MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP BELEIDSDOMEIN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN (WVG) VLAAMS AGENTSCHAP VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (VAPH) Omzendbrief van 7 juni gehandicaptensector - 2013 – Bijzondere subsidies aan voorzieningen Thematische oproep betreffende voorzieningensector van het VAPH het opzetten van lerende netwerken 1 in de in de Aan de basis van deze omzendbrief ligt de nota ‘Perspectief 2020. ‘Nieuw ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap (PMH)’ van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Wij verwijzen inzonderheid, doch niet uitsluitend, naar hoofdstuk 4 van Deel I: Omgevingsanalyse, onder de titel ‘De kracht van het werkveld. Tijd voor het sociaal ondernemerschap’, naar hoofdstuk 3 van Deel II: De sector is jong maar niet onervaren, onder de titel ‘Werken in de sector personen met een handicap’, naar titel 3 ‘Kritische succesfactoren (KSF)’ en vooral dan KSF’s 9, 10 en 11, van Deel III, deel waarin onder voorgaande titels de twee basisdoelstellingen worden verwoord van een zorgvernieuwingsbeleid, te weten vraaggestuurde ondersteuning en zorggarantie, en naar hoofdstuk 6 van Deel IV: Strategische projecten en te ondernemen acties, onder de subtitel ‘Het sociaal ondernemerschap bevorderen in de sector personen met een handicap.’. Centraal in deze oproep staan de termen “sociaal ondernemerschap” en “leernetwerken” . Doel is dat de door het VAPH erkende voorzieningen zich ten volle bewust worden van de verander(en)de beleidscontext, en zich vanaf nu in hun organisatiebeleid ten volle aligneren op het gewijzigde beleid ten aanzien van de doelgroep personen met een handicap. Hierbij moeten zij hun sociaal ondernemerschap inzetten ter realisatie van de twee basisdoelstellingen van Perspectief 2020. Dit moet vertaling vinden op alle terreinen van hun organisatie (op het vlak van human resources en personeelsbeleid, inzake het gevoerde financieel beleid) – mee inspelend op het strategisch project van de persoonsvolgende financiering (PVF) -, en in alle andere facetten van de organisatieontwikkeling zoals de logistieke organisatie en de beheersstructuur. Finaal moet dit uitmonden in een veelheid aan lerende netwerken waar ook input van en uitwisseling metdiensten en voorzieningen uit andere sectoren dan de ”VAPH sector” deel van uitmaken. Onder ‘voorzieningen’ dient te worden begrepen: al dan niet door het VAPH erkende en gesubsidieerde voorzieningen. Met andere woorden: ook diensten van algemeen belang en organisaties uit andere sectoren dan de VAPHsector, of netwerken van organisaties, komen in aanmerking als aanvrager van een subsidie, in zoverre hun aanbod mede gericht is op één of meerdere deeldoelgroepen van personen met een handicap zoals decretaal gedefinieerd. 1 1 Om voormeld doel te bereiken moeten over gans Vlaanderen leernetwerken van voorzieningen tot stand gebracht worden waarbij alle geledingen van de afzonderlijke organisaties worden betrokken: dus zowel de beheerders, de directie, het middenkader als – bij afgeleide - het uitvoerend personeel. Hiertoe wijst het VAPH één organisatie of netwerkorganisatie aan die op basis van een bewezen en aantoonbaar gevoerd innovatief zorgbeleid, de rol van ‘sociaal innovator’ op zich neemt en als het ware alle door het VAPH erkende diensten en voorzieningen ‘besmet’ met het gedachtegoed van sociaal ondernemerschap in voormelde zin. De aangewezen organisatie ontvangt een subsidie van maximaal 150.000 euro op jaarbasis. Projectvoorstellen die op basis van deze omzendbrief worden ingediend bij de administratie van het VAPH zullen dan ook inhoudelijk getoetst worden aan voormelde inhoudelijke doelstellingen. Globaal onderkennen wij volgende inhoudelijke beoordelingscriteria: - aantoonbare bewezen deskundigheid inzake zorginnovatie, inzonderheid inzake ‘sociaal ondernemerschap’ - aantonen dat men actueel al opereert met een netwerk van minstens 50 door het VAPH erkende diensten en voorzieningen, en dit, met gevestigde diensten en voorzieningen in elk van de vijf Vlaamse provincies - explicitatie van de visie op ‘sociaal ondernemerschap en leernetwerken’ als methodiek inzake organisatieverandering - het voorleggen van een gefaseerd projectplan ter operationalisatie en uitvoering van het opzet om de methodiek van ‘sociaal ondernemerschap en leernetwerken van diensten en voorzieningen te dissemineren in gans Vlaanderen, gespreid over maximaal drie werkingsjaren met explicitatie van de te behalen doelstellingen per werkingsjaar - bereidheid om deel te nemen aan een door het VAPH geleide stuurgroep waarin mogelijk ook derden aanwezig zullen gesteld worden, zoals vertegenwoordigers uit reguliere welzijnssectoren of specifieke expertorganisaties zoals SEN vzw - effectief kunnen opstarten op 1 september 2013 Rechtsbasis en formele vereisten: het BVR van 26 april 1995 (BS d.d. 20.07.1995; err. BS