Brochure gestructureerde obligaties

advertisement
Gestructureerde obligatie
Een obligatie
met een eigen
karakter
Inhoud
Inleiding 5
Aard van de belegging
7
Voordelen en nadelen
7
Prestatiemechanismen 8
Met of zonder kapitaalbescherming
Op basis van de onderliggende activa
Met of zonder tussentijdse coupon
Met of zonder vervroegde terugbetaling
Met of zonder klik 8
8
8
8
8
Samenstelling van een gestructureerde obligatie 10
Belangrijkste risico’s
11
Kredietrisico11
Liquiditeitsrisico11
Rentevoetrisico11
Risico op koersfluctuatie 12
Risico van afwezigheid van inkomsten
12
Kapitaalrisico12
Wisselrisico12
Fiscaliteit13
Informatie ter beschikking van de beleggers
13
Belgische en Europese reglementering
13
Voor wie zijn de gestructureerde obligaties uitgegeven door Nagelmackers bedoeld?
14
3
Inleiding
Een gestructureerde obligatie, ook wel ‘Structured
Note’ genoemd, heeft dezelfde hoofdkenmerken
als een obligatie: een emittent, een bepaalde
looptijd, een munteenheid, een uitgifteprijs (op de
‘primaire’ markt) en een koersprijs (op de
‘secundaire’ markt), een minimale coupure, in de
meeste gevallen een kapitaalbescherming op de
vervaldag ...
In tegenstelling tot de klassieke obligaties
(staatsbons, kasbons ...) en termijnrekeningen,
streven ‘gestructureerde’ obligaties naar een
potentieel hoger rendement, gelinkt aan de
evolutie van de financiële markten. Om deze
doelstellingen te halen, worden de coupons, en
eventueel de kapitaalbescherming op de
eindvervaldag, vastgelegd door middel van een
prestatiemechanisme geïndexeerd volgens een of
meerdere financiële activa: de evolutie van het
beleggingsfonds, de beursindexen, interestvoeten,
inflatie, een korf van aandelen en/of obligaties,
grondstoffen ...
Daarom bestaat een ‘gestructureerde’ obligatie
(zie ‘Samenstelling van een gestructureerde
obligatie’ pagina 10) meestal uit:
•een klassieke nulcouponobligatie: waarvan de
interesten worden gekapitaliseerd tot op de
eindvervaldag om zo de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van het kapitaal op de
eindvervaldag te beschermen;
•een optie: die het mogelijk maakt een potentieel
hoog rendement te behalen verbonden aan de
financiële markten.
• Afhankelijk van de obligatie, mogelijkheid tot
kapitaalbescherming op de vervaldag
• Hoger rendementspotentieel dan een klassieke
obligatie of een termijnrekening met dezelfde
looptijd
• Prestatie verbonden aan de evolutie van de
financiële activa (aandelen, obligaties,
interestvoeten ...)
5
6
Aard van de belegging
Gestructureerde obligaties zijn, net zoals alle
obligaties, schuldbewijzen. Door erop in te
tekenen, leent de belegger geld aan de emittent
(meestal een bank) die zich engageert de belegger
terug te betalen in coupons en hem eventueel
kapitaalbescherming biedt op de eindvervaldag,
afhankelijk van het prestatiemechanisme dat werd
afgesproken per product.
Zoals bij alle obligaties geldt bijgevolg het risico
dat, in geval van faillissement of wanbetaling van
de emittent (ook wel ‘kredietrisico’ genoemd, zie
‘Belangrijkste risico’s’ pagina 11), de belegger de
coupons waarop hij recht heeft, niet ontvangt en
zijn geïnvesteerde kapitaal geheel of gedeeltelijk
verliest.
Voordelen en nadelen
Voordelen
Nadelen
•De mogelijkheid van een belegging met
kapitaalbescherming op de vervaldag.
•Het rendementspotentieel is veel hoger dan dat
van klassieke obligaties.
•Toegang tot financiële activa die niet
rechtstreeks toegankelijk zijn voor beleggers.
