Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 11 juli 2017 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/63299 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt. Inhoudsopgave Ontwikkeling van gedrag Intro Vooraf Eindproduct-Beoordeling Doelen-Concepten Kennisbank Werkwijze Verwerking Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Stap5 Antwoorden Verwerking Over dit lesmateriaal Pagina 1 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Ontwikkeling van gedrag Intro Is ons gedrag typisch menselijk? Zijn mensen uniek in hun manier van communiceren, in de manier waarop ze hun nakomelingen grootbrengen of met elkaar samenwerken? Of zijn wij dier onder de dieren? En is menselijk gedrag het resultaat van een lange ontwikkeling die mensen en hun voorouders miljoenen jaren hebben ondergaan? In deze module ga je die vragen beantwoorden. Daarvoor ga je eerst kijken naar de evolutie van gedrag. Daarna bestudeer je enkele voorbeelden van gedrag van mensen en hun naaste verwanten, de mensapen. Tenslotte bekijk je pesten vanuit het gezichtspunt van de etholoog. Komt pesten ook bij apen voor? En zo ja, kunnen wij dan iets van apen leren om pestgedrag te bestrijden? Met een aantal klasgenoten doe je aanbevelingen aan de school of aan je (sport)club. Pagina 2 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Vooraf Eindproduct-Beoordeling Als afronding van de module ga je je kennis van de ethologie gebruiken om het fenomeen pesten te bestuderen. Als je de bronnen hebt bestudeerd, bekijk je samen het pestprotocol van de school of van je (sport)club en je doet voorstellen voor verbetering en eventueel suggesties bij de uitvoering ervan. Je onderbouwt je aanbevelingen met argumenten uit de gedragsleer. Je werk wordt door de docent beoordeeld. Doelen-Concepten Pagina 3 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Na het afronden van deze module: Kun je uitleggen hoe gedrag evolueert onder invloed van selectiedruk Kun je verklaren waardoor populaties die in groepen leven gedrag vertonen dat een meerwaarde heeft ten opzichte van het gedrag van afzonderlijke organismen Kun je verschillen en overeenkomsten beschrijven tussen mensen en mensapen, in het bijzonder op het gebied van communicatie en moreel bewustzijn. Deelconcepten Communicatie, sociaal gedrag, rangorde, imponeergedrag, adaptief gedrag, aangeleerd, aangeboren, wederkerig altruïsme, verwanten-selectie. Kennisbank Pagina 4 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 KB: Sociale dieren KB: Communicatie KB: Taakverdeling KB: De erfelijke basis van gedrag in de tijd Werkwijze De module 'Ontwikkeling van gedrag' bestaat uit een aantal opdrachten. Op bijgaand werkplan kun je invullen welke opdrachten je gedaan hebt. Zo houd je goed overzicht. Download hier het Werkplan 'Ontwikkeling van gedrag' . Werkvorm Pagina 5 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Veel stappen kun je individueel uitvoeren. In stap 3 doe je enkele opdrachten in viertallen. In stap 4 bespreek je een stelling in de klas. Stap 5 doe je in viertallen. Pagina 6 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Verwerking Stap1 Staat gedrag onder invloed van natuurlijke selectie? Gedrag evolueert als er een wisselwerking is tussen de omgeving en de erfelijke basis van gedrag. Een voorbeeld van een dergelijke wisselwerking is bestudeerd door medewerkers van Tinbergen. Opdracht 1 Gedrag en biotoop De onderzoekers vergeleken het voortplantingsgedrag van enkele verwante soorten meeuwen, die in verschillende biotopen leven. Beantwoord eerst de vragen en bekijk dan het filmpje om je antwoorden te