Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 11 1 AGOGIEK, EEN BEGRIPSVERHELDERING 1.1 Agogie(k) 1.2 Agologie 1.3 Agogisch handelen: een terreinverkenning 19 1.4 Agogisch handelen in de gezondheidszorg 26 13 15 11 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 12 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 13 agogiek, een begripsverheldering 1 1.1 Agogie(k) Brandweerman, prostituee, piloot en priester zijn beroepen waarvan iedereen zich een beeld kan vormen. Voor de agoog is deze brede bekendheid niet weggelegd. Op de vraag wat eerstejaarsstudenten zich bij een agoog voorstellen, wordt veelal gezwegen. Voor iemand die onbekend is met het begrip agogiek kan het een steun zijn zich te realiseren dat pedagogiek het woord agogiek al in zich draagt. De gemiddelde eerstejaarsstudent is met het werk van pedagogen meestal enigszins bekend: ‘pedagogen zijn deskundigen die zich bezighouden met de (her)opvoeding van kinderen en jeugdigen’, luidt doorgaans de reactie. Bij nadere analyse van het woord (ped)agogiek komen studenten soms met de opmerking dat ze het woord ‘goog’ wel als scheldwoord kennen en dat goog in deze beeldvorming geen equivalent is voor goochem. Sommige studenten plaatsen agogen in het rijtje van ‘ogen’ die zich met menselijke en maatschappelijke problemen bezighouden zoals psychologen, sociologen, antropologen. Verder in deze tekst zal blijken dat er enige overeenkomst bestaat tussen deze associaties en datgene waarmee de agogiek zich daadwerkelijk bezighoudt. Een ontleding van de term pedagogiek verduidelijkt tegelijkertijd de term agogiek. Voor een dergelijke uitleg biedt het Oudgrieks verhelderende aanknopingspunten: Paidos kan worden vertaald met ‘kind’; Agogos met ‘begeleider’ of ‘gids’. Het woord agogos is afgeleid van het werkwoord agein, dat gebruikt wordt in de betekenis van ‘opleiden, regeren, besturen’. Wat vrijer vertaald: agogie betreft het begeleiden van mensen. Bij het begeleiden van mensen kan men denken aan zowel de begeleiding van kinderen, als van volwassenen, als van oudere mensen. Wat betreft het begeleiden van kinderen is het gemeengoed geworden om in die situatie te spreken van opvoeden, van pedagogisch handelen. Met andere woorden: ped-agogie is de agogie van kinderen. Zoals voor het opvoeden van kinderen de term pedagogie in gebruik is geraakt, zo zien we de laatste decennia een ontwikkeling waarin ‘opvoeden’ van volwassen mensen als agogisch werk wordt betiteld. Het agogisch werken met volwassenen wordt echter geen opvoeding van, maar hulpverlening aan of vorming van volwassenen mensen genoemd. Met een duur woord: andragogie. 13 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 14 agogiek, een begripsverheldering Voor een uitleg van het woord andragogie kunnen we wederom te rade gaan bij het Oudgrieks, waar andros staat voor ‘volwassen mens’. Andragogie richt zich dus op de begeleiding van volwassen mensen. Ten aanzien van het begeleiden van oudere mensen zou je kunnen spreken van geronto-agogie, alhoewel dit geen ingeburgerde term is. Agogie is het verzamelbegrip dat de pedagogie, de andragogie en de geronto-agogie omvat. Dit betekent dat bijvoorbeeld het werk van pedagogen als agogische arbeid gezien kan worden, echter het omgekeerde is niet waar. Niet alle agogen zijn ook pedagogen. Om het spectrum van studierichtingen die betrekking hebben op de agogie(k) compleet te maken dienen de sociale pedagogiek en de orthopedagogiek nog vermeld te worden. Sociale pedagogiek is tussen de pedagogiek en de andragogiek in te plaatsen en richt zich op de begeleiding van jongeren of jeugdigen. Orthopedagogiek is de pedagogiek die zich bezighoudt met kinderen die in problematische opvoedingssituaties verkeren. Orthos is het Oudgriekse woord voor ‘rechtmakend’ of ‘handhavend’. Agogie en agogiek zijn als termen in het voorgaande steeds naast elkaar gebruikt. Wat nog niet aan bod is geweest, is het woord agologie. Om deze drie begrippen van elkaar te kunnen onderscheiden moet het onderscheid worden gemaakt tussen theorie en praktijk. De agogie heeft alleen betrekking op de praktijk van het agogisch handelen, ofwel de begeleidingspraktijk. De agogiek heeft, evenals de agologie deze begeleidingspraktijk als onderwerp, maar dan als object van studie. Agogiek en agologie kennen een ander niveau van theorievorming. De agogiek ontwikkelt de zogenaamde praktijktheorieën, de agologie richt zich daarentegen op de vorming van wetenschappelijke theorieën. Praktijktheorie is ‘een relatief samenhangend geheel van inzichten, werkprincipes, vuistregels, technieken, tactieken, strategieën, waarden en voorwaarden die in de praktijk van het werk en de directe reflectie daarop ontstaan zijn en waaraan men richting ontleent voor het praktisch handelen’. Dit niveau van de theorievorming kan als voorwetenschappelijk getypeerd worden. Wetenschappelijke theorie zoals die binnen de agologie ontwikkeld wordt, dient, in tegenstelling tot de agogiek, aan de strengere eisen van wetenschappelijk onderzoek te voldoen. ‘Agologie is een wetenschap, die zowel de praktijk van het methodischagogisch handelen als de agogiek als object van onderzoek en theorievorming heeft. Agologie is een theoretisch-empirische wetenschap. Theoretisch omdat het de taak van de agologie is om met behulp van theorieën gebeurtenissen te verklaren en te 14 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 15 agogiek, een begripsverheldering voorspellen; empirisch doordat uitspraken kritisch getoetst worden aan de hand van systematisch verkregen waarnemingen en aan de hand van logische regels.’ Schematisch kan het voorgaande als volgt samengevat worden: Kind Volwassen mens Oudere mens Agogie (de agogische praktijk) Pedagogie Andragogie Geronto-agogie Agogiek (praktijktheorie) Pedagogiek Andragogiek Geronto-agogiek Agologie (wetenschappelijke theorie) Pedagologie Andragologie Geronto-agologie 1.2 Agologie Als je een vijand wilt hebben, probeer dan iemand te veranderen. robert anthony Agologie is een van de wetenschappen in het scala van de sociale wetenschappen, een wetenschap die geplaatst kan worden naast onder andere psychologie en sociologie. Zij onderscheidt zich vooral van andere sociale wetenschappen door haar invalshoek, die steeds op verandering gericht is. Agologie is niet zozeer gericht op het gedrag van de mens dat voortdurend verandert ten gevolge van de ontwikkelingen die iemand doormaakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het persoonlijk ontwikkelingsproces waar ieder van ons mee te maken heeft gehad, zoals de rebellie in de puberteit. Een dergelijk bij het leven behorend rijpingsproces is te beschouwen als een min of meer vanzelfsprekend of spontaan verlopend veranderingsproces en is derhalve geen onderwerp van onderzoek voor agogen. Zo’n verandering en de gevolgen die daaruit voortvloeien, is vooral voer voor psychologen, en dan voornamelijk voor ontwikkelingspsychologen die zich specifiek bezighouden met de levensloop van de mens. De agologie daarentegen richt zich juist op die situaties waarin opzettelijke menselijke gedragingen, menselijke verhoudingen veranderd worden. De agologie bestudeert en onderzoekt die praktijksituaties waarin bewust veranderingen op gang gebracht worden. Het gaat dus om situaties waarin gesproken kan worden van doelgerichte begeleiding of beïnvloeding. ‘Hoe krijgt iemand op een effectieve wijze het werken met protocollen op zijn afdeling ingevoerd’ is daarvan een voorbeeld. Essentieel is dus het onderscheid tussen ‘anders worden’ en ‘anders maken’. Donkers zegt in dit verband dan ook: ‘Als theory of changing bestudeert zij (= de agolo- 15 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 16 agogiek, een begripsverheldering gie) immers het daadwerkelijk bezig zijn met beïnvloeden van mensen en het veranderen van probleemsituaties. Haar centrale vraag is, op welke manier je deze problematische situaties in een gewenste richting kunt