Nieuwe Betekenis Stelsel van netwerken in de organisatie, met verbindingen naar buiten en daarbuiten. De eendimensionale organisatie is definitief veranderd in een multidimensionale organisatie. Meerstemmigheid, meervoudigheid en onbepaaldheid Beperkte mogelijkheid van verticale carrière Werkzekerheid organiseren in horizontale vlak Trends in organiseren in een turbulente context Prof. dr. mr. Leo Witvliet Instituut Interventie Management/Nyenrode Business Universiteit Een permanent turbulente context Kracht van technologische ontwikkelingen Kracht van globalisering en de reactie van lokalisering Kracht van demografie en langere levensverwachting Kracht van de samenleving Kracht van het energie vraagstuk Lynda Gratton Individualisering, Informalisering, Informatisering, Internationalisering en Intensivering. Paul Schnabel CPB Context The Shift • The first shift: Je zult opvolgend in de tijd meerdere keren master moeten worden in een andere vak of binnen het vak met een nieuwe specialisatie. • The second shift: Van een geïsoleerd bestaan gebaseerd op competitie, naar het zijn van een innoverende en samenwerkende verbinder vanuit een eigen (diepte) specialisatie • The Third shift: Van een vraatzuchtige/afhankelijke consument, naar een gepassioneerde producent van je eigen toekomst Essentie • Half waarde tijd van kennis • Kun je eigen mensen nog opleiden om ‘state of the art’ te zijn. • Wendbaarheid van organisaties, met wendbaarheidscoëfficiënt verschillen naar soort bedrijf. Van baanzekerheid naar werkzekerheid De vaste baan staat ter discussie Banen aan de onderkant verdwijnen en worden overgenomen door ICT en robots Veranderende opvattingen over werk, bijvoorbeeld; meer eigen uitvoeringsruimte in werk, zelforganiserende teams • Opnieuw vorm kunnen geven aan de menselijke leeftijd en daarmee aan de toegevoegde waarde. • Uitgangspunt van diversiteit en veelheid • • • • De Rode Draad. • Toenemende complexiteit en permanente crisis maken het noodzakelijk organisaties om te bouwen van command & controle, naar edgeorganisaties. Wendbaarheid of Agility • Command is niet langer een bevel van een superieur aan een ondergeschikte, maar is dat de ondergeschikte zelf de missie en doelstellingen in en concrete situatie interpreteert naar wat er moet gebeuren en dat uitvoert. De korporaal en de generaal hebben dezelfde informatie(Mission-command) • Besturen, RvB en RvC/RvT moeten heldere doelstellingen formuleren om de uitvoering te kunnen bereiken en effect te hebben. • Van gescheiden denken en doen, naar combineren van denken en doen op alle niveaus van de organisatie. Gedecentraliseerde sensemaking en acceptatie van diversiteit. • Van errors of ommission (schuldigen)naar trail en error (leren). • In ‘Control’ zijn is meer dan het samenstellen van een goedgekeurde jaarrekening Ronald A. Heifetz, 2006 Context Kind of work Problem definition Solutions and implementation Primary locus of responsibility for the work technical Clear Clear Authority Technical and adaptive Clear Requires learning Authority and stakeholders adaptive Requires learning Requires learning Stakeholders > authority Turbulent Increasing uncertainty about solution to problem Context Leadership: Ask Questions Leie So Complex wicked the solution emerges Management: Complicated tame Stabiel Simple critical Organize Process Command: Provide answers Hierarchical hard power Stabiel Calculative power Adaptive/normative Increasing requirement for collaborative resolution Soft power Turbulent Naar Grint, 2005. ADAPTIEF LEIDERSCHAP Adaptief leiderschap is behalve een kwestie van vaardigheden en improviseren. Je kunt er geen scenario voor schrijven. Aan de ene kant moet je een-op-een kunnen inspelen op wat er op dat moment gebeurt. Daarvoor moet je on the dancefloor zijn en meedoen. Aan de andere kant moet je afstand kunnen nemen en kunnen overzien wat er allemaal gebeurt. Daarvoor moet je juist even afstand nemen en on the balcony gaan zitten. Wie danst met wie, op welke muziek? 2 Adaptief leiderschap heeft een belangrijke politieke component. Het gaat over mensen motiveren en mobiliseren. Daarvoor moet je medestanders hebben, je niet te ver van je tegenstander verwijderen en commitment winnen. 