controleren. a. Welke uitkomst zou een aanwijzing kunnen zijn voor de wisselwerking tussen gedrag en omgeving? I. Dat nauw verwante soorten altijd hetzelfde gedrag vertonen. II. Dat nauw verwante soorten altijd verschillen in gedrag. III. Dat nauw verwante soorten verschillend gedrag vertonen als zij in verschillende biotopen leven. De onderzoekers vergeleken meeuwen die in kustmoerassen en zandduinen nestelen, met drieteenmeeuwen, die op steile rotswanden nestelen. b. Welk gedrag verwacht je bij de meeuwen van de kustmoerassen? En welk gedrag bij de drieteenmeeuw? Welke hypothese heb je? Neem de tabel over en zet de woorden in de juiste kolom. Meeuwen van zandduinen en kunstmoerassen Drieteenmeeuwen van steile rotswanden Nestbouw: oppervlakkig of diep? Pagina 7 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Voeren van jongen: Voedsel direct uit de bek of op de grond uitgebraakt? Paring: Staand of zittend? Eischaal verwijderen na uitkomen nest: Ja of nee? Vechten met rivalen: Met het hele lichaam of alleen met de bek? c. Bekijk nu het filmpje: Controleer de juistheid van je hypotheses. Bepreek met een klasgenoot van elk van de vijf gedragselementen wat de overlevingswaarde is van de verschillen in gedrag. Opdracht 2 Kosten en baten - 1 Bestudeer van het volgende Kennisbankitem de inleiding en de pagina over adaptieve eigenschappen. KB: De erfelijke basis van gedrag in de tijd Voedsel zoeken kost energie. Een dier dat efficiënt voedsel zoekt en dus netto veel energie verzamelt, zal gemiddeld meer nakomelingen voortbrengen dan een minder efficiënt individu. Om dit te toetsen, observeerden onderzoekers vogels die zich voeden met schelpdieren. Om de schelpen te openen, vliegen de vogels met de schelp een wulk) in de snavel op en laten de schelp vervolgens stuk vallen. Deze handelingen kosten energie. De onderzoekers veronderstelden dat de vogels bij voorkeur díe prooidieren kiezen, die meer energie leveren dan de energie die nodig is voor het openen van de prooi. De onderzoekers lieten zelf de schelpen van bepaalde hoogtes vallen. De resultaten van deze proef zijn weergegeven in de grafiek. De onderzoekers noteerden de volgende waarnemingen: de vogels namen altijd grote schelpen ze lieten deze van een hoogte van vijf meter vallen de vogels lieten een bepaalde schelp net zo vaak vallen tot hij brak Pagina 8 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 a. Geef twee redenen waarom het gebruik van kleinere schelpen ongunstig is. b. Bedenk welke factoren de kosten en baten van voedselzoekgedrag bepalen. Opdracht 3 Kosten en baten - 2 Ook bij de paring van dieren is er sprake van kosten en baten. Een bijzonder voorbeeld daarvan vind je bij de tropische vlinder Bicyclus anynana. Lees het artikel Seizoen bepaalt flirtgedrag van vlinder . a. Welke strategie volgt het mannetje? Welk voordeel heeft dat voor hem? Wat is de investering? b. Welke strategie volgt het vrouwtje? Welk voordeel heeft dat voor haar? Wat is de investering? Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. Opdracht 4 Ontwikkeling in de tijd Veel gedrag is adaptief: het gedrag van de soort past steeds beter bij de biotoop waar de soort voorkomt. Gedrag evolueert in de tijd. Moet je dan altijd denken aan heel lange periodes (duizenden jaren)? Is er een verband tussen evolutie van gedrag en de evolutie van lichaamskenmerken? Lees om die twee vragen te beantwoorden het volgende artikel Vogeltjes voeren beinvloedt evolutie . Bespreek daarna je antwoorden op bovenstaande vragen met een klasgenoot. Opdracht 5 Stap op de plaats Vat samen wat je in deze stap hebt geleerd over de vraag waar deze stap