veranderen. De agologie moet je dus zien als een theory of changing en niet zozeer als een theory of change, zoals de psychologie en sociologie’ (Donkers, 2001). Kennis en inzichten uit de andere sociale wetenschappen zijn voor de agologie noodzakelijk, maar dienen binnen de agologie steeds vanuit een andere invalshoek bestudeerd te worden. Het alledaagse leven van mensen, hun persoonlijk functioneren, de gedragingen als lid van de samenleving, hun gedrag in kleine groepen, hun samenwerken in organisaties, de wisselwerking tussen maatschappelijke groeperingen (bijvoorbeeld de burgers tegenover de overheid of de cliënten tegenover de hulpverleners), wordt door allerlei sociale wetenschappen onderzocht. Denk daarbij in het bijzonder aan wetenschappen als sociologie, psychologie, filosofie, economie, politicologie, antropologie en rechten. De interesses, gedragingen enzovoort van een man of vrouw van middelbare leeftijd verschillen doorgaans van die van pubers. In de loop van hun leven maken mensen immers een ontwikkeling door: menige jaren-zestig-rebel is de manager van nu. De positie van homoseksuele vrouwen en mannen in de Nederlandse samenleving in de jaren vijftig van de vorige eeuw en nu, vijf jaar in de nieuwe eeuw, is niet dezelfde. Voortdurend doen zich dus veranderingen voor. Ook deze veranderingen, je zou het de dynamiek van het menselijk bestaan kunnen noemen, worden door eerdergenoemde wetenschappen bestudeerd. De hulpverlener zal inzicht moeten hebben in veranderend gedrag van (groepen) mensen, wil hij die mensen agogisch verantwoord kunnen opvangen en begeleiden. Een voorbeeld ter verduidelijking: Mevrouw Van Loon ontdekte onlangs een knobbeltje in haar borst. Via de huisarts wordt ze voor onderzoek doorgestuurd naar de mammapoli van het plaatselijk ziekenhuis. Na verschillende onderzoeken krijgt ze van de chirurg het advies om zich voor operatie te laten opnemen. Tijdens de operatie zal een stukje weefsel onderzocht worden om te kunnen vaststellen of het om een kwaadaardige tumor gaat. Eventueel zal de borst tijdens dezelfde operatie geamputeerd worden. Uit een gesprek blijkt dat zij op de hoogte is van de ingrijpende consequenties die een borstamputatie kan hebben. Ze vertelt over haar moeder die zeven jaar geleden in hetzelfde ziekenhuis werd opgenomen met een open borsttumor, en enkele maanden later overleed. Destijds heeft zij regelmatig met haar moeder over kanker en doodgaan gesproken maar met haar eigen man verliepen de gesprekken heel anders. Hij kon nauwelijks de fut opbrengen om naar de verhalen over moeder te luisteren en was in die tijd veel buitenshuis. Ze zegt bang te zijn voor de diagnose en voor de onmacht van haar man. 16 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 17 agogiek, een begripsverheldering In het leven van mevrouw Van Loon hebben belangrijke veranderingen plaats. Hoe iemand op een dergelijk bericht, het moeten ondergaan van een borstoperatie, reageert, zowel tegenover zichzelf (zelfbeleving) als tegenover de sociale omgeving (partner, eventuele kinderen, vrienden, hulpverleners) is enerzijds heel persoonlijk. Ieder individu reageert immers op zijn eigen manier. Anderzijds komt uit psychologische studies duidelijk naar voren dat bepaalde reacties vrij vaak en bijna voorspelbaar optreden. Denk bijvoorbeeld aan gevoelens van angst, onmacht, verdriet, kwaadheid. En reacties als ontkenning en depressie. Over de wisselwerking tussen de mogelijke reacties van de sociale omgeving en de reacties van een patiënt is uit deze studies het een en ander bekend. We hebben het dan over die ontwikkelingen die zich min of meer vanzelfsprekend voordoen (veel voorkomende rouwreacties). Op het moment dat mevrouw Van Loon te maken krijgt met doelbewuste opvang en begeleiding van hulpverleners – in dit geval verpleegkundigen of maatschappelijk werkers van het ziekenhuis – is er sprake van agogische bemoeienis (en dus wordt de situatie relevant voor agologisch onderzoek). Bij de opvang en de begeleiding van mevrouw Van Loon zal de kwaliteit van de hulpverlening afhangen van de bekendheid van de hulpverlener met de psychische en sociale gevolgen die voortkomen uit opname en de diagnose en eventuele behandeling van borstkanker, bijvoorbeeld de kennis over interdependentie (netwerken en afhankelijkheidsrelaties). Een ander voorbeeld van het onderscheid ‘anders worden’ en ‘anders maken’: Hans, trainer Gespreksvaardigheden aan een hogere beroepsopleiding, wordt ieder schooljaar opnieuw geconfronteerd met diverse onderwijsgroepen waarbinnen zich bepaalde ontwikkelingen afspelen. In elke startende groep aan het begin van het schooljaar liggen de verhoudingen onderling, de communicatie met elkaar maar ook die tussen de groep en Hans, nog open. Welke verhoudingen na een paar maanden zullen ontstaan, is elk jaar weer verschillend. Rond de kerst beginnen zich daarin pas lijnen af te tekenen. Geleidelijk aan wordt duidelijk wie de centrale groepsleden, wie de randfiguren zijn, wie de zwijgers, wie de praters zijn, wat de kleine groepen (subgroepen) binnen de grote groep zijn, welke leden of subgroepen op gespannen voet met elkaar staan, hoe de verhouding tussen de groep en Hans ligt en aan welke ongeschreven regels men zich binnen de groep dient te houden (groepsnormen). Dit soort vanzelfsprekende veranderingen in groepen mensen zijn in het bijzonder bestudeerd vanuit de zogenaamde groepsdynamica, een specialisme binnen de (sociale) psychologie. In het kader van sociale vaardigheidstrainingen, veelal een regulier onderdeel binnen het onderwijsprogramma van hbo-opleidingen die opleiden tot een hulpver- 17 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 18 agogiek, een begripsverheldering lenend beroep, gaat het erom, groepsprocessen zoals in het voorbeeld genoemd, te onderkennen en – en dit maakt het juist agogisch – bewust te leren gebruiken. Hans zal er in de positie van trainer op gericht zijn de studenten zich bewust te laten worden van de onderlinge beïnvloeding. Verder zal hij proberen de studenten te laten ervaren in welke mate die beïnvloeding op ieder van hen en op de groep als zodanig, bevorderend dan wel belemmerend uitwerkt. Zo’n training wordt daarmee een vorm van groepswerk. De voor Hans regelmatig terugkerende vraag hoe zo’n groep studenten verantwoord te begeleiden en doelgericht te beïnvloeden, is dan typisch weer een agogische vraagstelling. Tevens kan aan de hand van dit voorbeeld de verhouding tussen de agologie en de andere sociale wetenschappen duidelijk gemaakt worden. Om een dergelijke groep adequaat te kunnen begeleiden is het noodzakelijk dat de trainer inzicht heeft in hoe mensen in het algemeen en binnen groepen in het bijzonder met elkaar communiceren. Hij heeft kennis en inzicht nodig die afkomstig is uit onderzoek verricht door de psychologische wetenschap. Verder moet hij op de hoogte zijn van onderwijs- en beïnvloedingsstrategieën. Daarnaast zal de maatschappelijke positie en de achtergrond van de groepsleden van invloed zijn op de omgangsvormen, de normen en de waarden in de groep. Zo zal de training op verschillende manieren beïnvloed worden, afhankelijk of de deelnemers van de groep bijvoorbeeld deurwaarders van de belastingdienst zijn, dan wel studenten Logopedie, of helpenden van kwalificatieniveau 2. Vanuit de onderwijskunde, de sociologie of de culturele antropologie zijn daar dan weer zinnige feiten en wetmatigheden over bekend, waarvan Hans in dit geval op de hoogte dient te zijn om ze agogisch te kunnen gebruiken. Zoals eerder gesteld, de agologie is geïnteresseerd in het ‘anders maken’. De agologie is derhalve een handelingswetenschap en in die zin kan de agologie vergeleken worden met de medische wetenschap. Zoals de medische wetenschap inzichten uit de biologie, de schei- en natuurkunde en steeds meer ook uit de sociale wetenschappen gebruikt voor het optimaliseren van de medische hulpverlening, zo heeft de agologie ook de kennis van de overige sociale wetenschappen nodig. In het verleden heeft de agologie haar onderzoeksterrein vooral in het welzijnswerk gevonden. Sectoren van de welzijnszorg en de gezondheidszorg kennen echter praktijksituaties die in agogisch opzicht met elkaar vergelijkbaar zijn. In bijvoorbeeld de verstandelijk gehandicaptenzorg en de psychiatrische hulpverlening ziet men dan ook vaak een nauwe samenwerking tussen hulpverleners die een opleiding in de sfeer van de gezondheidszorg en hulpverleners die een opleiding in de sfeer van het welzijnswerk hebben gevolgd, denk bijvoorbeeld aan verpleegkundigen naast inrichtingswerkers of sociaal-pedagogische hulpverleners. Meer en meer heeft de agologie zich naast de welzijnssector georiënteerd op de gezondheidssector. 