Verdeling sociale zekerheid Sociale verzekeringen werknemersverzekeringen Voor werknemers Die werkloos worden (ww) Die arbeidsongeschikt worden (wia of wao) Uitkering bepaald % van eigen inkomen volksverzekeringen Voor iedereen die ouder dan ±65 aow Uitkering vast bedrag Sociale voorzieningen Sociaal vangnet Geen inkomen kan verdienen Geen uitkering Dan bijstandsuitkering (70% van minimumloon) Wie betalen de uitkeringen? Sociale verzekeringen: sociale fondsen Sociale voorzieningen: overheid Alle werkenden betalen sociale premies aan de overheid. - Werkgevers betalen de meeste premies voor de werknemersverzekeringen - Werkenden betalen de premies volksverzekeringen in bx 1 inkomstenbelasting (schijf 1 en 2) De uitkeringen voor de sociale voorzieningen worden uit de belastingontvangsten betaald. Er is solidariteit tussen werken en niet-werkenden. ww en wia Er is intergenerationele solidariteit: jongeren voor ouderen aow Door de collectieve regeling zijn “slechte” risico beter af. De premie kan door slechte en goede risico’s lager zijn. Opbouw van oudedagsvoorziening Hoe kunnen uitkeringen en premies veranderen? Twee stelsels mogelijk Omslagstelsel Huidige generatie voor huidige generatie Uitkeringen worden betaald uit de premieontvangsten WW, WIA, AOW Verloop van de economische groei leidt tot verandering van de uitkeringen. Hoogconjunctuur Het gaat goed met de economie Stijging van het reële BBP % meer dan gemiddeld Meer vraag naar producten meer productie van de bedrijven meer vraag naar arbeid minder werklozen het totaal bedrag aan uitkeringen zal dalen (volume-effect) sociale premies kunnen dalen netto inkomen van werkenden stijgt. Kapitaaldekkingsstelsel Je spaart voor jezelf voor later Er wordt pensioenpremie aan het pensioenfonds betaald, dat dit belegt. Uit de beleggingsopbrengsten worden de pensioenen uitgekeerd. Pensioenen Laagconjunctuur Het gaat slecht met de economie Stijging van het reële BBP % minder dan gemiddeld Minder vraag naar producten minder productie van de bedrijven minder vraag naar arbeid meer werklozen het totaal bedrag aan uitkeringen zal stijgen (volume-effect) sociale premies moeten stijgen netto inkomen van werkenden daalt. Waardevaste uitkering: De uitkering stijgt mee met het inflatiepercentage. Welvaartsvaste uitkering: De uitkering stijgt mee met de (gemiddelde) lonen (in het bedrijfsleven) Voorbeeld: Uitkering stijgt met 3% Lonen stijgen met 2% Inflatie is 1,6% De 27-jarige alleenstaande Sander heeft een Wajong-uitkering. Op 1 januari 2011 bedroeg zijn uitkering € 1.076,40 per maand. Jaarlijks per 1 januari wordt het bedrag van de uitkering aangepast. In 2011 bedroeg de gemiddelde stijging van de cao-lonen 1,75%. Gebruik bovenstaande gegevens en bron 6 bij de vragen 13 en 14. 1p 13 Bereken de hoogte van de uitkering die Sander vanaf 1 januari 2012 zou moeten ontvangen, wil er sprake zijn van een waardevaste uitkering. 2p 14 Is die waardevaste uitkering per 1 januari 2012 ook welvaartsvast? Verklaar het antwoord met een berekening. bron 6 consumentenprijsindex (CPI) Nederland 2005-2011