Thema: dieren in het bos

advertisement
Muzikale opvoeding 1
Thema: dieren in het bos
pelverloop
1.
Activiteit
Waar zijn we mee bezig?: inhoud en commentaar
Elk kind krijgt een wit blad en er wordt sfeermuziek opgezet. Zij kiezen een kleurtje ivm met de herfst en
Het is goed om aan het begin van de les kinderen vrij te
beginnen een lijn te tekenen op het ritme van de muziek. De juf doet het eens voor. (liedje wordt nu
laten bewegen op hun blad. Ze leren ongedwongen
instrumentaal beluisterd, verder in de les komt er tekst bij te pas)
bewegen, laten hun fantasie werken en gaan mee met
de muziek.
1.1
2.
2.1
De juf drukt soms op pauze.
Muziek stimuleert bewegen en stimuleert dan vooral bij
‘Als je geen muziek hoort, stop je met tekenen’
deze oefening de handmotoriek. Op deze manier wordt
Blad worden nadien op hoek van tafeltje gelegd.
ook getoetst of ze werkelijk naar de muziek luisteren.
De kinderen wandelen in gedachten door een herfstbos.
Het is goed om kinderen tot rust te brengen. Zo is er
De juf neemt de kinderen mee naar een fantasiereis. Kinderen leggen hoofd op tafel en sluiten de ogen.
opperste concentratie.
Fantasiereis: Het is herfst. Je gaat samen met je klas naar het bos om een spelletje te spelen. Je staat
Een fantasiereis maakt dat ze mee worden gesleept
op het pad in het bos. Jullie spelen het spel: verstoppertje. De juf telt tot tien en dan moeten jullie ergens
doorheen een verhaal. Kinderen kunnen zich inleven en
verstopt zijn. Jij en je beste maatje zien meteen de beste verstopplaats en rennen ernaar toe. Dan plots
plaatsen in een fantasie dat bijna werkelijkheid wordt.
kijken jullie rond en zien niemand meer. Jullie gaan pardous zitten en beginnen allerlei geluidjes te horen.
2.2
Ontwikkeling van fantasie.
De juf laat enkele geluidjes horen.
Geluiden maakt hen alert. Zonder dat ze zien wat het is,
De kinderen mogen de ogen openen.
zijn ze er door gefascineerd. De moeilijkheid zit erin dat
De juf vraagt welke dieren ze gehoord hebben.
ze hun ogen niet mogen openen als ze de geluiden
horen, wat vaak de eerste reactie is. Dit is een oefening
op hun auditieve herkenning: geluid een naam geven.
2.3
Kinderen gaan door middel van spelvorm quatro’s vormen.
Werken aan sociale vaardigheden:
Hoe? Kinderen krijgen elk een kaartje met een diertje erop. Diegenen die hetzelfde kaartje hebben gaan
samenwerken,omgaan met vertrouwen, overleggen, je
Muzikale opvoeding 2
Thema: dieren in het bos
pelverloop
samen staan. Het diertje waarvan zij een prentje krijgen , hebben zij ook gehoord via een geluid.
mening, uiten,… . Om groepswerk zo optimaal te laten
verlopen is het belangrijk dat ze bij toeval worden
verdeeld. Zo tot ontdekking komen dat iedereen andere
kwaliteiten heeft. Door een prent te linken aan een
geluid gaan ze het auditieve koppelen aan het visuele.
3.
In groepje maken ze het geluidje van hun diertje.
Nabootsen van een geluid.
Kinderen oefenen hier even op.
3.1
Met hun vieren staan ze in een kringetje. De kinderen krijgen een gekend kinderliedje toegefluisterd door
de leerkracht en hierop gaan zij hun dierengeluid op toepassen.
Kinderliedjes:
 Altijd is kortjakje ziek.
Ontwikkeling ritmisch en melodisch gevoel.
Ontdekken van verschillende klanken via deuntje uit
gekend liedje.
 Slaap kindje slaap.
 Ik zag twee beren.
 Op een grote paddenstoel.
3.2
Voorstelling door de verschillende groepjes.
Voor publiek staan.
Durven jezelf te tonen binnen en voor een groep.
4.
4.1
Kinderen gaan op hun plaats zitten en nemen hun blad weer bij de hand. Zij zetten hun vinger op de lijn
Herhaling van de eerste oefening.
op het blad.
Inoefening voor de volgende oefening.
Instructie: de juf zet muziekje op dat werd beluisterd aan het begin van de les. De kinderen volgen eerst
Hoog/laag volgen op een blad en wordt motorisch
de muziek nog eens met hun vinger op hun blad (via de lijn die ze in het begin tekenden).
beleefd.