18 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 19 agogiek, een begripsverheldering 1.3 Agogisch handelen: een terreinverkenning Slangen die niet van huid kunnen verwisselen, gaan ten gronde. Evenzo de geesten die men verhindert van mening te veranderen: zij houden op geest te zijn. friedrich nietzsche, De vrolijke wetenschap, 1976 Onderstaande schetsen van praktijksituaties waarin sprake is van beïnvloeding of begeleiding, kunnen gebruikt worden bij een verdere afbakening van het verschijnsel ‘agogische arbeid’. … en Annemiek leefde bijna dertig jaar met hem samen. Sinds zijn dood houdt het verdriet haar nog dagelijks in de greep. Het lukt haar niet zich van zijn plotselinge dood los te maken, hoewel het al meer dan twee jaar geleden is. ‘s Nachts de nachtmerries en overdag de uren waarin ze voor zich uit staart. Ze neemt geen enkel initiatief om eropuit te gaan. Zelfs de boodschappen laat ze thuis bezorgen. In het verleden waren er nog de vriendinnen die haar wilden helpen en opbeuren, maar die hadden, zoals dat vaak gebeurt, na een paar weken weer de aandacht nodig voor hun eigen beslommeringen. Alleen Cisca kwam nog wel eens langs met haar welgemeende advies: ‘Kom meid, luister toch eens naar me. Ik weet waarover ik praat, ik heb destijds Jos ook verloren. Nou, ik kan je verzekeren hoor: de wereld draait door. Jij moet eens ophouden met simpen. Kom, hier is je jas, laten we naar de bioscoop gaan!’ … en in paniek belt hij het bureau van de plaatselijke ggz-organisatie, omdat zijn gezin volgens zijn zeggen is vastgelopen. De oudste dochter is weggelopen, de tweede wil niet meer naar school en zijn vrouw drinkt met de dag meer. Iedere dag opnieuw conflicten tussen ouders onderling en met de kinderen. De huishouding is verwaarloosd en er is een achterstallige huurschuld van drie maanden. Na een uitnodiging en enkele gesprekken met hem wordt er op het bureau gestart met een behandeling voor het hele gezin. In welke van bovenstaande situaties is er nu sprake van agogisch handelen en waarom? Ter beantwoording van deze vraag dient de volgende werkdefinitie van agogisch handelen als richtlijn: Agogisch handelen is het beroepsmatig, doelbewust en planmatig op gang brengen en begeleiden van psychosociale veranderingen. 19 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 20 agogiek, een begripsverheldering Op de eerste plaats onderscheidt agogisch handelen zich van andere vormen van (niet-beroepsmatige) dienstverlening of beïnvloeding door haar doelbewuste en planmatige opzet. In dit verband wordt vaak gesproken van methodisch handelen, wat dan wil zeggen: doelgericht en volgens een bepaalde systematiek te werk gaan. Allerlei dagelijkse situaties waarin mensen opgevangen, opgevoed of gevormd worden, voldoen niet aan het criterium ‘doelbewust en planmatig’. De opvoeding waarmee de meesten van ons in het ouderlijk milieu te maken hebben gehad, voldoet doorgaans ook niet aan de eisen van doelbewustheid en planmatigheid. Evenmin de oplossing van de fikse ruzies, die we af en toe hebben met onze vriend(in). Iedereen herkent wel iets van zijn impulsieve neiging om tijdens een ruzie alleen maar te luisteren naar het zwakke in het verhaal van de ander, terwijl aandacht voor de redelijkheid van die ander het compromis in zicht zou kunnen brengen. Hetzelfde geldt voor de opvang en steun in crisissituaties die door vrienden of familie gegeven worden. Pogingen tot opvang, of breder geformuleerd, tot beïnvloeding, die louter op intuïtie of persoonlijke ervaringen berusten en zich nauwelijks op een bewust niveau afspelen, worden niet tot het beroepsmatig agogisch handelen gerekend. Dat de agogische hulpverlening zich door haar methodische en beroepsmatige karakter van de niet-agogische hulpverlening onderscheidt, wil echter niet zeggen, dat dat per definitie ook tot betere resultaten leidt dan wanneer mensen elkaar onderling helpen. Kijk in dit verband nog eens terug naar de eerste schets aan het begin van deze paragraaf, waarin Annemiek door haar vriendin Cisca wordt ‘geholpen’. Agogische hulpverlening kan echter een uitkomst zijn wanneer mensen in hun dagelijks bestaan de moeilijkheden niet zelf of met onderlinge hulp kunnen overbruggen, zoals in het tweede voorbeeld. De kwaliteit van de hulpverlening hangt desalniettemin niet simpelweg af van het al dan niet methodisch verantwoord zijn van die hulpverlening. Wie kent niet de hulpverlener, die beroepsmatig volkomen verantwoord werkt, maar wiens bijdrage teniet wordt gedaan door diens houding? De hulpverlener die de (goede anamnestische) vraag stelt: ‘Welke pogingen heeft u ondernomen om het probleem op te lossen?’, maar ondertussen voortdurend naar zijn aantrekkelijke collega zit te gluren, neutraliseert de effecten van zijn vraag. Donkers (2001) nuanceert het scherpe onderscheid tussen amateurisme en professionalisme als volgt: Agogisch handelen lijkt veel op wat ieder mens bij tijd en wijle doet, namelijk mensen helpen en begeleiden in hun psychosociale ontwikkeling. Iedereen kan agogisch handelen en handelt ook op bepaalde momenten agogisch. In de natuurlijke levenssituatie in gezin, groep, organisatie en gemeenschap zijn beïnvloedingsprocessen te herkennen die we als opvoeding, vorming, ontwikkeling of hulpverlening kunnen betitelen. In zo’n natuurlijke levenssituatie is de relatie tussen degene die begeleidt en degene die begeleid wordt niet opzettelijk en ter wille van deze begeleiding aangegaan; bij beroepsmatig agogisch handelen is dat wel het geval … de verhouding tussen hen is opzettelijk voor beperkte tijd aangegaan ter wille van die beïnvloeding. 20 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 21 agogiek, een begripsverheldering Agogisch handelen wordt in dit boek voorbehouden aan de begeleidingsrelaties die methodisch en beroepsmatig van aard zijn. Hulpverleners zijn verplicht tot methodisch handelen, niet omdat het succes garandeert, maar omdat het de voorwaarden daartoe schept. Deze kenmerken, het methodische karakter en de beroepsmatige verhouding tussen cliënt en hulpverlener, komen in respectievelijk hoofdstuk 2 en 3 aan de orde. Het tweede deel van de werkdefinitie zegt dat de agogische arbeid gericht is op het initiëren en begeleiden van ‘psychosociale’ veranderingen. Psychosociale veranderingen hebben enerzijds betrekking op de zelfbeleving, de persoonlijke eigenschappen en het gedrag van de individuele mens: de psychische component. Een voorbeeld: Ger, een eeuwige twijfelaar, heeft veel van zijn toch al niet te grote zelfvertrouwen ingeleverd tijdens zijn vorige stage. Hij was te idealistisch en men verweet hem dat zijn werktempo overeenkwam met een wel heel prille beginneling. Zijn vriendin Lisa, nooit om een rondborstige mening verlegen, zette hem aan het denken met de opmerking: ‘Ger, je hebt zoveel moois in je hoofd, maar er komt niets uit. Het enige wat mensen zien is je traagheid en wat ze horen zijn je vage kreten, dat het anders zou kunnen. Als je een nul wilt zijn, wees dat dan ook en hou helemaal je mond. Wil je meer of anders, wees dan duidelijk en profileer je. Maak een keuze wat je wilt laten zien: je masker of je gezicht. Ik heb in ieder geval genoeg van je masker. Als je zo blijft kun je wat mij betreft opstappen.’ Met dit dilemma voor ogen maakte Ger een aantal keuzes, die resulteerden in meer daadkracht. Anderzijds hebben psychosociale veranderingen betrekking op de sociale component: de sociale systemen waarbinnen het individuele gedrag zich afspeelt, met andere woorden, de verhoudingen met andere mensen, het functioneren binnen groepen (het gezin), organisaties (het werk of ziekenhuis) en de verhouding met de samenleving. Een voorbeeld: Ger beschouwt zijn lagere werktempo niet langer als een persoonlijke handicap. Hij wast weliswaar minder mensen, maar maakt wel een praatje. Hij verantwoordt zich tijdens de teamvergadering en vraagt waarom de anderen de score van het aantal gewassen patiënten tot heiligheid verheven hebben. Iedereen zwijgt, maar na verloop van tijd beaamt men daar nog niet eerder bewust bij te hebben stilgestaan. Het afdelingshoofd stelt voor dit onderwerp voor een volgende vergadering te agenderen. 21 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 22 agogiek, een begripsverheldering De term psychosociaal benadrukt vooral de samenhang tussen de psychische en sociale component. Centraal in het agogisch handelen staan dus de sociale verhoudingen waaronder mensen leven en werken en de wijze waarop zij die verhoudingen ervaren. Dit betekent dat allerlei vormen van beïnvloeding niet tot het terrein van het agogisch handelen gerekend kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: – beïnvloeding van mensen via de reclame, een poging het consumentengedrag, het economisch handelen van mensen te veranderen (commerciële beïnvloeding); – mensen gevoelig te maken voor bepaalde politieke of religieuze c.q. levensbeschouwelijke opvattingen (ideologische beïnvloeding); – beïnvloeding ten behoeve van de materiële condities van het menselijk bestaan, zoals de inkomenspolitiek van de overheid, de cao-onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers, het woningbouwbeleid van de gemeente; – de behandeling van lichamelijke ziekten, in zoverre het alleen beïnvloeden van het fysiologisch, biochemisch en neurologisch functioneren van de patiënt betreft (medische zorg), zoals in het nu volgende voorbeeld. … en de huisarts belooft haar dezelfde middag nog langs te komen. De klachten die bestaan uit koorts, pijn in de onderbuik, misselijkheid en braken duren nu al meer dan drie dagen. Door de koorts kan ze haar bed nauwelijks nog uit. Nadat de dokter haar heeft onderzocht, stelt hij als diagnose: ontsteking van de adnexa (eileiders en eierstokken). Hij adviseert haar voorlopig bedrust te houden en schrijft haar verder een breedspectrumantibioticum voor. Deze antibioticumkuur moet ze helemaal opmaken. Hij verwacht haar over twee weken op het spreekuur om te bekijken of de ontsteking is genezen en haar te onderzoeken op eventuele restverschijnselen. Deze beïnvloedingsvormen zijn niet-agogisch omdat ze niet eenduidig gericht zijn op de verbetering van het psychosociale welzijn van mensen. Dit betekent echter niet dat men bij de agogische begeleiding de fysieke, materiële condities en ideologische opvattingen achterwege laat. Zij geven in de agogische hulpverlening veelal de grenzen van de mogelijkheden aan. Bijvoorbeeld, bij de begeleiding van een vrouw met multipele sclerose kan haar fysieke conditie niet buiten beschouwing gelaten worden. Louter en alleen het psychotherapeutisch opvangen van politieke vluchtelingen is evenzeer discutabel. Met andere woorden: agogisch handelen, in de zin van verbeteren van het psychosociale welzijn van mensen, betekent in geen geval het sluiten van de ogen voor de fysieke en materiële condities van dat welzijn en de rol die ideologische opvattingen daarin spelen. Zonder dat de werkdefinitie daarin voorziet, is in het voorgaande al gesproken over agogisch handelen ter ‘verbetering’ van het psychosociale welzijn van mensen. Een omschrijving van agogisch werken die deze component includeert, is de op Van Beugen (1968) geïnspireerde definitie: 22 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 23 agogiek, een begripsverheldering Agogisch handelen is het door een dienstverlener (‘change agent’, agoog) beïnvloedend inwerken op sociale processen en sociale structuren met het expliciete doel om het welzijn van een cliëntsysteem (individu, groep, organisatie of gemeenschap) te bevorderen. Hierin wordt dus sterker dan in de werkdefinitie benadrukt dat agogisch handelen het beroepsmatig en deskundig begeleiden van mensen en groepen inhoudt, teneinde hun psychosociale ontwikkeling te verbeteren. Wat als verbetering aangemerkt moet worden, is geen eenduidige zaak. Cliënt en hulpverlener kunnen daarover verschillend oordelen en ook hulpverleners onderling kunnen daarin van opvatting verschillen. In deze omschrijving van agogisch handelen komt verder ook duidelijk naar voren dat de agogische beïnvloeding betrekking kan hebben op verschillende niveaus. Het kan de beïnvloeding van een individu, van een groep mensen, van een organisatie of van (een deel van) de samenleving betreffen. In de agogie worden grofweg drie niveaus van agogisch ingrijpen onderscheiden: – het microniveau; – het mesoniveau; – het macroniveau. microniveau De hulpverlening aan individuen en aan groepen mensen (bijvoorbeeld gezinnen of groepen patiënten, bewoners). Dit is het niveau van de directe hulpverlening oftewel de begeleiding van hulpvragers. mesoniveau De hulpverlening aan organisaties oftewel de begeleiding van hulpverleners, bijvoorbeeld de begeleiding van een hulpverlenersteam met samenwerkingsmoeilijkheden, de ondersteuning van een afdelingsteam dat op een andere organisatievorm overstapt of de begeleiding van een fusieproces van twee gezondheidszorginstellingen. Een alledaags voorbeeld kan dit illustreren. Tim verblijft in een sociowoning in een psychiatrisch centrum vanwege gedragsproblemen. Hij heeft weinig contacten met anderen en kan onverhuld en fel voor de dag komen. Verschillende keren heeft hij een suïcidepoging ondernomen. Sommige hulpverleners van de afdeling zijn ervan overtuigd dat Tim niet in een voor hem passende groep is geplaatst. Ze zien Tim graag overgeplaatst naar een andere unit. Andere hulpverleners daarentegen beweren juist het tegendeel, waardoor de groep hulpverleners in ernstig conflict met elkaar is gekomen. Omdat de situatie binnen het team moeilijk te hanteren is en de zorgverlening in het gedrang dreigt te komen, heeft de eerstverantwoordelijke verpleegkundige de hulp 23 t Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 24 agogiek, een begripsverheldering t ingeroepen van een lid van het verpleegkundig stafbureau. Deze zal proberen via een aantal begeleidingsgesprekken de opstelling van de teamleden zodanig te beïnvloeden dat de sfeer weer werkbaar wordt. Tijdens het eerste gesprek blijkt al snel dat het conflict in het team niet enkel draait om de benadering van Tim… macroniveau De beïnvloeding van (sectoren binnen) de samenleving, bijvoorbeeld de begeleiding of ondersteuning, in agogische zin, van belangenorganisaties die het overheidsbeleid met betrekking tot de gezondheidszorg willen beïnvloeden. Denk hierbij aan de campagne om het stijgende alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Er is tot nu toe in deze paragraaf herhaaldelijk over agogisch handelen in de zin van hulpverlening gesproken. Dit hangt samen met onze oriëntatie op de gezondheidszorg. Bij agogisch handelen in algemene zin moet echter gedacht worden aan een breder scala van beïnvloedingsvormen: opvoeding, hulpverlening, vorming, onderwijs en sociale actie. Agogische arbeid treffen we in allerlei sectoren van de samenleving aan: – in de psychosociale hulpverlening (het algemeen maatschappelijk werk, de gezondheidszorg, de jeugdhulpverlening, personeelswerk, enz.); – in het onderwijs en vormingswerk (bijvoorbeeld volwasseneneducatie); – in het opbouwwerk (sociaal-cultureel werk, club- en