mee begon: staat gedrag onder invloed van natuurlijke selectie? Stap2 Pagina 9 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Evolutie van sociaal gedrag Veel dieren leven in groepen. In module 2 heb je gelezen dat er verschillende soorten groepen bestaan. Dieren die langdurig in een groep samenleven, noem je sociale dieren. Meestal kennen de dieren elkaar individueel en werken ze samen in allerlei taken. KB: Sociale dieren Opdracht 1 Leven in een groep Als we aannemen dat ook sociaal gedrag het resultaat is van evolutie, dan wil dat zeggen dat sociaal gedrag een gunstig effect heeft op het voortplantingssucces. De dieren die in de groep leven krijgen meer nakomelingen en de genen die sociaal gedrag versterken komen dus steeds meer in de populatie voor. a. Bedenk enkele voordelen van het leven in een groep. Welke nadelen kun je bedenken? b. Welke zullen in het geval van de gnoe overheersen, gezien het feit dat het dier in groepen leeft? Opdracht 2 Evolutie van sociaal gedrag Gedrag kan evolueren als er een genetische basis is. Is dat het geval bij sociaal gedrag? Bekijk: Video: Labyrint tv: De lieve natuur Zit sociaal gedrag in onze genen? Bespreek je conclusie in de klas. Pagina 10 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Opdracht 3 Altruïsme Soms is samenwerkend gedrag nadelig voor de eigen fitness. Denk maar eens aan een dier dat een alarmroep laat horen en de groep waarschuwt voor een predator. Dat gedrag noem je altruïstisch: het is goed voor de ander, maar mogelijk nadelig voor het individu zelf. De kans dat het dier zich voortplant en zijn genen doorgeeft neemt mogelijk af. Lees het artikel De evolutie van altruïsme en beantwoord daarna de vragen. a. Grondeekhoorns waarschuwen verwanten door te fluiten. Welk risico loopt de fluiter? b. Waaruit blijkt dat het de dieren te doen is om verwanten te redden? c. Wat is het voordeel van het redden van verwanten boven het redden van niet-verwanten? d. Wat wil Egas aantonen met het experiment met de vliegenvangers? e. Indirecte wederkerigheid betekent dus: ‘ik help iemand van wie ik gezien heb dat hij een ander helpt, en iemand die ziet dat ik een ander help, zal mij helpen’. Indirecte wederkerigheid ... de sociale status van de gever. Wat hoort er op de stippellijn te staan. Kies uit: verhoogt, verlaagt. f. In welke groepen verwacht je het meeste altruïstische gedrag tegen te komen? I. Groepen waarbij de dieren elkaar niet individueel kennen. II. Groepen waarbij de dieren elkaar individueel kennen. g. Wat tonen de experimenten met mensen aan? h. Op welke twee manieren is dat resultaat te verklaren? i. Welke onderzoeken worden gedaan om deze twee mogelijkheden te toetsen. j. Er zijn dus twee theorieën toegevoegd aan de theorie van Darwin: wederkerig altruïsme en verwantenselectie. Je gaat ze allebei nog eens bekijken. Opdracht 4 Wederkerig altruïsme Bestudeer de voorbeelden in het artikel en in de bron en beantwoord dan de vragen. Lees Aardig dier, zo'n vampier. Pagina 11 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 a. Wat levert wederkerig altruïsme op? b. Vergroot altruïstisch gedrag de fitness van de gever? Maak de volgende beweringen kloppend - Er zijn regelmatig/zelden ... interacties tussen dezelfde individuen. - Gemiddeld genomen de kosten het verlenen van hulp groter/kleiner ... zijn dan het voordeel van het ontvangen van hulp. - Individuen elkaar wel/niet ... herkennen, zodat bedriegers ‘bestraft’ kunnen worden. Opdracht 5 Verwanten-selectie In de voorbeelden in opdracht 4 investeren de dieren in hulp in de toekomst. Ze kiezen voor samenwerking, totdat blijkt dat de ander