Kleine flexibiliteit WERKBAAR WENDBAAR WERK De Wet Werkbaar Wendbaar Werk is sinds 1 februari 2017 van kracht. In dit overzicht bundelden we enkele ingrijpende en belangrijke nieuwigheden op vlak van arbeidsduur en flexibiliteit uit deze nieuwe regelgeving. Wanneer de werkdruk erg hoog ligt, kan de werkgever de werknemer voor een langere periode aan piekroosters laten werken vooraleer hij dalroosters moet voorzien. De nieuwe referteperiode waarin de gemiddelde arbeidsduur moet nageleefd worden, ligt vast op 12 maanden. +2u 7,6 7,6 7,6 7,6 7,6 -2u Glijdende uurroosters Werknemers kunnen zelf beslissen om op bepaalde dagen en/of weken meer of minder te werken dan de voorziene, normale arbeidsduur, met respect voor de concrete arbeidsorganisatie binnen het bedrijf. ma -5u di wo do vr 38u/week In de stamtijd moet de werknemer verplicht aanwezig én aan het werk zijn. +5u Piek- en dalroosters mogen maximaal 2u/dag (maximum 9u/dag arbeidstijd) en 5u/week afwijken van het standaarduurrooster. De werkgever dient gewijzigde uurroosters 7 dagen op voorhand kenbaar te maken. Tijdens de glijtijd beslist de werknemer zelf wanneer hij het werk begint en eindigt. Dat geldt zowel voor het begin en het einde van de dag als voor de middagpauze. 1 werkdag 8u 9u 11u30 13u30 16u30 17u30 De werknemer is verantwoordelijk om de gemiddelde arbeidsduur in een vooraf bepaalde periode (= referteperiode) van minimum 3 maanden tot maximum 12 maanden na te leven. Te weinig gewerkt? Dan kan de werkgever loon inhouden. Te veel gewerkt? Dan kan de werknemer geen bijkomend loon of inhaalrust vragen. Prikklok Om na te gaan of de werknemer zijn uren effectief gepresteerd heeft, moet de arbeidstijd geregistreerd worden. Via een prikklok kan de werknemer aantonen wanneer hij het werk start, hervat en beëindigt. Alleen wanneer een werknemer meer dan 9u/dag en 45u/week presteert, moet de werkgever overloon betalen. Occasioneel telewerk Los van structureel telewerk kunnen medewerkers onder bepaalde voorwaarden ook occasioneel telewerken: • bij overmacht of om persoonlijke redenen; • mits toestemming van de werkgever (de werkgever dient elke weigering te motiveren); • beide partijen dienen een overeenkomst te sluiten hierover. Het is aangeraden om een duidelijk beleid rond occasioneel telewerk uit te stippelen binnen het bedrijf. Groep ADMB beschikt over standaardmodellen waarmee u glijdende uurroosters, kleine flexibiliteit of occasioneel telewerk eenvoudig kan integreren in uw onderneming. Natuurlijk bieden we ook begeleiding op maat. Interesse? Contacteer uw dossierbeheerder of neem een kijkje op werkbaarwendbaarwerk.be 100 vrijwillige overuren De werknemer kan zelf kiezen om vrijwillig, zonder specifieke motivatie, overuren te presteren. Dat is mogelijk, na overleg en met goedkeuring van de werkgever, voor maximaal 100 overuren per kalenderjaar. Een sectorale verhoging kan tot maximum 360 overuren. Let op! Per dag mag de werknemer maximum 11 uur presteren, per week maximum 50 uur. Deze overuren worden steeds uitbetaald aan 150% of 200%. De werknemer kan de gepresteerde vrijwillige overuren niet recupereren. WET WERKBAAR WENDBAAR WERK Het had heel wat voeten in de aarde, maar sinds 1 februari 2017 is de Wet Werkbaar Wendbaar Werk officieel van kracht. Met deze nieuwe wetgeving wil de regering werkgevers meer flexibiliteit bieden en tegelijkertijd werknemers meer beweegruimte geven in het vinden van de juiste werk-privébalans. Lees alles over de nieuwe regelgeving op werkbaarwendbaarwerk.be Om een beroep te doen op het systeem van de vrijwillige overuren , moet er altijd een overeenkomst tussen werknemer en werkgever afgesloten worden. Geen idee hoe u zo’n overeenkomst moet opstellen? Groep ADMB beschikt over een standaardmodel dat u meteen kan integreren in uw onderneming. Contacteer uw dossierbeheerder of neem een kijkje op werkbaarwendbaarwerk.be Werknemers kunnen niet eindeloos meer uren presteren dan de voorziene, gemiddelde arbeidsduur. Dat komt door een interne grens die de werknemer verplicht om vanaf een bepaald moment de te veel gewerkte uren in te halen. Deze grens is opgetrokken tot 143 uur, maar ook hier is een extra sectorale verhoging mogelijk. Met uitzondering van de eerste 25 overuren, tellen de uitbetaalde vrijwillige overuren wel mee voor de interne grens van 143 uur. Een voorbeeld: Interne grens 50 uur - 38 uur = 12 overuren 12 weken x 12 overuren = 144 overuren Een werknemer werkt 50u/week in plaats van 38u/week. Hij werkt hierdoor 12u/week meer dan de voorziene gemiddelde arbeidsduur. In extremis kan de werknemer dit werkritme 11 weken aanhouden: 11 x 12u = 132u. Werkt de werknemer nog één week langer aan dit ritme dan heeft hij 144u op zijn teller en dat is 1u boven de interne grens. Dat mag niet. Hierdoor is de werknemer na 11 weken verplicht om minstens een aantal uren in te halen. Nadien kan hij opnieuw langer werken en dit opnieuw tot de grens van 143 uur.