buurthuiswerk); – in het organisatieadvies- en organisatieontwikkelingswerk (zowel in het bedrijfsleven als in de non-profitinstellingen van de gezondheidszorg en het welzijnswerk); – in de beleidsadvisering of beleidsmedewerking. Ook beroepsbeoefenaren die zich geen agoog noemen, kunnen wel degelijk agogische arbeid verrichten. Denk bijvoorbeeld aan een organisatiepsycholoog die organisatieadvieswerk verricht, de psycholoog die als psychotherapeut werkzaam is in een psychiatrische inrichting of de verzorgende op een afdeling voor demente bejaarden. Het voorgaande kan tot de beeldvorming leiden dat het bij agogisch handelen uitsluitend gaat om hulpverlening in situaties waarin zich een probleem voordoet dat opgelost moet worden. Deze vorm van hulpverlening wordt curatieve hulpverlening genoemd: hulpverlening die erop gericht is problemen te verhelpen. Centraal staat dan het herstellen van het normale functioneren van een individu, groep, organisatie of samenlevingsverband: het opheffen of accepteren van psychosociaal ongewenste situaties. Agogisch ingrijpen kan echter ook een preventieve (voorkómen van een ongezond bestaan) en positieve (bevorderen van een gezond bestaan) functie hebben. Uit een krantenbericht: 24 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 25 agogiek, een begripsverheldering … het blijkt dat de bezorgde ouders gelijk krijgen. Door onderzoek is vastgesteld dat veel lesinhouden over alcohol- en drugsverslaving die op scholen gebruikt worden als gvo-projecten (gvo = Gezondheids Voorlichting en Opvoeding), niet aan de eisen voldoen. Voorlichting over drugs en alcohol op scholen heeft tot resultaat dat de kennis erover weliswaar toeneemt, maar ook dat leerlingen worden geprikkeld in hun nieuwsgierigheid om te experimenteren. In het bovenstaande voorbeeld over voorlichting op middelbare scholen is geen sprake van curatieve hulpverlening (dit is wel het geval bij de hulpverlening aan alcoholisten die zich laten opnemen in een verslavingskliniek). Bij het voorkomen dat individuen en groepen in problemen van psychosociale aard geraken, spreekt men van preventieve hulpverlening. Bij het preventieve agogische werk wordt dus uitgegaan van situaties waarin geen problemen worden ervaren, maar waarin men werkt aan de houding, kennis en vaardigheden van (groepen) mensen om hen te wapenen tegen eventuele toekomstige moeilijkheden. Zoals in het voorbeeld: voorlichting geven aan scholieren over alcoholgebruik en -verslaving met als oogmerk hen een verantwoord gebruik van alcohol bij te brengen en het risico van alcoholverslaving te voorkomen of te verkleinen. Een voorbeeld over de problematiek van aids kan verduidelijken dat agogisch werk zowel curatief, preventief als positief gericht kan zijn. curatief agogisch werk Bij een patiënt die met aids in het ziekenhuis is opgenomen of in de thuissituatie door een verpleegkundige wordt verzorgd en waarbij de agogische hulpverlening gericht is op het leren leven met het feit dat men aids heeft, kan gesproken worden van curatieve hulp. preventief agogisch werk Op het preventieve vlak kan de agogiek ook een belangrijke bijdrage leveren, bijvoorbeeld in de ondersteuning van de ontwikkeling van voorlichtingsprogramma’s. Zo worden programma’s die door het ncab (Nationale Commissie Aids Bestrijding) de overheid en talloze gezondheidszorginstanties worden opgezet om het aantal slachtoffers van het aids-virus te beperken, gerekend tot de preventieve hulpverlening. In de preventieprogramma’s probeert men zeer gericht de risicogroepen (homoseksuele mannen, drugsgebruikers en hemofiliepatiënten) te informeren over de symptomen en de wijze waarop men risico’s neemt (bijvoorbeeld door geen safe-sex te hebben). Door de samenleving zakelijk te informeren over aids kan het agogisch werk ertoe bijdragen dat de maatschappelijke hysterie ten aanzien van aids-patiënten en risico- 25 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 26 agogiek, een begripsverheldering groepen beperkt blijft, wat veel onnodig psychosociaal leed voor aids-patiënten en de naaste omgeving kan voorkomen. positief agogisch werk Naast het opvangen of voorkomen van psychosociale nood, kan agogisch handelen ook betrekking hebben op het verhogen van het niveau van het psychosociale functioneren. Het betreft dan een vergroting of optimalisering van het reeds aanwezige welzijn. Hierbij spreekt men meestal van vorming of scholing. Voorbeelden van positief agogisch handelen zijn: de Training Gespreksvoering binnen sommige hbo-instellingen en een faalangsttraining op de middelbare school. Of: verpleegkundigen en verzorgenden van de thuiszorg die een training ‘Adequaat reageren bij kindermishandeling’ volgen. 1.4 Agogisch handelen in de gezondheidszorg I’m not here This isn’t happening I’m not here radiohead, How to disappear completely In de onderstaande casus wordt een situatie geschetst van een zorgvrager en het behandelteam. Daarna wordt gekeken in hoeverre de deelnemende beroepsgroepen zich (kunnen) bezighouden met agogisch handelen. Omdat het vrij goed met haar ging, werd, in overleg met mevrouw Stapel, door het behandelteam besloten haar naar huis terug te laten gaan. Afgesproken werd dat ze als overbrugging gedurende twee maanden één keer in de week, een dag en een nacht op de afdeling terug zou komen. Tot ieders verbazing staat mevrouw Stapel 24 uur later (vrijwillig) weer op de stoep. Zij geeft te kennen dat ze de situatie thuis in haar eentje niet aankan. ‘Ik kan het niet aan, zo alleen,’ zegt ze, ‘ik voelde die oude beangstigende spanning weer opkomen.’ Ze is zo gespannen dat ze op alles en iedereen reageert en zich onrustig en opgejaagd voelt. Met haar sonore stemgeluid praat ze almaar door. Op de afdeling verblijven twaalf vrouwelijke patiënten en met haar gedrag beïnvloedt mevrouw Stapel eenieder, niet in het minst omdat ze zich met alles bemoeit. Mevrouw Van der Laan krijgt een veeg uit de pan omdat zij niet met mes en vork eet en mevrouw Van Erp wordt de huid vol gescholden omdat ze er weer zo hoerig uitziet. Ook Astrid, tweedejaarsstagiaire, moet het ontgelden omdat ze niet snel genoeg de tafels afruimt. ’s Nachts slaapt ze weinig en door haar gewoel komen haar beide kamergenoten nachtrust te kort. 26 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 27 agogiek, een begripsverheldering Mevrouw Stapel is 45 jaar en woont zelfstandig. Zij is nu voor de derde maal opgenomen in het Psychiatrisch Centrum Knuppelhof op een gesloten opnameafdeling. Bovenstaande gegevens komen ter tafel tijdens de patiëntenbespreking van het behandelteam. Het team buigt zich over de vraag: hoe verder met mevrouw Stapel? Aan de bespreking nemen hulpverleners uit verschillende beroepsgroepen deel: – twee gediplomeerd psychiatrisch verpleegkundigen (die beiden momenteel binnen de Voortgezette Opleidingen de opleiding casemanagement volgen); – een student van de hbo-v-duaal en twee stagiaires (een van de hbo-v en een van de hbo-sph); – een teamoudste; – een maatschappelijk werker; – een psychologe; – een psychiater; – een coördinator van de abc-therapieën (arbeidstherapie, bewegingstherapie, creatieve therapie); – een pastoraal werker. Tijdens deze patiëntenbespreking komt het volgende aan de orde: De verpleegkundigen merken op dat mevrouw Stapel er vermoeid uitziet en dat ze een grote druk op de groep (patiënten en personeel) legt omdat ze zich te veel met iedereen bemoeit. De verpleegkundigen hebben twee dagen geleden pogingen gedaan om haar energie meer te richten op een bepaalde activiteit. Dit bleek echter niet haalbaar. Een van de verpleegkundigen had het plan opgevat met mevrouw Stapel te gaan wandelen en joggen, om op die manier haar energie enigszins te kanaliseren. Bij terugkomst sprong mevrouw Stapel enthousiast over een muurtje, waarbij ze kwam te vallen en een gescheurde enkelband het resultaat van haar verkeerd getimede sprong was. Ze zit nu in een rolstoel, waar ze echter regelmatig uit