R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief V.I. nr 2010/216 van 1 juni 2010 30/3 Van toepassing vanaf 1 oktober 2009 Hulp bij tabaksontwenning Hulp bij tabaksontwenning Sinds 1 oktober 2009 verleent de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een tegemoetkoming voor hulp bij tabaksontwenning (artikel 34, 24° en 37, § 20 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en Koninklijk besluit van 31 augustus 2009 inzake de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor de hulp bij tabaksontwenning, BS 15 september 2009) De verordening van het Verzekeringscomité van 28 september 2009 tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (BS 15 oktober 2009) heeft het model van facturatiedocument (zie punt 5) en het model van follow-updocument (zie punt 7) vastgesteld. 1. Bedrag van de tegemoetkoming De tegemoetkoming bedraagt : 30 euro voor een eerste zitting in een periode van twee kalenderjaren (pseudocode 740434-740445) 20 euro voor de volgende zittingen met een maximum van zeven zittingen in een periode van twee kalenderjaren (pseudocode 740456-740460) 30 euro per zitting voor zwangere vrouwen met een maximum van acht zittingen per zwangerschap (pseudocode 740471-740482) 2. Wie kan die zittingen aanrekenen ? alle artsen, zowel huisartsen als specialisten tabacologen Tervurenlaan 211 B-1150 Brussel Jurris Tel.: 02 739 71 11 Fax: 02 739 72 91 WU 1.09.00 2 Tabacologen zijn licentiaten in de psychologie of beoefenaars van een gezondheidszorgberoep in de zin van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Ze moeten bovendien een erkende opleiding tabacologie hebben gevolgd en zijn geslaagd in de eindtest van die opleiding. 3. Erkende opleiding tabacologie Momenteel worden twee opleidingen erkend. Enerzijds deze georganiseerd door de vzw FARES “Fonds des Affections respiratoires” en anderzijds deze georganiseerd door de vzw VRGT “Vlaamse vereniging voor respiratoire gezondheidszorg en tuberculosebestrijding”. De lijst van de tabacologen die geslaagd zijn in deze opleiding is opgenomen in bijlage van deze omzendbrief. 4. Cumuleren van verstrekkingen De verstrekkingen inzake tabaksontwenning kunnen worden gecumuleerd met andere geneeskundige verstrekkingen die door een verstrekker aan eenzelfde rechthebbende worden verleend. Bijv. een raadpleging van een huisarts + een verstrekking tabaksontwenning 5. Facturatiedocument De artsen en andere zorgverleners (kinesitherapeuten, verpleegkundigen, enz.) gebruiken hun getuigschriften voor verstrekte hulp om de verstrekkingen inzake hulp bij tabaksontwenning aan te rekenen. De tabacologen die niet de hoedanigheid van zorgverlener hebben (bijv. licentiaten in de psychologie) gebruiken een document dat conform is aan het door het Verzekeringscomité van het RIZIV vastgelegde model. De apothekers, die alhoewel ze de hoedanigheid van zorgverlener hebben niet over getuigschriften voor verstrekte hulp beschikken, gebruiken eveneens het facturatiedocument. Dit facturatiedocument kan worden gedownload op de site van het RIZIV en worden gereproduceerd door de tabacologen. NB Bij wijze van overgangsmaatregel kunnen de zorgverleners die nog geen RIZIV nummer hebben voor de verstrekkingen geleverd tot 31 december 2009 in afwachting van het verkrijgen van dit nummer het in het voorgaande lid bedoelde facturatiedocument gebruiken. 6. Derdebetalersregeling De gewone regels van de derdebetalersregeling zijn van toepassing voor de hulp bij tabaksontwenning. 6.1. Ambulant: Zoals gepreciseerd in punt 4 kan de hulp bij tabaksontwenning worden gecumuleerd met een andere verstrekking. Indien de arts de raadpleging en de zitting voor hulp bij tabaksontwenning attesteert op eenzelfde getuigschrift voor verstrekte hulp, zal de zitting voor hulp bij tabaksontwenning vallen onder het verbod tot toepassing van de derdebetalersregeling dat van toepassing is op de raadpleging (verstrekking van hoofdstuk 2 van de nomenclatuur, artikel 6, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, § 1, negende lid, van de wet 3 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994). Wanneer de rechthebbende zich in een van de situaties bedoeld in artikel 6, tweede lid bevindt, kan de arts echter de derdebetalersregeling toepassen (bijv. wanneer de verstrekking wordt verleend aan een rechthebbende