Uploaded by User2842

samenwatting socialewetgeving hogeschool

advertisement
Inhoud
1.Wat is sociale wetgeving? .................................................................................................................... 2
2. Bronnen van Sociale Wetgeving .......................................................................................................... 3
2.1 Internationale rechtsbronnen ....................................................................................................... 3
2.2 Nationale rechtsbronnen .............................................................................................................. 5
3. Arbeidsrecht ........................................................................................................................................ 6
4. Aangaan van een arbeidsovereenkomst ............................................................................................. 7
4.1
Vormvereisten ......................................................................................................................... 8
Sociale wetgeving
1.Wat is sociale wetgeving?
•
Omvat =
Arbeidsrecht ( regelt verhouding tussen de werknemers en werkgevers)
Sociale zekerheidsrecht ( geheel van sociale voorzieningengericht is aan de genen die tijdelijk
of definitief niet kunnen of mogen werken een vervangingsinkomen te verschaffen)
Wetgeving inzake diverse minimumvoorzieningen
•
Bijzondere doel er van is: het beschermen van de belangen van de werknemers en
sociaalverzekerden en bevorderen van hun welzijn.
SW vertrekt van het beginsel dat in het verhouding tussen werknemer en werkgever de
werknemer de zwakste partij is. Werknemer heeft enige bron van inkomen zijn loon of
wedde die hij door zijn arbeid verdiend waardoor hij afhankelijk is van de werkgever.
Dus SW wil de werknemer beschermen tegen de misbruik van de werkgever waardoor we
spreken van de beschermingswetten:
Zoals bv.: loonbeschermingswet, wet op het arbeidsreglement, de wet op
arbeidsovereenkomsten..
•
•
•
Naast de bescherming van de werknemer zijn reeks van wetten tot stand gekomen die de
werknemer waarborgen willen geven om een menswaardig bestaan te verzekeren als hij zijn
inkomen verliest door dat hij door een bepaalde reden niet kan werken. Of als hij een
onvoldoende inkomen heeft om bepaalde kosten te dragen. = sociale verzekeringswetten.
Voorbeeld hiervan; wet op arbeidsongevallen, algemene kinderbijslagwet, wet inzake ziekte
en invaliditeitsverzekering, pensioenwet, werkloosheidreglementering enz..
Naast de wetgeving zijn er tal van collectieve overeenkomsten die al dan niet wettelijk
bekrachtigd worden waarmee men rekening moet houden in de verhouding tussen de
werknemers en werkgevers al deze overeenkomsten vullen het wettelijke bepalingen aan cal
2. Bronnen van Sociale Wetgeving
2.1 Internationale rechtsbronnen
= verdragen dat België met verschillende landen sluit.
Bilaterale verdragen:
verdragen tussen België en 1 land. Voor sociale wetgeving is het van belang dat er regels worden
vastgesteld die van toepassing zijn op de burgers die afkomstig zijn van ander land of omgekeerd
Belgen die naar buitenland vertrekken.
Multilaterale verdragen: verdragen tussen België en 2 of meer landen
Multilaterale instellingen:
De internationale Arbeidsorganisatie: Het vredes verslag van Versailles voorziet in zijn deel XIII
oprichting van Internationale Arbeidsorganisatie. Het is een instelling die een belangrijke rol speelt in
de ontwikkeling van het sociaal recht over heel de wereld. Bestaat uit algemene vergadering,
beheerraad en een vast secretariaat.
Huldigt het principe van de drieledigheid; regeringen , werknemers en werkgevers zijn er in
vertegenwoordigd.
IAO stelt 2 soorten bijzondere normen op: conventies ( met 5 fasen) en aanbevelingen.
België heeft binnen deze instelling een belangrijke rol gespeeld. In België worden conventies
bekrachtigd door de regering en goedgekeurd door de wetgevend macht. Principes van de
conventies worden opgenomen in de reglementaire teksten.