3 Adaptief leiderschap roept conflicten op. Mensen kunnen de raarste dingen gaan doen als hun diepste overtuigingen in twijfel worden getrokken. Het voordeel is dat conflicten wel veel energie losmaken en aanleiding geven tot nieuwe ideeën. 4 Adaptief leiderschap vraagt van mensen dat ze zelf hun huiswerk doen. Ze moeten zelf het probleem onder ogen zien, ze moeten zelf oplossingen verzinnen, ze moeten zelf hun gedrag veranderen. Dat kan geen leider voor hen doen. Wie toch probeert om die last van hun schouders te nemen, bezwijkt er zelf onder. 5 Adaptief leiderschap is vasthoudend. Veranderingen roepen conflicten op en verzet. De taak van de leider is om de onvermijdelijke conflicten in de hand te houden, zonder er zelf onderdeel van te worden. Daar is zelfbeheersing voor nodig en geduld. Diversiteit aan de menskant, meer dan een formatieplaats en kostenpost Context Medewerkers die meer zijn dan de Homo Economicus, bijvoorbeeld De spelende mens De creatieve mens De denkende mens De werkende mens In sommige organisaties werken 3 of 4 generaties samen, elk met zijn eigen biografie. Loyaliteit en afhankelijkheden tussen werknemer en werkgever zien er anders uit. Context Naar een nieuw paradigma • Erkenning dat er complexe vraagstukken bestaan • Dat meervoudige waardenafweging soms noodzakelijk is • Die meervoudige waardenafweging vereist: Betrokkenheid op het vraagstuk Gericht op samenwerking, zowel in als extern. Werken in netwerken Elkaar begrijpen en leren van elkaar De kunst van besluiten nemen die de mogelijkheid in zich hebben van leren en aanpassen, adaptiviteit. • Van compromis naar consent denken, d.w.z. ik doe met je mee, ik volg je omdat ik je begrijp, maar heb zo mijn eigen bezwaren die overeind blijven staan. • • • • • Context Organisatievormen S \ I S I I S Analyse model Theo Camps Eenheid wordt verondersteld, maar vaak meerdere culturen van aansturen tegelijk aanwezig Top down Horizontaal vertrouwen Horizontaal vakmanschap Context Basisprincipes bij interventies Context Beperkte maakbaarheid van de werkelijkheid De werkelijkheid is gelaagd en meervoudig Context van ambiguïteit en intersubjectiviteit Vloeibaarheid van de context (Z.Bauman) Positief mensbeeld van groei en verantwoordelijkheid Verbinden van denken en doen Van diagnosticeren en interveniëren Zingeving, betekenisgeving en interactie Veranderen is collectieve actie Condities van ruimte, vrijheid en respect Eenvoud en schoonheid Gelijkwaardigheid en vermijden van defensief gedrag Doordacht en weloverwogen handelen met bedoelingen 8-10-2016 O.a.Interveniëren en Veranderen onder redactie van Boonstra en De Caluwe 15 Conclusies • Flexibilisering treft zowel mensen in vaste dienst als de ‘flexibel workforce’. • Veel banen zullen verdwijnen of heftig van karakter veranderen. • Opleiding van medewerkers zal zich moeten richten op de vraag, wat moet ik weten over een paar jaar om nog mee te kunnen doen. • Iets hoger de ambitie dat medewerkers getraind worden om zichzelf staande te kunnen houden in de 21ste eeuw. • Opleiden, trainen en reflecteren, vergen ongeveer 20% van de werktijd en werkgever en werknemer hebben er voordeel bij. © prof. dr. mr. Leo Witvliet Beelden van organiseren Het traditionele model 1. ‘Bovenbazen’ 2. middenkader en 3. staven die de uitvoering aansturen en de verantwoording afleggen over wat de basis gedaan heeft. Stabiel Het klassieke beeld van een organisatie top – down gestuurd, waarbij er instructie is voor de uitvoerder. Denken en doen zijn gescheiden. Turbulent De kenmerken van het traditionele model • Span of control: door controle, communicatie en coordinatie • Staf en lijn: staf mag gezag van lijn geen geweld aan doen • Gezagslijn: van superieur tot ondergeschikte • Arbeidsdeling: om specialisatiegraad te bereiken • Gezag en verantwoordelijkheid: het recht om gezag uit te oefenen en gehoorzaamheid te eisen • Centralisatie: van gezag • Discipline: gehoorzaamheid, toewijding, energie, gedrag en uiterlijke tekenen van respect • Ondergeschikt maken van het persoonlijk belang aan het organisatie belang • Gelijkheid en rechtvaardige beloning: die tot prestatie aanmoedigt, maar niet leidt tot een te hoog loon • Vaste aanstelling van personeel: om de ontwikkeling van bekwaamheden te vereenvoudigen 19 Transformationeel en transactioneel 1. 