PowerPoint-presentatie - Steunpunt Passend Onderwijs VO

advertisement
PASSEND ONDERWIJS
DOCENTEN LEREN
VAN
DOCENTEN
Waar ging het ook weer om bij de beleidsstroom aan
documenten over Passend Onderwijs?
■ Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van docenten en ondersteuners staat
hierbij op nummer één. In het jargon van Passend Onderwijs heet dat: van curatief
naar preventief.
■ Een goede tweede is de mantra: Van indiceren naar arrangeren. Redenerend vanuit
de onderwijsbehoefte van de leerling antwoord kunnen geven op de vraag “wat
heeft deze leerling nodig, wat kunnen we aan arrangementen bieden?”
■ De derde lijn gaat uit van het begrip integrale ondersteuning van de leerling. De
ondersteuning van leerlingen moet vooral in het primair proces verhoogd worden en
niet via interventies van deskundigen die vanuit een eigen invalshoek buiten het
primair proces een bijdrage leveren aan de oplossing.
■ In alle drie de lijnen is de leraar de belangrijkste actor om Passend Onderwijs te
realiseren.
Koers VO: samenwerkingsverband
Rotterdam en omstreken
■ 50 000 leerlingen
■ 111 vestigingen v(s)o
■ 24 gemeenten
■ 27 schoolbesturen
■ Waarom docenten aan zet??
■ 10 scholen namen deel in de periode van 2012 - 2015
DOCENTEN AAN ZET
Passend onderwijs in de praktijk van een docent
Why, what en how
■ Martin Sinek
opvattingen
■ Passend onderwijs is niks nieuws
■ Docenten zijn geïnteresseerd in passend onderwijs
■ Passend onderwijs is meer een ding van de politiek
■ Als elke docent kan differentiëren hebben we passend onderwijs niet nodig
■ Bij ons op school bestaat het woord zorg niet meer
■ Passend onderwijs is omgaan met verschillen van leerlingen en daar het onderwijs
op inrichten
■ Passend onderwijs is net zo iets als basisvorming en de tweede fase
■ Een goed ondersteuningsprofiel zegt niet veel over de kwaliteit van het onderwijs
DOCENTEN AAN ZET
Passend onderwijs in de praktijk van een docent
Programma op basis van drie uitgangspunten
PASSEND ONDERWIJS
1. UITGAAN VAN
VERSCHILLEN!!!
(Is dat niet de basis van goed
onderwijs?)
2. Hoe leren leraren (veel
wetenschappelijk onderzoek)
■ Vooral van elkaar (kennis delen)
■ Door gerichte zelfreflectie (feed-back moet je organiseren)
■ Door een nauwkeurige koppeling te maken tussen de resultaten van de leerling en
de activiteiten van de leraar
3. Ondersteuningsroutes op verschillende niveaus:
•directe begeleiding van leerlingen
•klasgericht en indirecte begeleiding
•systeemgericht
Je persoonlijke ontwikkeling
Beleidsthema’s (in groepjes)
Adviezen aan de directie
RESULTAAT
Het leerprogramma: docenten leren van
docenten en van leerlingen
■ 10%:
de interviews en draagvlak van de directie
■ 20 %;
de tweedaagse
■ 70%:
Ontwikkelarrangement en
Oefenen in je dagelijks werk.
Onderdeel van de Personeelsbeleid cyclus (functioneringsgesprek)
WERKNIVEAUS VAN DOCENTEN
DIFFERENTIEREN op:
* TEMPO
DE VIJF ROLLEN
VAN DE DOCENT
* NIVEAU
1. GASTHEER
* INDIVIDUEEL
LEERLINGNIVEAU
2. PRESENTATOR
DE BASIS
3. PEDAGOOG
1. VERBINDING
4. DIDACTICUS
2. STRUCTUUR
5. AFSLUITER
3. BEGRENZEN
4. POSITIEVE
FEED BACK
HANDELINGSGERICHT WERKEN
DE ONDERWIJSBEHOEFTE VAN DE
LEERLING STAAT CENTRAAL
* AANPAK
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
VAN DE LEERLING IS IN BEELD
Top 4: Algemene strategieën van leraren op probleemgedrag
(van der Wolf en van Beukering, 2010). De basis van Passend
Onderwijs
■ Een hechte, persoonlijke, professionele relatie met de leerling tot stand brengen
■ Een leeromgeving in de klas waarin de leerling wordt uitgedaagd, structuur en steun
krijgt en gewenst gedrag positief wordt bevestigd
■ Gewenst gedrag verlangen, grenzen stellen, consequent zijn, corrigeren zonder star
te zijn
■ Aanmoedigen of belonen van positief (verbeterd) gedrag
WERKNIVEAUS VAN DOCENTEN
DIFFERENTIEREN op:
* TEMPO
DE VIJF ROLLEN
VAN DE DOCENT
* NIVEAU
1. GASTHEER
* INDIVIDUEEL
LEERLINGNIVEAU
2. PRESENTATOR
DE BASIS
3. PEDAGOOG
1. VERBINDING
4. DIDACTICUS
2. STRUCTUUR
5. AFSLUITER
3. BEGRENZEN
4. POSITIEVE
FEED BACK
HANDELINGSGERICHT WERKEN
DE ONDERWIJSBEHOEFTE VAN DE
LEERLING STAAT CENTRAAL
* AANPAK
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
VAN DE LEERLING IS IN BEELD
Hoe doe je dat? Door vijf rollen consequent in te vullen (Slooter 2010).
