verslag jaarconferentie ikc feb 2012

advertisement
Almere, Amersfoort, Amsterdam, Arnhem, Assen, Borger-Odoorn, Delft, Dordrecht, Eindhoven, Enschede,
Gaasterlân-Sleat, Gorinchem, Groningen, Harlingen, Hengelo, 's-Hertogenbosch, Hof van Twente, Lelystad,
Middelburg/Vlissingen, Nijmegen, Oss, Sluis/Hulst/Terneuzen, Zaanstad, Zoetermeer
Verslag jaarconferentie
3 februari 2012
Deel I
Welkom door Ralph Pans, directievoorzitter VNG
Rein Zunderdorp heet de aanwezigen van harte welkom en kondigt Ralph Pans –directievoorzitter VNG– aan. De
heer Pans onderschrijft in zijn openingswoord het belang van de Kopgroep. Hij benadrukt dat het functioneren van
de kopgroep goed past bij de manier waarop de VNG wil werken. Doordat veel regelgeving nog verkokerd is,
worden oplossingen vaak in het lokaal bestuur gevonden. Kennis, ideeën en knelpunten moeten zichtbaar worden
gemaakt door gemeenten. Het is vervolgens aan de VNG om deze te vertalen naar complexe wetgevingsprocessen
richting het departement en de Tweede Kamer. De regierol van gemeenten op het gebied van kinder- en jeugdbeleid
moet gemeenten aanzetten om betrokken partijen te inspireren en verschillende betrokkenen in beweging te krijgen.
De heer Pans raadt de gemeenten aan vooral ook aandacht te besteden aan de vele verschillen.
De VNG zal doorgaan met de ondersteuning van deze kopgroep.
Reflectie Wethouders voor Kindcentra in 2011
Elly Dekker (VNG) blikt terug op het 1e jaar van de kopgroep voor Integrale Kindcentra (IKC). Op 11 februari 2011 is
de kopgroep gestart in Utrecht met een enthousiaste groep mensen die de harmonisatie van peuterspeelzalen en
kinderopvang, zoals vastgelegd in de OKE wetgeving, niet ver genoeg vonden gaan. De taskforce
Kinderopvang/Onderwijs, onder leiding van Ina Brouwer, heeft in maart 2010 al een rapport uitgebracht, wat als
belangrijk uitgangspunt is genomen door de kopgroep. Tijdens de startbijeenkomst in Utrecht zijn een aantal
ambities geformuleerd voor de kopgroep:
1. Het (in enige vorm) voeren van regie – initiatieven uit het veld ondersteunen en verbreden;
2. De realisering van één pedagogisch klimaat voor kinderen van 0-12 jaar – alle verschillende opdrachten en
voorzieningen onderbrengen binnen dit klimaat;
3. Gerichtheid op de buurt – maatwerk en de eigen kracht van professionals optimaal benutten;
Het centrale inhoudelijke doel van de kopgroep is als volgt gedefinieerd: Versterking van de pedagogische
infrastructuur, vergroting van de mogelijkheden voor ouders en een inhoudelijke verbeterslag van onderwijs en opvang in de
gemeente.
Een aantal kwesties spelen daarbij een belangrijke rol:
• Relatie brede school – integraal kindcentrum; waarin verschillen deze twee precies van elkaar?
• Relatie Peuterspeelzaal – Kinderopvang;
• Regie  autonomie;
• Instrumenten voor sturing private partijen (commerciële KO);
• Krimpprobleem;
• Verbinding naar belendende percelen, zoals jeugdzorg; hoe mee om te gaan binnen een IKC?
De werkwijze van de kopgroep is samen te vatten in een viertal punten:
• Uitwisseling van kennis over beleid (inhoud en proces); hoe voer je als gemeente de regie?
• Elkaar inspireren;
• Samen optrekken;
• Gezamenlijke lobby; bijvoorbeeld ten aanzien van de versnipperde regelgeving.