onbetrouwbaar is. Maar hoe zit het met de eekhoorn die met name zijn verwanten waarschuwt en zelf mogelijk daardoor prooi wordt van een predator? Die eigenschap zou in een populatie toch door natuurlijke selectie verdwijnen? De wetenschapper Hamilton loste dit dilemma op door het principe van verwanten-selectie in te voeren: een individu zal zodanig handelen dat het de kans vergroot zijn eigen genen door te geven of kopieën daarvan. Kopieën van de genen van een dier komen voor bij zijn familieleden. Hamilton stelde dat natuurlijke selectie altruistisch gedrag zal versterken als C < rB, waarbij. C = kosten (costs) van de gever, uitgedrukt in het aantal eigen nakomelingen minder. B = baten (benefit) van de ontvanger, uitgedrukt in het aantal extra nakomelingen vergeleken met de situatie als er geen hulp zou zijn. r = mate van verwantschap (relatedness) tussen gever en ontvanger. Broers en zussen hebben een verwantschap van 0,5 net als een vader en zoon of moeder en dochter; Opa en kleinkind hebben een verwantschap van 0,25. Pagina 12 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 a. Beredeneer deze getallen! We kijken nog eens naar een dier dat waarschuwt voor een predator, b.v. een zebra. Stel dat mannetjes zebra´s gemiddeld twee jongen voortbrengen en dat de zebra door te waarschuwen de kans dat hij zelf nog jongen voortbrengt verlaagt van 100% naar 90 %, doordat de kans bestaat dat hij gepakt wordt. b. Stel dat hij daarmee voorkomt dat twee broers een zekere prooi worden (en zich dus niet meer zullen voortplanten). Zal natuurlijke selectie dit gedrag bevorderen? Geef je antwoord met een berekening. c. En als het gaat om het redden van één neef? Opdracht 6 Mensen Geldt dit principe van verwanten selectie ook voor mensen? Lees Neefjes en nichtjes gebaat bij tante die vreemdgaat . Wat is de conclusie uit het artikel? Bespreek deze met een klasgenoot. Opdracht 7 Maak de volgende beweringen kloppend. Verwanten-selectie kan evolueren wanneer De afname van het eigen voortplantingssucces groter/kleiner ... is ten opzichte van de baten voor de ander Het altruïsme ten goede komt aan dieren die meer/minder ... verwant zijn en dus groter/kleiner ... . Dat betekent dat dieren hun verwanten wel/niet ... moeten kunnen herkennen. Stap3 Pagina 13 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Communicatie bij mensen en mensapen Voor dieren die in groepen leven is communicatie onmisbaar. In deze stap ga je kijken naar communicatie bij mensen en mensapen. Deze stap bestaat uit een aantal opdrachten. Opdracht 1, 3, 4 en 6 kun je individueel doen. Opdracht 2 en 5 doe je in een viertal. Opdracht 1 Verwantschap Als gedrag het resultaat is van een evolutionair proces, dan is het interessant het gedrag van mensen te vergelijken met het gedrag van onze naaste verwanten, de mensapen (Hominoidea). a. Met welke geslacht is de mens het meest verwant? b. Juist of onjuist ? De mens stamt af van de mensapen. Bonobo en chimpansee zijn nauwer verwant dan chimpansee en mens. Gorilla en mens delen een gemeenschappelijke voorouder. Gibon en mens zijn niet verwant. Opdracht 2 Mens en verwanten In hoeverre is het gedrag van de mens te vergelijken met het gedrag van zijn naaste verwanten? In viertallen. Bestudeer ieder een van de volgende artikelen. Wissel de gegevens uit en beantwoord samen de bovenstaande vraag. Noteer jullie argumenten. Artikel 98% aap Pagina 14 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Artikel De mens is toch een groepsdier Artikel Taal zit je in het bloed Artikel Notenkrakende gorilla veroorzaakt discussie rond evolutie Opdracht 3 Gezichtsuitdrukkingen bij