2. 3. 4. 5. 6. Meer projectmatig werken Van aanbod naar vraag gestuurd Toenemende complexiteit Meer werken in netwerken Jongeren (wel structuur), maar autonomie in de uitvoering van een taak Meer discretionaire ruimte voor de uitvoering Contextuele diversiteit als uitgangspunt Stabiel Turbulent 'DE TRADITIONELE MANAGER, DIE ALLES BETER WEET EN ORDERS UITDEELT, HEEFT ZIJN LANGSTE TIJD GEHAD. MANAGERS MOETEN ZICHZELF OVERBODIG MAKEN. ‘JE HEBT GEEN MANAGERS MEER NODIG OM EEN BOODSCHAP OVER TE BRENGEN.’ Bron: Intermediair, Rob Hartgers Van de staf wordt gevraagd een ondersteunende houding aan te nemen of een coalitie aan te gaan met de uitvoering en gezamenlijk te rapporteren over de resultaten. Verticaal denken • van boven naar beneden aansturen hiërarchisch denken • carrière maken in de verticale lijn (van beneden naar boven) • relatie span of control en salaris • relatieve rijkdom • gefixeerd Obesitas > 30% Vorig jaar gingen 45.000 (BNR) managementbanen in rook op. Geen enkele andere beroepsgroep verging het zó slecht. Zelfs in de al jaren kwakkelende bouw gingen minder banen verloren. Helaas voor het managersgilde is de banenkrimp is al jaren aan de gang en wijst niets erop dat deze binnenkort zal afzwakken. Integendeel: er komen steeds meer berichten van bedrijven die een complete managementlaag schrappen of die het helemaal zonder managers gaan rooien. Bron: Intermediar Rob Hartgers Slanke tailles Top down en bottum up De wereld van klanten en samenleving stellen andere eisen aan de dienstverlening en eisen een meedenk verantwoordelijkheid op. De mondige burger, de participatie samenleving. managers Controleren Plannen wat te doen resultaatsverplichting Verticale regelsystemen faciliteren Vragen Problemen Casussen input Kennis werkers Protocollen, standaarden,stappenschema met betrekking hoe te doen output Antwoorden Oplossingen Beslissingen Inspanningsverplichting 8-10-2016 Horizontale regelsystemen M.Weggeman26 Het contextuele model Stelsel van netwerken in de organisatie, met verbindingen naar buiten en daarbuiten. De eendimensionale organisatie is definitief verandert in een multidimensionale organisatie. Meerstemmigheid, meervoudigheid en onbepaaldheid Stabiel Turbulent Het contextuele model Nieuwe speelveld voor carrière en zingeving met markt voor projecten en opdrachten Strategische personeelsgegevens die aanwezig (kunnen) zijn !? Personeel database, inclusief beoordelingen belangstelling registratie Alumni database oud-medewerkers, waar je in de toekomst iets aan hebt of mee wilt Externen database Inclusief beoordeling en belangstelling registratie Specialisten waar je graag eens mee wilt werken, echte experts Mensen die de organisatie kennen (kennis) Een search door deze batebases lever potentiele kandidaten op voor projecten en specifieke vragen waarvoor specifieke kennis noodzakelijk is. Strategisch personeelsmanagement Strategic Workforce Planning • Gebaseerd op de organisatie strategie, wat is het werk dat gedaan moet worden, nu en straks, en zijn de processen, structuren en rolopvattingen daarmee in overeenstemming. • Hebben wij voldoende ‘voorraad’ aan mensen om deze posities, zowel kwantitatief, kwalitatief en tegen aanvaardbare kosten te bezetten. Niet de optelsom van FTE’s, maar de vraag of de strategie van de organisatie gerealiseerd kan worden. • Is het beschikbare personeel voldoende geëngageerd en gemotiveerd om de kwaliteitsstandaarden te realiseren. Wat verwachten wij in de realiteit van onze mensen en wat moeten wij doen om hen te faciliteren dit waar te kunnen maken. Geen nauwe/ strakke functie omschrijvingen (tight) maar ruimte makende beschrijvingen ( loosely coupled) • Hoe kunnen wij permanent verandering detecteren en daar gevolg aan geven. Steeds naar buiten blijven kijken, daar waar de klanten zijn en wij meerwaarde moeten leveren. Twee