Het afgelopen jaar hebben een drietal werkbezoeken plaatsgevonden, in Eindhoven, Nijmegen en Middelburg. In
deze drie gemeenten zijn er voorzieningen die in de lijn liggen met het IKC-concept; inzet op een doorgaande
ontwikkelingslijn, een integrale zorgstructuur en verbinding van de school met de wijk. Het Integraal Kindcentrum
is nog een concept in ontwikkeling. Er bestaat geen blauwdruk van hoe een IKC er uit zou moeten zien; dit kan
namelijk per gemeente en per wijk verschillen. Het is van belang een gezamenlijke stip op de horizon te zetten en
mensen te verbinden. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid zal het eenvoudiger zijn om nieuwe stappen te
zetten richting de ontwikkeling van IKC. Gemeenten kunnen verschillende sturingsfilosofieën hanteren: sturend,
regisserend, faciliterend, volgend. Deze rollen zullen soms door elkaar heen lopen en afhankelijk zijn van de fase
van het proces waar gemeenten zich bevinden.
De KPC-groep heeft voor de kopgroep een nulmeting uitgevoerd. Daaruit blijkt dat het IKC-beleid nog in de
startfase verkeert. Tevens blijken gemeenten verschillende rollen in te nemen ten aanzien van het IKC-beleid.
De uitwisseling van kennis en ervaring heeft in de kopgroep plaatsgevonden ten aanzien van:
• Inhoudelijke breedte van het IKC-concept;
• Financiering;
• Huisvesting en inzet onderwijshuisvesting;
• Integratie van de zorgfunctie (Jeugdzorg);
• Monitoring/effectmeting;
Rein Zunderdorp reflecteert waar de kopgroep inhoudelijk staat op dit moment. De breedte van het IKC-concept
varieert. Er zijn grofweg drie cirkels te onderscheiden, van klein naar groot:
1. Basisschool, peuterspeelzaal, kinderopvang, buitenschoolse opvang;
2. Jeugdzorg, centrum voor jeugd en gezin (CJG), sport, etc.;
3. Wijkvoorzieningen/buurtvoorzieningen, bibliotheek, etc.;
Elke gemeente kiest in dit proces zijn eigen rol, afhankelijk van de specifieke situatie van gemeenten. Er zijn op
hoofdlijnen vier rollen voor gemeenten te onderscheiden:
• Sturend: bepaalt IKC-doelen, zet eigen middelen doelgericht in;
• Regisserend: kiest eigen IKC-doelen, tracht partners tot medewerking te verleiden;
• Faciliterend: biedt aan initiatiefrijke veldpartijen steun;
• Volgend: wacht initiatieven van het veld af en reageert vanuit eigen prioriteiten;
De landelijke strategie van de kopgroep bestaat enerzijds uit het uitwisselen van kennis en ideeën van gemeenten
onderling en anderzijds uit het op de politieke agenda zetten van het IKC-concept met het oog op de lokale en
landelijke verkiezingen van 2014.
Reacties uit de zaal:
• Diversiteit in aanpak voor de inrichting van een integraal kindcentrum is van belang. Een kindcentrum is niet
noodzakelijkerwijs een gebouw, maar kan ook vorm krijgen door middel van een virtueel
samenwerkingsverband en de samenhang in netwerken.
• Tegelijkertijd is het van belang om een aantal componenten van het IKC-concept helder te definiëren. Het
gevaar van vervaging van het concept ligt anders op de loer.
• Het is belangrijk dat er expliciet aandacht wordt geschonken aan de realisering van kindcentra in
achterstandswijken. Het gevaar bestaat dat alleen de welvarende groepen gaan profiteren van de centra, gezien
de verbinding met kinderopvang en buitenschoolse opvang.
Interactieve deelsessies met gastsprekers
Deelsessie – IKC en de combinatie met zorg. Gastspreker Gerdi Meyknecht
Het programma Alert4you is gericht op de samenwerking tussen kinderopvang en Jeugdzorg. In de visie van
Alert4you ligt de focus op de talentontwikkeling van kinderen. Oplossingen worden zoveel mogelijk gezocht in het
‘normale leven’ van kinderen, zo dicht mogelijk bij huis. Het programma gaat ervan uit dat pedagogisch
medewerkers soms een extra steuntje in de rug nodig hebben, ook om goed met ouders te kunnen samenwerken.