op de verhoogde tegemoetkoming of een rechthebbende van het Omnio-statuut, of aan een rechthebbende die zich in een occasionele individuele financiële noodsituatie bevindt). Niets verhindert echter dat de hulp bij tabaksontwenning wordt geattesteerd op een apart getuigschrift. In dat geval is de derdebetalersregeling niet verboden (het is geen verstrekking van hoofdstuk 2). De toepassing van de derdebetalersregeling veronderstelt in dat geval dat de arts een akkoord voor toepassing van de derdebetalersregeling heeft met de verzekeringsinstellingen en de voorwaarden naleeft die zijn vastgesteld in art. 4bis van het KB van 10 oktober 1986; de arts kan echter steeds de derdebetalersregeling toepassen voor de rechthebbenden die zich bevinden in een van de situaties bedoeld in artikel 6, tweede lid. Voor de andere zorgverleners (verpleegkundigen, kinesitherapeuten …) vormt de toepassing van de derdebetalersregeling het voorwerp van de bepalingen van de nationale overeenkomsten of bij gebrek daaraan, van bijzondere overeenkomsten met de verzekeringsinstellingen (art. 4). De nationale overeenkomst tussen de gegradueerde verpleegsters of de met dezen gelijkgestelden (art. 6), de vroedvrouwen, de verpleegsters met brevet, de verpleegassistenten/ziekenhuisassistenten of de met dezen gelijkgestelden, en de verzekeringsinstellingen voorziet dat de verpleegkundige kan kiezen voor de toepassing van de derdebetalersregeling: hij moet die betalingswijze dan toepassen voor alle rechthebbenden en voor alle verstrekkingen. De hulp bij tabaksontwenning dient in dat geval eveneens te gebeuren via de derdebetalersregeling. Volgens de nationale overeenkomst tussen de kinesitherapeuten en de verzekeringsinstellingen (art. 5) mag de kinesist opteren voor de toepassing van de derdebetalersregeling voor alle verstrekkingen uit de nomenclatuur die worden opgesomd in de overeenkomst en moet hij die betalingsregeling vervolgens toepassen voor alle rechthebbenden. De hulp bij tabaksontwenning wordt hier niet bedoeld. De overeenkomst voorziet echter dat de kinesitherapeut altijd de derdebetalersregeling kan toepassen ten gunste van de rechthebbenden bedoeld in artikel 6, tweede lid, 4° (rechthebbenden die tijdens de behandeling overlijden of zich in comateuze toestand bevinden), 5° (rechthebbenden die zich in een occasionele individuele financiële noodsituatie bevinden) en 6° (rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming en OMNIO) van het KB van 10 oktober 1986, evenals voor palliatieve patiënten. Voor de psychologen tenslotte is de toepassing van de derdebetalersregeling niet mogelijk vermits ze geen zorgverlener zijn. 6.2. In geval van hospitalisatie De geneeskundige verstrekkingen die worden verleend tijdens een hospitalisatie moeten worden aangerekend via de derdebetalersregeling (art. 5). Enkel voor de verstrekkingen bedoeld in hoofdstuk 2 van de nomenclatuur die worden verleend aan een gehospitaliseerde rechthebbende (namelijk het bezoek van een huisarts aan een gehospitaliseerde rechthebbende) geldt een uitzondering. In alle andere gevallen is de toepassing van derdebetalersregeling verplicht. De hulp bij tabaksontwenning moet dus worden aangerekend in derdebetaler. 4 7. Follow-updocument De artsen en de tabacologen dienen een follow-updocument in te vullen dat conform is aan het vastgelegde model en dat ze moeten bewaren in het dossier van de patiënt. Dit document moet dus niet door het ziekenfonds worden opgevraagd bij de terugbetaling. Dit follow-updocument kan eveneens worden gedownload op de site van het RIZIV en gereproduceerd door de artsen en de tabacologen. 8. Zwangerschapsgetuigschrift Voor de verstrekkingen 740471-740482 die zwangere vrouwen betreffen, dient een getuigschrift dat de zwangerschap vaststelt het getuigschrift voor verstrekte hulp of het facturatiedocument te vergezellen. 9. Tabaksontwenning bij zwangere vrouwen en hun partner Het koninklijk besluit van 17 september 2005 tot vaststelling van de voorwaarden van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de tabaksontwenning bij zwangere vrouwen en hun partner werd opgeheven op 1 oktober 2009. De verstrekkingen die na die datum werden geleverd kunnen dus niet meer worden terugbetaald in dit kader. De leidend ambtenaar, H. De Ridder directeur-generaal. Bijlagen : Annexe