Praktische informatie bij een overlijden Informatie voor nabestaanden -1- Inhoud 1. Praktische zaken ............................................................................... 5 1.1. De begrafenisondernemer .......................................................... 5 1.2. Aangifte van overlijden . ............................................................. 6 1.3. Verschillende instanties op de hoogte brengen bij overlijden .... 7 1.4. Persoonlijke voorkeur van de overledene .................................. 8 2. De plechtigheid / het afscheid ........................................................... 9 2.1. De uitvaart: een begrafenis . ....................................................... 9 2.2. De uitvaart: een crematie . .......................................................... 9 3. Het verwerkingsproces ...................................................................... 11 3.1. Algemeen .................................................................................... 11 3.2. De vermijdingsfase ..................................................................... 12 3.3. De confrontatiefase ..................................................................... 13 3.4. De herstelfase ............................................................................. 14 4. Rouwen bij kinderen en jongeren (Iris) . ............................................ 16 4.1. Leeftijds- en ontwikkelingsfase .................................................. 16 4.2. Het ondersteunen van het kind als ouder/omgeving ................. 18 5. Informatiebronnen . ............................................................................ 22 5.1. Interne diensten ......................................................................... 22 5.2. Externe diensten ........................................................................ 23 5.3. Websites .................................................................................... 25 -2- -3- De directie en de medewerkers van AZ Sint-Augustinus Veurne bieden u hun oprechte deelneming aan bij het overlijden van uw dierbare. Voor emotionele ondersteuning kunt u terecht bij de sociaal werker, de psycholoog en/of de pastoraal medewerkster van ons ziekenhuis. • • • Sociale dienst (058/334.012) Psychologische dienst (058/333.239) Dienst spiritualiteit en zingeving (058/333.593) Iemand verliezen door een overlijden is altijd een pijnlijke gebeurtenis. Voor nabestaanden is het vaak een emotioneel zware tijd, en moeten er allerlei praktische zaken geregeld worden. Om u te helpen tijdens deze moeilijke periode, overlopen we in deze brochure een aantal belangrijke zaken die geregeld moeten worden na het overlijden van een dierbare. Zowel praktische als emotionele aspecten komen aan bod. Aan het einde van de brochure vindt u een aantal contactadressen waar u praktische hulp en/of psychologische ondersteuning kunt vinden. Met deze uitgave hopen wij u in deze moeilijke tijd tot steun te zijn. 1. Praktische zaken Ons ziekenhuis beschikt niet over een mortuarium. Volgens de Vlaamsereglementering kan een overledene maximaal 12u in de rouwkamer van AZ Sint-Augustinus Veurne verblijven. Daarom dient een overledene zo snel mogelijk overgebracht te worden naar een funerarium. 1.1. De begrafenisondernemer Na overleg met de familie contacteert de verpleegeenheid de begrafenisondernemer en regelt de overbrenging. U neemt vervolgens contact op met de door u gekozen begrafenisondernemer, zodat ze concreet met u kunnen afspreken. De begrafenisondernemer kan heel wat praktische zaken rond het overlijden van u overnemen, zoals de aangifte van overlijden, de overbrenging en de verzorging van de overledene, de begrafenis of crematie. U kunt zelf een begrafenisondernemer kiezen. Hieronder kunt u enkele uitvaartcentra in de buurt van Veurne terugvinden: Uitvaartcentrum Kesteloot-Dela ▪ Tel. 058/313.660 ▪ Adres(sen): - Koksijdestraat 3, 8630 Veurne: - Kerkstraat 9-11, 8660 De Panne ▪ www.dela.be/nl/kesteloot Uitvaartzorg Cornelis ▪ Tel. 051/500.044 ▪ Adres(sen): - Oude Fortemstraat 9, 8690 Alveringem - Woumenweg 26, 8600 Diksmuide ▪ www.cornelisuitvaartzorg.be -4- -5- Uitvaartverzorgingen Dezutter ▪ Adres(sen): - Zeelaan 147, 