Het is van belang dat signalen in een vroegtijdig stadium worden herkend en opgepakt. Alert4you is in 2009 gestart
met drie pilots en in 2012 wordt deze aanpak uitgebreid naar de buitenschoolse opvang (ook 4-12 jarigen). De
principes waarop de aanpak van Alert4You is gebaseerd:
 Extra opvoedexpertise beschikbaar voor alle kinderen. Coaching on the job, samenwerking op de werkvloer en inzet
van specialistische kennis. Het vermogen van pedagogisch medewerkers versterken en kinderen zoveel
mogelijk ín de groep/klas begeleiden.
 Structurele samenwerkingsvormen in de gemeente.
 Positief opvoeden/positief jeugdbeleid. Omslag van gerichtheid op problemen naar gerichtheid op talenten van
kinderen. Dit vraagt om een transformatie in het denken van betrokkenen.
 Partnerschap met ouders. Ouders direct betrekken bij de problemen van hun kinderen. Versterking van de eigen
omgeving blijkt effectief ter voorkoming of bestrijding van problemen.
 Advies en hulp onder handbereik. Niet langer ingewikkelde indicatieprocedures doorlopen, maar alle hulp onder
handbereik van het kind en de ouders organiseren.
 Alleen doen wat werkt.
De relatie met IKC ligt in het integreren van Jeugdzorg in lokale voorzieningen. Continuïteit en stabiliteit door
middel van vaste structuren en relaties kunnen door middel van een integraal kindcentrum worden gerealiseerd.
Ook de zorg moet daarin worden meegenomen. De positieve principes zijn voor gemeenten zeer bruikbaar, blijkt
ook uit de discussie in de workshop. De VNG zou nog meer dossiers (VVE, IKC, Jeugdzorg etc.) kunnen koppelen
om vanuit een integrale visie te opereren. De nadruk op verantwoording van middelen is vaak een grote
belemmering. Het is uiteindelijk aan gemeenten om te puzzelen en de situatie vanuit de nieuwe visie invulling te
geven, mensen te verleiden en waar mogelijk resultaten zichtbaar te maken.
Deelsessie – Slim omgaan met financiën en huisvesting. Gastspreker Ed Buitenhek
Een aantal ontwikkelingen hebben gevolgen voor de huisvesting van de voorzieningen:
 Harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang
 de mogelijke doordecentralisatie van huisvestingsbudgetten naar scholen
 de ontwikkeling richting IKC heeft grote gevolgen voor de huisvesting van voorzieningen
 passend onderwijs
 transitie jeugdzorg
 krimp in de kinderopvang
 krimp in het onderwijs.
Het is belangrijk na te denken over de schaal waarop voorzieningen worden georganiseerd. Voor een IKC heb je
schaalgrootte nodig. De populatie van een gemiddelde basisschool is bijvoorbeeld een te beperkte schaal voor een
IKC. Het is verder van belang om na te denken waar de prioriteiten liggen, ook in relatie tot huisvesting. Niet alle
samenvoegingen hebben evenveel gevolgen voor de huisvesting; het is van belang om te kijken wat wel al kan.
Denk ook na over het bouwen van nieuwe voorzieningen als er in de gemeente sprake is van een terugloop in de
kinderopvang, dus voorkom dat er een overschot aan voorzieningen ontstaat.
Het is wenselijk om gezamenlijk een stip op de horizon te hebben en na te denken wat die stip inhoudt. Bij de
uitwerking verschijnen vervolgens vanzelf knelpunten die moeten worden opgelost. Het advies van Ed Buitenhek is
dus om niet de knelpunten als vertrekpunt te nemen, maar juist de gezamenlijke ambitie.
De deelnemers wijzen erop dat extra aandacht nodig is voor achterstandswijken. Voor veel
kinderopvangorganisaties is de vestiging in zo’n wijk minder aanlokkelijk dan in een wijk met veel tweeverdieners.
De gemeente moet ook oog hebben voor het risico van marktverstoring. Er zijn inmiddels al voorbeelden bekend
van rechtszaken tegen de gemeente.
De Kopgroep heeft de functie om knelpunten te inventariseren en met oplossingen richting de politiek te komen.
