Gliomen

advertisement
Gliomen
In het hoofd kunnen verschillende soorten tumoren voorkomen.
In deze folder e vindt u alleen informatie over tumoren die
ontstaan van het hersenweefsel zelf. Over andere soorten van
tumoren, bijvoorbeeld meningeomen, uitzaaiingen (metastasen)
en hypofysetumoren, leest u meer op onze website
www.vumc.nl/hersentumorcentrumamsterdam.
Het hersenweefsel is opgebouwd uit hersencellen (of neuronen),
die liggen in bindweefsel of glia. Dit gliaweefsel bestaat weer
uit een tweetal soorten cellen, de astrocyten en de
oligodendrocyten. Hersentumoren ontstaan in de overgrote
meerderheid van de gevallen uit het bindweefsel, de glia, en
worden daarom wel gliomen genoemd. Er zijn enkele zeldzame
tumorsoorten die uit de eigenlijke hersenencellen voortkomen.
Ontstaan en voorkomen
De oorzaken van hersentumoren zijn vooralsnog onbekend. Wel is
duidelijk dat aanleg een rol kan spelen. Voor geen enkele omgevingsfactor,
zoals voeding, roken, alcohol, of het leefpatroon, is een relatie met het
ontstaan van hersentumoren aangetoond. Ook voor een verband met het
gebruik van de mobiele telefoon is onvoldoende bewijs.
Het betreft een zeldzame vorm van kanker. In Nederland wordt deze
diagnose bij ongeveer 1000 mensen per jaar gesteld. Deze tumoren
worden nogal eens vastgesteld rond het zestigste levensjaar, maar komen
ook bij jongere of oudere mensen voor. De spreiding is groot.
Hersentumoren die bij kinderen (tot ongeveer vijftien jaar) ontstaan,
vormen een bijzondere categorie, zowel wat betreft hun aard als
behandeling en worden hier verder buiten beschouwing gelaten.
Soorten gliomen
Gliomen groeien in het hersenweefsel en ontstaan uit een van twee typen
bindweefselcellen. Tumoren die afkomstig zijn uit de astrocyten noemt
men astrocytomen, degene die groeien uit de oligodendrocyten heten
oligodendrogliomen. Er zijn ook mengvormen, die ook wel oligoastrocytomen worden genoemd. Daarnaast is er nog een zeer zeldzame
vorm van glioom die ependymoom genoemd wordt.
Gliomen worden ingedeeld in vier graderingen. Dit gebeurt op grond van
eigenschappen die de patholoog-anatoom met behulp van de microscoop
ziet. De volgende graderingen komen voor:
•Graad 1. Bij deze gradering komen vrijwel geen celdelingen voor,
zodat het mogelijk is dat deze hersentumor niet of nauwelijks groeit.
Deze gradering is zeer zeldzaam, en sommige vormen hiervan kunnen
beschouwd worden als goedaardig.
•Graad 2. Bij deze gradering is sprake van een iets verhoogde celdeling,
waarbij de tumor langzaam groeit. De kankercellen bevinden zich te
midden van normaal functionerend hersenweefsel. Deze vorm wordt
ook wel ‘laaggradig’ glioom genoemd, hetgeen niet verward moet
worden met ‘goedaardig’.
•Graad 3. Bij deze gradering is sprake van verhoogde celdeling en
betrokkenheid van de bloedvaten, waardoor deze tumor sneller groeit
dan graad 2. Ook kan het zijn dat er een onrustig groeiend gebied van
graad 3 zich te midden van een rustiger groeiend geheel bevindt.
2
• Graad 4. Bij deze gradering is er sprake van sterk verhoogde celdeling,
betrokkenheid van bloedvaten en weefselverval. Deze tumoren komen het
vaakst voor.
Figuur 1
Beelden van verschillende gliomen zoals ze er na kleuring onder de
microscoop uit zien.
De bovengenoemde gradering zegt niet altijd alles over het biologisch
gedrag van een tumor bij een individuele patiënt. Dit hangt van meer
factoren af dan het microscopisch beeld. In toenemende mate blijken
bepaalde veranderingen in het erfelijk materiaal (DNA) van de tumor,
zoals een co-deletie van chromosoom 1p en chromosoom 19q, hiervoor
voorspellend te zijn. Gliomen kunnen in hogere graderingen over gaan.
Graad 2 glioom kan terugkeren als graad 3 glioom. Graad 3 glioom kan
terugkeren als graad 4 glioom.
Gliomen zaaien zich niet uit naar andere organen of lichaamsdelen, maar
keren vrijwel altijd terug nabij het oorspronkelijke tumorgebied.
Een glioom van graad 2, 3 of 4 moeten we om die reden beschouwen als
een ongeneeslijke ziekte, waarbij de behandelingen gericht zijn op het
afremmen van de groei.