probeert op te staan. Mevrouw Stapel kan dus aan geen enkele therapie deelnemen. De coördinatrice van de abc-therapieën merkt op dat ze mevrouw Stapel kent als een open en actief iemand met een positieve bijdrage aan de sfeer. Ze heeft mevrouw Stapel nog niet in haar huidige toestand meegemaakt en veronderstelt dat deelname aan het therapieprogramma nu niet zinvol is. In overleg met de bewegingstherapeut zou wel bekeken kunnen worden of een individueel programma enig soelaas zou kunnen bieden in het reguleren van de overdadige energie. Zowel de psychologe als de maatschappelijk werker hebben tijdens dit overleg weinig in te brengen. Beiden hebben de indruk dat een gesprek met mevrouw Stapel momenteel nauwelijks mogelijk is. De maatschappelijk werker heeft in overleg met mevrouw Stapel ervoor gezorgd dat haar hond bij kennissen is ondergebracht. De psychiater stelt voor om de medicatie voor de nacht te vermeerderen en haar in de separeer te laten slapen zodat ze ’s nachts de anderen niet tot last is en zelf ook 27 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 28 agogiek, een begripsverheldering meer tot rust kan komen. Mevrouw Stapel loopt anders het risico in een toestand van algehele uitputting terecht te komen. De teamoudste is een tegenstandster van slapen in de separeer en de andere verpleegkundigen ondersteunen haar in die opvatting, maar gaan toch met het voorstel akkoord omdat er momenteel geen eenpersoonskamers beschikbaar zijn. De verpleegkundigen zullen in de leefgroepvergaderingen de gevolgen van het gedrag van mevrouw Stapel voor de medepatiënten en het personeel aan de orde stellen, om de spanningen voor zowel mevrouw Stapel zelf als voor de medepatiënten en het personeel zodanig te kanaliseren dat het voor allen hanteerbaar wordt. Iedereen stemt met deze (voorlopige) afspraken in. De pastoraal medewerker heeft zich deze keer op de achtergrond gehouden omdat hij zijn inbreng niet van belang achtte. De student van de hbo-v-duaal en de stagiaires hebben in deze bijeenkomst de kat uit de boom gekeken. De hbo-v-ers vragen zich af of de elf gezondheidspatronen van Gordon een goed alternatief hadden kunnen bieden. Het gaat hier niet om de kwaliteit van de diagnose en de gekozen oplossingen, maar om de agogische aangrijpingspunten. Ofschoon er geen agoog als zodanig deelneemt aan het overleg, is er op bepaalde momenten zeker sprake van agogische arbeid. De verschillende disciplines leveren ieder vanuit hun eigen invalshoek een bijdrage aan het opstellen, bijstellen en uitvoeren van het behandelingsplan voor mevrouw Stapel. Die behandeling vindt plaats binnen de sociale context van de afdeling. De sociale consequenties (voor medepatiënten en het op de afdeling aanwezige personeel) zijn dan ook onderdeel van de behandelingsafspraken. Van de verpleegkundigen mag verwacht worden dat ze op grond van de 24-uurszorg voor de patiënt relevant observatiemateriaal in het behandelingsoverleg inbrengen, in dit geval ten aanzien van de lichamelijke en psychosociale conditie van mevrouw Stapel. Voor zover de planning (zoals o.a. vastgelegd in de verpleegplannen) en de uitvoering van de verpleegkundige zorg betrekking hebben op gerichte beïnvloeding van het psychosociale functioneren van mevrouw Stapel of de groep patiënten, kan men spreken van de agogische taak in de verpleegkundige beroepsuitoefening. Het agogisch deel van het verpleegkundig handelen wordt doorgaans (in theorie) onderscheiden van de instrumenteel-technische handelingen (zie hiervoor onder andere Van Bergen & Hollands, 1978). Het verstrekken van medicijnen en hulp bij de lichamelijke verzorging zijn voorbeelden van instrumenteel-technische handelingen. Mevrouw Stapel in een tweegesprek aanspreken op de consequenties van haar gedrag kan agogisch handelen genoemd worden. De invloed van haar gedrag op de afdelingssfeer en de reacties daarop bespreekbaar maken (onder andere via de leefgroepvergaderingen) en in gewenste richting beïnvloeden, draagt ook de kenmerken van agogisch handelen in zich. Zowel verpleegkundigen als inrichtingswerkers hebben in zo’n vergadering een (agogische) taak. Zijn inrichtingswerkers louter agogisch geschoold (hbo/mbo-Inrich- 28 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 29 agogiek, een begripsverheldering tingswerk), verpleegkundigen hebben behalve de agogische ook een scholing in de verpleegtechnische vaardigheden gehad. Behalve de verpleegkundigen en inrichtingswerkers kent de psychiatrische hulpverlening andere disciplines die zich qua tijd beperkt met de patiënt of patiëntengroep bezighouden, bijvoorbeeld de gesprekstherapie van anderhalf uur met de psycholoog of de wekelijkse bijeenkomst van drie uur onder begeleiding van de creatief therapeut. Naast de verantwoordelijkheid voor het medicijnbeleid (en in dit geval ook voor het separeerbeleid) kan de psychiater zich ook met de psychotherapeutische hulpverlening bezighouden. Als de psychiater ‘slechts’ een consultatieve functie ten aanzien van de medicijnverstrekking vervult of als het een zogenaamd vijfminuten-spreekuur betreft, is de agogische inhoud van diens beroepsuitoefening als nihil te beschouwen. Maatschappelijk werkers hebben hun deskundigheid van oudsher liggen op het terrein van de contacten met het thuismilieu van de patiënt (zoals ook in de casus) en de combinatie van materiële (huisvesting, financiële regelingen) en immateriële hulpverlening. In de opleiding tot maatschappelijk werker neemt agogische stof (het vakgebied van de agogiek) dus een centrale plaats in. In de psychiatrie wordt psychotherapie zowel door (klinisch) psychologen, psychiaters als maatschappelijk werkers bedreven (afhankelijk van de persoonlijke affiniteit en scholing). Psychotherapie kan omschreven worden als een zeer specialistische vorm van agogische beïnvloeding. Psychotherapie beoogt vooral het psychisch functioneren van individuen te beïnvloeden. Gesimplificeerd zou men kunnen zeggen dat psychotherapie gedragsverandering beoogt. Veranderingen binnen de persoon zelf zullen altijd het sociale functioneren beïnvloeden. Sommige psychotherapieën nemen daarom het sociale gedrag juist als aangrijpingspunt van de te bewerkstelligen veranderingen (denk bijvoorbeeld aan echtpaar- en gezinstherapie). Het psychische en het sociale aspect van het menselijk gedrag zijn weliswaar te onderscheiden, maar in het leven van alledag niet te scheiden. In de gezondheidszorg kunnen verpleegkundigen als leidinggevenden fungeren. In deze positie heeft men onder andere als taak de verschillende teamleden bevredigend te laten samenwerken. Dit is in de vorige paragraaf het mesoniveau genoemd. Het kan een afdelingshoofd dus van pas komen over meso-agogische inzichten en vaardigheden te beschikken. Ook van de pastoraal medewerker en bijvoorbeeld de creatief therapeut kan gezegd worden dat ze zich in hun hulpverlening met gespecialiseerde vormen van agogische beïnvloeding bezighouden. De pastor (of humanistisch raadsman/-vrouw) doet dat met betrekking tot de levensbeschouwelijke vragen van de patiënt. Het blijft in deze moeilijk waar de grens getrokken moet worden tussen psychosociale opvang en ideële beïnvloeding/religieuze indoctrinatie. De levensbeschouwelijke vragen van mensen zijn weliswaar te onderscheiden van het psychosociale functioneren, maar in het alledaagse leven wederom niet te scheiden: de religie beïnvloedt het psychosociale welbevinden en andersom. 