Deelsessie – IKC op de politieke agenda
Het is van belang om te achterhalen wat de belangrijkste krachten zijn in het speelveld en waarop moet worden
ingezet bij de lobby. Daarvoor is het nodig dat de visie van het IKC-concept in de haarvaten van de betrokken
organisaties terecht komt. Deze partijen zullen dan eerder bereid zijn om leiding van anderen te accepteren. Het
moet gaan om algemene voorzieningen, bestemd voor zowel achterstandsgroepen als voor en de zogenaamde
middengroepen.
Door de bezuiniging op de Kinderopvang dreigt een aantal van de kinderopvangvoorzieningen om te vallen. De
kopgroep zou hier op landelijk niveau lobby kunnen voeren om deze bezuinigingen tegen te gaan. Het is belangrijk
voor gemeenten de financiële situatie goed te analyseren. Op landelijk niveau moet voor de nieuwe voorzieningen
worden ingezet op vier dagdelen gratis toegankelijkheid die collectief worden gefinancierd. Naast de lobby op
landelijk niveau, is het van belang om ook op gemeentelijk niveau actief te blijven lobbyen. De uitstraling naar
buiten toe is erg belangrijk.
Deel II
Film: Kindcentrum verbeeld
Om een beter beeld te krijgen van hoe integrale kindcentra er in de toekomst er (mogelijkerwijs) uit gaan ziet, heeft
projectgroep Andere Tijden in Onderwijs en Opvang in samenwerken met APS de film Kindcentrum verbeeld
gemaakt. Deze film biedt een hulpmiddel om het veld te inspireren. De voorbeelden laten zien dat er al veel
mogelijk is wanneer gemeenten hun nek uitsteken en de grenzen opzoeken van de bestaande mogelijkheden. De
film is zeer positief door de kopgroep ontvangen en wordt zodra beschikbaar onder de deelnemers verspreid.
Ministerie SZW – Jakob van der Waarden
Jakob van der Waarden –plaatsvervangend directeur directie kinderopvang– vertelt namens het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) dat de betrokken ministers, Kamp en Van Bijsterveldt, de ontwikkelingen
die er gaande zijn omtrent IKC waarderen en waar mogelijk een bijdrage willen leveren. Er zijn echter geen
afspraken vastgelegd in het regeerakkoord over de invoering van een stelselwijziging met betrekking tot de
inrichting van onderwijs en kinderopvang. Er zijn ook geen extra financiële middelen beschikbaar. Deze jaren
moeten daarom worden benut om te experimenteren en de mogelijke knelpunten te achterhalen. Wel worden er
vanuit het ministerie 2 pilots Sluitende Dagarrangementen gestart in twee verschillende gemeenten. Gemeente,
opvang en onderwijs moeten de gezamenlijke ambitie hebben om samen te komen tot een sluitend dagarrangement
voor kinderen van 4-12 jaar. Voor deze gemeenten biedt straks Landelijk steunpunt Brede School de
procesondersteuning. Daar komt ook een loket waar de betreffende gemeenten met al hun vragen terecht kunnen.
De kopgroepgemeenten worden uitgenodigd een projectvoorstel in te dienen.
De kopgroep vindt het een gemiste kans om geen sluitende dagarrangementen voor 0 – 12 jarigen aan te bieden.
Het ministerie verbindt een wetenschappelijke evaluatie aan de pilots. Verder bereidt het ministerie van SZW
experiment voor om de kwaliteitseisen voor kinderopvang te flexibiliseren. Ergens eind 2012 begint de inschrijving
daarvoor. Het ministerie zal ook de effecten van de vijf gelijke dagen concept gaan meten. Ook zullen experimenten
met flexibele onderwijstijden worden gevolgd.
Tot slot zegt de heer van der Waarden dat de minister graag werkbezoeken wil houden, dus nodigt de
kopgroepgemeenten uit om iets te organiseren in de eigen gemeente.
Rondetafelgesprek met wethouders
Agenda voor 2012
Uit de interactieve sessies kwam het volgende voorstel voor de focus in 2012:
1.
Risico erkennen en het bestrijden van wegvallen van kinderopvang.
2.
Blijven pleiten voor basisvoorzieningen voor alle 0-4-jarigen. Deze voorzieningen zijn 4 dagdelen per week
gratis toegankelijk voor alle kinderen van 2 tot 4 jaar.
