H.253037.0414 Lichttherapie bij pasgeborenen Geelzucht bij pasgeborenen Veel pasgeboren baby’s worden geel in de eerste dagen na de geboorte. Deze geelzucht ontstaat door onrijpheid van de lever die nog niet in staat is de galkleurstoffen (bilirubine) uit te scheiden. Deze galkleurstoffen ontstaan bij de afbraak van rode bloedlichaampjes. Dit gebeurt bij iedereen. Na enkele dagen rijpt de lever, deze is dan wel in staat de galkleurstoffen uit te scheiden. Kan geelzucht kwaad Als het gehalte van de galkleurstoffen te hoog is kan dit een nadelige werking op de hersenen van uw baby hebben. Wanneer ontstaat een te sterke geelzucht Bij een te vroeg geboren baby komt geelzucht vaker voor omdat de lever dan nog ‘onrijp’ is. Voldragen baby’s kunnen ook behoorlijk geel worden. Hoe dit komt is niet altijd duidelijk. De oorzaak kan zijn een verschil van de bloedgroepen van moeder en baby. Andere oorzaken kunnen zijn: een infectie, een bloeduitstorting door bijvoorbeeld kunstverlossing of een stuitbevalling, uitdroging of het erg laat op gang komen van de ontlasting. Een sterke geelzucht kan het noodzakelijk maken dat nader onderzoek wordt uitgevoerd bij de baby en soms ook bij beide ouders. Controle op de geelzucht Van buitenaf is het moeilijk te zien in welke mate uw baby geelzucht heeft. Dit stelt men vast door bloedonderzoek in het laboratorium op het bilirubine (galkleurstof) gehalte. Dit bloed kan worden afgenomen via een hielprik. De geelzucht neemt meestal toe tot aan de vijfde tot zevende dag na de geboorte. Daarna wordt de geelzucht minder. Lichttherapie Als het biliburine-gehalte te hoog is, krijgt uw baby lichttherapie. Onder invloed van dit licht daalt het bilirubine en neemt de geelzucht af. Uw baby licht bloot onder de lamp, zodat zo veel mogelijk huid met het licht in aanraking komt. Ter bescherming van de ogen wordt een brilletje aangebracht. Uw baby krijgt hierbij extra vocht. Hoe lang de lichttherapie duurt, hangt af van het verloop van de geelzucht. Meestal gaat het om een paar dagen. Ondanks de lichttherapie kan de moeder altijd, op de kraamafdeling en kinderafdeling, bij haar kind blijven. Vragen Heeft u vragen stel ze dan de verpleegkundige of de behandelend kinderarts. (0523) 276855