De conventies en aanbevelingen van IAO hebben zekere internationale harmonisatie van het
arbeidsrecht tot gevolg, omdat elke land dat conventie goedkeurt en de minimumnormen eerbiedigt.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
Zetelt in Parijs en wordt opgericht in 1961. Raad bestaat uit afgevaardigden van de landen die lid zijn.
Naast de economische zaken worden er ook sociale problemen behandeld door het Comité voor de
arbeidskrachten en de sociale aangelegenheden.
Beslissingen, akkoorden, aanbevelingen en resoluties van OESO hebben een beperkte rechtstreekse
weerslag op het Belgische sociaalrecht, maar hebben wel invloed op het algemeen
sociaaleconomische beleid van het land.
Raad van Europa
Zetelt in Straatsburg en werd opgericht in 1949. Uitvoerende orgaan is Ministercomité. Voornaamste
akte van deze organisatie is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het gaat over de
verhouding tussen de Staat en zijn burgers en ook ondernemingen. Het waarborgt enkele
fundamentele vrijheden en kan rechtstreeks ingeroepen worden voor belgische rechtbanken.
Op sociale vlak is de Europese Sociale Handvest van 18 oktober 1961 van belang. België keurde het
pas op 11 juli 1990 goed. Dit handvest omvat 3 delen:
1) Opsomming van de rechten die gewaarborgd moeten worden?
2) Verplichtingen moeten minstens 5 fun damentele rechten waarborgen van deze volgende;
- recht op arbeid ,recht op vrijheid en organisatie , recht op collectief onderhandelen, recht
op sociale zekerheid, echt op geneeskundige bij standrecht van het gezin op sociale
wettelijke en economische bescherming.
3) Het opzetten van een controle mechanisme teneinde de toepassing van het Handvest te
waarborgen.
De internationale Vereniging voor de Sociale Zekerheid (AISS)
Opgericht in 1947 na dat de Internationale Arbeidsorganisatie het probleem van de
ziekteverzekeringen op het agenda zette. Na de Tweede Wereldoorlog op 1947 werd de
nieuwe statuten en de benaming AISS vastgesteld. (Association Internationale de la sécurité
sociale). Het strekt zich tot alle landen. Omvat algemeen vergadering, raad en het
secretariaat-generale. Invloed op onze sociaalrecht is beperkt. Heeft wel invloed op
ontwikkeling van sociale zekerheidsrecht ter wereld maar ook onrechtstreeks op onze land.
DE Benelux Economische Unie
België , Nederland en Luxemburg sluiten in 1958 verdrag tot instelling van Benelux
Economische Unie. Voor meer toenaderingen en distorsies op economische valk tegen te
gaan.
Bestaat uit: raad, Comité van ministers, economische en sociaal raad van advies en een
commissie voor sociale vraagstukken.
De Europese Unie
Verdrag van Rome waarmee in 1957 de EEG werd opgericht bepaalt artikel 117.
Europees unie telt naast de Europees Raad vijfhoofdinstellingen: De Raad van Ministers, de
Europees Commissie, het Europees parlement het Europees hof van justitie en de
rekenkamer.
Concreet rechtsregels worden uitgevaardigd door Raad van Ministers, Europese commissie
en het Europees parlement.
Het wordt uitgewerkt onder de vorm van hiërarchie van rechtsbronnen:
- Verordeningen: regels voor personen en gevallen. Rechtstreeks toepasbaar in elke
lidstaten en er is een directe werking
- Richtlijnen: Regels die iedere lidstaat in zijn eigen wetgeving moet opnemen. Enkel
verbindend wat het resultaat betreft. Het kan gericht zijn naar alle lidstaten ,maarook
aan 1 of meerdere.
- Besluiten: beslissingen die rechtstreeks van toepassing zijn en hebben rechtstreekse
werking.
- Aanbevelingen : enkel een moreelgezag
- Adviezen: evenmin een bindende kracht
2.2 Nationale rechtsbronnen
Sociale grondrechten:
Bij grondwet herziening van 17 februari 1994 werden er in artikel 23 voor het eerst sociale
grondrechten in de grondwet genomen.
Artikel 23 iedere mens heeft recht op menswaardig leven.
