Bank- en financiewezen Hoofdstuk 3: Obligatiemarkt 1. DE OBLIGATIE Obligatie: schuldbekentenis --> koper obligatie leent geldt uit aan de emittent v/d boligatie --> krijgt hiervoor mogelijke rentevergoeding Obligatie bestaat uit mantel en couponblad Mantel: vermelding van standaardgegevens Couponblad: alle coupons waarop de obligatiehouder recht heeft ! Papieren versies van obligaties zijn aan het verdwijnen Risico van een obligatie is beperkt Rentevergoeding: één of meer keren per jaar krijgt men deze in ruil voor een coupon --> deze is gekend indien de rente niet variabel is --> bedrag en tijdstip van terugbetaling zijn gekend --> obligatiehouders voorrang op aandeelhouders bij faillissement Er blijft falingrisico bestaan: --> obligaties hebben minder risico’s dan aandelen --> obligaties hebben dus ook een lagere risicopremie 1.1 Soorten obligaties Obligaties deelt men in volgens: - Rang van terugbetaling - Identiteit v/d emittent - Rente - Nationaliteit v/d emittent - Munt van uitgifte 1.1.1 Indeling volgens rang van terugbetaling Achtergestelde obligatie: wordt bij faillissement v/d onderneming terugbetaald na de bevoorrechte en gewone obligaties maar voor aandeelhouders Bevoorrechte obligaties: obligaties waarvan de terugbetaling in geval van vereffening plaatsvindt voor de terugbetaling v/d gewone en achtergestelde obligaties ! Terugbetaling wordt gewaarborgd door per voorbeeld het moederbedrijf v/d onderneming of overheid 1 Jeroen De Koninck – HIRB – 2012-2013 1.1.2 Indeling volgens de identiteit v/d emittent Overheid en ondernemingen kunnen obligaties uitgeven Staatsleningen: obligaties uitgegeven door de overheid --> geeft lineaire obligaties (OLO’s) uit (gericht op institutionelen) --> geeft staatsbons uit (gericht op particulieren) Bedrijfsobligaties: obligaties uitgegeven door bedrijven 1.1.3 Indeling volgens rente Merendeel obligaties --> obligaties met vaste rente rentevergoeding is met zekerheid gekend Soms ook variabele rente of geen rente --> dit zijn zero-coupon obligaties 1.1.4 Indeling volgens nationaliteit v/d emittent en munt van uitgifte Binnenlandse obligatie: obligatie uitgegeven in eigen land door emittent, in de de munt v/h land en met de regel v/h land Voorbeeld: KBC-obligaties op Belgische markt Buitenlandse obligatie: obligatie uitgegeven in ander land door emittent, in de munt van dat land en volgens de regel van dat land Voorbeeld: Unilever obligaties op Amerikaanse markt Euro-obligatie: obligatie uitgegeven in de munt v/e bepaald land, zonder dat ze in dat land geplaatst wordt Voorbeeld: IBM verleent obligaties in Europa tegen de Japanse Yen 2. OBLIGATIES KOPEN EN VERKOPEN Obligaties worden net als aandelen verhand op twee markten: - Primaire markt - Secundaire markt Primaire markt: inschrijving op nieuwe obligaties bij uitgifte --> vaak pas later notering op de beurs Secundaire markt: verhandelingen vinden hier plaats --> obligaties kunnen verkocht worden voor de eindvervaldag ! Handel in sommige obligaties is weinig tot niet liquide 2 Jeroen De Koninck – HIRB – 2012-2013 Men moet vier criteria in het oog houden rond de aankoop: - Obligatierendement (HD1, BOEK1) - Looptijd v/ obligatie - Munt van uitgifte - Kredietwaardigheid v/d emittent 2.1 Looptijd Ligt sinds het beginsel vast Obligaties met call of put clausule: obligaties waarbij vervroegde terugbetaling toegelaten is Call clausule: emittent heeft recht om de obligatielening op (of vanaf) een bepaalde datum vervroegd terug te betalen --> er is een hoger vereist rendement (obligatiehouders lopen groter risico) --> emittent zal enkel vervroegde terugbetaling doen als marktrente daalt ! Obligatiehouder zal voortijdig moeten herbeleggen tegen lagere marktrente Put clausule: obligatiehouder heeft recht om op (of vanaf) een bepaalde datum de vervroegde terugbetaling v/d obligatie te vragen --> er is een lager vereist rendement (obligatiehouders lopen minder risico) --> obligatiehouders zal enkel dit eisen wanneer marktrente stijgt ! Obligatiehouder kan herfinancieren tegen hogere marktrente Converteerbare obligaties en reserve convertibles --> hebben call of put clausule --> kunnen omgezet worden in ander effect 2.2 Muntrisico Bij intekenen in obligatie in andere munt --> obligatiehouder vrijgesteld aan wissel- of muntrisico Waarde v/d munt kan stijgen of dalen t.o.v. de euro --> men kent het bedrag op vervaldag niet 2.3 Kredietwaardigheid Kredietwaardigheid: kans dat de emittent in staat zal zijn aan zijn verplichtingen te voldoen Verplichtingen: betaling v/d coupons en terugbetaling hoofdsom Kredietwaardigheid overheid > kredietwaardigheid ondernemingen Tussen ondernemingen onderling is er ook een grote verscheidenheid in kredietwaardigheid Voorbeeld: nieuw technologisch bedrijf heeft minder kredietwaardigheid dan matuur chemiebedrijf Kredietrating: maatstaf voor de kredietwaardigheid v/d emittent of de graadmeter v/h risico dat een obligatiehouder loopt (lagere kredietwaardigheid -> lagere rating -> hogere risicopremie) --> krediet rating worden opgesteld door ratingbureau of financiële instellingen Voorbeeld: Moody’s, Standard & Poor’s 3 Jeroen De Koninck – HIRB – 2012-2013 3. LINEAIRE OBLIGATIES Markt lineaire obligaties --> belangrijkste markt in België Lineaire obligatie (OLO’s): looptijd tussen 5 en 30 jaar --> worden om de twee maand uitgegeven door Belgische overheid ! Ze zijn gedematerialiseerd --> de effecten bestaan fysiek niet (registratie in namenregister) ! Nominale rente en looptijd gedurende lange tijd constant --> OLO’s vormen een lijn bij verhandeling op secundaire markt --> hierdoor stijgt hun liquiditeit Voorbeeld: overheid heeft lening met looptijd 7 jaar --> ze kan een nieuwe schijf uitgeven van OLO’s --> ze kunnen opteren voor één die drie jaar geleden gelanceerd werd met initiële looptijd van 10 jaaar Dit is een flexibele manier van schuldfinanciering OLO’s worden verhandeld op twee verschillende markten - Primaire markt: enkel institutionele beleggers toegelaten - Secundaire markt: toegankelijk voor alle beleggers (particulieren weinig belangstelling) --> komt door hoge minimale inschrijvingsbedragen van 1 milj. euro ! Er is en blijft een verschil tussen veiling schatkistcertificaten en OLO’s --> bij veiling van schatkistcertificaten worden rentetarieven geboden 4. TWEE HYBRIDEN: CONVERTEERBARE OBLIGATIE EN OBLIGATIE MET WARRANT Hybride financieringsvormen: financiële instrumenten met zowel kenmerken van aandelen als van obligaties Concreet voorbeeld: converteerbare obligaties, obligaties met warrant en varianten Converteerbare obligatie: obligatie die de houder het recht geeft om haar gedurende een bepaalde periode om te zetten in een ander financieel instrument (= onderliggende waarde) Voorbeeld: Converteerbare obligatie met nominale waarde 100 euro (enkele jaren geleden gekocht) --> Op de vervaldag kan men kiezen voor: - Terugkrijgen v/d nominale waarde - Omzetting in aandeel Indien een aandeel op vervaldag groter is dan 100 euro --> omzetting is voordeling Omgekeerd geldt ook. Op vervalgdag zal men dus een keuze maken (conversie of geen conversie) 4 Jeroen De Koninck – HIRB – 2012-2013 Warrant: het recht dat de houder de mogelijk geeft om gedurende een bepaalde periode de onderliggende waarde te kopen tegen een vastgestelde