Leestekst voor docenten ter inleiding op de veldles Bodemdieren Enge beestjes? Kinderen hebben niet alleen belangstelling voor dieren, vaak zijn ze er ook een beetje bang voor. Deze angst berust niet zozeer op persoonlijke ervaringen met het dier, als wel op reactie van derden. Het kind ziet dat mensen paniekerig reageren op onschuldige diertjes als pissebedden, oorwormen en spinnen, en neemt dat gedrag als vanzelfsprekend over. Misschien moet u zelf ook een angst voor deze diertjes overwinnen. Probeer dit dan samen met uw leerlingen te doen door de dieren te bestuderen en daarbij uw eerste reactie te onderdrukken. U zult merken dat kinderen zeer geïnteresseerd zijn en zonder enige schroom de diertjes willen bekijken. Behalve de adder is er geen dier in Nederland echt gevaarlijk. Spinnen bijten niet en oorwurmen kruipen niet in oren. Vindt u de dieren toch nog griezelig, doe ze dan in een potje, zodat ze (ook voor de dieren!) veilig bekeken kunnen worden. Kleine dieren tellen ook mee. Dieren, hoe klein ook, hebben recht om te leven. Ze vormen een essentieel onderdeel van de natuur. Respect opbouwen voor de kleine diertjes staat in de komende veldles centraal. Tijdens de veldles worden de diertjes zoveel mogelijk op hun eigen leefplek bekeken. NME centrum Het Spookbos, Eemnes (2009) Het vangen van de diertjes zal tot een minimum beperkt worden. Een aantal beestjes zal meegenomen worden naar de educatieve ruimte om ze nog beter te bekijken en na te tekenen. Respect voor de beestjes krijgen de kinderen ook door de beestjes aan het einde van de les weer terug te brengen naar hun eigen leefomgeving. Zoeken en vangen. De meeste kleine dieren verstoppen zich, hebben een uitstekende camouflage of zijn erg snel. Het verstoppen is niet alleen omdat het dier dan onzichtbaar voor vijanden is. Pissebedden en regenwormen bijvoorbeeld houden niet van licht. Zonlicht is zelfs dodelijk voor ze. Overdag zijn ze dan ook alleen onder stenen, hout, bladeren e.d. te vinden. Of ze zitten onder de schors van de boom of in spleten en kieren. Bovendien houden veel dieren van een wat vochtige omgeving, omdat ze anders uitdrogen. Voorlezen. Een boek dat het voorlezen waard is: ‘Erik, of het klein insectenboek’ van Godfried Bomans. Het verhaal gaat over een jongetje die in een droom kennis maakt met de wereld van wespen, bijen, mieren, kevers en doodgravers. Bron: Leven met dieren, het bedreigde dier ‘Onderkruipers’. Zorn Uitgeverij bv, 1995