Regelingen en voorzieningen CODE 4.3.1.62 Vragen en antwoorden over passend toewijzen bronnen aedes.nl, Vragen en antwoorden over passend toewijzen, november 2015 aedes.nl, ‘Nieuwe kenmerken inkomensverklaring bij woningtoewijzing’, d.d. 18.9.2015 Woningcorporaties moeten per 1 januari 2016 woningen toewijzen volgens de nieuwe regels voor passend toewijzen. Wat betekent dat precies? Zes vragen en antwoorden op een rij. 1. Wat is passend toewijzen? Huishoudens met recht op huurtoeslag moeten vanaf 1 januari 2016 in principe een woning toegewezen krijgen met een huur onder de zogenaamde aftoppingsgrenzen (rond 600 euro). Corporaties zijn daartoe verplicht in ten minste 95 procent van de gevallen. Ze hebben een marge van 5 procent voor uitzonderingssituaties. Deze passendheidsnorm is onderdeel van de Woningwet die op 1 juli 2015 inging. De regels gelden voor nieuwe huurcontracten voor woningen met een huur tot en met 710,68 euro (liberalisatiegrens 2015). Overigens is de passendheidsnorm niet helemaal nieuw: in het verleden was een zelfde soort regeling van kracht. Die werd in 2008 afgeschaft. 2. Waarom is dit passend toewijzen ingevoerd? Huishoudens krijgen zo een woning met een huur die aansluit bij hun inkomen. Het moet voorkomen dat huurders snel in betalingsproblemen komen en dat het bedrag dat het Rijk moet uitgeven aan huurtoeslag te hoog oploopt. 3. Hoe werkt de inkomenstoets bij passend toewijzen? Daarvoor wordt dezelfde inkomenstoets gebruikt die nu al geldt voor het toewijzen van sociale huurwoningen. Daarvoor verstrekt de Belastingdienst inkomensverklaringen. Als het inkomen onder de huurtoeslaggrens ligt, moet een passende woning worden toegewezen. Bij het passend toewijzen wordt niet getoetst op het vermogen; het inkomen van inwonende kinderen telt niet mee. 4. Gelden er uitzonderingen voor bepaalde doelgroepen? Jongeren krijgen slechts huurtoeslag op het deel van de huur tot de kwaliteitskortingsgrens (403,06 euro in 2015). Toch geldt ook voor hen dat een woning passend is als die een huur heeft tot de aftoppingsgrens. De passendheidsnom geldt ook voor toewijzingen aan studenten en statushouders. Zij hoeven geen inkomen op te geven, maar hebben wel een verklaring van inschrijving aan een instelling voor hoger onderwijs nodig respectievelijk een verklaring van het COA. Mensen met een zware zorgindicatie hebben en houden toegang tot de sociale huursector ongeacht de hoogte van het inkomen. Wel vindt er een inkomenstoets plaats om te zorgen dat de lagere inkomens betaalbaar gehuisvest worden. 5. Hoe wijzen corporaties passend toe? Een aantal corporaties regelt dat huishoudens met recht op huurtoeslag automatisch voorrang krijgen op de goedkoopste woningen. Een aantal corporaties verlaagt de huren van woningen om zo voldoende woningen beschikbaar te hebben voor deze doelgroep. Verder zijn er corporaties die de huur tot de aftoppingsgrens verlagen van sommige woningen als daar een huurtoeslaggerechtigde op reageert. Portaal doet dat bijvoorbeeld met een tweehurenbeleid. 6. Hoe kan ik als corporatie huurders informeren? Veel corporaties hebben hun huurders al ingelicht. Bijvoorbeeld met een tekst op hun website, zoals Waardwonen, Beter Wonen Vechtdal en Woonservice Meander. Zij kunnen ook deze voorbeeldtekst als basis gebruiken. Sommige corporaties plaatsen vragen en antwoorden op hun website, zoals Actium en Wonen Limburg. Andere corporaties gebruiken visuele vormen van communicatie. Woonbedrijf maakte bijvoorbeeld een infographic en woningcorporaties in West-Brabant maakten een video. ----------------------------------------------------------------- 1 CODE 4.3.1.62 Regelingen en voorzieningen Nieuwe kenmerken inkomensverklaring bij woningtoewijzing 18-09-2015 De Belastingdienst heeft per 1 september 2015 de kenmerken gewijzigd van de inkomensverklaringen (tot 1 september IBRI) die ook worden gebruikt bij de woningtoewijzing. Een inkomensverklaring is een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. Tot 1 september 2015 bevatte de verklaring het kenmerk IBRI, met als toevoeging: O (het inkomen van de aanvrager is onbekend), V (het vermelde inkomen is voorlopig vastgesteld) of D (het vermelde inkomen is definitief vastgesteld). Nieuwe kenmerken Per 1 september 2015 gelden de volgende nieuwe kenmerken. OB-C: geen inkomen geregistreerd (O) van een beschreven (B) belastingplichtige ONB-C: geen inkomen geregistreerd (O) van een niet-beschreven (NB) belastingplichtige V-E: voorlopig vastgesteld inkomen (V) na indienen aangifte (E) V-F: voorlopig vastgesteld inkomen (V) na (andere) voorlopige aanslag (F) D-G: definitief vastgesteld inkomen (D) na definitieve aanslag (G) D-H: definitief vastgesteld inkomen (D) na navorderingsaanslag (H) D-I: definitief vastgesteld inkomen (D) na loon bij niet-beschreven belastingplichtige (I) D-K: definitief vastgesteld inkomen (D) na uitspraak bezwaar (K). Net zoals voor 1 september zijn alleen de inkomensverklaringen waarin het voorlopig of het definitief inkomen is vermeld bruikbaar voor de inkomenstoets. Bij een onbekend en bij een niet-geregistreerd inkomen (inkomensverklaringen met het kenmerk OB-C of ONB-C) moet een corporatie het inkomen van de woningaanvrager op een andere manier vaststellen. Bijvoorbeeld aan de hand van salaris- of uitkeringsstrookjes. 2