3.
De relatie met het thema jeugdzorg verder uitwerken binnen de kopgroep met positief jeugdbeleid als
vertrekpunt.
4.
Huisvesting en financiën: handhaven van de onderwijshuisvestingsverantwoordelijkheid bij de gemeente
5.
Ouderbetrokkenheid in de kindcentra: waartoe en hoe?
IKC en doorgaande lijn (1ste & 2de agendapunt)
Met betrekking tot de politieke strategie moet worden (h)erkend dat door nieuwe regelingen (bezuinigingen) de
kinderopvang kan worden uitgehold. De zorgen op dit punt moeten actief worden verwoord door wethouders en
bestuurders. Vooral de zogenaamde middengroepen zijn hier van belang, aangezien er wel extra middelen zijn
vrijgemaakt voor de achterstandsgroepen (d.m.v. VVE middelen). De kopgroep vindt dat in de lobby ingezet moet
worden voor 4 dagdelen per week gratis (kinder)opvang voor alle kinderen van 2-4 jaar. De extra dagdelen moeten
dan door ouders zelf worden gefinancierd. Door middel van een brief richting de landelijke overheid kan worden
geprobeerd ruimte te creëren voor de integratie van voorzieningen en het bevorderen van de doorgaande lijn. Deze
brief moet een positieve insteek hebben. Tegelijkertijd moeten de mogelijke risico’s worden benoemd en een appel
worden gedaan om de regelgeving daarop aan te passen.
De kopgroep heeft als taak om de lange termijn doelen zichtbaar te maken en de actiebereidheid vanuit het veld
verder te stimuleren en waar mogelijk het veld bij te staan. Gemeenten en het veld zijn wederzijds van elkaar
afhankelijk om de lange termijn doelen te realiseren.
Ook de component leefbaarheid is erg belangrijk in de discussie. Het uitgangspunt moet zijn kwalitatief goede
opvang en onderwijs. Ouders zien niet altijd in dat schaalvergroting tot een betere kwaliteit leidt.
IKC en zorg
De component ‘zorg’ zal in 2012 een meer expliciete plek worden gegeven in de kopgroep. Nu ligt de focus vaak nog
op de combinatie van opvang en onderwijs. Wanneer echter wordt uitgegaan van de ontwikkeling van kinderen,
dan hoort het thema ‘zorg’ daar helemaal bij. Daarbij komen nog de ontwikkelingen omtrent de transitie Jeugdzorg
en de invoering van Passend Onderwijs. Voor de inrichting van de zorg is een transformatie nodig; er moet worden
gedacht en gewerkt vanuit nieuwe principes. Een uitdagend pedagogisch klimaat en een focus op de
talentontwikkeling van kinderen moeten leidend zijn. Zorg moet zoveel mogelijk in de natuurlijke omgeving van
kinderen worden georganiseerd. Het is belangrijk om veranderkracht te organiseren waarbij deze principes
geworteld raken bij betrokken partijen.
Het is nog onduidelijk hoe een en ander zich verhoudt tot de invoering van Passend Onderwijs. Daarbij is de zorg
namelijk gericht op scholen, terwijl vanuit het IKC-concept zorg ook in andere voorzieningen (voor-, buiten- en
naschoolse opvang) zou moeten worden georganiseerd. Er is een gezamenlijke opdracht om de zorg voor kinderen
zo goed mogelijk vorm te geven. In de jeugdzorg moet evenals in de WMO een kanteling plaats vinden in het
denken en de aanpak. De zorg moet in de voorzieningen gebracht worden in al zijn gradaties. Dit vraagt
veranderkracht van alle betrokkenen.
Huisvesting en financiën
Met de motie Beertema, die door de Tweede Kamer is aangenomen en door de minister voorlopig is afgewezen,
wordt de regering verzocht de middelen voor onderwijshuisvesting over te hevelen naar de schoolbesturen die dat
willen en daarvoor capabel genoeg zijn. In het kader van het IKC concept is deze ontwikkeling problematisch,
aangezien juist zou moeten worden ingezet op het zoveel mogelijk combineren van de verschillende geldstromen.
