opinie 쐽 kennisintensieve samenleving Samenleving lijdt schade als kinderen buiten de boot vallen Nog niet zo lang geleden kon je in Nederland je hoofd beter niet boven het maaiveld uitsteken. Dat kon je je kop kosten. Wil je tegenwoordig nog mee kunnen komen dan moet je je juist onderscheiden. Door Jeannette Doornenbal en Janny Reitsma E xcelleren en presteren mogen, sterker: uitblinken is een vereiste om mee te komen en mee te blijven doen in de kennisintensieve samenleving. Tegen die achtergrond is het begrijpelijk dat voorzieningen voor te koesteren toptalent als paddenstoelen uit de grond schieten: Leonardo scholen voor hoogbegaafde leerlingen, honours degrees voor talentvolle studenten in het hbo, topklassen voor toptalenten. Door het ondertekenen van het Lissabon-akkoord in 2000 heeft Nederland zich gecommitteerd aan het realiseren van deze prestatiedoelstelling. Daarin is vastgelegd dat de helft van de bevolking in 2011 bestaat uit hbo- of wo-opgeleiden. Dat percentage ligt nu op 33 procent. Die stijging kan alleen worden gerealiseerd als zoveel mogelijk kinderen zo weinig mogelijk leerachterstanden hebben en in groep acht zo hoog mogelijke cito-scores halen. Dat verhoogt de druk op vroeg- en voorschoolse educatie en op presteren in de basisschool. Woensdag 2 april sprak de futurist Marcel Bullinga op het slotcongres van het Innovatieprogramma Integraal Jeugdbeleid Ver zien breed kijken, dat was georganiseerd door de pedagogische academie van de Hanzehogeschool Groningen. Bullinga benoemde een aantal trends tot 2020. De trend van presteren en excelleren sprong eruit. Hij sprak zelfs van een ’global war on talent’. Om een speler te zijn in die ‘global war’, moeten jongeren beschikken over uitmuntende vakkennis en zelfstandig kunnen werken. Dat stopt niet met het behalen van een mbo-diploma. Dat is een levenslange opgave. Om erbij te horen en mee te kunnen doen, zullen jongeren dus meer en meer in de gelegenheid moeten worden gesteld om uit te blinken. ’Gewoon’ is niet meer voldoende, verzuchtte de filosofe Evelien Tonkens in haar wekelijkse column in de Volkskrant (9 april 2008). Maar wat als je minder begaafd bent, als je kampt met chronische fysieke of psychiatrische aandoeningen, als je opgroeit in een (taal)arme omgeving waar je niet vanzelfsprekend de kapitaalbronnen krijgt aangereikt om mee te doen, als voldoende niet meer goed genoeg is? Dan tel je niet meer mee. En als de druk op excel- Volgens het Lissabon-akkoord moet de helft van de bevolking in 2011 bestaan uit hbo- of woopgeleiden. Die stijging kan alleen worden gerealiseerd als zoveel mogelijk kinderen in groep acht zo hoog mogelijke cito-scores halen. Foto: ANP/Toussaint Kluiters leren toeneemt, zullen steeds meer jonge- laten bungelen, door leefwerelden van geren niet meetellen. Dat dit geen doemsce- zin, school en buurt te verbinden. Kennen nario is blijkt uit de explosieve groei van en gekend worden impliceert goed kijken het speciaal onderwijs (vooral in cluster 4 en luisteren naar wat kinderen en ouders waar de kinderen met psychiatrische pro- nodig hebben, het waarderen van verblemen of gedragsstoornissen naartoe schillen door kinderen te begeleiden bij gaan), uit de wachtlijsten voor de jeugd- het ontdekken en ontwikkelen van de eizorg, en de toename van het aantal ’over- gen talenten, breed kijken over de schutbelaste’ jongeren dat zonder diploma het tingen van de professionele sectoren onderwijs verlaat. Die uitval heeft grote heen. En door kinderen uit te nodigen te persoonlijke en sociale gevolgen. De ver- participeren in de wereld van volwasseliezers die de race om het nen leren zij al doende desucces niet hebben ge- ’Uitval uit onderwijs mocratisch burgerschap. haald, kampen dikwijls Het gevaar bestaat dat heeft grote sociale met ernstige sociale en maatschappelijke organisaemotionele problemen. En ties - zoals schoolbesturen, gevolgen’ de sociale segregatie gezondheidszorg, jeugdneemt toe doordat de tweedeling tussen zorg - die zich publiekelijk moeten verande ’haves’ en ’have nots’ scherper wordt. twoorden over hun prestaties, zich aanDe druk op presteren en excelleren en passen aan de prestatie-eisen die aan hen de persoonlijke en sociale gevolgen die dit worden gesteld. Die kant moeten we niet met zich meebrengt, is zorgelijk. Het op. Brede scholen en Centra voor Jeugd en wordt tijd dat we tegendruk gaan uitoefe- Gezin zijn geen vehikels om de prestatienen omwille van het kind en omwille van samenleving dichterbij te brengen. Ze de samenleving. We willen een pedagogi- hebben een vitale, autonome opdracht: sche reactie formuleren op deze politieke het gezamenlijk opvoeden en onderwijambitie. In opvoeding en onderwijs draait zen van kinderen. Dat is de klassieke uithet niet om presteren, maar om ontwik- daging die ook in de multiculturele sakelen en leren. Sleutelbegrippen daarin menleving onverkort geldig is. Als we aczijn volgens de pedagoog Micha de Win- cepteren dat de ’verliezers’ buiten de boot ter: verbinding, kennen en gekend wor- vallen, laten we ons er dan wel realiseren den, en participatie. Deze zouden leidend dat de kennisintensieve samenleving moeten zijn bij de inrichting van het daardoor juist schade lijdt. maatschappelijk middenveld, zoals brede Jeannette Doornenbal is lector Integraal Jeugdscholen en Centra voor Jeugd en Gezin. beleid aan de Hanzehogeschool Groningen Verbinding betekent het tegengaan van Janny Reitsma is projectleider van het Innovatieprosegregatie door ouders en kinderen niet te gramma Ver zien breed kijken