d.d. 10.08.1995 en 15.11.1995) ‘Door het besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens dewelke het (voormalig genoemde) Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap bijzondere subsidies aan voorzieningen kan toekennen, werd de bevoegdheid inzake het verlenen van deze bijzondere subsidies (de zogenaamde ‘nietgereglementeerde toelagen’) aan het Vlaams Fonds overgedragen. De volledige tekst van voormeld BVR kan gedownload worden via onze externe websitepagina: http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/21074-Wetgeving.html 2 Het huidige VAPH, de rechtsopvolger van het Vlaams Fonds, trekt hiervoor op zijn begroting 2013 opnieuw kredieten uit. Een bijzondere subsidie kan door het VAPH toegekend worden aan voorzieningen (in de brede zin begrepen; cfr. supra) die projecten organiseren: 1° die overeenstemmen met de taken van het VAPH zoals omschreven in artikel 6, 3° en 4° van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid VAPH; 2° waarvoor in uitvoering van de bepalingen van voornoemd decreet geen programmatie of geen algemene criteria of modaliteiten voor subsidiëring zijn vastgelegd; 3° die een vernieuwend of experimenteel karakter hebben; Dit vernieuwend of experimenteel karakter zal blijken: - zowel uit het feit dat het project noch krachtens voornoemd decreet, noch krachtens andere door de Vlaamse Gemeenschap uitgevaardigde reglementering subsidieerbaar is; - als uit de inhoudelijke omschrijving van het project, refererend aan voormelde inhoudelijke vereisten; 4° die gespreid zijn over een welbepaalde tijdsduur die de drie jaar niet mag overschrijden; voor projecten die over meer dan één jaar lopen dient een planning opgesteld. Verlenging is principieel mogelijk na voorlegging van een gedetailleerd eindrapport over de werking met opgave van de bereikte resultaten, doch is geenszins een automatisme. Aanvraag- en beslissingsprocedure, en opvolgingsstructuur Aanvraagprocedure De aanvragen dienen op hiervoor bestemde formulieren vóór 22 juni (dus uiterlijk vrijdag 21 juni) van 2013 bij het Agentschap via de post ingediend te worden (dus met als uiterlijke poststempel 21.6.2013). Het betreffende aanvraagformulier kan via e-mail aangevraagd worden bij adviseur Rudi Kennes via volgend e-mailadres: [email protected] De aanvraag dient ten minste volgende gegevens te bevatten: 1. identificatie van de aanvragende instantie 2; 2. gedetailleerde omschrijving van het project met inzonderheid het beantwoorden aan de vooropgestelde inhoudelijke vereisten (cfr. supra); 3. de begroting van het project, met precisering van het aangevraagde subsidiebedrag en met opgave van alle andere financieringsbronnen waarop de aanvrager beroep kan doen als de door het VAPH toegekende subsidie de kostprijs van het project niet volledig dekt. 4. gedetailleerde planning van over meer dan één jaar lopende projecten; 2 De aanvragende instantie moet een rechtspersoon zijn. In geval van samenwerking met andere rechtspersonen of instanties moet er één rechtspersoon worden aangewezen als verantwoordelijke instantie. 3 5. verbintenis om aan het VAPH alle gevraagde bijkomende inlichtingen te verschaffen en controle toe te laten. Beslissingsprocedure In eerste instantie gaat de administratie bij ontvangst van een aanvraag de ontvankelijkheid van de aanvraag na. De administratie van het VAPH bereidt een beslissing voor en legt haar voorstel van beslissing ter advies voor aan het Raadgevend Comité. Het is de leidend ambtenaar van het VAPH die uiteindelijk beslist of een aanvraag al dan niet wordt goedgekeurd. Het VAPH bepaalt de modaliteiten van toewijzing en het toegewezen subsidiebedrag per goedgekeurd projectvoorstel. Indien niet het volledige gevraagde subsidiebedrag wordt toegewezen, dan zal de administratie contact opnemen met de aanvragende instantie die als contactorganisatie werd opgegeven, om te checken of het projectvoorstel, in al dan niet gewijzigde vorm, alsnog uitvoering kan krijgen. Bij goedkeuring van de aanvraag, en na check-up van de uitvoeringsmogelijkheid ervan, ontvangen de aanvragende instanties van de goedgekeurde projectvoorstellen op korte termijn na de betekende beslissing een voorschot van 90% van de toegekende subsidie. Het saldo van 10% zal worden uitbetaald in de loop van het jaar daarop na controle van de financiële afrekening en desgevallend het werkingsverslag voor de betrokken werkingsperiode. Deze stukken dienen zo spoedig mogelijk na afloop van de werkingsperiode aan het VAPH te worden toegezonden. Opvolgingsstructuur/Stuurgroep Zoals hoger gesteld, zal het VAPH een structuur (een zogenaamde stuurgroep) creëren binnen dewelke de goedgekeurde projectvoorstellen inhoudelijk zullen worden opgevolgd. Dit, om de opgedane leerervaringen binnen elk project optimaal af te stemmen op, en bij te laten dragen tot, het VAPH-beleid inzake zorgvernieuwing. Laurent Bursens, Administrateur-generaal. 4