Nadien laat de juf nog eens het muziekje horen en maken zij hun dierengeluidje op het ritme van de
Muziek koppelen aan klank.
muziek. Wanneer het vocaal goed lukt mogen de kinderen er ook een beweging bij verzinnen en deze
Muzikale opvoeding 3
Thema: dieren in het bos
pelverloop
4.2
tegelijkertijd uitvoeren.
Reageren met beweging op klank.
Verhaal van de fantasiereis gaat verder. Kinderen sluiten de ogen. Jullie zitten daar ergens verstopt
De fantasiereis komt enkele keren terug in de les en
achter een boom want de vreemde geluiden maken jullie heel erg bang. Jullie horen nog meer rare dingen zorgt zo voor een leidraad doorheen de activiteiten.
en knijpen de ogen heel goed dicht.
Want de overgang van de ene naar de andere spelvorm
dient zo ongemerkt mogelijk te gebeuren.
5.
5.1
Instrumentenspel:
Auditief werken.
- Lk laat een viertal instrumenten horen in een bepaalde volgorde. De leerlingen mogen de ogen openen
Discrimineren van instrumenten adhv hun uiterlijke
en zien een hele boel instrumenten liggen. Let op! Er liggen meer instrumenten dan klanken werden
eigenschappen. Bv. een belletje gehoord dan zal het
gespeeld.
geen triangel zijn.
Welke instrumenten werden bespeeld? De juf laat ze allemaal horen en de kinderen moeten de juiste
Herinneren van klanken.
identificeren.
Klanken koppelen aan instrument.
Kennen de kinderen ook nog de volgorde waarin ze bespeeld werden?
Deze oefening meerdere keren uitgevoerd.
Chronologie in klanken.
Een leerling komt vooraan en voert de oefening uit.
5.2
5.3
Kinderen krijgen stokjes en experimenteren door verschillende manieren van klanken te maken met de
Ontdekken van klanken via verschillende kanalen. Bv.
twee stokjes. Bv. wrijven op de bank, afwisselend tikken op de bank,…
een bank.
Idem oefening 4.1 maar nu met de stokjes.
Met een instrument spelen op muziek.
Muziek juist aanvoelen.
Ritme ontdekken.
5.4
Oefeningen:
Oefeningen ter bevordering van de juiste ademhaling.
Vooraleer we gaan zingen is het nodig om de
Muzikale opvoeding 4
Thema: dieren in het bos
pelverloop
6.
1.zuigen
ademhaling bewust te gebruiken.
Lucht inademen als door een rietje/ als door een buis.
De juiste ademtechniek voor goed stemgebruik is de
2.lucht duwen
buik-ademhaling. Verkeerde ademhaling kan het zingen
Inademen en met de handen de lucht uit de buik drukken. Variatie:-Blokfluit aan de mond. Bij elke druk
nadelig beïnvloeden. Het geluid dat tot stand komt bij
moet de blokfluit te horen zijn.
de stembanden passeert verschillende
3.paard
resonantieholten: mond, neus, keel, voor-hoofdsholte en
Uitademen zoals een paard (de lippen trillen).
borstholte. Het resultaat is een toon, het geluid dat
4. Ruiken
klinkt. Voor een goede resonans is een goede houding
Ademhalen door de neus zoals ruiken aan een bloem of parfum.
en ademsteun van belang!
Aanleren van het liedje.
Luisteren.
De juf laat het liedje beluisteren. (tekst zie bijlage)
6.1
Kinderen tikken mee op het ritme met hun stokjes en zingen ‘innerlijk’ mee.
Ontwikkeling ‘innerlijk’ gehoor en geheugen.
Ontwikkeling ritmisch gevoel.
6.2
Vervolgens leert de juf de kinderen het liedje aan.
Gebaar maken per lijn.
Lijn per lijn wordt er een gebaar uitgevonden door de gehele klas.
Gebaar koppelen aan een woord.
De juf zingt een lijn voor en kinderen herhalen tot het volledige lied is gezongen.
Tekst in het geheugen opnemen.
Taalontwikkeling
6.3
De kinderen worden in twee groepen verdeeld (linker en rechter helft van de klas).
Rechter helft maakt de gebaren en linker helft zingt en omgekeerd.
Variant:
dierennamen worden vervangen door geluiden.
Aandacht voor het werk van anderen.
Muzikale opvoeding 5
Thema: dieren in het bos
pelverloop
Download