1. Afschaffing van de verbrekingsmogelijkheid bij ziekte langer dan 6 maanden Momenteel voorziet de Arbeidsovereenkomstenwet zowel voor arbeiders, als voor bedienden de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst te verbreken indien deze langer dan 6 maanden geschorst is wegens ziekte. Deze wetsbepaling zal worden afgeschaft vanaf 1-1-2014. Ook de daarmee samenhangende mogelijkheid voor bedienden om het reeds betaalde gewaarborgd loon in mindering te kunnen brengen van de uit te betalen verbrekingsvergoeding verdwijnt vanaf 2014. Er is geen overgangsmaatregel voorzien. Vanaf 1-1-2014 zal er een veralgemeende motivatieplicht gelden bij ontslag. Dit betekent dat u werknemers die langdurig ziek zijn vanaf 2014 niet meer zal kunnen ontslaan louter en alleen omwille van het feit dat ze meer dan 6 maanden ziek zijn. Ook de werknemers die op 1-1-2014 reeds langer dan 6 maanden ziek zijn, kunnen vanaf dat ogenblik niet meer om die reden ontslagen worden. De nieuwe motivatieplicht, waarvan we op dit moment nog geen details kennen, zal bij ontslag betekend vanaf 2014 ook op hen van toepassing zijn. 2. Nieuwe bijzondere regels bij arbeidsongeschiktheid vanaf 2014 A. Arbeidsongeschikt na kennisgeving opzeg Vanaf 2014 zal de werkgever die een werknemer mits een geldige reden in opzeg heeft geplaatst, de arbeidsovereenkomst wel nog mogen verbreken wanneer de werknemer arbeidsongeschikt zou worden tijdens de uitvoering van de opzegtermijn. Opgelet: het moet hierbij dus gaan om een ziekteperiode die is aangevat nadat de opzeg reeds om een (andere) geldige reden is gegeven. Er is dan immers niet ontslagen omwille van ziekte, maar om een andere (geldige) ontslagreden. De werkgever dient in dat geval het resterend gedeelte van de opzegvergoeding uit te betalen. Het gewaarborgd loon dat de werkgever reeds heeft betaald sedert de aanvang van de ziekteperiode mag 1 dan zowel voor arbeiders als voor bedienden in mindering worden gebracht van de verbrekingsvergoeding. Het gewaarborgd loon dat de werkgever in mindering kan brengen van de verbrekingsvergoeding, is enkel het gewaarborgd loon dat betaald werd tijdens de ziekteperiode waarin de arbeidsovereenkomst werd verbroken. Voorbeeld: Stel een werknemer wordt met een geldige reden ontslagen op 8-1-2014, met een te presteren opzegtermijn van 13 weken die ingaat op maandag 13-1-2014. De werknemer wordt ziek van 27-1-2014 tot en met 29-1-2014, en van 10-2-2014 tot 21-2-2014. Als de werkgever zou besluiten om de arbeidsovereenkomst te verbreken op 17-2-2014, dan mag hij enkel het gewaarborgd loon dat betaald werd voor de periode vanaf 10-2-2014 in mindering brengen van de verbrekingsvergoeding, maar niet het gewaarborgd loon voor de vorige ziekteperiode van 27-1-2014 tot en met 29-1-2014. B. Afwijking voor contracten bepaalde duur of duidelijk omschreven werk < 3 maanden Contracten met een bepaalde duurtijd van minder dan 3 maanden of voor een duidelijk omschreven werk van minder dan 3 maanden kunnen, na het verstrijken van de periode waarin men het contract kan opzeggen (d.w.z. de eerste helft van de duurtijd van het contract tot maximum 6 maanden) zonder vergoeding of opzeg beëindigen na een periode van arbeidsongeschiktheid van meer dan 7 kalenderdagen (dus ten vroegste vanaf de 8ste dag arbeidsongeschiktheid). Voorbeeld: Een werknemer wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst van 2-1-2014 tot en met 30-3-2014. • • De werknemer wordt ziek van 13-1-2014 tot en met 22-1-2014. Ook al duurt deze periode van arbeidsongeschiktheid langer dan 7 kalenderdagen, toch kan de werknemer nog niet van deze afwijking gebruik maken omdat de arbeidsovereenkomst nog kan opgezegd worden tijdens deze periode (zie ook Nieuwsbericht “Eenheidsstatuut: stand van zaken (deel 2)” van 31 oktober 2013 De werknemer wordt ziek van 24-2-2014 tot en met 5-3-2014. Vanaf 3-3-2014 tot en met 5-32014 kan de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen zonder opzeg of vergoeding. C. Afwijking voor contracten bepaalde duur of duidelijk omschreven werk van minimum 3 maanden Contracten met een bepaalde duurtijd van minimum 3 maanden of voor een duidelijk omschreven werk van minimum 3 maanden kunnen wel nog altijd verbroken worden na meer dan 6 maanden arbeidsongeschiktheid. De werkgever is dan een verbrekingsvergoeding verschuldigd die gelijk is aan het loon voor de resterende duurtijd van de arbeidsovereenkomst, maar met een maximum van 3 maanden. Het gewaarborgd loon dat betaald is sedert het begin van de arbeidsongeschiktheid mag dan in mindering worden gebracht van de verbrekingsvergoeding, zowel voor arbeiders als voor bedienden. 2