8670 Koksijde: 058/520.123 - Langestraat 109, 8620 Nieuwpoort: 058/233.596 - Kerkstraat 38, 8430 Middelkerke: 059/300.449 ▪ www.dezutter.eu Uitvaart Cura ▪ Tel 058/422.411 ▪ Adres: Veurnestraat 136, 8660 De Panne ▪ www.uitvaartcura.be 1.2. Aangifte van overlijden ■ De aangifte De aangifte van overlijden gebeurt meestal door de begrafenisondernemer. Dit gebeurt op de dienst burgerlijke stand van de stad of de gemeente. Bij het overlijden in AZ Sint-Augustinus Veurne moet de burgerlijke stand van de Dienst burgerzaken van de gemeente Veurne op de hoogte gebracht worden (contactgegevens): Burgerlijke Stand Veurne Sint-Denisplaats 16 8630 Veurne tel. 058/335.519 openingsuren: http://www.veurne.be/dienst/1580/dienst-burgerzaken Bij aangifte van overlijden moeten volgende documenten voorgelegd worden aan de dienst: -- medisch attest van overlijden, opgesteld door de arts die het overlijden vaststelde; -- identiteitskaart en rijbewijs van de overledene; -- trouwboekje van de overledene (ongehuwd: trouwboekje van de ouders); -6- -- In voorkomend geval: ▪ uiterste wilsbeschikking, hierin wordt de wijze van lijkverzorging beschreven, afgeleverd door de bevolkingsdienst van de woonplaats van de overledene; ▪ toelating tot begraven van het gemeentebestuur, indien de overledene niet in Veurne begraven wordt; ▪ aanvraag tot crematie; ▪ aanvraag tot verlenen van concessie, ondertekend door de nabestaanden; ■ De overlijdensakte Op basis van de voorgelegde stukken maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een overlijdensakte op. Dit document is het officiële bewijs van overlijden. Bij de aangifte van overlijden worden uittreksels van de overlijdensakte meegegeven. Deze uittreksels zijn kosteloos en moeten voorgelegd worden bij verschillende instellingen (bv. ziekenfonds, werkgever, pensioendienst,…) 1.3. Verschillende instanties op de hoogte brengen bij overlijden -- de bankinstelling en/of de post voor de blokkering van de rekeningen, spaarboekjes,…; -- de werkgever; -- het ziekenfonds (uittreksel overlijdensakte betalingsbewijs lijkkist meenemen); -- andere instellingen zoals de pensioendienst, dienst tegemoetkomingen voor personen met een handicap, hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen,… worden via het rijksregister of de kruispuntbank op de hoogte gesteld van het overlijden. De parkeerkaart voor mensen met een handicap moet wel teruggestuurd worden naar het ministerie; -- verzekeringsmaatschappijen; -- diverse nutsinstellingen zoals elektriciteitsmaatschappij; -- huiseigenaar ingeval van huurwoning; -- … -7- telefoon-, en gas-, eventueel water- en 1.4. Persoonlijke voorkeur van de overledene ■ Orgaandonatie Sinds 13 juni 1986 is elke Belg een wettelijk donor tenzij hij schriftelijk verzet aantekende in het gemeentehuis. Volgens de wet hoeven artsen aan de familieleden geen toestemming te vragen om organen of weefsels weg te nemen. De arts zal het donorschap toch altijd met de familie bespreken en met eventuele bezwaren rekening houden. => Orgaanschenking is niet verenigbaar met lichaamsafstand. ■ 2. De plechtigheid / het afscheid De begrafenisondernemer zorgt voor de uitvaart, maar u moet wel tijdig aangeven of u een begrafenis wilt of een crematie. Als de overledene niets bepaald heeft, kiest de familie. Tegen een schriftelijke wilsbeschikking kan de familie zich echter niet verzetten. U kunt wel zelf de begraafplaats kiezen waar u de overledene wenst te begraven. Al wie ouder is dan 16 jaar kan, bij leven, zijn wil tot begraven of cremeren laten registeren bij de burgerlijke stand van de gemeente. 