hindoeïsme)
- Men dekt het toe met de wetenschap; noemt ‘natuurkunde’ wat eigenlijk geen natuurkunde is.
- Weekend intern (gehersenspoeld; wordt niet duidelijk gemaakt)
- Argwaan voor de buitenwereld
Download