Licentievoorwaarden in het kader van het PGB-experiment

advertisement
Licentievoorwaarden in het kader van het PGBexperiment
Binnen het PGB-experiment wordt de mogelijkheid voorzien dat personen met een handicap voor het
bekomen van zorg in natura niet alleen beroep zouden kunnen doen op reeds erkende voorzieningen,
maar ook op andere organisaties/voorzieningen.
Hierbij dienen een aantal regels naar rechtszekerheid en kwaliteit vooropgesteld te worden.
1 Aard van toegelaten organisaties
Het VAPH legt geen beperkingen op ten aanzien van de aard van de organisatie die licentiehouder wil
zijn. Wel dient het te gaan om een organisatie (is meer dan één persoon) met een duidelijke en
stabiele rechtspersoonlijkheid. Kunnen dus geen licentie krijgen :
- individuele zelfstandigen
- feitelijke verenigingen
Voor welzijnsorganisaties die erkend zijn door de Vlaamse gemeenschap, en die ondersteuning bieden
volgens de vigerende regelgeving, kan enkel het persoonlijk aandeel van de persoon met een
handicap vanuit het PGB worden betaald. Hiervoor is geen licentie vereist. Aan deze organisaties kan
er geen licentie toegekend worden, behalve als zij naast deze werking een andersoortig zorgaanbod
wensen te ontwikkelen.
2 Procedure
Alle organisaties, ook degenen die erkend zijn door het VAPH, dienen een licentieaanvraag in te
dienen. De voorzieningen erkend voor het VAPH dienen enkel te verklaren dat ze verder zullen
voldoen aan de kwaliteitsvoorwaarden zoals reglementair vastgelegd.
In bijlage 1 wordt een modelaanvraagformulier voor licentie meegegeven.
De andere kandidaat-licentiehouders dienen bij hun aanvraag naast de licentieaanvraag een blanco
model van overeenkomst met budgethouders voor te leggen, en een aantal andere stukken.
3 Licentievoorwaarden
3.1 Kwaliteitsvoorwaarden
We gaan ervan uit dat het in eerste instantie de budgethouder het best geplaatst is om in de
persoonlijke context te oordelen over welke organisatie meest geschikt is om ondersteuning te
bieden. De budgethouder kent de omvang van zijn budget en zal dus zoveel als mogelijk autonoom
oordelen over de inzet van deze budgettaire middelen.
1
Om een minimale bescherming voor de budgethouder te garanderen, dient er in ieder geval een
rechtsgeldige overeenkomst gesloten te worden tussen licentiehouder en budgethouder. In deze
overeenkomst dienen alleszins volgende elementen geëxpliciteerd te worden:




Er dient volledige duidelijkheid te zijn in de financiële afspraken. Er kunnen geen betalingen
gevraagd worden voor zaken waarnaar in het contract niet wordt verwezen. Indien de
organisatie zou overgaan tot het beheer van gelden en goederen van de personen met een
handicap, dient zij onverkort te voldoen aan de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse
regering van 15 juni 1994 betreffende het beheer van gelden of goederen.
De overeenkomst dient aan te geven op welke wijze de organisatie zal omgaan met klachten
van gebruikers of belangrijke derden.
De overeenkomst dient aan te geven op welke wijze er met de individuele persoon met een
handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger overleg zal gepleegd worden aangaande de
invulling van de individuele hulp- en dienstverlening.
De overeenkomst dient aan te geven op welke wijze er een toetsing van de tevredenheid bij
de gebruikers zal doorgevoerd worden.
3.2 Financiële transparantie
Naast de volledige financiële transparantie naar gebruikers toe omtrent de kosten die hem/haar
worden aangerekend, dient de organisatie ten allen tijd inzage te geven in haar financiële middelen;
indien gevraagd dienen de jaarrekening en de balansen overgemaakt te worden aan het VAPH, of ter
inzage liggen voor het Agentschap Inspectie.
De licentiehouders dienen de inkomsten en de uitgaven die betrekking hebben op dienstverlening aan
PGB-budgethouders apart te boeken in hun boekhouding. De kosten mogen niet reeds ten laste gelegd
zijn van het VAPH of andere openbare besturen.
3.3 Transparantie in arbeidsvoorwaarden
De licentiehouder dient aan het VAPH en aan de budgethouder volledige transparantie te bieden in de
gehanteerde arbeidsvoorwaarden. De licentiehouder dient aan te geven door welke CAO zijn
organisatie gevat is.
3.4 Experimentvoorwaarden
Elke licentiehouder dient te verklaren zich volledig te zullen houden aan de richtlijnen voor het PGBexperiment.
De organisatie moet zich bereid verklaren om in het kader van het PGB-experiment al de gevraagde
gegevens aan te leveren, zowel aan het VAPH als desgevallend aan door het VAPH aangestelde
onderzoeksinstellingen.
4 Toezicht
Het VAPH kan desgewenst met het Agentschap Inspectie een afspraak maken voor een onderzoek ter
plaatse.
De licentiehouders dienen zich hoe dan ook akkoord te verklaren met toezicht door het Agentschap
Inspectie.
2
5 Informatie
Indien u vragen heeft i.v.m. PGB kan u zich steeds wenden tot de PGB-cel. Dit kan zowel telefonisch,
per e-mail, fax of brief.
Adres:
Algemeen mailadres:
Algemeen faxnummer:
Sterrenkundelaan 30, 1210 Brussel
[email protected]
02 225 84 05 t.a.v. de PGB-cel
Contactpersonen:
Michèle Geeraerts
Tel.: 02 225 86 54
E-mail: [email protected]
Els De Wilde
Tel.: 02 225 86 53
E-mail: [email protected]
3
Download