2.1. De uitvaart: een begrafenis Lichaamsafstand Een persoon kan zijn lichaam ter beschikking stellen van wetenschappelijk onderzoek en opleiding in de geneeskunde. Wanneer u wenst dat er na het overlijden een plechtigheid plaatsvindt, zal dat in dit geval gebeuren in afwezigheid van het lichaam. Lichaamsafstand kan enkel wanneer de overledene tijdens zijn/haar leven zelf het initiatief genomen heeft. Meer informatie is beschikbaar bij diverse universitaire centra. => Lichaamsafstand is niet verenigbaar met orgaanschenking. De gemeente bepaalt uur en dag van de begrafenis, in overleg met de nabestaanden en/of begrafenisondernemer. Het kan op z’n vroegst 24 uur na het overlijden plaatsvinden. De nabestaanden kunnen de overledene begraven in: -- de gemeente waar hij gedomicilieerd is; -- de gemeente waar de familie een concessie tot begraven bezit; -- de gemeente van overlijden; 2.2. De uitvaart: een crematie Bij een crematie, ook wel verassing of lijkverbranding genoemd, kunnen de nabestaanden as laten verstrooien, begraven of bijzetten op de begraafplaats. Ook de naaste bloedverwant of een testamentair aangestelde kan, als er geen verklaring van de overledene is, een crematie vragen. De as kan uitgestrooid worden op een andere plaats dan de gemeentelijke begraafplaats, maar dit kan enkel wanneer er een uitdrukkelijk verzoek was van de overledene en er toestemming is van de eigenaar van het domein. U spreekt dit best met de ambtenaar van de burgerlijke stand of op het moment van de aangifte. -8- -9- Vanaf 1 juli 2004 kan, ook zonder schriftelijke verklaring van de overledene, de asurne ter beschikking gesteld worden van de nabestaanden. => Extra documenten in orde te brengen bij een crematie: -- Attest ‘aanvraag tot crematie’; -- Attest van de stadsgeneesheer; -- Attest tot asverstrooiing of begraven van as of bewaring van de urne op een andere plaats dan de begraafplaats; 3. Het verwerkingsproces Algemeen De eerste momenten na het overlijden van een dierbare, zijn vaak chaotisch. Het is als nabestaande moeilijk om de realiteit te aanvaarden en het kan zijn dat je het hele gebeuren verdoofd meemaakt. Pas in een later stadium dringt de psychische, maar ook de fysieke pijn van het verlies door. Het is als nabestaande belangrijk om eerst en vooral verdriet toe te laten, alvorens actief aan het verwerkingsproces te beginnen. Het rouwproces kan niet van start gaan, zolang je als nabestaande het verdriet niet in je leven toelaat. Verdriet en rouw zijn noodzakelijk om te beseffen dat je geliefde niet meer aanwezig is waardoor interne en externe veranderingen moeten worden doorgevoerd. Het verwerkingsproces is een actieve werking. Dit betekent niet dat de uitdrukking van verdriet bij elke nabestaande even hevig hoeft te zijn. Je moet als nabestaande jouw eigen proces doorlopen. Iedere nabestaande heeft een andere relatie met de overledene, wat elk verwerkingsproces uniek maakt. Een rouwproces kan vergeleken worden met een vingerafdruk. Omdat iedere ervaring uniek is, zal elkeen dit proces ook op eigen wijze beleven. Er bestaan geen twee zelfde rouwprocessen. De moeilijkheid als nabestaande zal misschien zijn dat je overladen wordt door tal van emoties. Hoe kan ik nu als nabestaande dit verlies gaan verwerken? Bij sommige nabestaanden vergt het enorm veel fysieke en emotionele inspanningen om de afwezigheid van de dierbare overledene te aanvaarden en een leven zonder geliefde op te bouwen. Wat vooraf voor jou werd ervaren als een dagdagelijkse routine, kan na het verlies aangevoeld worden als een loodzware opdracht. Deze moeilijkheid gaat in sommige gevallen gepaard met de onwetendheid van de omgeving. De omgeving zal zich misschien niet altijd even bewust zijn van hoeveel energie de dood van de overledene vereist. Wees open tegen jouw omgeving, zodat de omgeving voor jou een steun kan betekenen. - 10 - - 11 - Het overlijden van jouw dierbare betekent het verwerken van het verleden, het heden en de toekomst. In eerste instantie rouw je om het verlies van je geliefde, maar daarnaast zal je ook geconfronteerd worden met de toekomst (dromen, wensen, fantasieën, onvervulde verwachtingen, gevoelens en behoeften die in duigen vallen) of het verleden (herinneringen, onopgeloste conflicten,…). Het gaat om verdriet om wat je verloren hebt, wat je nooit hebt gehad en wat je nooit meer zal kunnen hebben. Er bestaan tal van theorieën en beschrijvingen over hoe een rouwproces het best kan verlopen. Het gevaar bij het opstellen van een theorie is het feit dat er geen rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften, ervaringen of werkelijkheden van de rouwende. Het wordt beschouwd als iets dat trapsgewijs moet gebeuren. Het is belangrijk om mee te geven dat de algemene theorie enkel een hulp is in het begeleiden van het rouwproces, maar dat je in geen geval jouw specifieke situatie mag vergeten. Bepaalde reacties zijn terug te vinden bij alle rouwenden, maar ze worden beïnvloed door de verscheidenheid van persoonlijke karakteristieken en psychologische, sociale en fysieke factoren. Als rouwende zal je heen en weer bewegen tussen de rouwfasen. 