•De waardering van het gestructureerd product
tijdens de looptijd hangt zowel af van de waarde
van de optie als van de waarde van de
nulcoupon. Indien het product wordt
doorverkocht vÓÓr de vervaldag, is het niet meer
mogelijk om de mogelijke winst of het verlies te
berekenen. De prijs hangt dan af van de
dagelijkse marktparameters. De belegger is
bovendien blootgesteld aan het kredietrisico van
de emittent van de gestructureerde obligatie. In
geval van faillissement (of wanbetaling) van de
emittent, loopt u het risico uw initieel belegde
kapitaal geheel of gedeeltelijk te verliezen,
alsook de coupons waar u recht op heeft.
•Het rendement kan lager zijn dan dat van
klassieke obligaties, gelijk aan nul in geval van
een gestructureerde obligatie met kapitaalbescherming, tot zelfs negatief indien er geen
kapitaalbescherming geldt.
•Het is niet mogelijk de onderliggende activa
tijdens de looptijd van de gestructureerde
obligatie te veranderen, zelfs niet wanneer de
macro-economische omstandigheden
veranderen.
7
Prestatiemechanismen
Met of zonder
kapitaalbescherming
Met of zonder vervroegde
terugbetaling
De meeste gestructureerde obligaties garanderen
de terugbetaling van een bedrag gelijk aan het
belegde kapitaal op de vervaldag. Er bestaan ook
obligaties die geen 100% kapitaalbescherming
bieden. In ruil voor dit hogere risico heeft de
belegger wel een hoger rendementspotentieel.
De emittent kan het recht hebben de obligatie
vervroegd terug te betalen. In de voorwaarden
staat vermeld vanaf wanneer de gestructureerde
obligatie kan terugbetaald worden (bijvoorbeeld
vanaf het 5e jaar). Het is ook mogelijk een ‘lock up’
periode af te spreken. Dat is een periode waarin de
emittent zich engageert geen vervroegde
terugbetaling uit te voeren. Gedurende deze
periode heeft de belegger vaak recht op een
hogere vaste coupon (bijvoorbeeld 5% gedurende
de eerste 3 jaar).
Op basis van de onderliggende
activa
De gestructureerde obligaties verschillen van elkaar
op basis van hun onderliggende activa. Mogelijke
onderliggende activa zijn beleggingsfondsen, een
aandelenkorf, aandelen- of interestvoetindexen,
grondstoffen, de spread (verschil) tussen twee
indexen, of een combinatie van verschillende activa.
Met of zonder tussentijdse
coupon
Indien er coupons worden uitbetaald, gebeurt dat
meestal op regelmatige tijdstippen. Normaal
gezien is de waarde van de coupon verbonden aan
de evolutie van de onderliggende activa. Een
coupon kan, afhankelijk van het gekozen type
gestructureerde obligatie, vast, variabel of een
combinatie van beide zijn. Indien er geen
tussentijdse uitbetalingen zijn, wordt een
eenmalige coupon op de vervaldatum uitbetaald.
In geval van een vaste minimumcoupon, spreekt
men van ‘floor’. Indien de deelname in de stijging
van de onderliggende activa gelimiteerd wordt,
spreekt men van ‘cap’.
8
Een vervroegde terugbetaling vindt vaak plaats
indien voor de emittent het rendement op de
gestructureerde obligatie hoger ligt dan de
leningskosten. Bij een vervroegde terugbetaling
krijgt de cliënt zijn initieel belegde kapitaal terug.
Andere eventuele terugbetalingen moeten vooraf
worden bepaald. Bij terugbetaling van het kapitaal
op de vervaldag krijgt de cliënt zijn startkapitaal
terugbetaald, met daarbovenop de laatste coupon
of de meerwaarde (in geval van kapitalisatie).
Met of zonder klik
Om het risico te beperken van bijvoorbeeld een val
van de beursindex op de eindvervaldag, kunnen
bepaalde gestructureerde obligaties een of
meerdere kliks bevatten. Met het kliksysteem
kunnen winsten geblokkeerd worden op
een bepaald ogenblik of een bepaald niveau,
ongeacht de voorgaande prestaties van de
onderliggende activa (in onderstaand voorbeeld
de beursindex).
Fictief voorbeeld van het mechanisme van een
gestructureerde obligatie met of zonder
kapitaalbescherming
Een gestructureerde obligatie met een looptijd van
8 jaar waarvan de prestatie op de vervaldag
gelinkt is aan de prestatie vanaf uitgifte van een
aandelenindex.
