GODS EEUWIG VOORNEMEN. BIJBELCURSUS- LES - 15 DANIEL 11 EN DE EINDTIJD Om de gebeurtenissen in de eindtijd beter te kunnen begrijpen zullen wij nog eens de structuur van Daniël 11 bekijken. De structuur: * Noorden en zuiden waren van oorsprong één koninkrijk. * Er komt een verdeling die met ‘noord en zuid’ aangegeven wordt. * De koningen van het noorden en zuiden bestrijden elkaar en dat gebeurt in de ‘flessenhals’. * Het definitieve resultaat: een nieuwe vijand tegen Gods volk. “Maar in de eindtijd zal met hem de koning van het Zuiden in botsing komen,…” -Daniël 11:40 Wanneer begon de eindtijd? Een vergelijking tussen Dan. 11:35 en 12:7 toont ons dat de tijd van het einde begint als de tijd, tijden en de halve tijd voorbij zijn. Het proces wordt zo beschreven dat velen volgens Dan. 11:35 door vervolgingen zullen vallen (niet afvallen van het geloof, maar de martelaarsdood sterven), tot op de tijd van het einde. Dan. 12:7 beperkt de tijd tot de 1260 jaren. Dus: 1798 is het begin van de tijd van het einde. DE KONING IS HET POLITIEKE ATHEÏSME Botste de koning van het zuiden toen met de koning van het noorden? Wie was de koning van het zuiden? Kort voor 1798 begon in Frankrijk de Franse revolutie. Een revolutie in het meest christelijke Frankrijk, ‘de oudste zoon’ van de katholieke kerk. In Openbaring 11 wordt dit nader beschreven. “…de grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte,…” -Openbaring 11:8 In het boek Het Grote Conflict, schrijft E.White dat het toenmalige Frankrijk de door Egypte verzinnebeelde natie was. Zij schrijft dat deze revolutie een gevolg was van de invloed van het pausdom op het maat-schappelijke, sociale en politieke vlak. Het politieke atheïsme had Rome als moeder. “Het pausdom is het werk begonnen dat de godloochenaars (atheïsten) nu afmaakten. De roomse politiek had een maatschappelijke, politieke en religieuze toestand tot gevolg welke Frankrijk in het verderf stortte.” GC 257; 260, 261. E.White staat niet alleen als zij verklaart dat dit politieke atheïsme door de roomskatholieke kerk werd uitgebroed. Wylie schrijft: Zowel maatschappijen als individuen oogsten wat zij gezaaid hebben. En in de omwentelingen en oorlogen van nu oogst Rome de vrucht van het rijkelijk gezaaide bijgeloof en de tirannie. Het pausdom levert nu zijn derde grote strijd. In de eerste strijd tegen het keizerrijk was het overwinnaar, in de tweede tegen het christendom, in de persoon van de Waldenzen en Albigenzen, eveneens. De derde strijd wordt gestreden tegen het atheïstische communisme dat gelijktijdig, met meer of minder heftig geweld, in alle Pagina - 77 katholieke landen van Europa ontstaan is en waar Rome zelf schuld aan had. Terwijl dit het verstand en het geloof geweld aangedaan had en de menselijke geest zo lang aan banden had gelegd, ontplooit dit zich nu met vreselijk geweld. Het bijgeloof is de vader van het atheïsme. Zou in Frankrijk de nationale geest zijn bevrediging in het christendom gevonden hebben en zou het de vrije ontplooiing van de calvinistische leer behartigd hebben, dan zou het niet tot scepticisme, tot algemeen ongeloof en atheïsme zijn doorgegaan. De bloeddoop van de anarchie die uit Voltaires leer voortkwam, zou het ongelukkige land bespaard gebleven zijn. Zo echter heeft het uit het roomse bijgeloof geleerde scepticisme Europa aangestoken en de massa tegen alle goddelijke en menselijke autoriteit opgestookt. Het broedsel van de revolutie dat nu Europa kwelt, de hydra van het communisme die het nu dreigt te verscheuren, heeft in de roomse kerk haar moeder. Deze kerk mag zeggen: Rondom mij woeden schrik en geschreeuw van het aan mijn borst gezoogde broedsel. Ranke schrijft: Revolutie: Voordat men er aan begon, voordat Joseph met zijn hervormingen zijn doel bereikt had, brak