Module: Mens 2.0 - v456 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 10 juli 2017 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/74450 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt. Inhoudsopgave Mens 2.0 Intro Vooraf Eindproduct-Beoordeling Doelen-Concepten Kennisbank Werkwijze Verwerking Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Stap6 Antwoorden Verwerking Over dit lesmateriaal Pagina 1 Module: Mens 2.0 - v456 Mens 2.0 Intro Hoornvliestransplantatie Zou dat kunnen, kijken door de ogen van een ander? Je hoornvlies is het buitenste deel van je oog. Door dat stukje volledig doorzichtige huid kijk je. Als je je hoornvlies erg beschadigt kun je een hoornvliestransplantatie ondergaan. Dan kijk je door ‘het oog’ van een ander. In de laatste module van dit thema gaat het over transplantaties. Bekijk de informatie tot en met het gedeelte over volledige hoornvliestransplantatie. Pagina 2 Module: Mens 2.0 - v456 Vooraf Eindproduct-Beoordeling Eindproduct Je kunt een keuze maken uit een van de twee eindproducten: A. Start een campagne om je medeleerlingen te informeren over het tekort aan donoren in ons land en zoveel mogelijk nieuwe donoren te werven. B. Maak een overzicht van de mogelijkheden om een Mens 2.0 te ontwikkelen. Beoordeling Bij de boordeling let de docent op dat je kunt: beschrijven welke bloedgroepantigenen voor het ABO- en Rhesus-systeem nodig zijn. uitleggen welke transfusies in het ABO systeem niet verantwoord zijn. uitleggen hoe rhesusantagonisme is te voorkomen. uitleggen wat de problemen zijn die bij een weefsel of orgaantransplantatie kunnen optreden. Doelen-Concepten Leerdoelen Pagina 3 Module: Mens 2.0 - v456 Aan het eind van deze module kun je: de bloedgroepantigenen voor het ABO- en Rhesus-systeem beschrijven. uitleggen welke transfusies in het ABO systeem niet verantwoord zijn. uitleggen hoe rhesusantagonisme is te voorkomen. uitleggen wat de problemen zijn die bij een weefsel of orgaantransplantatie kunnen optreden. Deelconcepten Bloed, AB0-systeem, resusfactor, donor, acceptor, transplantatie, bloedtransfusie. Kennisbank KB: Als de afweer in de fout gaat KB: ?Lichaamsvreemdweefsel Werkwijze De module 'Mens 2.0' bestaat uit een groot aantal opdrachten. Op bijgaand werkplan kun je invullen welke opdrachten je gedaan hebt. Zo houd je goed overzicht. Download hier het Werkplan 'Mens 2.0' . Werkvorm Individueel, in duo’s of groepjes. Houd de vorderingen van de module bij op je werkplan. Tijd Voor deze module heb je ongeveer 6 uur nodig. Pagina 4 Module: Mens 2.0 - v456 Verwerking Stap1 Transplantatie van de huid Derdegraads brandwonden, zoals bij de slachtoffers uit de intro van Module 1 Afweer, kunnen behandeld worden met een huidtransplantatie. Huidcellen kun je ook kweken uit zogenaamde stamcellen daarover gaat stap 2. Opdracht 1 Brandwonden Bekijk het filmpje: Maak in tweetallen een schema van de werkvolgorde bij het prepareren van donorhuid. Vergelijk je schema met dat van een paar klasgenoten en vul het ontbrekende aan. Opdracht 2 Brandwondencentra Je zou als onderzoeker kunnen werken bij één van de brandwondencentra. Bekijk op de site www.adbc.nl lopende onderzoeken. Leg uit bij welk onderzoek jij een rol zou willen spelen. Onderzoek samen met je klasgenoot welke opleiding je moet volgen om als onderzoeker aan het werk te kunnen. Leg het resultaat vast. Opdracht 3 Huidtransplantatie Tot nu toe heb je transplantaties met huid van iemand anders bekeken. Onderzoekers zoeken steeds meer mogelijkheden om huid te kweken. Lees het artikel Embryonale huid geneest brandwonden . Beantwoord de volgende vragen: a. Welke positieve invloed heeft het gebruik van foetale huid bij huidtransplantaties? b. Waar komen de huidcellen in dit onderzoek vandaan? c. Wat is de afmeting van het stukje huid dat uit één enkele embryonale huidcel gekweekt kan worden? Stap2 Pagina 5 Module: Mens 2.0 - v456 Bloed als weefsel Bloedtransfusies zijn de meest voorkomende transplantaties. Bloed is een weefsel en geen orgaan. Bij een bloedtransplantatie kan het gaan om het plasma of om de rode- of witte bloedcellen. De reacties die optreden wanneer iemand bloed van een verkeerde bloedgroep heeft ontvangen