3.1. De vermijdingsfase De vermijdingsfase is een reactie die optreedt bij het ontvangen van het slechte nieuws en de onmiddellijke periode daaropvolgend. Er is sprake van shock, ontkenning en ongeloof. Als nabestaande stort de wereld volledig in: er is complete chaos. Het menselijk lichaam en de psyche worden overdonderd door allerlei gevoelens en gedachten. Verwarring, onbegrip en wanorde krijgen de bovenhand. Op intellectueel niveau kan het zijn dat je als nabestaande op zoek gaat naar rationele verklaringen voor de tijdelijke afwezigheid van de geliefde. Op deze manier ga je confrontatie uit de weg. Deze confrontatie met de realiteit is uiteraard bijzonder pijnlijk, maar is uiteindelijk ook heilzaam. Het is moeilijk de dood te aanvaarden als we die niet met eigen ogen hebben aanschouwd. In dit stadium gaat het erom te begrijpen wat er gebeurd is: hoe, wanneer, waar,…? 3.2. De confrontatiefase De confrontatiefase wordt overheerst door de intensiteit van emoties. Als nabestaande zul je langzaam aanvoelen dat bepaalde verwachtingen en wensen onvervuld blijven. Hierdoor wordt het verdriet en de pijn steeds heviger. Dit brengt woede en protest teweeg. Het kan zijn dat je als nabestaande de verbinding met jouw geliefde probeert te herstellen, uit angst alleen te vallen. Deze poging kan gekenmerkt worden door teleurstelling: hoe meer je als nabestaande jouw geliefde probeert terug te vinden, hoe meer je tot het besef zal komen dat jouw geliefde overleden is. Dit kan leiden tot depressie, desorganisatie en wanhoop. Het is dan ook belangrijk dat je de nodige ondersteuning krijgt. Het is een fase dat gekenmerkt wordt door ‘boosheid-verdriet’. Belangrijk is wel om te beseffen dat iedere nabestaande een eigen manier heeft om met emoties om te gaan, probeer dan ook begrip op te brengen voor de reactie van de ander. Je moet als nabestaande voor jezelf uitmaken wat belangrijk is. De ene nabestaande zal nood hebben om de emoties onder woorden te brengen, terwijl de andere zijn/haar emoties probeert te uiten via non-verbale expressie. Het willen uitdrukken van emoties gaat evenwel vaak gepaard met het niet kunnen. Als nabestaande kan het zijn dat je niet weet hoe je je emoties moet uiten. Je kan jezelf als nabestaande ervaren als vreemde, bang over hoe je bent of zal worden. Geleidelijk aan maakt de shocktoestand plaats voor de ontkenningsreactie. Op dit punt is het cruciaal dat er bewijzen van het verlies ter beschikking zijn, zoals het lichaam van de overledene. Als zorgverleners adviseren wij jou dan ook als nabestaande om het lichaam jouw dierbare te zien. Het verwerkingsproces kan pas van start gaan als je als nabestaande onder ogen ziet dat het overlijden werkelijk heeft plaatsgevonden. Een veel voorkomende eerste reactie is het vermijden van pijn. Het is een begrijpelijke en natuurlijke reactie. Uiteindelijk zullen deze vermijdingspogingen de pijn opstapelen, dit brengt nog meer verdriet met zich mee. Pijn en verdriet zullen uiteindelijk moeten gevoeld worden. Na verloop van tijd zal je als nabestaande nieuwe manieren van omgang ontdekken met de overledene, de externe wereld en zichzelf. Pas in de herstelfase ben je als nabestaande in staat een nieuwe band te ontwikkelen. - 12 - - 13 - 3.3. De herstelfase In de herstelfase zal het verdriet stapsgewijs afnemen, waardoor je als rouwende weer in staat zal zijn om jezelf terug te integreren in het sociale leven van alledag. Dit betekent niet dat je jouw geliefde bent vergeten, maar dat zij een bijzondere plaats krijgt toegewezen in jouw leven. In deze fase zal je je ervan bewust zijn dat je de nachtmerrie zal overleven. Het overlijden betekent niet het einde van jouw leven, maar je zal de gebeurtenis wel altijd met jou meedragen. Het betekent dus dat er geen definitief afsluiten is van het verlies, maar wel dat het verlies een bijzondere plaats krijgt in jouw leven. schuldgevoel oproepen, omwille van het feit dat je aan het