in Frankrijk een gewelddadige explosie uit van de in de diepte gistende elementen. Het ligt voor de hand dat de volgende aspecten ongelofelijk veel hebben bijgedragen aan het tot stand komen van de Franse revolutie: * de dwalingen van de clerus * de tegenstelling van twee vijandige partijen in alle religieuze aange-legenheden * de onbekwaamheid van de heersenden om op het gebied van de mening en de literatuur hun wil door te zetten en de algemene tegenzin, welke zij, niet helemaal zonder hun schuld, op zich geladen hadden. De geest van tegenstand die zich uit het binnenste van het in zichzelf dwalende katholicisme verheven had, had zich steeds meer gevestigd. Stap voor stap kreeg deze de overhand. In de stormachtige tijden van 1789 geraakte deze beweging in de ban van het geweld. Een geweld dat zich geroepen voelde het oude Pagina - 78 totaal te vernietigen en een nieuwe wereld te maken. De algemene omwenteling die over het ‘allerchristelijkste’ Frankrijk kwam, gaf dan ook een genadeslag aan de geestelijke grondwet. Het politieke atheïsme dat zich in het communisme openbaart, stamt uit de Franse revolutie. Daniël Guerin schrijft: De democratie van 1793 - De Franse revolutie was de eerste geschiedkundige manifestatie van een nieuw soort democratie. Zelfs diegenen onder de critici die van zichzelf zeggen Marxisten te zijn, zijn echter niet bereid al mijn conclusies te steunen en hebben uiteindelijk, met Soboul, toegegeven dat het door de Sansculotten spontaan ontdekte politiek democratische systeem volledig verschilde van dat van de liberale democratie, zoals de bourgeoisie (de bezittende klasse) die voor ogen had. Ik zou hieraan toe willen voegen: niet alleen ‘verschillend’ maar vaak ook tegengesteld. De grote revolutie was niet alleen, zoals veel van de republikeinse historici gemeend hebben, de wieg van de parlementarische democratie omdat ze gelijktijdig én een burgerlijke revolutie én het embryo van een proletarische revolutie was, maar droeg ook de kiem van een nieuwe vorm van revolutionaire macht in zich waarvan de trekken in de revoluties aan het eind van negentiende en het begin van de twintigste eeuw duidelijk herkenbaar waren. De relatie van de communisten van 1793 met die van 1871 en de sovjets van 1905 en 1917 was duidelijk. J.Talmon schrijft over ‘de oorsprong van de totalitaire democratie’, in de volksmond het communisme. Hij laat zien dat er een directe ‘ontwikkelingslijn’ van 1789 getrokken kan worden naar de moderne totalitaire systemen die de volkssoevereiniteit verkondigen maar uitmonden in een volledige onderdrukking. Talmon schrijft in zijn boek dat dit communisme een religie is. Hij zegt in zijn voorwoord: Communisme, socialisme, de anarchisten en alle anderen behoren allemaal tot één religie. Dit noemen wij het atheïsme. Dit wordt in Daniël 11 ‘koning van het zuiden’ genoemd. En hoe machtig was het niet. Vijfendertig procent van de gehele wereldbevolking leefde onder deze heerschappij. Dit communisme was voortdurend in strijd met alle godsdiensten, in het bijzonder het katholicisme. Wie bevonden zich ook nu weer in de ‘flessenhals’? Gods kinderen, zijn volk. In Openbaring 11 wordt dit communisme Egypte genoemd. De strijd tussen noord en zuid is een strijd tussen katholicisme en communisme. Is er een strijd tussen noord en zuid, tussen het pausdom en het communisme? Ja zeker; men hoeft alleen maar te denken aan de vervolgingen in de communistische landen die tegen welke godsdienst dan ook zijn. Daartoe behoort dus ook altijd Gods volk. Deze oorlog beslaat de laatste 200 jaar en in het tweehonderdste geboortejaar van de koning van het zuiden is iets fundamenteel veranderd (1789-1989). Sinds het begin van 1989 was er een grote, maar matige revolutie in het oosten aan de gang. In bijna