Lessuggesties na de veldles Bodemdieren Beestjes in de klas. Over het algemeen geeft de verzorging en huisvesting van kleine diertjes weinig problemen. Veel kleine diertjes kunnen goed een paar dagen zonder eten, maar u moet er wel voor zorgen dat het verblijf voldoende vochtig is en mogelijkheden geeft om weg te kruipen. Zodra de belangstelling van de leerlingen terugloopt, moeten de diertjes weer in hun eigen omgeving losgelaten worden. Dat terugzetten laat u weer door de leerlingen doen. Bij alles wat er met de diertjes in de klas wordt gedaan is het belangrijk dat de leerlingen handigheid in het hanteren van materialen krijgen. Ook kleintjes hebben gevoel! Bij het bekijken van kleine beestjes komen kinderen als vanzelf in ondeksituaties. Het diertje ‘doet’ immers steeds iets. Het reageert of doet juist niets. Het kruipt over een potlood dat op tafel ligt, of wandelt er omheen, of keert terug, of … En wat gebeurt er als er geen potlood ligt maar een gum, of een druppel water? Zulke gebeurtenissen kunnen gebruikt worden om leerlingen te vragen meer gerichte onderzoekssituaties te creëren. Algemeen gezegd: Als ik dit doe, wat doet het diertje dan? (Bron: Kleintjes, Centrum voor NME ‘De Boswerf’, Zeist,1995) Informatie over verzorging van bodemdiertjes in de klas. Bladluizen Erg geschikt om in de klas te houden. Zet een takje of stengeltje met bladluizen in een klein potje water. Het geheel plaatsen we in een plastic bakje. Pot en bakje natuurlijk goed afdekken, maar denk om luchtvoorziening. Interessant om in het bakje een paar mieren of lieveheersbeestjes te doen! Voedsel: de plant waarop ze gevonden zijn. Mieren Mieren moeten maar kort in de klas gehouden worden. Doe er een paar in een jampot en leg er een stukje karton met gaatjes erin op. Strooi op het karton een beetje suiker. Zet de pot in een platte bak (bijvoorbeeld een plastic zaaikistje) met water. Zo kunnen ze niet ontsnappen. Voedsel: druppels suikerwater op bv. watten. Regelmatig schoonmaken ter voorkoming van schimmelgroei. Lieveheersbeestjes Een hoge glazen of plastic bak is geschikt. Zorg voor takjes of stengels met bladluizen en houd de planten fris door ze in water te zetten. Denk om goede afsluiting. Voedsel: bladluizen (bladluizen met plant en al in bak zetten). Kevers In een plastic bakje of weckpot wat aarde en een paar wormpjes op de bodem strooien. Voedsel: afhankelijk van de soort. Miljoenpoten Een bakje met een laagje vochtige aarde. Schuilplekjes maken. Voedsel: zachte groene blaadjes of stukjes fruit. NME-centrum Het Spookbos, Eemnes (2009) 1 Pissebedden Klein bakje of weckpot. Potgrond, stukje schors, steentje en wat blaadjes op de bodem. Voedsel: rottend hout, rottend plantaardig materiaal. Slakken In een donkere, vochtige omgeving houden. Als de slakken niet geobserveerd worden moet het bakje donker gemaakt worden (bijv. een doosje erover). Op de bodem van het bakje/potje potaarde. Niet in de zon! Bij schoonmaken of terugzetten kijken naar eitjes! Voedsel: blad van de plant waar ze op gevonden zijn of havermout met fijngewreven krijt (houdt de bak langer schoon). Stukjes aardappel, appel, groenten, alles tijdig verversen. Spinnen Jachtspinnen kunnen in een flinke weckpot gehouden worden. Denk aan schuilplekjes en vochtige aarde. Een klein bakje water is noodzakelijk (denk om verversen). Vangspinnen maken een web. Die hebben dus meer ruimte nodig. Voedsel: vliegen, muggen, springstaarten ed. Regenwormen Een laagje van zo’n 10 cm potaarde in een bakje, vermengd met wat stukjes dor blad. Grond uit vanggebied is ook prima. Vochtig houden: niet nat! Voedsel: stukjes blad, grassprieten. Rupsen van vlinders Ruime behuizing van glas of plastic. Laagje zand op de bodem. Voedselplant in een bakje water. Poppen van vlinders in een lichtvochtige omgeving houden. Geef ze een koele plaats met een gelijkmatige temperatuur. Voedsel: blad van de plant waarop de rupsen gevonden zijn. Takjes met bladeren blijven langer goed dan losse bladeren. Regelmatig verversen. (Bron: Kleintjes, Centrum voor NME ‘De Boswerf’, Zeist,1995) Waar kun je naar bodemdiertjes zoeken? Afhankelijk van de omgeving waar de kinderen gaan zoeken kunt u één van de volgende tips gebruiken. 1. Kijk onder ‘los’ liggende stenen, stukken hout of plastic dat er al een tijd ligt. Spreek wel met de kinderen af vóór dat ze gaan zoeken dat zij de stenen e.d. precies zo terugleggen als zij ze vonden! 2. Takken, bladeren en bloemen van planten en struiken heel goed nazoeken. 3. Onder een struik of tak van een boom een groot laken neer leggen. Daarna voorzichtig aan de struik of tak schudden. 4. Een flinke pol gras (inclusief wortels en grond) uitgraven en in de klas uitzoeken. 5. Met een netje door een stuk grasland slepen. 6. Een paar scheppen van de bovenlaag van de grond in een emmer doen en uitzoeken. 7. Op geschikte plekken vangpotten ingraven om na te gaan welke diertjes ’s nachts lopen. Graaf een bakje tot de rand in de grond. Rondom vier stenen met een plankje erop, tegen het inregenen. Leg in het bakje een watje met azijn, een stukje fruit of vlees. Veel beestjes komen op de geur af. Ze tuimelen in het bakje en kunnen niet tegen de gladde wand omhoogkruipen. Ga elke morgen kijken wat NME-centrum Het Spookbos, Eemnes (2009) 2 er in de val is gelopen. Heb je beestjes bekeken, dan laat je ze weer vrij. Haal het bakje weer weg. Door op verschillende plekken vangkuilen in te graven is een aardig beeld te krijgen van het nachtelijke gebeuren rond de school. 8. Andere methoden zijn: - een omgekeerde bloempot, - een uitgeholde aardappel, - een prop papier, - een (glazen) stolp over een stuk gras zetten. Na een paar dagen vliegen er kleine insecten in rond: muggen en vliegen. Ze leefden als larven onder de grond. Na hun gedaanteverwisseling kwamen ze naar boven en wilden wegvliegen. Laat de insecten regelmatig vrij. 9. Vergeet niet in de school te speuren. In de planten (luis!), in gangen, kelders etc. (Bron: Natuur van de maand, Den Haag, nr 3 1984) Werkblad bodemdiertjes (zie website) Als de leerlingen in de schoolomgeving een bodemdiertje gevonden hebben kan het beestje nagetekend worden op dit blad. Ook kan het werkblad gebruikt worden om enkele van de meest voorkomende bodemdiertjes op terug te vinden. NME-centrum Het Spookbos, Eemnes (2009) 3