Overzicht shock- en affectieschade voor nabestaanden Vraag: waarom krijgt de ene nabestaande een hogere tegemoetkoming dan de andere nabestaande? Antwoord: hier zijn verschillende redenen voor. Voorop staat dat er meerdere factoren zijn die bepalen welke uitkering een nabestaande krijgt. Verder kijkt de Commissie altijd naar de specifieke omstandigheden van het geval. Huidig beleid In alle zaken gaat het Schadefonds uit van een vast bedrag voor iedere nabestaande. Dit bedrag ziet in ieder geval op de immateriële schade (het leed en verdriet veroorzaakt door het verlies van een naaste) en ook op de materiële schade (zoals (psycho)therapeutische behandeling voor bijvoorbeeld rouwverwerking, reiskosten, het verlies van arbeidsvermogen etc., maar ook shockschade). Naast dit vaste bedrag is het mogelijk een aparte uitkering te krijgen voor uitvaartkosten en een vergoeding voor derving van levensonderhoud als deze kosten zijn gemaakt/schade is geleden. Waarom zijn er verschillen in uitkeringen? Concrete redenen waardoor uitkeringen kunnen verschillen, zijn bijvoorbeeld: - Het beleid en de wettelijke mogelijkheden zijn in de loop van de jaren een aantal keer gewijzigd. - We kijken naar welk beleid geldt op het moment dat de aanvraag ingediend is. Een nabestaande die eerder (of later) een aanvraag ingediend heeft, kan dus een andere uitkering krijgen, omdat het beleid intussen is gewijzigd. - De bedragen van de letselschalen zijn in de loop van de tijd meermalen verhoogd (i.v.m. inflatie). - Bij samenloop (iemand is nabestaande en heeft shockschade) wordt volgens het huidige (all in) beleid geen hogere uitkering meer toegekend, maar kent het Schadefonds het vaste bedrag voor nabestaanden toe (letselcategorie 3). In het verleden werd bij samenloop wel een hogere uitkering toegekend. - Bij twee of meer overledenen door hetzelfde geweldsmisdrijf krijgt een nabestaande volgens het huidige beleid een hogere uitkering dan wanneer er één overleden slachtoffer is. - Sommige nabestaanden hebben kosten voor de uitvaart betaald die zij vergoed krijgen, of andere materiële kosten die samenhangen met het verdriet door het misdrijf, die andere nabestaanden niet gemaakt hebben. - Sommige nabestaanden hebben recht op een uitkering wegens derving van levensonderhoud en anderen niet. - Als het Schadefonds een eigen aandeel in het misdrijf van het overleden slachtoffer of van de nabestaande aannemelijk vind, wijst zij de aanvraag volledig af, ook al voldoet de nabestaande verder wel aan alle criteria. Op basis van het oordeel over het eigen aandeel en de betrokkenheid kan het Schadefonds de aanvraag alleen volledig afwijzen of toewijzen. Er wordt dus geen korting op de uitkering toegepast. NB. Als een nabestaande in het verleden al een keer een aanvraag indiende (voor bijv. uitvaartkosten) en hier een onherroepelijke beslissing op is genomen, kan hij in principe later niet nogmaals een aanvraag, als nabestaande voor hetzelfde misdrijf, indienen. 1