elk land begon de revolutie in de kerk. De koning van het noorden wint nu elke veldslag en niet alleen dat, het ene na het andere land wordt aangevallen en overwonnen (vers 40). Zoals voorheen, toen het noorden en het zuiden met elkaar streden, wordt nu het heerlijke land, de gemeente waar God woonde, binnengevallen en vele komen om en vinden de martelaarsdood (vers 41). Het woord dat hier in het hebreeuws gebruikt wordt betekent echter ‘struikelen’ of ‘gezift worden’. Daardoor zullen we de volgende zin beter begrijpen. “…maar aan zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab, en de keur der Ammonieten.” Daniël 11:41 (NBG-vertaling) “Onder zijn hand vandaan zullen ontsnappen…” (Statenvertaling) Die grote familie van Gods volk in Babylon zal ontkomen. Edom is Ezau, de broeder van Jacob. Moab en Ammon waren zonen van Lot, de neef van Abraham. God vergeet zijn volk in Babylon niet. “Want de ogen des Heren gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat.” -2 Kronieken 16:9 Egypte zal niet ontkomen (vers 42). Want hij (de koning van het noorden) zal zijn hand uitstrekken. In Jesaja 10:12-14 wordt ons een soortgelijke situatie voorgehouden. Ook daar wordt verwezen naar het einde van de wereld als God, volgens vers 12, zijn werk in Sion en Jeruzalem beëindigd heeft. Als de genadetijd geëindigd is, zal God alle vijanden van Gods volk straffen. Kort te voren echter wordt de hele aarde één. Ook Egypte, het politieke atheïsme, ontkomt niet. Hij zal de schatten bemachtigen, hij zal heer zijn op economisch gebied. Hier werd de nieuwe vijand geboren. In Openbaring 13:1118 lezen we precies hetzelfde over het beeld van het beest: Niet kopen en verkopen. Diegene die het handelsmonopolie, ‘de schatten’, in handen heeft, bepaalt ook wie mag kopen en verkopen. Ook Egypte zal hieraan niet ontkomen. Er komt dus een wereldeconomie die geleid wordt door het pausdom. ‘De wereldwijde zondagswet’. Vers 44 spreekt over geruchten uit het oosten en uit het noorden (de troon van God in het noorden). Het zegel komt vanuit het oosten. De geruchten vergrammen de koning van het noorden. D.w.z., ‘de luide roep van de derde engel’ (geruchten) zal het pausdom verschrikken en het pausdom zal alles doen om Gods boodschap tegen te houden. In vurige toorn gaat hij uit en doodstraf vaardigt hij uit. In vers 45 gaat de koning van het noorden (het pausdom) op veldtocht en slaat zijn tent op tussen de berg van het heilige Sieraad en de zee, de mensenmassa. Dat had hij echter niet moeten doen want juist vanaf deze berg, de tempelberg, valt een steen. Tegen de tent en tegen het beeld. De zee symboliseert Pagina - 79 hetzelfde als het beeld van Daniël 2, nl. de mensenmassa. “Te dien tijde zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat;…” -Daniël 12:1 Jezus staat op. Dit opstaan betekent ‘koning worden’. Eerst trad hij voor ons op als hogepriester, nu als koning. En velen worden gered. Iedereen wiens naam in het boek des levens staat. “Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.” –Daniël 12:2 Dat is de vooropstanding van diegenen die sinds 1844 in de derde engelboodschap gestorven zijn. “En de verstandigen (Statenvert. de rechtvaardigen) zullen stralen als de glans van het uitspansel,…” -Daniël 12:3 Tijdens het middernachtelijk duister van de vijfde plaag tot aan de wederkomst, zal Gods volk stralen zoals de zon straalt. Precies zoals de bende van Gideon in het heldere licht stond toen op symbolische wijze het brood de tent verwoestte. ………………………… LITERATUUR: E.G.White Het Grote Conflict, blz. 245-262 E.G.White Gedachten over het boek Daniël, blz. 102-108 J.A.Wylie Das Doppelgesicht des Papsttums, blz. 498 Ranke Die Päpste Insel Taschenbuch 960, 1986, blz. 383-384 D.Guerin Het debat over de Franse revolutie Pagina - 80