Artikel 23: Normale arbeidsduur en arbeidstijden 1. De normale

advertisement
Artikel 23: Normale arbeidsduur en arbeidstijden
1. De normale arbeidsduur bedraagt veertig uur per werkweek en acht uur per dag. De
werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag. De zaterdag en zondag worden niet
als normale werkdagen beschouwd.
2. De dagelijkse arbeidstijd en rusttijden zullen door de werkgever in redelijk overleg
met de werknemer in zijn onderneming c.q. op de bouwplaats worden vastgesteld.
3. a. De arbeid voor bouwplaatswerknemers wordt verricht tussen 07.00 uur en 18.00
uur.
b. De arbeid gedurende de uitvoering van werkzaamheden die onderhevig zijn aan
getijde (hoog en laag water als gevolg van eb en vloed) wordt verricht tussen
06.00 uur en 18.00 uur.
4. Voor bouwplaatswerknemers geldt voorts dat, indien de arbeidstijd, de in de
Normregeling Arbeidstijden (bijlage 6) voorgeschreven pauze en de werkelijke reistijd
tezamen meer bedragen dan 11,5 uur per dag, de arbeidstijd in zoverre zal worden
ingekort. De in de normale arbeidstijd vallende reisuren zullen als arbeidsuren
worden betaald.
5. Op verzoek van de werknemer kunnen werkgever en werknemer in onderling overleg
de dagelijkse en wekelijkse arbeidstijden vastleggen, met inachtneming van de cao.
De werkgever zal daarbij rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van
de werknemer en zorgdragen voor een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon.
Werkgever en werknemer dragen er zorg voor dat het arbeidspatroon per kwartaal
ten minste 28 dagen voor aanvang van dat kwartaal is vastgesteld. Van deze termijn
kan worden afgeweken met instemming van de betrokken werknemer.
6. Het werken op zaterdagen en zondagen kan niet worden verplicht.
7. Een werknemer die ernstige gewetensbezwaren heeft tegen het werken op zon- en erkende christelijke
feestdagen kan hiertoe niet verplicht worden, indien de werknemer dit tijdig voor de aanvang van de
werkzaamheden aan de werkgever kenbaar maakt.
8. In afwijking van de normale arbeidsduur zoals genoemd in lid 1, kan een regeling
worden overeengekomen waarbij kortere werkweken worden afgewisseld met langere
werkweken. De werkgever en de ondernemingsraad moeten over deze regeling
overeenstemming hebben bereikt én ten minste 70% van de betrokken werknemers
moet schriftelijk hebben ingestemd. De bepalingen van artikel 89 van deze cao zijn
van toepassing. Indien de onderneming geen ondernemingsraad heeft, dient ten
minste 70% van de betrokken werknemers schriftelijk in te stemmen.
De volgende randvoorwaarden dienen hierbij in acht te worden genomen:

de dagelijkse arbeidsduur kan variëren van minimaal 7 uur tot maximaal 9 uur
per dag;

binnen een werkweek is de dagelijkse arbeidsduur iedere dag gelijk;

de gemiddelde arbeidsduur moet over een periode van 13 weken uitkomen op
40 uur per week;

de werkgever betaalt loon over 8 uur per dag;

de uren dienen te worden gewerkt binnen het normale dagvenster van lid 3, van
maandag tot en met vrijdag en binnen de begrenzing van 11,5 uur per dag
genoemd in lid 4;

de duur van het dienstverband bedraagt ten minste anderhalf maal de duur van
de regeling;

voor de afwijkende werktijden gelden de normen van de Normregeling
Arbeidstijden, zoals opgenomen in bijlage 6 van deze cao, als uiterste grens;

de zaterdag en zondag kunnen niet als normale werkdagen beschouwd worden;

in geval van zondagsarbeid in de Burgerlijke en Utiliteitsbouw-sector heeft de
werknemer aanspraak op minimaal 8 vrije zondagen per 13 weken;

bij een arbeidstijdpatroon van minder dan vijf werkdagen per week, dient de
beloning en de opbouw van rechten ten behoeve van de in artikel 84 genoemde
fondsen vergelijkbaar te zijn met die bij een vijfdaagse werkweek;

werknemers van 55 jaar of ouder behouden de mogelijkheid te komen tot een
vierdaagse werkweek bij een normale arbeidsduur van 8 uur per dag, zoals
bepaald in artikel 26a en 26b.
9. Voor (specifieke groepen) werknemers kunnen, indien afwijking van de normale
wekelijkse arbeidsduur is gewenst, maatwerkafspraken worden gemaakt. Hiervoor
dient de werkgever in overleg te treden met de vakbonden FNV Bouw en CNV
Vakmensen. Indien het de sector Grond-, Water-, en Wegenbouw betreft, dient ook
de Vakvereniging HZC bij het overleg te worden betrokken.
Download