lijken sterk op de afstotingsreacties bij een orgaan transplantatie. Opdracht 1 Bloed Bestudeer de kennisbank: KB: Lichaamsvreemdweefsel Bekijk het filmpje: Beantwoord de volgende vragen: a. Welke functie hoort bij welk bestanddeel van bloed? b. Welke functies kan een bloedtransfusie hebben? Aanvullen van hoeveelheid: I. witte bloedcellen II. rode bloedcellen III. bloedplaatjes IV. plasma c. Waarvoor zal een bloedtransfusie met witte bloedcellen niet plaatsvinden? d. Voor welke ziektes kan men geneesmiddelen uit bloedplasma maken? e. Wat is een immuundeficiëntie? Bloed als weefsel kn.nu/jf3ea 1 Pagina 6 Module: Mens 2.0 - v456 1. plasma 2. rode bloedcellen 3. witte bloedcellen 4. bloedplaatjes a. zuurstoftransport b. bloedstolling c. transport van cellen d. afweer Stap3 Antigenen op je rode bloedcellen Wanneer je in het ziekenhuis wordt opgenomen moet je bloedgroep bekend zijn. Meestal ga je daarvoor naar het ziekenhuislaboratorium waar een analist je bloedgroep(en) bepaalt. Bij een bloedtransfusie is die bepaling eenvoudiger dan bij een weefseltypering voor een orgaandonatie. Twee groepen antigenen zijn bij een bloedtransfusie van belang. De antigenen A en B van het ABO-systeem en het Rhesusantigeen. Opdracht 1 Bloedgroepen Bekijk de animatie. Bepaal met behulp van de simulatie de bloedgroepen bij de patiënten. Begrijp je het nog niet helemaal? Maak dan de opdrachten 2 en 3. Bekijk de animatie bloedgroepen - Flash. Opdracht 2 Kruisproef Het bepalen van je bloedgroep gebeurt met een kruisproef. Zoek uit op welke manier een kruisproef wordt uitgevoerd. Leg met eigen woorden uit aan een klasgenoot wat de begrippen antigeen en antistof met de kruisproef te maken hebben. Maak met een tabel duidelijk in welke gevallen (antigeen/antistof) er sprake kan zijn van een klonteringsreactie. Wat kan het gevolg zijn van het klonteren van je bloedcellen wanneer een ‘verkeerde’ transfusie plaatsvind? Pagina 7 Module: Mens 2.0 - v456 Opdracht 3 ABO-systeem Bestudeer de kennisbank: KB: Lichaamsvreemdweefsel Ga naar ABO-systeem - www.bioplek.org. Gebruik de inhoud om je vragen bij opdracht 2 aan te vullen of te controleren. Stap4 Rhesus-antagonisme Je hebt ontdekt dat er naast de A en B antigenen van het ABO systeem ook een rhesus-antigeen op rode bloedcellen kan voorkomen. Keuze opdracht A Kraamafdeling Op de kraamafdeling bevalt een moeder van een baby. Het land van herkomst en de bloedgroep van de moeder zijn onbekend. Eén van de verpleegkundigen ontdekt dat de baby alle verschijnselen vertoont die horen bij Rhesus antagonisme. Vorm met een paar leerlingen uit je klas een behandelteam dat de volgende taken uitvoert: uitzoeken wat er met moeder en kind moet gebeuren. opstellen van een behandelplan. uitleggen aan de moeder wat er aan de hand is met de baby. uitleggen aan de man en kinderen van deze vrouw wat er aan de hand is. folder (of brief) maken waarin staat wat er moet gebeuren voordat de moeder weer in verwachting raakt. Presenteer je resultaten aan de andere behandel team en maak met elkaar een ‘good practice’ overzicht. Keuze opdracht B Bloed Bekijk het filmpje: En de informatie over de Resusfactor - www.bioplek.org. Pagina 8 Module: Mens 2.0 - v456 Beantwoord de volgende vragen: a. Waarin verschilt de afweer tegen het Rhesus antigeen en tegen de antigenen van het ABOsysteem van elkaar? b. Neem de tabel over. Geef met een vinkje de aanwezigheid aan in het bloed bij de geboorte. antistof antigeen A anti A ? anti B ? anti Rhesus ? B ? ? ? A en B ? ? ? Rhesus D (RhO (D) ? ? ? c. Wanneer een aantal Rhesus + kinderen is geboren van een Rhesus – moeder, dan kan dat tot problemen leiden. Waarom leidt de geboorte van een eerste kind niet tot problemen voor de baby? d. Een flink aantal jaren geleden kwam het wel voor dat er een Rhesus-baby werd geboren. Op welke manieren wordt tegenwoordig voorkomen dat Rhesus-antagonisme optreedt? Stap5 Als de afweer uit de hand loopt In een aantal gevallen komt het voor dat de afweer van je lichaam geen maat weet te houden of zelfs helemaal niet werkt. Dat kan levensbedreigend worden. Een allergie tegen primula’s is een voorbeeld van afweer die een beetje doorslaat. In dit geval is primine het allergeen. Lees: