WAT U MOET WETEN OVER DE ANNUALISERING VAN DE

advertisement
WAT U MOET WETEN OVER DE ANNUALISERING VAN DE ARBEIDSDUUR
“De 38-urenweek wordt afgeschaft.”
Dit is helemaal niet het geval. De annualisering houdt in dat de gemiddelde arbeidsduur over een jaar
bekeken, nog steeds 38 uur moet bedragen. Drukke dagen/weken worden dus altijd gecompenseerd
door minder drukke periodes of mogelijk zelfs volledige rustdagen. De maximale arbeidsduur in dit
nieuwe systeem wordt bovendien beperkt tot 9u per dag en 45u per week. Vandaag bestaan er al heel
wat flexibiliteitssystemen en overuurstelsels waar tot maximum 11u per dag en 50u per week kan
gewerkt worden, zolang het gemiddelde van 38u per week wordt gerespecteerd over de periode van
een trimester of een jaar. Denk vb. aan ploegenarbeid, de bouwsector, de horeca, de bakkerijen, de
vervoerssector, enz.
“Arbeidsduur per jaar: langere werkweek”
Voor de vakbonden is het een probleem dat het gemiddelde van 38u per week op jaarbasis zal worden
bekeken. De bestaande flexibiliteitssystemen bevatten nu inderdaad een standaard referteperiode van
een trimester, maar wel met de mogelijkheid om dit uit te breiden naar een jaar. In veel sectoren en
ondernemingen is dit ook gebeurd. De vakbonden vrezen dat de werkgever zijn werknemers
“maandenlang zeer lang” zal kunnen laten werken. Een werkgever zal hier natuurlijk niet voor zijn
plezier gebruik van maken, maar enkel van wanneer dit nodig is voor de onderneming. Het heeft geen
zin om mensen langer te laten komen als dit niet nodig is, want dan moeten ze misschien rust inhalen
op het moment dat ze wel nodig zijn. In tegenstelling tot vroeger zal het wel meer mogelijk worden
om het werk te organiseren op het ritme van de pieken en dalen waarmee de onderneming
geconfronteerd wordt. Nu komt men in sommige ondernemingen volk te kort op het moment dat de
nood hoog is, terwijl er andere periodes weinig te doen is.
“11 uur per dag, 50 uur per week, overloon vanaf het 12de uur.”
Volgens de vakbonden geeft elke gepresteerd uur boven 9 uur per dag of 40 uur per week vandaag
recht op overloon en wil de regering deze 9u/40u regel vervangen door een 11u/50u regel.
De 9u/40u regel geldt vandaag echter niet voor de ondernemingen en sectoren die vandaag reeds met
een flexibiliteitssysteem werken (waarbij het gemiddelde van 38u per week gerespecteerd wordt). Dit
is logisch: drukke dagen en weken worden gecompenseerd door minder drukke dagen en weken en
uiteindelijk wordt er gemiddeld 38u per week gepresteerd. Het voorstel van de regering gaat gewoon
op deze bestaande regel verder. Als de gemiddelde arbeidsduur van 38u per week wordt
geannualiseerd (op jaarbasis wordt bekeken) zal geen overloon betaald moeten worden zolang de
9u/45u grens wordt gerespecteerd.
Sectoren en ondernemingen hebben daarnaast de mogelijkheid om de 9u/45u grens naar 11u/50u uit
te breiden, telkens mits het respecteren van de gemiddelde arbeidsduur van 38u per week. Deze
uitbreiding zal slechts kunnen in onderling overleg, na het afsluiten van een sectorale of
ondernemingscao of, in een onderneming zonder vakbondsafvaardiging, via een aanpassing van het
arbeidsreglement. Dit is helemaal niet revolutionair. Sectoren en ondernemingen kunnen dit vandaag
ook al doen. Kijk maar naar de vele cao’s en arbeidsreglementen die vandaag van toepassing zijn.
“Overuren à volonté”
De vakbonden klagen aan dat de interne grens standaard op 143 uur zou worden gezet. Als je tijdens
de referteperiode van één jaar op een bepaald moment meer dan 143 uren boven het gemiddelde van
38 uur per week zit, wordt de werknemer verplicht om eerst inhaalrust te nemen, voor hij nog een
week meer dan 38 uur kan presteren.
De interne grens ligt vandaag inderdaad standaard op 91 uur per jaar, maar kan vandaag reeds op 143
uren worden gebracht via een onderhandelingsprocedure. Dit is in verschillende sectoren ook
gebeurd. Zo’n revolutie is dit dus niet. Bovendien is er altijd de bescherming dat de gemiddelde
arbeidsduur van 38u op het eind van het jaar moet gehaald worden.
“Je baas kan je 100 overuren laten verrichten zonder redenen te geven.”
Ondernemingen die vandaag niet binnen een flexibiliteitsstelsel werken, mogen maar boven 9u per
dag of 40u per week laten presteren als ze binnen enkele strikte gevallen passen en bepaalde
procedures respecteren. Zo moet er sprake zijn van buitengewone vermeerdering van het werk of een
onvoorziene noodzakelijkheid en moet de vakbond vooraf akkoord gaan. Die bekijkt het presteren van
overuren door een ideologische bril, terwijl de werknemers van de onderneming vaak wel graag
overuren willen presteren. De strikte redenen zijn ook beperkend, want gewone pieken in de vraag
worden vb. niet als buitengewoon beschouwd.
De bijkomende pot van 100 overuren die buiten het strikte kader gepresteerd kunnen worden, zijn dus
soms nodig om het werk om een haalbare manier te organiseren.
Ook hier is de vrees dat de overuren “zonder redenen” zullen gevraagd worden, onterecht. Een
overuur heeft voor de werkgever een kostprijs. De werknemer ontvangt 150% van een gewoon uur.
De werkgever zal dus niet vragen om overuren te presteren, zonder dat hier een goede reden voor is.
Er is bovendien voorzien dat de werknemer akkoord moet gaan.
“Geen recup van overuren, niet uitbetaald, maar 'opgespaard'”
Ook dit klopt niet. De gemiddelde arbeidsduur van 38u per week blijft in alle gevallen de norm. Dit
betekent dat overuren in principe gerecupereerd / ingehaald moeten worden, zodat op het einde van
het jaar gemiddeld niet meer dan 38u is gepresteerd.
De werknemer heeft nu de reeds de mogelijkheid om voor 91 tot 143 overuren zelf te vragen dat hij
deze niet moet inhalen, maar uitbetaald kan krijgen. Hij zal dit voortaan voor 143 overuren kunnen
doen.
Ook wat de bijkomende pot van 100 overuren betreft, zal de werknemer de mogelijkheid hebben te
vragen deze uren uitbetaald te krijgen in plaats van deze te moeten inhalen. Hier is het dus de
werknemer die zelf initiatief neemt om gemiddeld meer dan 38u te mogen werken. Veel werknemers
zijn hier vragende partij voor. Meer uren werken, betekent natuurlijk meer loon.
Download