B en W nummer 12.0214. ; besluit d.d. 13-3-2012 Onderwerp Toelichting Grondprijzen notitie 2012 Burgemeester en wethouders besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. Bijgaande brief aan de raad vast te stellen waarin de raad wordt geïnformeerd over: a. Een toelichting op de gevolgen van de nieuw in te stellen suppletietermijn van 20 jaar. b. Een toelichting op de vraag of het college van B&W meerdere methoden heeft overwogen om corporaties te helpen/meer te investeren in huisvesting Pers samenvatting: Het college van B&W biedt aan de Raad een toelichting aan op de grondprijzen notitie 2012. In deze brief wordt de nieuw in te voeren suppletie termijn van 20 jaar toegelicht. Daarnaast zal er worden toegelicht of het college van B&W andere methoden heeft overwogen om corporaties te helpen meer te investeren in huisvesting. Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Gemeente Leiden Bezoekadres Stationsplein 107 2312 AJ LEIDEN Postadres Postbus 9100 2300 PC LEIDEN Telefoon 071-516 56 03 E-mail [email protected] Website www.leiden.nl/gemeent e de Raad Datum 13 maart 2012 Ons GRZ-2012-292 kenmerk Onderwerp Toelichting Grondprijzen notitie 2012 Contactpersoon T.de.Haan Doorkiesnummer (071) 516 56 86 Geachte leden van de Raad, Op 2 februari jl. heeft uw commissie Ruimte en Regio gesproken over de grondprijzennotitie 2012. Naar aanleiding van deze bespreking heeft de PvdA fractie een vijftal aanvullende vragen gesteld over de invoering van de suppletietermijn van 20 jaar. De volgende vragen zijn gesteld: 1. Heeft dit besluit invloed op de boekwaarde van de grond van corporaties? 2. Welke gevolgen (positief/negatief) heeft dit besluit verder voor corporaties en op welke termijn? 3. Wat kan de invloed zijn op de sociale woningvoorraad (Vercommercialiseren wordt immers veel aantrekkelijker)? 4. Zijn er andere methoden overwogen om corporaties te helpen/meer te investeren in huisvesting? 5. Als de termijn niet wordt ingevoerd, kan het geld dat daardoor extra binnenkomt (omdat de suppletie vergoeding nog wel betaald moet worden ) ook gebruikt worden voor sociale woningbouw (en zo ja hoe) ? Hierbij geven wij u de antwoorden op deze vragen. 1. Heeft dit besluit invloed op de boekwaarde van de grond van corporaties? Verkoop van sociale huurwoningen is een instrument om financiële middelen te genereren om de sociale huurvoorraad te vernieuwen en/of de verdeling over de stad meer in overeenstemming te brengen met de behoefte c.q. beleid (bijv. concentreren of juist spreiden). Bij verkoop van sociale huurwoningen wordt na aftrek van de resterende waarde in de boeken (boekwaarde), een netto opbrengst gegenereerd door de corporatie. Door het besluit om slechts de eerste 20 jaar een suppletievergoeding in rekening te brengen, wordt die netto opbrengst vergroot op het moment dat woningen worden verkocht na minimaal 20 jaar te zijn geëxploiteerd. De corporatie hoeft dan immers niet een deel van de netto opbrengst af te staan aan de gemeente. Op de boekwaarde van de corporatie heeft wel of geen termijn stellen geen invloed. Het veranderen van de eeuwige suppletietermijn in 20 jaar stelt de corporatie juist in staat om middelen te genereren om te investeren in de sociale woningvoorraad en in nieuwbouw. 2. Welke gevolgen (positief/negatief) heeft dit besluit verder voor corporaties en op welke termijn? Aan het instellen van een suppletievergoeding ligt ten grondslag dat de gemeente een zekere garantie heeft dat nieuw gebouwde sociale huurwoningen ook in de sociale voorraad blijven. Door de suppletietermijn op 20 jaar te stellen hebben de corporaties de mogelijkheid om de verkoopopbrengst (na aftrek van de boekwaarde) in te zetten voor vernieuwing/verbetering van haar sociale voorraad. Op deze manier denken partijen een goede voorwaarde te hebben gecreëerd om te komen tot een kwalitatief goede sociale huurvoorraad. In de grondprijzennotitie van 2009 is voor de eerste keer gesproken over een suppletietermijn van 20 jaar. Gronden die vanaf dat jaar zijn/worden verkocht met de bestemming sociale huurwoningen, krijgen de restrictie mee dat verkoop binnen nu en 20 jaar leidt tot alsnog voldoen van de marktwaarde van de betreffende gronden. 3. Wat kan de invloed zijn op de sociale woningvoorraad (Vercommercialiseren wordt immers veel aantrekkelijker)? Het verkopen van sociale woningen na 20 jaar wordt aantrekkelijker gemaakt voor corporaties. Corporaties zullen zo meer kapitaal te besteden hebben voor de vernieuwing en verbetering van de sociale woningvoorraad. Daarnaast is het denkbaar dat de begin kwaliteit van de sociale huurwoningen omhoog gaat, omdat daarmee hogere toekomstige verkoop opbrengsten mogelijk worden. Wat betreft het risico van grotere verkoopaantallen; zoals eerder aangegeven is de corebusiness van corporaties het in stand houden van de sociale huurvoorraad. De kans dat ze op grote schaal gaan commercialiseren achten wij daardoor nihil. Als ze woningen gaan verkopen zal dat zijn uit motieven van spreidingsbeleid en/of ten faveure van het vernieuwen/verbeteren van de sociale huur voorraad. 4. Zijn er andere methoden overwogen om corporaties te helpen/meer te investeren in huisvesting? Niet in algemene zin. Wel zijn de bestemmingsreserves herstructurering woongebieden nog beschikbaar voor Portaal, Ons Doel en de Sleutels. Deze reserves, waarin de opbrengsten uit de conversie van erfpachtcontracten worden gestort, mogen worden ingezet voor de realisatie van doelen die een gemeenschappelijk belang dienen van de corporatie en de gemeente. Daarnaast wordt momenteel gesproken over het mogelijk instellen van een tweede ronde herstructureringsreserve waarbij de voeding zal bestaan uit conversieopbrengsten van nog niet geëxpireerde contracten. De insteek daarbij is dat de gelden besteed mogen worden ter dekking van tekorten in de grondexploitatie alsook onrendabel parkeren. Tevens is aan de corporaties gevraagd om aan te geven welke projecten volgens hen in aanmerking zouden komen. Indien dat projecten zijn die ook het belang van de gemeente dienen, is instelling van een nieuwe reserve bespreekbaar. Zover is het echter nog niet en als er meer over bekend is zult u daar over worden geïnformeerd. 5. Als de termijn niet wordt ingevoerd, kan het geld dat daardoor extra binnenkomt (omdat de suppletie vergoeding nog wel betaald moet worden ) ook gebruikt worden voor sociale woningbouw (en zo ja hoe) ? Als de suppletietermijn eeuwigdurend blijft, blijft het minder aantrekkelijk voor de corporaties om te verkopen. Winst wordt dan namelijk afgeroomd en is dus niet beschikbaar voor de corporaties voor nieuwbouw en renovatieprojecten. Het is dan de vraag of er nog veel wordt verkocht en uiteindelijk als suppletievergoeding wordt afgedragen aan de gemeente. Hopend u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester