Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. Postbus 20018 2500 EA Den Haag PM, februari 2012 Geachte [PM], ‘Ieder kind hoort een passende plek in het onderwijs te krijgen waarbij zijn of haar talenten het beste tot uiting komen', aldus minister Van Bijsterveldt in een persbericht van januari 2011. Met de invoering van passend onderwijs wil de bewindsvrouw bevorderen dat meer leerlingen met een beperking een passend onderwijsaanbod binnen het reguliere onderwijs kunnen krijgen. Een goede samenwerking tussen het regulier en speciaal onderwijs en maatwerk, waarbij de leerling centraal staat, is daarvoor essentieel. Ouders moeten niet langer van het kastje naar de muur worden gestuurd. Dat klinkt goed. Maar laten we hierbij wel stellen dat in 2013, 2014 en 2015 respectievelijk 100, 200 en 300 miljoen euro wordt bezuinigd op passend onderwijs. Veel expertise gaat verloren met deze bezuinigingsslag. De vraag is dus of en hoe ieder kind een passend plekje in het onderwijs krijgt! Sociale veiligheid Wat gaat er gebeuren als er 10% procent bezuinigd wordt op de personele bekostiging van de scholen voor speciaal onderwijs en daarmee het speciaal onderwijs als veilige haven voor kwetsbare leerlingen onder grote druk komt te staan? Dat is wat vele ouders en leerkrachten van deze leerlingen zich nu afvragen. Het risico dat zij dan op het reguliere onderwijs worden geplaatst, waar de leerkrachten onvoldoende voorbereid en opgeleid zijn om met leerlingen met een verstandelijke beperking en/of handicap om te gaan, is groot. In het speciaal onderwijs is er veiligheid en structuur, voorwaarden die deze kinderen zo hard nodig hebben. Dit gevoel raken deze kinderen kwijt als zij in een groep van 30 kinderen in het reguliere onderwijs terecht komen. De negatieve gevolgen voor het kind, maar ook voor de leerkracht die het nu zonder gespecialiseerde ondersteuning moet doen en de andere medeleerlingen zijn groot. Niet passend Passende zorg klinkt goed. Maar als door lagere beschikbare budgetten minder leerlingen met een indicatie voor zware zorg in het speciaal onderwijs terecht kunnen, wordt het anders. Ze worden dan in het reguliere onderwijs geplaatst. Ook hier wordt bezuinigd op extra ondersteuningsmiddelen (zoals de huidige middelen voor ambulante begeleiding) en de financiële middelen om het onderwijs heen (bijvoorbeeld jeugdzorg en pgb’s). Daardoor wordt het voor zorgleerlingen lastiger om in dit reguliere onderwijs te blijven. Ik heb dan ook de sterke indruk dat het aantal thuiszitters zal stijgen: ondanks de zorgplicht zal het niet altijd mogelijk zijn leerlingen optimaal te begeleiden en garant te staan voor de veiligheid in de klas. Vijf voor twaalf Ik hoop dat u beseft dat het vijf voor twaalf is. Passend onderwijs klinkt goed en de stelselwijziging zal hopelijk ook bepaalde ontwikkelingen tegengaan die te ver zijn doorgeschoten. Maar denkt u tijdens het debat ook eens aan de kinderen met een complexe zorgvraag: wat gaan de bezuinigingen op passend onderwijs voor hen, maar ook voor hun leerkrachten en voor hun ouders betekenen? Deze kinderen raken niet alleen hun veiligheid en structuur kwijt, maar worden ook doodongelukkig. Dit mag niet! Dit kan niet! Want passend onderwijs is er voor iedere leerling. Ik hoop dat u dit meeneemt in het debat op 6 maart aanstaande. Met vriendelijke groet