29 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 30 agogiek, een begripsverheldering Een voorbeeld uit de ggz: Giel, in daad en woord een trouw gelovige, is sinds hij een halfjaar geleden zijn vrouw ontrouw is geweest, niet meer de oude. Hij heeft de Schrift overtreden, zijn vrouw bedrogen en het haar niet verteld. De antidepressiva van de huisarts helpen nauwelijks. Giel immers, weet welk oordeel het Hemelse gerecht over hem zal vellen. Hij is voor eeuwig verloren. Creatieve therapie kan omschreven worden als een professionele vorm van agogische hulpverlening aan individuen of groepen mensen met psychosociale problemen of die op psychosociaal terrein onvoldoende mogelijkheden ontwikkeld hebben. Het specifieke van deze vorm van hulpverlening is dat er gebruik wordt gemaakt van kunstzinnige middelen (muziek, beeldende vormen, drama, dans). Het betreft dus specifieke methoden van beïnvloeding waarbij met behulp van kunstzinnige middelen het psychosociale functioneren van patiënten tot (verdere) ontwikkeling wordt gebracht. In de casus van mevrouw Stapel is sprake van een situatie in de intramurale psychiatrie. In andere instellingen van de gezondheidszorg leveren weer andere disciplines ieder hun bijdrage aan de patiëntenzorg. Denk bijvoorbeeld aan de medisch specialisten in algemene ziekenhuizen. Primair houden zij zich bezig met de medische dienstverlening. De anesthesist die een zorgvrager echter voorbereidt op de narcose of een zorgvrager opvangt die bang is voor de narcose, is op dat moment bezig met agogische arbeid. Ook de verpleegkundige in het algemene ziekenhuis die een gesprek met een zorgvrager voert in verband met diens slaapproblemen is agogisch bezig. De beroepspraktijk van diëtisten bevat eveneens tal van agogische componenten: informeren, voorlichten, adviseren en begeleiden van zorgvragers met betrekking tot het veranderen (verbeteren) van de voedingsgewoonten. Ook een fysiotherapeut of een ergotherapeut kan te maken hebben met bijvoorbeeld een niet-gemotiveerde zorgvrager of met een zorgvrager die ongeneeslijk ziek is. Ook zij kennen in hun therapiepraktijk momenten van psychosociale begeleiding en dus van agogisch handelen. Studieopdrachten Beantwoord in subgroepen van drie à vier personen de volgende vragen. A Bekijk de casuïstiek hieronder en geef aan of er al dan niet sprake is van agogisch handelen. Motiveer je antwoord. 30 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 31 agogiek, een begripsverheldering 1 Mevrouw Van der Meulen is 32 jaar en ze heeft twee dochtertjes van 4 en 2 jaar en een baby van 3 maanden. Sinds een jaar is haar man werkloos. Vaak gaat hij met zijn vrienden uit. Als hij thuis is, slaapt hij meestal. De kinderen mogen dan geen geluid maken. Als een van de kinderen huilt, krijgt hij soms driftbuien waarbij hij de kinderen slaat en schopt. Mevrouw voelt zich vaak wanhopig alleen en machteloos tegenover hem. Toen hij dreigde om de huilende baby van de trap te laten vallen, was voor haar de maat vol. Een dag later vertrekt ze en laat ze het volgende briefje achter: Berry, In een nog niet zo stoffig verleden begreep ik je vlucht naar buiten, de fles en het bed. Hoewel jij dat destructief doet, heeft iedereen recht op zijn eigen weg door het land van de somberheid en tegenslag. Maar met het mishandelen van de kinderen heb je ieder recht op begrip verspeeld. Ten minste van de gewone mensen. Misschien dat een betaalde therapeut nog iets voor je kan betekenen. De kinderen en ik zijn vertrokken; op weg naar rust en veiligheid. Mijn advocaat zal contact met je opnemen. 2 Als pastor van een kleine dorpsgemeenschap (2700 inwoners) schrijft Smiessen wekelijks een brief in het parochieblad. De brief bevat altijd een godsdienstige boodschap die parallel loopt met het kerkelijk jaar. Het blad wordt veel gelezen en besproken omdat de plaatselijke middenstand sinds jaar en dag erin adverteert. 3 Samir is 19 jaar en behoort tot de zogenaamde tweede generatie van een etnische groepering. Hij is in Marokko geboren maar vanaf zijn eerste levensjaar in Nederland. Hij is hier opgegroeid en beheerst de Nederlandse taal, volgt een hbo-opleiding en heeft er geen enkele behoefte aan terug te gaan naar zijn geboorteland. Zijn ouders willen echter op korte termijn naar Marokko remigreren en zijn vader wil dat hij meegaat. Via de sociaal-cultureel werker komt hij in contact met de maatschappelijk werker. Deze neemt contact op met het gezin en begeleidt het gezin in het kiezen en zetten van stappen met betrekking tot de remigratie. 4 Anna is erg benieuwd naar het gesprek met de groepsmentor. Ze heeft er geen idee van wat er besproken zal gaan worden. Sinds een paar maanden zit ze nu op een hbo-opleiding. Het gaat er tot nu zo anders aan toe in vergelijking met de havo in haar geboorteplaats. Er is veel veranderd in een paar maanden tijd en op dat gegeven gaat de mentor verder in. Al pratende komt ze tot de conclusie dat het gespannen gevoel van de afgelopen weken mogelijk samenhangt met het wonen op kamers, het gemis van haar vertrouwde vriendinnen, een heel andere manier van studeren, het wennen aan de sfeer op deze school, de docenten die hier zo anders met iedereen omgaan, haar moeder die haar om de dag opbelt. Dan wordt het haar te veel. 31 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 32 agogiek, een begripsverheldering B Beoordeel bij de nu volgende disciplines – zoals je die in de gezondheidszorg tegen kunt komen – het agogische karakter van hun werkzaamheden, met andere woorden: in hoeverre kent de betreffende discipline agogische taken en waaruit bestaan die dan? Psychiatrie (intramuraal en ambulant) psychomotoor-therapeut psychiater psycholoog maatschappelijk werk pastoraal werker verpleegkundigen inrichtingswerker/groepsleider kapper patiëntenvertrouwenspersoon (pvp) bezigheidstherapie Algemeen Ziekenhuis civiele dienst maatschappelijk werk pastoraal werker fysiotherapie artsen/specialist diëtisten ergotherapeute logopediste reumaverpleegkundige diabetesverpleegkundige verpleegkundige spelleidster ziekenhuishygiëniste apotheekdienst afdelingssecretaresse laboranten radiotherapeut Eerstelijnsgezondheidszorg wijkverpleegkundige wijkziekenverzorgende hulpgroep thuissterven vto-team (vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsstoornissen) huisarts 32 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 33 agogiek, een begripsverheldering consultatiebureau-arts algemeen maatschappelijk werk verloskundige apotheek Verpleeghuis verpleegkundige ziekenverzorgende ergotherapeut activiteitenbegeleider verpleeghuisarts geriater huishoudelijke dienst receptioniste Zorg voor verstandelijk gehandicapten orthopedagoog verpleegkundige arts psycholoog muziektherapeut groepsleider/inrichtingswerker C Geef in eigen woorden weer wat je onder agogisch handelen verstaat. D Omschrijf het belang van het vakgebied van de agogiek voor de opleiding die je nu volgt. E Proeftoets: Geef bij onderstaande praktijkvoorbeelden met een kruisje aan van welk van de antwoordmogelijkheden sprake is: De Training Gespreksvaardigheden zoals op de hbo-v gegeven wordt is een voorbeeld van: q preventieve gezondheidszorg q curatieve gezondheidszorg q positieve gezondheidszorg Het team van ziekenverzorgenden en verpleegkundigen van afdeling 4 van Kalorama (verpleeghuis) volgt een assertiviteitstraining waarin men leert op een diplomatieke maar wel adequate manier voor de eigen belangen op te komen in de overlegsituaties met de overige disciplines. 