prijs of oefenprijs Voorbeeld: We kochten obligatie met aangehechte warrant waarmee men één obligatie kan kopen op vervaldag voor 120 euro De nominale waarde is gelijk aan 100 euro --> Eigenaar v/d obligatie kan kiezen om het aankooprecht uit te oefenen of niet Men krijgt sowieso de nominale waarde terug Men kan surplus het aandeel kopen of niet kopen Onderliggende waarde: meestal een aandeel, maar kan ook goud, valuta, obligatie, index, ... zijn 4.2 Voor- en nadelen v/e converteerbare obligatie en obligatie met warrant Er zijn voordelen en nadelen voor zowel belegger als emittent 4.2.1 Vanuit standpunt v/d BELEGGER Belegging in hybride financieringsvormen heeft voordeel: - Kans op extra winst door conversie v/d converteerbare obligatie of uitoefening warrant ! Belegger is zelf bereidt lagere rente te ontvangen vergeleken met gewone obligaties --> belegger is bescherm tegen koersdalingen v/e aandeel (minder risico dan rechtstreeks beleggen in aandeel) Daarnaast altijd de minimale nominale waarde v/d obligatie 4.2.2 Vanuit standpunt v/d EMITTENT Uitgeven van een hybride financieringsvorm heeft voordeel: - Lagere financieringskost Uitgeven van een hybride financieringsvorm heeft nadelen: - Converteerbare obligatie: als onderneming slecht doet, zal aandeel niet interessant zijn voor obligatiehouder --> onderneming moet interest blijven betalen (kan moeilijk worden) - Aandelenkoers kan ook snel stijgen, vele sneller dan koers waarop men conversie of aankoop v/h aandeel via warrant interessant is --> obligatiehouders zullen converteren of kopen en aandeelhouderswinsten boeken 4.3 Converteerbare obligaties: technische aspecten 4.3.1 Kenmerken Aan een converteerbare obligatie, worden volgende kenmerken gelinkt: - Conversieperiode: vooraf vastgestelde periode waarin omwisseling tot aandelen gaat - Conversieverhouding: aantal aandelen dat men kan krijgen door conversie obligatie - Conversieprijs: prijs waartegen de onderneming de nieuwe aandelen bij omwisseling uitgeeft 5 Jeroen De Koninck – HIRB – 2012-2013 CONVERSIEPRIJS = NOMINALE WAARDE V/D CONVERTEERBARE OBLIGATIE CONVERSIEVERHOUDING CONVERSIEPRIJS - BEURSKOERS CONVERSIEPREMIE = BEURSKOERS Conversieprijs > 0 --> aandeel goedkoper verwerfbaar door op rechtstreeks op beurs te kopen Conversieprijs < 0 --> aandeel beter via conversie Voorbeeld: Converteerbare obligatie met nominale waarde van 1.000 euro Bij conversie krijgt men 10 aandelen (huidige beurskoers is 80 euro) Conversieverhouding = 10 Conversieprijs = 1.000/10 = 100 Conversiepremie = (100 - 80)/80 = 0,25 > 0 Conversie is niet interessant 4.3.2 Reverse convertibles Reverse convertible: obligatie die door emittent (vaak financiële instelling) kan worden omgezet in aandelen (meestal v/e ander bedrijf dan de emittent) Risico bij reverse convertible ligt vele hoger dan bij converteerbare obligaties --> keuze mogelijkheid ligt bij emittent en niet bij belegger --> vereist rendement zal hoger moeten liggen dan bij gewone obligatie 4.4 Obligaties met warrant: technische aspecten Er zijn veel gelijkenissen met converteerbare obligaties --> ze geven ook recht om onderliggende waarde te verwerven (binnen bepaalde periode) Er zijn ook belangrijke verschillen met een converteerbare obligatie - Recht kant losgekoppeld en apart verhandeld worden - Obligatie blijft bestaan, men krijgt nominale waarde en kan via extra som aandelen kopen Obligatie cum warrant: obligatie en warrant worden samen verhandeld Obligatie ex warrant: obligatie en warrant worden afzonderlijk verhandeld 6 Jeroen De Koninck – HIRB – 2012-2013 ZIE OEFENINGEN PAGINA 382 7 Jeroen De Koninck – HIRB – 2012-2013