Indiener: Horst c.s. G. Horst, P. Lotterman, A. Hakvoort, N. Heuwer, A. Mignot, M. Joosen, I. Oostlander, M. Morsink, A. van Beek, W.van Bekkum, P. Verhagen, J. Rauw, Versteeg, M. Uitdewilligen, H. Wennink, A. de Lange, H. Kok, W. Groeneweg, P. Walenkamp, M. Meijerman, G. Koot, D. Lorier, J. Weigand, G. Karssenberg, J. Goossen, W.J. Berg, H. Dirksma, H. van Leusden, A. Immink, M. Rog, A. van Andel, CDA Utrecht, CDA Steenwijkerland, W. Biermann, G. Boeve, H. Boes, M. Visser, P. Leenders, C. Hakbijl, P. Hendrikse, C. van Steenderen, C. Cornelissen, J. Bosmans, B. Kluiters, C. Duinmaijer, J. Smit, J. Jongejan, P. Oudenaarden, M. Limmen, J. Lubberding, R. Strijker, E. van de Peppel. Resolutie: Passend onderwijs Het CDA congres, bijeen op 2 april 2011 in Den Haag, constateert dat: 1. het huidige stelsel van zorgonderwijs door aanhoudende groei van het aantal geïndiceerde leerlingen en het budget onhoudbaar is geworden; 2. door de bezuinigingsvoorstellen passend onderwijs de steun voor de aangekondigde investering in de kwaliteit van het (voortgezet) speciaal onderwijs onder druk komt te staan, terwijl die kwaliteitsverbetering zeer noodzakelijk is voor een betere sociaaleconomische positie van kwetsbare leerlingen uit het (voortgezet) speciaal onderwijs; 3. de door Minister Van Bijsterveldt aangekondigde bezuiniging op passend onderwijs op brede weerstand stuit in het gehele onderwijsveld, van leraren en schoolleiders tot ouders; 4. de grote rol voor regionale samenwerkingsverbanden in het nieuwe stelsel passend onderwijs het risico heeft dat de bureaucratie in en om de school eerder zal toe- dan afnemen, en daardoor teveel middelen zullen weglekken die aan verbetering van onderwijskwaliteit moeten worden besteed; overweegt dat: 1. de indruk nadrukkelijk is dat de handelingsbekwaamheid van docenten in het reguliere onderwijs in het omgaan met de toenemende heterogeniteit van leerlingen in de huidige situatie al tekort schiet; 2. getracht moet worden om de expertise in het speciaal onderwijs en de ambulante begeleiders zo maximaal mogelijk in te zetten bij de scholing van leraren in het regulier onderwijs op het vlak van zorgonderwijs; 3. de voorgestelde bezuiniging passend onderwijs van 300 mln lager is dan de in het rapport Brede Heroverwegingen (april 2010) voorgestelde 565 mln, maar op het niveau van de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs nog altijd forse gevolgen zal hebben; 4. met de voorgestelde stelselwijziging op termijn een bezuiniging te realiseren valt die in lijn ligt met de bezuinigingsvoorstellen passend onderwijs van 300 mln; 5. met de bezuinigingsvoorstellen passend onderwijs wel tijdig de financiële taakstelling wordt gerealiseerd, maar daarmee tegelijk de kans op een succesvolle stelselwijziging voor zorgonderwijs onder zware druk komt te staan, en dus temporisering van de taakstelling over een langere periode gewenst is; 6. de aanbevelingen van de Commissie Dijsselbloem hebben duidelijk gemaakt dat voor majeure ingrepen in de onderwijssystematiek voldoende tijd en draagvlak nodig is om tot goede uitvoering te komen; 7. bestrijding van bureaucratie en het daardoor weglekken van middelen op alle beleidsterreinen, zeker ook in het onderwijs, een speerpunt is van het huidige kabinet; spreekt uit dat: 1. de onderwijskwaliteit gebaat is bij een versterking van de kwaliteit van leraren in met name het regulier onderwijs die op zijn minst gelijke tred houdt met de stelselwijziging voor het zorgonderwijs; 2. alle mogelijke opties worden onderzocht voor dekking van een meer getemporiseerde invoering van het nieuwe stelsel passend onderwijs en de daarmee samenhangende bezuiniging; 3. het nieuwe stelsel passend onderwijs op het punt van de regionale samenwerkingsverbanden heroverweging behoeft vanwege de verwachte bureaucratische effecten en het weglekken van middelen die aan het primaire onderwijsproces moeten worden besteed; en gaat over tot de orde van de dag. Preadvies DB: Niet overnemen Het budget voor zorgleerlingen is de afgelopen jaren met een half miljard toegenomen. Deze groei is voornamelijk veroorzaakt door de enorme groei van het aantal kinderen met een gedragsstoornis (bijv. ADHD en autisme). Deze groei is niet alleen te verklaren door verbeterde diagnostiek en een maatschappij met meer prikkels voor kinderen. In de ons omringende landen liggen de percentages zorgleerlingen veel lager terwijl ook daar de diagnostiek is verbeterd en de maatschappij evenveel prikkels heeft. Waarom heeft Nederland zoveel meer zorgleerlingen dan de ons omringende landen? Er is geen medische verklaring voor. De verklaring voor de toename zit in het Nederlandse systeem. Vanwege de openeinde financiering door middel van de rugzakjes is onbedoeld een prikkel ontstaan. Hierbij was het mogelijk om steeds de zwaarste (en dus duurste) zorg aan te vragen voor het kind, terwijl ook lichte zorg (en dus goedkopere zorg) toereikend zou zijn geweest. Dit gold ook voor kinderen die eigenlijk helemaal geen extra zorg nodig hadden afgezien van extra aandacht in de klas. Dit verklaart de sterke groei van zorgleerlingen vanaf 2003 (de invoering van het rugzakje). Voor de invoering van het rugzakje was er slechts sprake van lichte groei. Dit kabinet kiest ervoor om 300 miljoen te bezuinigen op passend onderwijs, de rugzakjes af te schaffen en budgetfinanciering in te voeren. De uitgaven zijn daarmee terug op het niveau van 2005. Dat betekent dat er nog steeds 3,4 miljard euro wordt geïnvesteerd in zorgleerlingen. De afschaffing van de rugzakjes zorgt ervoor dat het budget wordt besteed aan de kinderen die het echt nodig hebben. Ook de bestaande bureaucratie rondom het kind wordt sterk verminderd. Leerkrachten in het regulier onderwijs worden geholpen door de mogelijkheden tot bijscholing. Hiervoor kunnen de middelen voor de Lerarenbeurs worden ingezet en de middelen voor professionalisering die het kabinet heeft vrijgemaakt. De beurzen voor de Lerarenbeurs worden per 1 april 2011 zelfs verhoogd naar € 7.000. Studies waarvoor het hogere instellingscollegegeld is verschuldigd blijven zo financieel toegankelijk voor leerkrachten die zich willen bijscholen. Tevens wordt het curriculum van de Pabo aangepast zodat aankomende leerkrachten al tijdens hun opleiding leren om te gaan met zorgleerlingen in de klas. Hiermee is het mogelijk om de invoering van passend onderwijs per 1 augustus 2012 te realiseren.