-
Recht op arbeid
Recht op sociale zekerheid
Recht op behoorlijke huisvesting
Recht op bescherming van een gezond leefmilieu
Recht op maatschappelijk en cultureel ontplooiing
Grondwettelijke bepalingen hebben geen directe werking.
Sociale rechtsbronnen
Rechtsbronnen van de arbeidsrecht:
-
Wetten, decreten, koninklijke besluiten, MB
Rechtspraak: in België geen precedentenrecht
Rechtsleer: geheel van boeken, tijdschriften, andere publicaties van recht
Eigen rechtsvorming: arbeidsreglementen en CAO’s
Gebruik: 3 voorwaarden om van gebruik te kunnen spreken=> het voordeel moet
bestendig,, vast en algemeen zijn.
BESTENDIG; gedurende een voldoende lange tijd toegekend zijn.
VAST; steeds hetzelfde voordeel
Algemeen; in de zelfde situatie
Hiërarchie van de nationale rechtsbronnen
Zie Pagina 16 HB
3. Arbeidsrecht
Wat is een arbeidsovereenkomst?
Het is een wederkerige overeenkomst
VERRICHTEN VAN ARBEID ONDER GEZAG
WGR
WNR
BETALEN VAN LOON EN VERSCHAFFEN VAN ARBEID
Er zijn drie essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst
1) De arbeid ( kan door de werknemers, zelfstandigen en door vast benoemde ambtenaren van
door de overheid verricht worden)
2) Het loon
3) Gezag van de werkgever of ondergeschikte verband
 Deze drie elementen moeten dus samen aanwezig zijn op dat er een sprake van een
arbeidsovereenkomst te kunnen zijn.
Indien er een element hiervan ontbreekt dan spreken we niet lang over een arbeidsovereenkomst
maar over een andere vorm van tewerkstelling. Zo onderscheiden we de volgende arbeidsrelaties
van de arbeidsovereenkomst.
•
Statuut: vast benoemde ambtenaren hebben geen arbeidsovereenkomst. Het is geen
wederkerige overeenkomst. Het is een eenzijdige overeenkomst door tewerkstellende
overheid die ook door de overheid eenzijdig gewijzigd kan worden.
•
•
Leerovereenkomst: essentiële element hierbij is niet arbeid verrichten ,maar wel opleiding.
Vrijwilligerswerk: on vergoedde arbeid . geen loon maar onkosten vergoeding. Er mag ook
geen verdoken loon zijn, indien ja dan is er sprake van arbeidsovereenkomst
Bij overeenkomsten zoals aannemingsovereenkomst, zelfstandige arbeid, lastgeving of de
vennootschap onderscheid de arbeidsovereenkomst met de essentiële element
ondergeschikte verband.
•
Het ondergeschikte verband:
Het is een gezag relatie tussen de WG en WN . Hierbij heeft de WG de recht om bevel te
geven over de organisatie en de uitvoering van het werk. Werknemer dient instructies van de
werkgever op te volgen.
Uitoefenen van gezag is voldoende om te besluiten dat er een ondergeschiktheid bestaat.
Het gezag kan zich uiten op verschillende manieren.
Schijnzelfstandigen : is een sociaalfraude. Werknemers die onder zelfstandige statuut die
eigenlijk als werknemer arbeid verrichten. Waarbij ze afhankelijk zijn van de opdrachtgever
en dat de opdrachtgever instructies geeft.
Pseudowerknemers ( oneigenlijke werknemers): mensen die ten onrechte als werknemer
ingeschreven worden bij de RSZ met de bedoeling bepaalde voordelen uit sociale zekerheid
te kunnen krijgen.
Samengaan van een arbeidsovereenkomst met een aannemings-of zelfstandigen overeenkomst
(Artikel 5bis WAO) heeft beperkingen aan het samengaan van een arbeidsovereenkomst en een
zelfstandig contract tussen dezelfde partijen.