De basis in de uitvoering van Passend Onderwijs is de leraar die veel
stuurt (leiderschap toont)
■ 1. De gastvrouw de les starten en persoonlijk contact maken
■ 2. De presentator: de aandacht vangen door leiderschap te tonen
■ 3. De didacticus: instructie geven en werk uitzetten en positieve feed back te geven
■ 4. De pedagoog: ordeverstoringen aanpakken zodat iedereen zich veilig blijft voelen
en kan leren
■ 5. De afsluiter: evaluatie van de les: wat hebben we gedaan en wat heb je geleerd?
Wat zijn ondersteuningsroutes?
De processen die de school organiseert om de leerling
(extra) ondersteuning te geven, dit wanneer hij/zij van de juiste
route (naar het onderwijsdoel) dreigt te raken = MAATWERK
Deze ondersteuningsroutes hebben belangrijke kenmerken:
•er wordt handelingsgericht gewerkt
•leerling en ouders worden actief betrokken
•problemen staan niet centraal maar de oplossingen
•het gaat om de acties/interventies
•er is sprake van een cyclisch karakter
Plan-do-check-act cyclus
•er is sprake van een goede registratie van acties,
resultaten en tijdsduur
•zo nodig wordt de ondersteuningscirkel steeds wijder
Welke ondersteuning is nodig om het ontwikkelingsperspectief te bereiken?
Twee aspecten (meestal in combinatie):
•de leerprestaties
•het gedrag
Focus op factoren die het behalen van het onderwijsdoel belemmeren!
Effect half jaar later (de Wiekslag/ school voor
praktijkonderwijs)
Collega’s zijn gegroeid als docent voor de klas en in hun rol als ontwikkelaar. Er is meer
samenhang tussen vakken en gezamenlijke projecten staan op stapel.
Niet gelukt: Er zijn geen expertise bijeenkomsten georganiseerd waarbij collega’s elkaar
lesgeven in hun expertise.
Wat betekent dit traject voor de ondersteuning/zorg op
school? (Comenius College)
- Bewustwording en inzicht van de positie van de docent van de
plek op de pijl
-
Verschil in ontwikkeling accepteren
-
Inzicht in verschillen en groei mogelijkheden
-
Groepje dat differentiatie heeft opgepakt heeft steun aan elkaar
- Verantwoordelijkheid voor onderwijs en de school dieper in
organisatie neergelegd en gevoeld door deelnemers
Ondersteuning voor de school
(de Wiekslag/ school voor praktijkonderwijs)
Meer op elkaar kunnen terugvallen, steun van elkaar.
Onderwijsontwikkeling, een boost, gezamenlijke projecten.
1.
Effecten in de school een half jaar later:
(Comenius College: Capelle aan de IJssel)
Vernieuwde kijk op leiding geven van teamleiders:
Sturen op het proces van verandering: docenten steeds
weer ‘aan zet’ zetten.
Andere vragen stellen: wat wil je, wat kun je zelf, wat
heb je bedacht, wie neem je mee/
Steeds weer terug komen op gedane beloften/
uitgesproken intenties
In gesprekken (formeel en informeel) terugkomen op
de ingezette manier van werken (de groene school en de Pijl)
Schoolleiding zelf pakt beleid en uitwerking daarvan aan vanuit de
groene school gedachte: wie er bij betrekken, draagvlak, input van
docenten. Docenten laten presenteren, niet de schoolleiding.
De groep Docenten aan Zet: is zelf nog een aantal keer bij elkaar
gekomen, eigen initiatief.
Teamleiders voeren gesprekken met hun ‘Docenten aan Zet’’ om
vuurtje warm te houden, stimuleren en zorgen dat het niet
verdwijnt.
Directe begeleiding
•Aanpassing onderwijssituatie: benoemen gewenst gedrag
•Aanpassing leersituatie: hulp bij plannen en organiseren
•Aanpassing lesmaterialen/instructie: extra instructie
•Aanpassing ruimtelijke omgeving: structuur bieden
•Inzet expertise: mentorgesprek
•Samenwerking deskundigen: 1 kind, 1 plan: afstemming begeleiding
binnen de school
Klasgericht en indirecte begeleiding
•Groepsactiviteiten
•Voorlichting
•Coachen van leerkrachten
•Trainingen
•Co-teaching
Systeemgericht
Verbeteringen in het schoolsysteem aanbrengen:
•Verbeteringen aanbrengen in methodische aanpak
•Expertise vergroten van docenten/team
•Arrangementen voor bijzondere doelgroepen
Download