• De kapitaalbescherming op de vervaldag geeft
de belegger recht op 80% van de prestatie van
het fonds indien die positief is, alsook op het
volledige startkapitaal, zelfs indien de prestatie
negatief is.
• Indien de belegger kiest voor geen kapitaalbescherming op de vervaldag, heeft hij recht op
150% van de prestatie van het fonds indien die
positief is, bovenop het startkapitaal. Indien de
prestatie echter negatief is, wordt die
aangerekend op het belegde kapitaal.
9
Samenstelling van een
gestructureerde obligatie
Een gestructureerde obligatie bestaat meestal
uit:
•Een nulcouponobligatie die de interesten
kapitaliseert tot op de vervaldag, wat het
mogelijk maakt om het kapitaal in zijn geheel
of gedeeltelijk terug te betalen. Het aandeel
van deze nulcouponobligatie in het
gestructureerd product wordt vastgelegd in
functie van de interestvoet van de obligatie. Hoe
hoger de interestvoet en hoe langer de looptijd,
hoe minder belangrijk het aandeel van de
nulcoupon (en omgekeerd). Het saldo tussen de
uitgifteprijs van het gestructureerd product en
het aandeel van de nulcouponobligatie, bepaalt
het overblijvende aandeel voor de optie.
•Een optie* die de prestatie verbonden aan de
onderliggende activa zal bepalen. De kost van
deze optie hangt af van het prestatiemechanisme
en verschillende andere factoren, zoals de
eigenschappen van de onderliggende activa.
Hoe zwakker de volatiliteit van de
onderliggende activa, bijvoorbeeld, hoe lager de
kost van de optie en vice versa. Hoe meer het
prestatiemechanisme garanties biedt die het
rendementrisico beperken (bijvoorbeeld, een
minimumcoupon of een klik, zie pagina 8), hoe
hoger de kost van de optie. Zo bepaalt de kost
van de optie het prestatiepotentieel van de
belegging.
Het respectieve aandeel van deze 2 componenten
(en bijgevolg van de potentiële prestatie van de
gestructureerde obligatie) wordt beïnvloed door:
•De kosten van de emittent en de financiering van
de optie, alsook de vergoeding van de
distributeur.
•De dividenden van de onderliggende activa. Bij
het intekenen op een gestructureerde obligatie,
doet de belegger in het algemeen afstand van de
toekomstige dividenden van de onderliggende
activa. Deze dividenden worden opnieuw
opgenomen in de beleggingsstructuur om de
nulcouponobligatie en/of de optie te
financieren.
Illustratie van de samenstelling van een gestructureerde
obligatie met kapitaalbescherming op de vervaldag
Eindprestatie?
Optie
Startkapitaal
Nulcouponobligatie
Kapitaalbescherming
op de vervaldag
*Een optie is een contract waarbij de koper het recht verkrijgt om een onderliggend activa op voorhand aan een vastgelegde prijs te kopen (call) of verkopen (put), gedurende een vastgelegde
tijd of op een vastgelegde datum. Deze component van een gestructureerde obligatie kan vervangen worden door een swap. Dat is een contract voor de uitwisseling van financiële stromen
tussen bijvoorbeeld de emittent van de gestructureerde obligatie en de financiële instelling die de optie structureert.
10
Belangrijkste risico’s
Kredietrisico
Rentevoetrisico
In geval van faillissement of wanbetaling van de
emittent, loopt de belegger het risico de coupons
waar hij recht op heeft, niet te ontvangen of het
belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk te verliezen.
Hoe verder in de toekomst de vervaldag van de
obligatie, hoe groter de potentiële impact.
Een stijging van de rentevoeten heeft voornamelijk
een negatieve impact op de koers van de
onderliggende nulcouponobligatie. Dat kan het
gevolg zijn van een algemene stijging van de
marktrentevoeten, maar ook van een stijging van
het emittentenrisico.
Om de kwaliteit van de emittent te beoordelen,
kan de belegger de financiële rapporten van de
emittent raadplegen met daarin de ratings van
onafhankelijke ratingbureaus zoals Moody’s,
Standard&Poor’s ... Hoe beter de rating, hoe
kleiner het insolvabiliteitsrisico. We spreken van
Investment Grade obligaties als het
emittentenrisico acceptabel is (tussen AAA en BBB
voor Standard&Poor’s) en van High Yield
obligaties of obligaties met een hoog rendement
(BB+ tot D) indien het emittentenrisico niet
acceptabel is. Als de waardering van de emittent
op de markt verslechtert (bijvoorbeeld doordat
een van de grote ratingbureaus haar rating
verlaagt), dan zal dat een grote daling van de
koers met zich meebrengen.