3
Symptomen of verschijnselen
De verschijnselen van een hersentumor kunnen veroorzaakt worden door
drukverhoging in het hoofd ten gevolge van de groeisnelheid van de
tumor, maar ook door ingroei in delen van de hersenen die nodig zijn
voor specifieke functies, of door irritatie van de hersenschors waardoor
epileptische aanvallen kunnen ontstaan. Een hersentumor kan een zekere
tijd bestaan zonder verschijnselen. Voorbeelden van verschijnselen van
drukverhoging in het hoofd zijn hoofdpijn, misselijkheid, braken,
toegenomen slaperigheid of verwardheid. Voorbeelden van verschijnselen
ten gevolge van specifieke functiestoornis zijn zwakte of verlamming van
ledematen, taalproblemen, aandachtsproblemen, gedragsverandering.
(zie figuur 2). In zeldzame gevallen ontstaat een bloeding in een tumor,
wat het interpreteren van de beeldvorming moeilijker maakt.
bewegingscentrum
spraakcentrum
om te spreken
PARIETAAL
gevoelscentrum
FRONTAAL
OCCIPITAAL
kleine
hersenen
TEMPORAAL
spraakcentrum
voor het verstaan
centrum
voor het zien
Figuur 2
Schematische voorstelling van de linker hersenhelft met de centra voor
beweging, gevoel, spraak (om te spreken en om te verstaan), en voor het
zien, waarvan beschadiging een stoornis geeft van de betreffende functie.
4
Aanvullend onderzoek
Niet iedere hoofdpijn is het gevolg van een hersentumor. Een hersentumor
is slechts zeer zelden de oorzaak van de hoofdpijn. Kenmerkend voor
een hersentumor is een nieuwe ongebruikelijke hoofdpijn of
ochtendmisselijkheid of –braken, zeker als dit gepaard gaat met
neurologische functiestoornissen. Dan vindt beeldvormend onderzoek
van de hersenen plaats, zoals een CT- of MRI-scan.
Figuur 3
Voorbeeld van een MRI van de hersenen met
een hersentumor. De tumor is de wit aankleurende
vlek.
Vaak is het beeld op de MRI kenmerkend voor een specifiek type of
gradering van glioom. Maar de diagnose kan alleen definitief gesteld
worden doordat de patholoog weefsel beoordeeld onder de microscoop.
Soms wordt geadviseerd om een klein tumorfragment (een biopt) te laten
onderzoeken. Andere keren onderzoekt de patholoog het tumormateriaal
dat tijdens een operatie wordt verwijderd. Het onderzoeken en beoordelen
van tumorweefsel duurt in de praktijk enkele dagen tot een week.
Behandeling
De behandeling van een glioom kan bestaan uit operatie, bestraling en/of
chemotherapie. De eerste vraag is welk type en welk gradering glioom
het betreft. Dit kan door middel van een hersenbiopt vastgesteld worden.
Vaak wordt dit direct gecombineerd met het verwijderen van zo veel
mogelijk glioomweefsel. De eerste stap in de behandeling is dan ook een
operatie.
Biopsie
Een biopsie bestaat uit het verwijderen van een weefselfragment voor
pathologisch onderzoek. Een biopsie kan op verschillende manieren
worden genomen: door een biopsienaald via een boorgat of door een
klein botluikje. Hiermee wordt alleen de diagnose gesteld en dit is dus
(nog) geen behandeling. Een enkele keer kan de diagnosevraag niet
beantwoord worden met het weefselfragment.
5
Resectie
Het verwijderen van het glioom door een botluik wordt een resectie
genoemd. Het maken van een botluik wordt een craniotomie
genoemd. Het doel van een dergelijke procedure is het stellen van
de weefseldiagnose, maar ook het verwijderen van zo veel mogelijk
glioomweefsel binnen de grenzen van wat in de hersenen verstandig is.
De neurochirurg kan gebruik maken van verschillende technieken om
deze grens beter vast te stellen, zoals extra MRI-onderzoek voorafgaand
aan operatie, gebruik van neuronavigatie tijdens de operatie, of
functietesten tijdens de operatie, die om die reden soms maar
gedeeltelijk onder narcose wordt uitgevoerd. In de dagen na de operatie
wordt met een MRI-scan geverifieerd hoeveel glioomweefsel verwijderd
is en of er sprake is van onverwachte doorbloedingsstoornissen zoals
een infarct of een bloeding. Voor meer informatie verwijzen we u naar de
folder ‘Hersenoperatie’.
Vragen
Indien u vragen heeft, kunt u contact opnemen met het
Hersentumorcentrum Amsterdam, telefoon (020) 444 3716.
6
207015
Verantwoording
Het deel deel van bovenstaande tekst is overgenomen van de website van
de Nederlandse Vereniging van Neurochirurgen:
www.nvvn.org/patienteninfo.php.
VUmc©
februari 2016
www.VUmc.nl
7
Download