Nota PGB-experiment 23 juli 2017 gericht aan de PGB-budgethouders, de vraagverduidelijkers en budgethoudersverenigingen Voorschottenformulier PGB-experiment 1 Het formulier Het voorschotten formulier wordt met de post aan de budgethouders bezorgd, maar zal ook elektronisch beschikbaar zijn op de website van het VAPH (www.vaph.be persoonsgebonden budget documenten en formulieren). Het formulier kan worden afgeprint om met de hand in te vullen, maar als het elektronisch wordt ingevuld, worden de berekeningen automatisch uitgevoerd en kan het bestand worden opgeslagen, zodat het bij de volgende voorschotaanvraag enkel hoeft aangepast te worden. Het formulier wordt bij voorkeur via e-mail aan de PGB-cel van het VAPH bezorgd, maar mag ook met de post of per fax worden verstuurd. 2 Leidraad bij het invullen Het eerste kwartaal loopt van januari t.e.m. maart, het 2 de kwartaal van april t.e.m. juni, het 3de kwartaal van juli t.e.m. september en het 4de van oktober t.e.m. december. Vul bovenaan de naam, voornaam en het PGB-nummer van de persoon met een handicap in. Het voorschottenblad bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft het voorschot dat de budgethouder op zijn rekening gestort krijgt en het tweede deel gaat over voorschotten die rechtstreeks door het VAPH aan de licentiehouders worden betaald, dit is een voorziening of dienst waar de budgethouder met het PGB ondersteuning kan inkopen. Ieder deel wordt op een afzonderlijk blad afgedrukt. Deel 1: Voorschot budgethouder Dit voorschot wordt door het VAPH op de PGB-rekening van de budgethouder gestort. Het wordt opgesplitst in zes onderdelen. A. Kosten persoonlijke assistenten Dit is een schatting van de kosten die de budgethouder heeft door het zelf in dienst nemen van persoonlijke assistenten. Hieronder vallen o.a.: Error! Reference source not found. 1 - loonkosten van de persoonlijke assistent(en) betalingen aan een interimkantoor kosten sociaal secretariaat arbeidsongevallenverzekering, vakantiegeld of eindejaarspremie van de persoonlijke assistent indirecte kosten tickets persoonlijke assistent advertentiekosten meerkost verplaatsingen kosten PGB-rekening kostenvergoeding van een vrijwilliger … Houd er rekening mee dat de indirecte kosten maximaal 5% kunnen bedragen van het bestede budget, exclusief organisatiegebonden kosten. B. PWA en dienstencheques Dit is de kostprijs van de PWA-cheques en de dienstencheques die de budgethouder tijdens het volgende kwartaal waarschijnlijk zal aankopen. Deze cheques moeten niet noodzakelijk tijdens dit kwartaal worden uitgeven. C. Reguliere (welzijns)diensten Dit zijn de kosten (enkel remgelden) voor bijvoorbeeld familiehulp, gezinshulp, … D. Ondersteuning tijdens het experiment Indien de budgethouder alle waardebonnen voor ondersteuning tijdens het experiment heeft opgebruikt, kan hij deze ondersteuning nog steeds inkopen, maar in dat geval betaalt hij met zijn PGB. Zolang hij nog waardebonnen heeft, is het dus niet nodig om met PGB te betalen. E. Andere - lidgeld budgethoudersvereniging - … Wanneer de budgethouder kosten wenst in te dienen die niet onder de bovenstaande categorieën vallen, maar waarvan hij vermoedt dat ze met PGB kunnen worden betaald, kan hij deze onder de categorie ‘E. Andere’ noteren. F. Zorgaanbieders-licentiehouders Het gaat zowel om zorggebonden personeelskosten als organisatiegebonden kosten. De budgethouder moet de (maximaal) 15% organisatiegebonden kosten dus reeds bij de zorggebonden personeelskosten optellen. Ga dus vooraf na of in de overeenkomst het bedrag met of zonder organisatiegebonden kosten wordt vermeld. De voorgaande onderdelen worden opgeteld en zo bekomt men het budget dat de budgethouder het volgende kwartaal denkt nodig te hebben (‘G. Totaal benodigde budget’). Het is mogelijk dat de budgethouder nog geld op zijn rekening heeft van voorschotten die hij niet heeft opgebruikt tijdens de voorgaande kwartalen. Indien hij dit wenst kan hij dit aangeven onder ‘H. Reeds ontvangen voorschotten die nog niet werden besteed’. Houd er echter rekening mee dat de budgethouder nog facturen kan ontvangen van het vorige kwartaal. Door het budget dat de budgethouder nodig heeft te verminderen met het budget dat hij eventueel nog over heeft van vorige voorschotten, bekomt men het voorschot dat op zijn PGB- rekening zal worden gestort (I. Gevraagd voorschot budgethouder). Voorschottenformulier PGB-experiment 2 Deel 2: Voorschot licentiehouder via trekkingsrecht Dit voorschot wordt rechtstreeks door het VAPH aan de licentiehouder betaald. Het gaat zowel om zorggebonden personeelskosten als organisatiegebonden kosten. In dit voorschot dient de budgethouder de (maximaal) 15% organisatiegebonden kosten dus reeds bij te tellen. Het VAPH dient over de nodige gegevens te beschikken om de licentiehouders uit te betalen, namelijk een kopie van de overeenkomst en rekeninggegevens. Zorgaanbieders die geen licentie hebben in het kader van het PGB-experiment kunnen nooit rechtstreeks door het VAPH worden betaald. Aangezien een budgethouder van meerdere licentiehouders ondersteuning kan krijgen en het voor het VAPH duidelijk moet zijn, welk bedrag aan welke voorziening dient overgemaakt te worden, moet de budgethouder steeds de naam van de licentiehouder(s) te vermelden met het bijhorende bedrag. Totaal voorschotten Ten slotte worden het voorschot voor de budgethouder (deel 1) en het voorschot voor de licentiehouder (deel 2) opgeteld en bekomt men het totaal van de voorschotten die voor het betrokken kwartaal zullen worden uitbetaald (L. totaal voorschotten). Voorschottenformulier PGB-experiment 3