mensapen en mensen Communiceren kan op veel manieren. In een vorige module heb je misschien al bestudeerd hoe een hond zijn emotie door lichaamstaal laat zien. Bij veel diersoorten speelt lichaamstaal een grote rol in de communicatie. Een onderdeel hiervan zijn de gezichtsuitdrukkingen. Darwin was al geïnteresseerd in dit onderwerp. Hij schreef in 1872 The expression of emotions in man and animals. Hij veronderstelde dat gezichtsuitdrukkingen een soort universele taal vormen. Maar er komen steeds meer aanwijzingen dat gezichtsuitdrukkingen voor een deel cultureel bepaald zijn (en dus aangeleerd). Bekijk het Japanse en westerse Emoticon voor blij. Geef een verklaring voor de verschillen. Opdracht 4 Hoe goed ben jij in het herkennen van emoties? Doe de test: Persoonlijkheid - tests.psychologiemagazine.nl. Opdracht 5 Gebarentaal Zoek samen (viertallen) voorbeelden van culturele verschillen in gezichtsuitdrukkingen en/of gebarentaal. Gebruik daarvoor bronnen. Je weet vast al veel uit je eigen ervaring! Ieder groepje selecteert enkele voorbeelden die mogelijk niet door iedereen begrepen worden. Test ze uit in de klas. Opdracht 6 Universele lichaamstaal Kunnen mensen en mensapen elkaars lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen lezen? Bokito is een mannetjes gorilla in diergaarde Blijdorp. In mei 2007 ontsnapte hij en sleurde één bezoekster mee, die hierbij ernstig gewond raakte. De vrouw bezocht Bokito vier dagen per week en had steeds oogcontact gemaakt met de mensaap. Dit aanstaren heeft waarschijnlijk geleid tot de Pagina 15 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 aanval. Vanuit het ziekenhuis meldde de vrouw: "Hij is en blijft mijn lieveling. Sinds hij in Blijdorp zit, maak ik contact met hem. Als ik mij hand op het glas legde, deed hij hetzelfde. Als ik naar hem lachte, lachte hij terug". Bekijk het commentaar van etholoog Jan van Hooff op dit voorval. Wat is de conclusie uit deze gebeurtenis? Stap4 Moreel gedrag en empathie Is er dan niets waarin wij verschillen van dieren? Kunnen ook dieren onderscheid maken tussen goed en kwaad? Moreel besef, gevoel voor rechtvaardigheid, het kunnen meeleven met elkaar. Dat zijn toch typisch menselijke eigenschappen die we verkrijgen door opvoeding en cultuur? Of zijn zelfs deze gedragingen het resultaat van evolutie? Opdracht 1 Waar ligt de oorsprong van moreel gedrag? Bestudeer de volgende bronnen: Artikel: Geen apenstreken Artikel: Moraal is van mens en dier Artikel: Kan een dier goed van kwaad onderscheiden? Bespreek daarna de volgende vraag in de klas: Zijn we in essentie egoïstisch en moet religie ons waarden bijbrengen? Of beginnen we ons leven met de juiste ingrediënten voor een goed hart? Stap5 Pagina 16 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Pesten In viertallen. Je gaat beginnen aan de afronding van deze module. Je gaat je kennis van ethologie gebruiken om het fenomeen pesten te bestuderen. Ook pesten is een voorbeeld van sociaal gedrag, maar dan negatief. Aan de hand van de volgende bronnen geef je antwoord op de volgende vragen: Wat is pesten? Hoe herken je het? Waardoor ontstaat het? Wat heeft het te maken met sociaal gedrag? Komt pesten ook bij dieren voor? Zo ja, hoe reageren de dieren er op? Als je de bronnen hebt bestudeerd, bekijk je samen het pestprotocol van de school of van je (sport)club. Wat vinden jullie, ethologisch gezien, de sterke punten erin? Wat moet benadrukt worden bij de uitvoering? Zouden jullie daaraan iets willen veranderen, op grond van de kennis die je nu hebt? Zo ja wat? Schrijf de aanbevelingen op en onderbouw ze met argumenten vanuit de