denklijnen van In Control zijn, die verenigbaar gemaakt moeten worden • COSO-raamwerk van de accountants. • In control is dat de jaarrekening betrouwbaar is, dat wet- en regelgeving worden nageleefd en dat de RvB een redelijke zekerheid heeft dat de gestelde doelen zullen worden gerealiseerd. Gebaseerd op internal control. • Resources-based view of the firm, bedrijfskunde. • In control als de organisatie zich steeds die (nieuwe) productiemiddelen weet te verschaffen en met succes weet te exploiteren, die de organisatie nodig heeft voor haar continuïteit. Het gaat dan om kennis, mensen, technologie, kapitaal, toegang tot markten, informatie etc. External control is nodig, zicht op de omgeving Internal control is nodig, een efficiënte organisatie. De paradox: een voor iedereen kenbare strategie en een solide mid office om ruimte te maken voor diversiteit in de uitvoering !! HR&O ICT Finan ciën X De wereld van de klant, projecten en samenwerkingspartners Robuuste ondersteunende diensten. Schaal. Heldere kaders die laten zien wat er wel en niet verwacht wordt Een paradox. Het primaire proces vraagt om: Een heel duidelijk beleid/visie op de te realiseren 1) 2) 3) doelen. Duidelijke kaders waarbinnen dit gerealiseerd moet worden. Benoemen wat er niet geduld wordt. Het doel is: dat medewerkers de strategie en doelen van de organisatie begrijpen en daarmee zelfstandig kunnen vaststellen wat er van hen verwacht wordt en waarop ze getoetst zullen worden! Naar S. Beer Organisatie opnieuw doordenken Wat wil of moet ik zelf doen? Red Thin Line Wat kan de minimale omvang van mijn organisatie zijn ? Kan en wil ik het nog zelf doen. Wat moet ik organiseren als ik het perse in eigen huis georganiseerd wil hebben Kunnen die anderen wel leveren wat ik nodig heb om mijn strategie te realiseren. De vast flexibel discussie. Werknemer vast vast vast/vast flexibel vast/flexibel Werkgever flexibel flexibel/vast flexibel/flexibel Inmiddels is > 27% flexibel aan het werk in de arbeidsmarkt Bron: SER Componenten van beweeglijkheid • Opmerkzaam zijn en betekenis kunnen geven • Robuust durven denken • Flexibiliteit • Weerbaar • Vernieuwend • Permanent leren Leiderschapsontwikkeling Traditioneel TransFormationeel / Transactioneel Contextueel management Invloed medewerkers Stabiel Turbulent Ontwikkeling leiderschap • Traditioneel model • • • • • • • Stabiele context Veranderen als incident met methode: unfreeze, change , freeze (Kurt Lewin 1947) Denken en doen gescheiden, strategie en realisatie opeenvolgend Persoonlijkheid en stijl van belang en later relatie met opdracht (contingentietheorieën) Autoriteit en gezag. Eigen belang ondergeschikt maken aan organisatiebelang • Transformationeel model • • • • • Context wordt beheerst door product, markt en proces Verandering is noodzakelijk Leiderschap niet meer primair stabiliteit en routine, maar tot stand brenging vernieuwing Gericht op vergroten van de betrokkenheid van medewerkers bij organisatiedoelen Ontstaan van onderscheid • management en leiderschap,(Bennis & Nanus) • transactioneel en transformationeel • Architecturale rol en charismatische rol (Kets de Vries) • Contextuele model • Instabiele context, permanente turbulentie • Organisatie functioneren als open configuraties in voortdurende interactie met de omgeving. • Leiderschap wordt geduid vanuit de externe context en de aard van het primaire proces • Leiderschap moet kunnen omgaan met plotselinge, niet te voorziene of te beïnvloeden gebeurtenissen, die de organisatie direct in ander vaarwater brengen • De paradox van steeds meer informatie die leidt tot steeds meer ongekendheid (Teisman 2005) • Leiderschap speelt zich af in een complex, adaptief, dynamisch en gelaagd veld met vele actoren in wisselende posities • Meerstemmigheid, meervoudigheid en onbepaaldheid vormen een kernelement van onze tijd. Karakter eigenschappen nieuw leiderschap De Schakelende Zingever • • een flexibele persoonlijkheid. Functioneert op een schaalbreedte met als ene pool het expert- model en als andere pool het hulpverlenersmodel. afstand neemt van zichzelf en in staat zijn tot reflectie op het eigen functioneren. Bedacht te blijven op het belasten van de organisatie met oplossingen die terug te voeren zijn op het eigen (onverwerkte) verleden en om zich bewust te zijn van het • • • • • duiveltje van het overnemen van verantwoordelijkheid die bij de organisatie moet blijven. beschikt over meta communicatieve vaardigheden. In staat zijn de reflectie op het eigen gedrag en dat van zijn omgeving om te zetten in het aan de orde stellen van pijnlijke onderwerpen, De stilte die vaak zwanger is van geluid, bespreekbaar maken normen- en waardenbesef dat sterk ontwikkeld is en kenbaar voor de omgeving durft te spelen en te experimenteren diagnostische vaardigheden (de klinische blik): de vaardigheden die nodig zijn voor een continue contextuele benadering van het probleem. De vaardigheid van de reflective practioner, die in staat is instrumentele kennis te combineren met inzichten die ontstaan uit de confrontatie tussen nieuwe situaties en de tacit knowledge van de professional (Schön 1983). oog heeft voor hidden identities van een organisatie: het zicht op de dynamiek van de organisatie is vaak verduisterd, op dezelfde manier als individuen hun eigen drijfveren vaak niet kennen. Het is een werkelijkheid die kan worden samengevat in het idee van de genetische code van de organisatie (Weick 1979), een code die zich kan laten zien in een steeds verspringend perspectief © 2005 Beeldenstorm prof.dr.mr. Leo Witvliet V/P Systeem met regels, bestaande instituties en belangen • • • • • • • • • • • - Met respect voor beide methoden En/En Open ruimte om te leren en het ontwikkelen van een nieuw gedrag en oplossing repertoire Naar prof. A.Wierdsma Naar denken in Tijdelijk Werkbare Organisatie Resultaat moet gericht zijn op kunnen handelen van medewerkers. Handelingsperspectief Permanente reflectie als methode en aanpassen V/P TWO Consensus of consent Als resultaat van de beraadslaging Naar prof. A.Wierdsma Naar een nieuw paradigma • Erkenning dat er complexe vraagstukken bestaan • Dat meervoudige waardenafweging soms noodzakelijk is • Die meervoudige waardenafweging vereist: Betrokkenheid op het vraagstuk Gericht op samenwerking, zowel in als extern. Werken in netwerken Elkaar begrijpen en leren van elkaar De kunst van besluiten nemen die de mogelijkheid in zich hebben van leren en aanpassen, adaptiviteit. • Van compromis naar consent denken, d.w.z. ik doe met je mee, ik volg je omdat ik je begrijp, maar heb zo mijn eigen bezwaren die overeind blijven staan. • • • • • Conclusies • Flexibilisering treft zowel mensen in vaste dienst als de ‘flexibel workforce’. • Veel banen zullen verdwijnen of heftig van karakter veranderen. • Opleiding van medewerkers zal zich moeten richten op de vraag, wat moet ik weten over een paar jaar om nog mee te kunnen doen. • Iets hoger de ambitie dat medewerkers getraind worden om zichzelf staande te kunnen houden in de 21ste eeuw. • Opleiden, trainen en reflecteren, vergen ongeveer 20% van de werktijd en werkgever en werknemer hebben er voordeel bij. © prof. dr. mr. Leo Witvliet Consequenties voor HR ?! • Van HR wordt gevraagd zich meer dienstbaar en proactief op te stellen naar de uitvoerende eenheden. • De uniforme, disciplinerende benadering werkt niet meer. • Actieve participatie op basis van de vraagstukken die op uitvoerend niveau spelen. Maatwerk in een wereld van diversiteit. • Het klassiek emancipatoire concept van HR-functie moet weer toegevoegd worden. • Naar belonen op basis van talent en prestatie, einde van de dominantie van de traditionele functiewaardering, harkjes, functie en loongebouwen . Bron Uit de Toekomst van werk. A. Bakas en M. van der Woude PI Company 2010 De kleine deugden • Vier ethische vaardigheden, goed kijken, objectieve waarneming, precies en zorgvuldig taalgebruik, gevoel voor praktisch nut • Praktische intelligentie, gevoel voor maat, fouten durven maken, in perspectief durven zien, kritisch, flexibel en responsief, inventiviteit • Sociale deugden, common sense, vriendschap en het vertellen van verhalen • Tot slot, humor, vermengd met een dosis ironie en speelsheid. • Bron Schuyt over Primo Levi