Allergie voor primine - Slingerland Ziekenhuis. Opdracht 1 Allergische reactie Om je een idee te geven van twee verschillende allergische reacties. Bekijk de volgende twee filmpjes. Bekijk de informatie op: www.huidinfo.nl . Opdracht 2 Allergie of auto-immuunziekte Wie heeft er in de klas een allergie? Zijn er leerlingen of leerlingen met een familielid met een auto-immuunziekte? Inventariseer dit met de klas. Noteer de naam en soort allergie/auto-immuunziekte. Pagina 9 Module: Mens 2.0 - v456 Maak per allergie of auto-immuunziekte een studiegroepje. Per groep: Lees in de Kennisbank: KB: Lichaamsvreemdweefsel Wat zijn de symptomen van de allergie/auto-immuunziekte? Gaat het om een onmiddellijke of een uitgestelde reactie gaat? Wat doet ‘de patiënt’ om een allergische reactie te vermijden? Welke EHBO of langdurige behandeling vinden plaats? Spreek met de docent af hoe je de informatie deelt. Opdracht 3 Allergische reactie Lees de kennisbank nogmaals door. KB: Als de afweer in de fout gaat Maak met je klasgenoot een schema waarin je de allergische reactie weergeeft. Controleer je schema met BINAS/Biodata. Overleg met je docent als er vragen blijven. Stap6 Afronding Voor de afronding van deze module kin je kiezen uit twee mogelijkheden. Je kunt een keuze maken uit een van de twee eindproducten. A. Deze module sluit je af door met elkaar, als klas of groep, een campagne te starten. De bedoeling is dat je medeleerlingen uit de bovenbouw informeert over het tekort aan donoren in ons land. Je probeert zoveel mogelijk nieuwe donoren te werven door een informatiestand in school in te richten, die te bemensen en voor voldoende informatiemateriaal te zorgen. Om een goede campagne te voeren moet je weten waar je over praat. Je maakt in deze stap gebruik van Donorwise . B. Mens 2.0 is de verbeterde versie van de mens zoals die nu is. De ‘designer mens’ staat er aan te komen. Op veel terreinen van de medische wetenschap kan er gesleuteld worden aan verbeteringen van ons lichaam. Maak een overzicht van de mogelijkheden die er op dit moment zijn om je lichaam’ te verbeteren. Organiseer een discussie in de klas over de wenselijkheid en toelaatbaarheid van die ‘ingrepen’ te verbetering. Bronnen: Mens 2.0, Bio-wetenschappen en maatschappij (4e kwartaal 2011). Pagina 10 Module: Mens 2.0 - v456 Artikelen uit de december nummers van Scientific American van de afgelopen jaren. Pagina 11 Module: Mens 2.0 - v456 Antwoorden Verwerking Stap 1 Opdracht 3 Huidtransplantatie a. 1. geen littekens 2. geen samentrekken van de huid 3. geen pigmentvorming 4. snelle genezing b. Een na veertien weken, geaborteerd embryo (ongewenste zwangerschap). c. 9x12 centimeter. Stap 2 Opdracht 1 Bloed b. II. rode bloedcellen IV. plasma c. Zij spelen een rol bij de afweer van het lichaam. Ze zouden dus voor afweerreacties kunnen zorgen. d. Stollingsfactoren(bloederziekte),immunoglobulines, albumine en proteaseremmers. e. Ontbreken van antistoffen(Ig’s) in het bloed. Stap 4 Keuze opdracht B Bloed a. Je hebt vanaf de geboorte al de antistoffen tegen het lichaamsvreemde antigeen A of B in je bloed. Bij het rhesusantigeen maak je pas antistoffen (als je rhesus negatief bent) wanneer de antigenen in je bloed komen. b. antistof antigeen A anti A ? anti B anti Rhesus ? ? B ? ? ? A en B ? ? ? Rhesus D (RhO (D) ? ? ? c. Bij de bevalling kan er Rhesus+ bloed met het moederlijke bloed in aanraking komen. Dan gaat de afweer van de moeder mogelijk Rhesus-antistof (anti-Rhesus) maken. Daar heeft de baby geen last van. d. Preventief inenten van de moeder met Rh0(D)-immunoglobuline. Pagina 12 Module: Mens 2.0 - v456 Antwoorden Antwoorden: Bloed als weefsel 1 1. c 2. a 3. d 4. b Aantal punten juist antwoord: 1 Pagina 13 Module: Mens 2.0 - v456 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 10 juli 2017 om 15:36 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VWO 6; VWO 5; Leerinhoud en Biologie; Instandhouding; Afweer; Reacties op lichaamsvreemde en doelen lichaamseigen stoffen en cellen; Bij afweer betrokken cellen en organen; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 6 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn Pagina 14 Module: Mens 2.0 - v456