ethologie. Zorg dat ze bij de juiste persoon terecht komen. Nodig zo mogelijk degene die belast is met de uitvoering van het protocol uit voor een discussie. Bronnen: www.pesten.nl Pestkoppen, agenten en leraren: enkele ethologische bespiegelingen Pagina 17 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Antwoorden Verwerking Stap 1 Opdracht 2 Kosten en baten - 1 b. Een kleine wulk levert minder energie dan een grote Een kleine wulk breekt op vijf meter pas na gemiddeld 18 pogingen, een grote na 8. c. De moeite die het dier moet doen om de prooi te vinden, de moeite die het dier moet doen om te doden en te eten, de opbrengst aan energie van het voedsel Opdracht 1 Leven in een groep a. Bescherming tegen vijanden, hulp bij grootbrengen jongen, vinden voortplantingspartner, hulp bij vangen van een prooi, dieren kunnen van elkaar leren. Nadelen: meer vatbaar voor parasieten, aantrekkelijk voor predatoren, concurrentie om een partner te vinden, concurrentie om voedsel. b. De voordelen. Stap 2 Opdracht 1 Leven in een groep a. Bescherming tegen vijanden, hulp bij grootbrengen jongen, vinden voortplantingspartner, hulp bij vangen van een prooi, dieren kunnen van elkaar leren. Nadelen: meer vatbaar voor parasieten, aantrekkelijk voor predatoren, concurrentie om een partner te vinden, concurrentie om voedsel. b. De voordelen. Opdracht 3 Altruïsme a. Dat hij zelf de aandacht trekt van de predator. b. Als de grondeekhoorns niet in familiegroepen leven, maar samen met niet-verwante eekhoorns in gemengde groepen, gaan ze minder snel fluiten. c. Verwanten geven voor een deel dezelfde genen door als jij. d. I. Dat altruïsme ook kan bestaan buiten het familieverband in de vorm van wederkerigheid. II. Dat er bij de vliegenvangers directe en indirecte wederkerigheid bestaat en dat de dieren dus de reputatie bijhouden van de andere dieren. e. Indirecte wederkerigheid verhoogt de sociale status van de gever. f. Groepen waarbij de dieren elkaar individueel kennen. g. Dat mensen wel elkaars reputatie bijhouden, maar dat ze toch hun eigen kans op winst gewin opgeven in de hoop dat anderen dat ook doen. Ze willen samenwerken, ook als dat niet de slimste strategie is. h. Het kan aangeleerd of aangeboren zijn. i. Onderzoek aan tweelingen en onderzoek in verschillende culturen. Opdracht 4 Wederkerig altruïsme a. Het vergroot de kans dat je zelf geholpen wordt als je ooit hulp nodig hebt. b. Ja, maar in de toekomst. c. Er regelmatig interacties zijn tussen dezelfde individuen. Gemiddeld genomen de kosten het verlenen van hulp hoger zijn dan het voordeel van het ontvangen van hulp. Individuen elkaar wel herkennen, zodat bedriegers ‘bestraft’ kunnen worden. Opdracht 5 Verwanten-selectie b. Ja want Pagina 18 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 rB = 2 x 2 x 0,5 = 2 en C = 0,1 x 2 = 0,2 c. Ja, want rB = 1 x 2 x 0,125= 0,25 en dat is groter dan 2. Opdracht 7 De afname van het eigen voortplantingssucces kleiner is ten opzichte van de baten voor de ander Het altruïsme ten goede komt aan dieren die nauwverwant verwant zijn en dus r groter. Dat betekent dat dieren hun verwanten wel moeten kunnen herkennen. Stap 3 Opdracht 1 Verwantschap a. Pan. b. onjuist juist juist onjuist Pagina 19 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 11 juli 2017 om 14:16 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VWO 4; Leerinhoud en doelen Interactie; Gedrag; Biologie; Oorzaken en functies van gedrag; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 5 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare, rearrangeerbare leerlijn Pagina 20 Module: Ontwikkeling van gedrag - v456