33 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 34 agogiek, een begripsverheldering Deze training is een voorbeeld van: q curatieve gezondheidszorg q positieve gezondheidszorg q preventieve gezondheidszorg En tevens een voorbeeld van agogisch handelen op: q microniveau q mesoniveau q macroniveau Voor de omgeving als een donderslag bij heldere hemel, heeft de zus van Karel besloten een einde aan haar leven te maken. Het verlies van zijn zus houdt Karel zodanig in de greep dat hij deel is gaan nemen aan een praatgroep voor nabestaanden van suïcide (begeleid door de regionale ggz-instelling). De praatgroep is een voorbeeld van agogisch handelen op: q mesoniveau q microniveau q macroniveau Vanwege een aantal actuele incidenten nemen de teamleden deel aan een serie intervisiebijeenkomsten – onder begeleiding van het afdelingshoofd – met als centraal thema ‘ongewenste intimiteiten in de zorgverlening’. Deze intervisiebijeenkomsten zijn een voorbeeld van agogisch handelen op: q macroniveau q mesoniveau q microniveau Een ziekenhuis biedt kankerpatiënten de gelegenheid deel te nemen aan een therapievorm, psycho-energetische therapie genaamd. Deze therapiepraktijk is een voorbeeld van agogisch handelen op: q macroniveau q microniveau q mesoniveau Het docententeam van een middelbare school volgt een training waarbij men leert beter op signalen van leerlingen met suïcidegedachten in te spelen. Deze training is een voorbeeld van agogisch handelen op: q mesoniveau q microniveau q macroniveau 34 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 35 agogiek, een begripsverheldering De training zelf is een voorbeeld van: q preventieve gezondheidszorg q positieve gezondheidszorg q curatieve gezondheidszorg Vanwege smetvrees die de vorm van een ernstige fobie had aangenomen, is mevrouw d’Ancona in therapie gegaan bij de kliniek Overwaal. De therapie die zij ondergaat is een voorbeeld van agogisch handelen op: q macroniveau q microniveau q mesoniveau En tevens een voorbeeld van: q preventieve gezondheidszorg q positieve gezondheidszorg q curatieve gezondheidszorg Alle gediplomeerd verpleegkundigen van een afdeling van een algemeen ziekenhuis volgen een bijscholing om beter op de psychosociale hulpvragen van reumapatiënten in te kunnen spelen. De bijscholingscursus is een voorbeeld van: q preventieve gezondheidszorg q curatieve gezondheidszorg q positieve gezondheidszorg Kruis in onderstaande lijst die praktijkschetsen aan waarin sprake is van agogisch handelen: q MS-patiënten (multipele sclerose) hebben nogal eens de neiging deze chronische aandoening te ‘verwerken’ via een sarcastische vorm van humor. q De maatschappelijk werkster van de anwb reist met de nabestaanden van de slachtoffers van de vliegtuigramp in Nepal mee teneinde geestelijke ondersteuning te kunnen geven. q Toos, verblijfspatiënte in de psychiatrie, moet vandaag voor de halfjaarlijkse controle naar de tandarts. q Naast de kindertelefoon heeft de plaatselijke telefoonhulpdienst onlangs een apart telefoonnummer geopend voor telefonische hulp in geval van ‘oudermishandeling’ (vrijwillig(st)ers geven telefonisch mentale ondersteuning aan ouders die door hun kinderen geterroriseerd worden). q Onder andere met financiële steun van het Casino is de plaatselijke cad (consultatiebureau voor alcohol en drugs) in staat een therapieprogramma voor gokverslaafden te verzorgen. 35 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 36 agogiek, een begripsverheldering q De wijkverpleegkundige begeleidt gespreksgroepen voor familieleden van demente bejaarden met als doel de draagkracht van de mantelzorgers te versterken. q Via de chatbox heeft Francois kennis gekregen aan Pien en is zijn bestaan er veel rooskleuriger op geworden. q Omdat de bewoners van een sociowoning voor verstandelijk gehandicapten ook wel eens wat anders wilden horen dan André van Duin en de Havenzangers zitten ze nu bij een klassiek concert in De Vereeniging. q In overleg met de specialist heeft Véronique besloten een beenmergtransplantatie te laten uitvoeren. Haar lievelingsbroer komt als donor in aanmerking. q Omdat Patrice (verpleegkundige) regelmatig last heeft van eczeem aan de handen heeft de personeelsdienst van het ziekenhuis geweigerd haar een vaste aanstelling te geven. Als tijdelijke kracht zijn ze zeer tevreden met haar en erg bereid dat tijdelijk contract steeds te verlengen. Om haar gelijk te halen heeft zij nu een advocaat in de arm genomen om zo het ziekenhuis te dwingen haar een vaste aanstelling te geven. q De wijkverpleegkundigen uit de regio ’s-Hertogenbosch volgen een training ‘Ouder- en kindzorg’. q Twaalf wijkagenten volgen een cursus ‘Conflicthantering’ teneinde hun bemiddelingsvaardigheden bij burenruzies te verbeteren. q Bert, student filosofie, volgt een cursus ‘Dans en beweging’ bij een cultureel centrum. q Tijdens de bewegingstherapie leren de psychiatrische patiënten de mogelijkheden van hun lichaamstaal te verruimen (onder andere via vertrouwensoefeningen). q Incontinentie kan problemen geven in het sociale verkeer. De reacties van je omgeving liegen er meestal niet om en je moet wel een olifantshuid hebben om daar geen psychische knauw van te krijgen. q De maatschappelijk werkster van het ziekenhuis houdt minimaal twee gezinsgesprekken als vast onderdeel van het revalidatieprogramma van hartpatiënten. q Tijdens supervisie op school ontdekt Claartje dat ze binnen haar stage vooral bezig is met geaccepteerd te worden door haar collega’s. Over haar leerdoelen voor de stage durft ze niet te beginnen, uit angst voor zo’n typische hbo-v-er aangezien te worden. q Een wijkverpleegkundige en een opvoedingsvoorlichtster verzorgen een voorlichtingsavond over ‘lastige peuters’ voor ouders die eens over hun lastige kroost willen praten. q Het jongerenwerk van het plaatselijke buurthuis stelt zich onder andere ten doel: jongeren een oefensituatie bieden waar ze ervaring kunnen opdoen met zelf organiseren, samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en eigen grenzen en mogelijkheden verkennen. q De studentenpastor leidt een alternatieve huwelijksdienst. q De wijkverpleegkundige vermoedt dat de bejaarde vrouw die ze in zorg heeft, geslagen wordt door haar dochter en belt een telefonische hulpdienst. q Het afdelingshoofd is bezig het werkrooster samen te stellen. q De maatschappelijk werkster van het verpleeghuis doet taaloefeningen met afasiepatiënten. q De creatief therapeut van het ziekenhuis laat via gerichte opdrachten kankerpatiënten en hun partners toegang tot hun emoties verkrijgen. 36 Agogiek voor gezondheidszorg 12-04-2005 16:00 Pagina 37 agogiek, een begripsverheldering q Een groep buddy’s (vrijwilligers die aids-patiënten begeleiden) volgen via het Integraal Kankercentrum een cursus stervensbegeleiding. q Comapatiënten blijken vaak een (tijdelijke) persoonlijkheidsverandering over te houden aan de periode dat ze in coma hebben gelegen. q Nu, na jaren verblijf in Nederland, blijken bij nogal wat vluchtelingen de oorlogsherinneringen op indringende wijze naar boven te komen. Het ontkennen of wegstoppen lukt niet meer. Een aantal van hen krijgt therapeutische begeleiding bij het plaatselijke bureau voor maatschappelijk werk. q De suikerpatiënte en haar partner gaan – na verwijzing door de verpleegkundige – een gesprek aan met de diëtiste over voedingsinstructies voor thuis. q Aids-patiënten nemen deel aan een begeleidingsprogramma waarin men leert via ontspanningsoefeningen en veel praten met lotgenoten tot mentale kracht en rust te komen. q Een groep verblijfspatiënten van de psychiatrische instelling neemt deel aan een assertiviteitstraining, waarin men leert beter voor de eigen wensen en belangen op te komen. q Een aantal verpleeghuisbewoners zit met elkaar te kaarten in de foyer van het instituut. q Joep zit nog wat onwennig en ook heel nieuwsgierig in de eerste bijeenkomst van de praatgroep voor homo- en biseksuele jongens zoals die door de plaatselijk coc-nvih (Ned. Vereniging voor Homoseksualiteit) georganiseerd wordt. De praatgroep wordt begeleid door twee vrijwilligers die zelf eerder aan zo’n praatgroep deelgenomen hebben. q Didi wordt in de klas waarin ze zit, veel gepest. Gelukkig heeft ze een moeder die met veel geduld en toewijding haar dochter na school steeds opvangt. q Via de Sociale Dienst heeft Sjaak voor elkaar gekregen dat een deel van de verhuiskosten door hen vergoed wordt. q Gedurende de stageperiodes krijgen alle hbo-v-studenten op school supervisie, om het persoonlijk functioneren op de stageplek bespreekbaar te maken. q Het afdelingshoofd van een resocialisatieafdeling in de psychiatrie stelt voor om mannelijke patiënten onder begeleiding prostituees te laten bezoeken. q De studenten doen een empathie-oefening in het kader van de Trainingen Gespreksvaardigheden. F Bedenk voor een door jou gekozen docent een agogisch advies en omkleed dat met redenen. 37