Stem af op de populatie

advertisement
Planning gezondheidszorg in nieuwe gebieden
Stem af op de populatie
Overal ter wereld worden nieuwe gebieden bebouwd om de groei van de stedelijke bevolking op
te vangen. In sommige gebieden wordt geëxperimenteerd om de gezondheidszorg te organiseren
op een nieuwe en innovatieve manier. Dat biedt kansen om ervan te leren. In Almere en Zoetermeer is de zorg goed gepland, de Bijlmer laat juist zien dat dit ook bereikt kan worden zonder
planning vooraf. Een onderzoek.
Nieuwe Steden zijn van te voren
geplande nederzettingen die in een
korte tijd zijn gebouwd, op een plek
waar eerst geen stad was. Hierbij komt
het plannen van velerlei facetten aan
bod, waaronder de gezondheidszorg.
Toch zijn stedelijke planning en het
plannen van de gezondheidszorg niet
onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Almere, Zoetermeer en de Bijlmer
zijn drie verschillende typen Nieuwe
Steden. Zo is Almere gebouwd op
een plek waar nog geen dorp of stad
te vinden was, terwijl Zoetermeer
al eeuwen lang bestond als dorp.
De Bijlmer is daarentegen gebouwd
als nieuwe wijk voor de werkende
middenklasse bij het stadsdeel
Amsterdam Zuidoost. In deze drie
steden is onderzoek gedaan naar de
ontwikkeling en de status van de
gezondheidszorg. In deskresearch en
interviews met professionals binnen
de gezondheidszorg, zijn de volgende
aspecten van de gezondheidszorgsystemen belicht: context, actoren, proces
en de inhoud (zie kader). Hier staan
context en proces centraal.
Zoetermeer (SGZ) pas opgericht toen
de stad begon te groeien. Een groot
verschil is dat in Almere in alle wijken
gelijkwaardige gezondheidscentra
met professionals in loondienst zijn
opgericht, terwijl het merendeel van de
professionals van de SGZ vrijgevestigd
is. In Almere vestigen zich nu ook
Almere en Zoetermeer
vrijgevestigde zorgverleners, zij worden
In zowel Almere als Zoetermeer is
bewust gepland voor eerstelijnszorg in niet gefaciliteerd door de zorggroep.
Uit het onderzoek naar de gezondde jaren 70 en 80 van de vorige eeuw.
heidszorg in Almere en Zoetermeer
In de wijken van de stad zijn gezondkomt naar voren dat voor het opzetten
heidscentra gebouwd met als doel alle
en goed organiseren van een eerstevormen van eerstelijnszorg op één
zorglocatie dichtbij te hebben. In beide lijnszorgsysteem in nieuwe gebieden
vijf elementen noodzakelijk zijn:
steden is de eerstelijnszorg georgani1. samenwerking binnen multidiscipliseerd door één grote eerstelijnszorgnaire gezondheidscentra
organisatie. De Zorggroep Almere
(ZGA) is vanaf het ontstaan van Almere 2. samenwerking tussen diverse actoren, zoals zorgaanbieders, gemeente en
betrokken bij de organisatie van de
eerstelijnszorg. In Zoetermeer werd de verzekeraar
3. centrale positie van patiënten
Stichting Geïntegreerde eerstelijnszorg
4. denken vanuit het perspectief van de
cliënt
5. een geïntegreerd ICT systeem.
Voor het maken van afspraken met
andere partijen in het veld is de
aanspreekbaarheid van de eerstelijnszorgaanbieder van groot belang.
Aspecten van zorgsystemen
Almere, een geplande nederzetting die in
korte tijd is gebouwd, op een plek waar
eerst geen stad was.
42
DE EERSTELIJNS OKTOBER 2013
Context: Factoren die invloed hebben op het gezondheidszorgsysteem, zoals
structurele factoren, situationele factoren, culturele factoren en omgevingsfactoren.
Actoren: Mensen en instanties die betrokken zijn bij het gezondheidszorgsysteem.
Proces: Met welke gedachte is de zorg georganiseerd?
Inhoud: Functies die gezondheidszorgsystemen hebben, zoals leiderschap en
bestuur, het leveren van diensten en het genereren van middelen om die
diensten te leveren, zoals personeel en gebouwen.
In Almere zijn in alle wijken gelijkwaardige
gezondheidscentra met professionals in
loondienst opgericht.
Multiculturele Bijlmer
De Bijlmer kende vanaf het eerste
moment vele uitdagingen die overwonnen moesten worden. In plaats van
de beoogde werkende middenklasse
kwamen er veel migranten wonen.
Dit heeft grote invloed gehad op de
ontwikkeling van de gezondheidszorg
in Amsterdam Zuidoost. De groepen
migranten met bijhorende problematiek
als hogere werkloosheid, taalbarrières en andere verwachtingen, gaf
aanleiding de zorg goed te willen
organiseren om hen tegemoet te
komen. Samenwerking stond daarbij
hoog in het vaandel en is volgens
alle actoren nog steeds de basis voor
de sterke organisatie van de huidige
gezondheidszorg. De zorginstellingen
zijn op de hoogte van de behoeftes
van hun bewoners en de zorgverleners
zijn bevlogen met de problematiek die
komt kijken bij een migrantenstadsdeel. De zorgverleners zijn cultureel
sensitief voor de zorg die moet worden
geleverd. Voor volledige interculturalisatie van de zorg is echter ook
cultureel divers personeel nodig, wat in
de Bijlmer niet eenvoudig blijkt te zijn.
Hiernaast heeft de stedenbouwkundige
planning van de Bijlmer invloed gehad
op het zorgaanbod in Zuidoost. Door
de bouw van uitsluitend hoogbouw
met voornamelijk woningen zijn in de
Bijlmer vooral solisten gevestigd, terwijl
in de rest van Amsterdam Zuidoost
gezondheidscentra zijn opgericht.
gezondheidszorg voor de werkende
middenklasse moest de zorg worden
gericht op een totaal andere populatie.
Juist die populatie heeft de aanleiding
gegeven voor de ontwikkeling van
een sterke samenwerking tussen de
verschillende zorginstanties.
Het is niet altijd vanzelfsprekend dat
een nieuw gebied bewoond wordt door
de mensen voor wie het was beoogd.
Daarom rest de vraag in hoeverre en in
welke mate de gezondheidszorg vooraf
kan of moet worden gepland. De
historie van een gebied blijkt bepalend
te zijn voor de geboden zorg en de
ontstane organisatiestructuur. Door af
te blijven stemmen op de populatie
wordt blauwdrukplanning voorkomen
en kan flexibel met behoeften van
bewoners worden omgegaan.
Nut of noodzaak
Het vooraf plannen van de gezondheidszorg blijkt dus niet altijd
noodzakelijk, terwijl een variatie in
organisatievormen tot goede resultaten
kan leiden. Almere en Zoetermeer
lijken voordeel gehad te hebben van
de geplande eerstelijnszorg. Beide
steden kennen echter een verschillende Renske Voorn en Matthijs van Maanen
organisatiestructuur. In de Bijlmer is
het gebrek aan planning vooraf wellicht
juist beter geweest: in plaats van
Primary Care (EFPC, www.euprimarycare.org). Meer informatie over de
achtergrond van de onderzoeken van
Renske Voorn en Matthijs van Maanen
kunt u lezen op de website van het
Jan van Es Instituut: www.jvei.nl/
masterstudenten. Binnenkort zullen
de scripties van beide studenten op
de website worden gepubliceerd.
DE EERSTELIJNS OKTOBER 2013
43
Download