Illustratie van de impact van een daling/stijging van de
rentevoeten op de nulcouponobligatie van een gestructureerd product met kapitaalbescherming op de vervaldag
Liquiditeitsrisico
➞
Optie
Startkapitaal
➞
Aangezien de emittent van een gestructureerde
obligatie niet noodzakelijk dezelfde is als de
emittent van een van de componenten (de
nulcouponobligatie of de optie), is het belangrijk
rekening te houden met deze kredietrisico’s (zie
‘Samenstelling van een gestructureerde obligatie’
pagina 10).
Eindprestatie?
Daling van de
rentevoet
Nulcouponobligatie
Stijging van
de rentevoet
Kapitaalbescherming
op de vervaldag
Dat risico is iets hoger dan bij een klassieke
obligatie: een stijging van de rentevoeten
heeft meestal een negatieve impact op de 2
componenten van de gestructureerde obligatie
waarvan het rendement verbonden is met de
aandelenmarkt (de nulcouponobligatie en de
optie).
Hoe langer de resterende looptijd van de
gestructureerde obligatie, hoe groter de impact
van een daling/stijging van de rentevoeten op
de waardering gedurende de looptijd van de
belegging.
Dit risico om de gestructureerde obligatie al dan
niet te kunnen verkopen vÓÓr de vervaldag hangt
af van de manier waarop de emittent al dan niet
een secundaire markt organiseert (markt
gedurende de looptijd van de obligatie).
11
Risico op koersfluctuatie
Naast het kredietrisico en de rentevoet, bestaan er
nog elementen die een invloed hebben op de koers
van een gestructureerde obligatie. Die factoren
kunnen elkaar versterken (door correlatie) of
compenseren. Zo is de waardering van de optie,
die deel uitmaakt van de gestructureerde obligatie,
sterk beïnvloed door verschillende parameters zoals
het niveau, de evolutie en de volatiliteit van de
onderliggende activa ten opzichte van het initiële
niveau en de resterende looptijd.
Met andere woorden, de verkoopkoers kan lager
liggen dan de koers bij uitgifte zelfs al biedt de
gestructureerde obligatie een kapitaalbescherming
op de vervaldag.
Fictief voorbeeld van de impact die een
prestatiedaling van een onderliggend activa
Risico van afwezigheid
van inkomsten
De coupons worden periodiek, op de vervaldag
of bij een vervroegde terugbetaling uitbetaald.
Indien de coupons exclusief verbonden zijn aan
de onderliggende elementen (bijvoorbeeld aan
de aandelenmarkten), bestaat het risico op geen
inkomsten.
Kapitaalrisico
Afhankelijk van de voorwaarden van de
gestructureerde obligatie, kan het kapitaalrisico
variëren van 0% (in geval van volledige
kapitaalbescherming) tot 100% (in geval van geen
kapitaalbescherming). Het grootste deel van de
uitgiften biedt een minimale kapitaalbescherming.
Wisselrisico
heeft op de gestructureerde obligatie,
afhankelijk van de resterende looptijd.
Een gestructureerde obligatie waarop bij
Er is een verschil tussen de munteenheid waarin
de gestructureerde obligatie wordt uitgegeven en
de munteenheid van de onderliggende activa.
uitgifte voor 1.000 EUR werd ingetekend en
die na een minimumlooptijd van 8 jaar een
kapitaalgarantie op de vervaldag biedt indien
de beursindex niet meer dan 40% van zijn
waarde verliest ten opzichte van het begin van
de belegging.