Tevens valt hierdoor een belangrijk sturingsmechanisme voor gemeenten weg. Het is daarom van belang om
bondgenootschappen met de juiste partners te intensiveren. Ook moet worden nagedacht over de minimale
omvang van een integraal kindcentrum om de kwaliteit te kunnen waarborgen. Door de betrokkenen wordt 300
leerlingen als een minimaal aantal gezien voor de omvang. Onderwijshuisvesting wordt meegenomen in de
lobbybrief.
Ouderbetrokkenheid
Voor de concrete invulling van de ouderbetrokkenheid zijn door de Inspectie specifieke criteria opgesteld die
kunnen worden gehanteerd. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat er een blauwdruk ontstaat. Het is juist ook
van belang zelf invulling te geven aan dit onderwerp. De vormgeving van ouderbetrokkenheid binnen integrale
kindcentra zal daarom op de agenda worden geplaatst van de kopgroep voor het komende jaar.
Einddiscussie






Hartekreet: er valt veel weg de komende tijd, vooral veel geld voor de kinderopvang.
Er is continuïteit in beleid nodig.
Je hebt talenten nodig.
Aansluiten bij actuele thema’s, bijvoorbeeld ‘talentontwikkeling’ en ‘arebeidsmarktontwikkelingen’.
De middenklasse haakt af in de kinderopvang, dat heeft ook gevolgen voor de achterstandsgroepen.
Eensgezindheid over het uitgangspunt dat het IKC onder één leiding moet komen te staan.
Vervolg Kopgroep 2012 e.v.
Het contract van Andere Tijden, die de kopgroep tot nu toe heeft begeleid, loopt komende zomer na vier jaar af. Er
zal een poging worden ondernomen om deze bijdrage tot het einde van de collegeperiode te verlengen.
Werkafspraken




Er wordt een lobbybrief voorbereid door de wethouders Oude Alink, Peeters, Beerten en Bruintjes. Hierin
aandacht voor de maatschappelijke ontwikkelingen (incl. gevolgen nieuwe Wet werken naar vermogen; de
risico’s die de kopgroep ziet in het huidige versnipperde stelsel; de noodzaak van aanpassing van wet- en
regelgeving; het belang van de portefeuille onderwijshuisvesting; ouderbetrokkenheid (hoe en wat).
NB Elly Dekker nodigt de wethouders binnenkort uit voor een eerste overleg.
Voorstel om voor de zomer een symposium te organiseren op basis van een lobbybrief die richting de
fractiespecialisten van de verschillende fracties in de Tweede Kamer zal worden gestuurd. Het symposium
zal het startpunt vormen voor een actieve lobby richting de verkiezingen van 2014. Daarnaast is het de taak
van elke wethouder om intern in zijn of haar eigen partij een actieve lobby te voeren. De wethouders zullen
dit verder onderling afstemmen.
In de lobby ook de werkgevers/werknemers betrekken.
De werkbezoeken worden gecontinueerd als belangrijk voor de inspiratie, informatie-uitwisseling etc.
Gemeenten kunnen daarvoor in het vervolg ook lokale partners meenemen. Binnenkort zullen nieuwe data
voor werkbezoeken worden bekendgemaakt.
Wat verder ter tafel komt
-
-
De VNG is bezig om digitaal netwerkforum in te stellen, ter versterking van de onderlinge
kennisuitwisseling. De IKC-kopgroep zal als een van de eersten daarbij aangesloten worden.
Anki Duin meldt dat het project Andere Tijden in onderwijs en opvang een studiereis naar Kopenhagen
(evt. in combinatie met Hamburg) organiseert in september. Thema: Voorbeelden van vergaande
samenwerking onderwijs-kinderopvang-zorg en aandacht voor landelijk en lokaal beleid/ rol gemeente.
Voor de kopgroep Wethouders voor kindcentra hebben ze een aantal plekken gereserveerd. De
geïnteresseerden kunnen het aan Anki Duin laten weten.
Op 23 mei zal het congres Nieuwe Tijden plaats (8e brede schoolcongres) plaatsvinden. Dit congres zal
onder andere in het teken staan van de ontwikkelingen omtrent IKC.
Download