Als een werknemer met een werkgever verbonden is met een arbeidsovereenkomst en ook als
zelfstandige via een aannemingsovereenkomst die ook gelijkaardige prestaties uitvoert voor die
werkgever worden de prestaties geacht op basis van arbeidsovereenkomst te zijn uitgevoerd. =>
onweerlegbaar wettelijk vermoeden waarvoor dus geen tegenbewijs mag worden aangebracht .
(gelijkaardige prestaties!!!)
Bedoeling van deze beperking: vermijden van loon en bepaalde prestaties ontsnapping van de
werknemer voor sociale zekerheidsregeling.
Aannemingsovereenkomst: alle prestaties als zelfstandige. (gelijkaardige prestaties!)
Zie voorbeelden HB p 24-25
Toepassing gebied van de AOW ( op wie is de AOW van toepassing)
Artikel 1 begint met: AO is voor: werklieden, bedienden handelsvertegenwoordigers en dienstboden.
Meestal in privésector, maar ook in volgende situaties waarin tewerkstelling is;
Zie hb p 25.
Deze personen worden contractuelen genoemd in tegenstelling tot de statutairen hebben de
contractuelen een contract of een arbeidsovereenkomst.
4. Aangaan van een arbeidsovereenkomst
AO ontstaat bij mondelinge of schriftelijke overeenkomst.
De geldigheidsvoorwaarden voor een normale overeenkomst gelden ook voor de AO en staat in
Burgerlijk wetboek ART. 1108 BW
Er zijn 4 voorwaarden die vervuld moeten zijn op dat er een geldige overeenkomst is
1. Toestemming van het partij die zich verbindt => er mag geen wilsgebreken aangetast worden
door geweld, dwaling en b edrog
2. Bekwaamheid voor het aangaan van een overeenkomst
3. Een bepaalde voorwerp
4. Een oorzaak
( details en voorbeelden zie p. HB. 26-29)
4.1 Vormvereisten
AO kan schriftelijk als mondeling worden gesloten.
Mondelinge overeenkomst wordt geregeld door algemene bepalingen voor contracten van
onbepaalde duur in de arbeidsovereenkomsten wet .
Verplichte schriftelijk overeenkomst voor:
-
Voor tewerkstelling van studenten
AO voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk ( waaronder het
stagecontract)
AO voor een deeltijdse arbeid
Huisarbeiders
Vervangingsovereenkomst
Het industriële leercontract
Bepaalde specifieke tewerkstelling vormen
5. Soorten arbeidsovereenkomsten
Binnen de arbeidsovereenkomstenwet kan er verschillende soorten van arbeidsovereenkomsten
onder gescheiden worden.
5.1 Soorten naargelang de beoogde arbeid
Arbeiders / werklieden: AO waarbij de werknemer zich ertoe verbindt hoofdzakelijk handenarbeid
te verrichten onder het gezag van de werkgever die loon betaald tegen geleverde arbeid.
Bedienden; AO waarbij de werknemer zich ertoe verbindt hoofdzakelijk hoofdarbeid te verrichten
onder het gezag van de werkgever die loon betaald tegen geleverde arbeid.
Onderscheid arbeider en bediende: meest doorslag gevende criteria om de verschil te bepalen is de
taak van de werknemer.
Onderscheid arbeiders en bedienden = discriminatie! Deadline voor gelijkschakeling = 8 juli 2013
5 juli 2013:Sociale partners bereiken op de valreep compromis over eenheidsstatuut
Wet op het eenheidsstatuut arbeiders en bedienden (26 december 2013) heeft enkele
verschilpunten in de behandeling van arbeiders en bedienden bij ontslag weggewerkt.
Handelsvertegenwoordigers: Cliënteel opsporen bezoeken met het oog om onderhandelen of
sluiten van zaken onder het gezaag van een werknemer voor rekening en in naam van verschillende
opdracht gevers.Specifiek voor deze werknemers: Commissieloon en Uitwinningsvergoeding
Studenten:
Huisarbeiders
Telewerkers
5.2 Naargelang de duur van de overeenkomst
5.3 Naargelang de omvang v/d tewerkstelling
5.4 Naargelang de wijze waarop de overeenkomst word gesloten
Download