De impact van een sterke daling van de index
(bijvoorbeeld -35%) ten opzichte van de
Indien het prestatiemechanisme bijvoorbeeld een
indexpercentage vastlegt voor financiële activa
uitgedrukt in een ander devies (bijvoorbeeld
in dollar) dan de gestructureerde obligatie zelf
(bijvoorbeeld uitgedrukt in euro), bestaat er
geen wisselrisico. In dat geval zal de belegger
hetzelfde percent in euro verkrijgen dan het
indexeringspercentage in dollar.
uitgifte zou verschillen naar gelang de
resterende looptijd. Indien de looptijd
bijvoorbeeld nog 5 jaar bedraagt, dan zal de
verkoopkoers ver onder 1.000 EUR liggen
aangezien er nog te veel jaren moeten
verlopen om de terugbetaling van het kapitaal
op de vervaldag te kunnen beschermen. Indien
zo’n sterke daling slechts enkele dagen voor de
eindvervaldag zou plaatsvinden, zal de
verkoopkoers wel nog in de buurt van
1.000 EUR liggen.
12
In geval van gestructureerde obligaties uitgedrukt
in andere munteenheden, hangt het wisselrisico
af van de waarde van de munteenheid waarin
de obligatie wordt uitgedrukt. Die munteenheid
kan in waarde dalen of stijgen ten opzichte
van de euro. Indien het andere devies net in
waarde is gedaald ten opzichte van de euro op
het ogenblik dat het kapitaal en/of de coupons
worden terugbetaald, dan zal de conversie in euro
eindigen met verlies.
Fiscaliteit
•Roerende voorheffing: 25% toegepast op de
coupon(s).
•Taks op de Beursverrichtingen (TOB): geen op
de primaire markt (bij uitgifte) en 0,09% (max.
650 EUR) op de secundaire markt (gedurende
de looptijd van het product).
De fiscale behandeling is afhankelijk van de
individuele situatie van iedere belegger. Die kan
later veranderd worden.
Informatie ter beschikking van de
beleggers
Alvorens in te schrijven op een gestructureerde
obligatie, dient de belegger de volledige
commerciële brochure te lezen die alle
eigenschappen van het product verzamelt, alsook
alle wettelijke documentatie zoals het prospectus,
het overzicht en, indien aanwezig, de definitieve
voorwaarden in de Final Terms. De belegger dient
in het bijzonder kennis te nemen van de potentiële
risico’s van een gestructureerde obligatie vermeld
in desbetreffende rubriek.
Belgische en
Europese reglementering
Om de belegger te beschermen, worden de
gestructureerde obligaties sterk gereglementeerd,
zowel op Belgisch als op Europees niveau.
Bijvoorbeeld:
•Op Europees niveau vallen deze beleggingen
sinds 2007 integraal onder de regelgeving van
de Richtlijn betreffende markten voor financiële
instrumenten (‘MiFID’, zie onze website
nagelmackers.be/mifid).
•Op Belgisch niveau is Nagelmackers sinds de
creatie ervan aangesloten bij het moratorium
van de Autoriteit voor Financiële Diensten en
Markten (‘FSMA’). Deze autoriteit heeft de
Belgische financiële sector gevraagd geen
‘bijzonder complexe’ gestructureerde producten
meer te commercialiseren. Deze regelgeving (zie
www.fsma.be) streeft naar meer transparantie
in de commercialisatie van dit soort beleggingen
(identificatie van de risico’s, duidelijke uitleg
van het mechanisme en de aard van de
belegging, vermelding van de vergoedingen van
de distributeurs ...) en een vereenvoudiging van
de prestatiemechanismen.
13
Voor wie zijn de gestructureerde
obligaties uitgegeven door
Nagelmackers bedoeld?
De gestructureerde obligaties gecommercialiseerd
door Nagelmackers richten zich voornamelijk tot:
•cliënten die over voldoende ervaring en kennis
beschikken om de kenmerken van deze
beleggingen te begrijpen en om, in het licht van
hun financiële situatie, de voordelen en risico’s
van dit type financiële instrumenten te kunnen
inschatten (zij zijn vertrouwd met de
onderliggende activa, de interestvoeten en de
aard van de belegging);
14
•cliënten die beschikken over een beleggersprofiel dat past bij deze belegging (met name
een overeenkomende beleggingshorizon en
diversificatie van hun portefeuille).
Ten slotte zijn deze beleggingen voorbehouden
aan cliënten die genieten van het Premium- of
Nagelmackers-pakket, zoals bepaald in het
Reglement ‘Producten- en dienstenaanbod’
beschikbaar op nagelmackers.be/reglementen en
in alle kantoren van de bank.
N-BRO-112/10.2015 - Verantwoordelijke uitgever: Bart Beeusaert, Bank Nagelmackers nv, Sterrenkundelaan 23, 1210 Brussel - FSMA 025573 A
Download