genieten bent van het leven zonder de aanwezigheid van de geliefde. Als rouwende heb je uiteindelijk twee keuzes: genieten en het leven terug opbouwen of zichzelf verliezen in verdriet. Heb je moeilijkheden tijdens jouw verwerkingsproces, aarzel dan zeker niet om volgende instanties te contacteren: • Sociale dienst (058/334.012) • Psychologische dienst (058/333.239) • Dienst spiritualiteit en zingeving (058/333.593) De bedoeling is dat je als nabestaande op één of andere manier leert omgaan met het verlies. Dit betekent dat je eerst en vooral een nieuwe relatie moet vormen met de geliefde. Het is vele gevallen onmogelijk om een relatie volledig te verbreken bij een overlijden, zeker wanneer de geliefde een centrale rol speelde in jouw leven. Tijdens de herstelfase zal je een realistisch beeld krijgen van de geliefde, waarbij je zijn/haar goede en slechte eigenschappen, gelukkige en droevige momenten in het leven zal kunnen benoemen. Een nieuwe relatie kan op verschillende manier worden opgebouwd door middel van identificatie. Het deelnemen aan rituelen, zoals het vieren van de verjaardag van jouw geliefde of het aanraken van materiële objecten, zoals een foto, een kledingstuk, een lokje haar, verwijzen op een symbolische manier naar de geliefde. Dit kan een enorme steun zijn in het rouwproces. De meest voorkomende manier is het meedragen van de geliefde in het eigen leven. Dit kan door te praten over en te denken aan de geliefde. In de herstelfase is het ook belangrijk om als nabestaande stil te staan bij jezelf. Dit betekent het herzien van de bestaande wereld en de vorming van een nieuwe identiteit. Zowel de wereld als jij als nabestaande zal anders geworden zijn. Na het verlies van een geliefde zal je als nabestaande onder ogen moeten zien dat je een andere persoon bent geworden. Het is belangrijk dat je uit het conflict ontwaakt en betekenis en geluk terugvindt in het leven. Dit kan bij jou als nabestaande - 14 - - 15 - 4. Rouwen bij kinderen en jongeren Vanaf het moment dat kinderen zich kunnen hechten aan anderen, kunnen ze een verlies voelen. Dit kan in principe dus al vanaf de geboorte. Kinderen en jongeren kunnen dus ook rouwen, al verloopt dit anders dan bij volwassenen omwille van hun leeftijd, ontwikkelingsfase en mogelijkheden. Hieronder staat per leeftijdscategorie beschreven wat kinderen kunnen begrijpen omtrent het overlijden van een dierbare en welke mogelijke reacties ze hierbij kunnen vertonen. Deze leeftijdsverschillen worden beter niet te letterlijk genomen, want ontwikkeling is een individueel gebeuren en elk kind is hierbij verschillend. 4.1. Leeftijds- en ontwikkelingsfase 1. Leeftijd van 0 tot 2 jaar Baby’s en peuters hebben nog geen cognitief begrip van de dood. Wel kunnen zij een gevoel van afwezigheid ervaren wanneer ze gescheiden worden van een vaste verzorger. Hevige emoties van hun verzorgers of ouders worden opgemerkt, maar kunnen ze nog niet linken aan het overlijden van een dierbare. Ze kunnen stress en spanning bij hun omgeving opmerken en vertonen hierbij verschillende reacties, zoals veranderingen in hun slaap- en eetpatroon, prikkelbaarheid, meer huilen, moeilijker getroost worden, terugvallen in gedragingen passend bij jongere kinderen (= regressief gedrag) en aanhankelijker worden. Voor kleine kinderen is het heel belangrijk voor hun hechtingsproces dat één vaste persoon de verzorging zoveel mogelijk op zich neemt. Indien dit voor de ouders te moeilijk is omwille van hun verdriet, wordt best in de omgeving nagegaan wie deze taak tijdelijk op zich kan nemen en de baby of het jonge kind kan vasthouden, knuffelen, speels uitdagen. Op die manier kunnen baby’s en kinderen gestimuleerd worden in het opbouwen van vertrouwen. - 16 - 2. Leeftijd van 2 tot 6 jaar Bij kinderen van 2 tot 6 jaar verschillen de rouwreacties niet zo veel als die van hun ouders/ omgeving. Kleuters begrijpen nog niet dat de dood onomkeerbaar is en wat de gevolgen hiervan zijn. De dood wordt door hen gezien als iets tijdelijks, iets waaruit men kan terugkomen. Gevoelens van hulpeloosheid, boosheid en angst om in de steek gelaten te worden komen bij deze leeftijdsfase vaak voor. Ook vertonen kleuters magisch denken, wat wil zeggen dat ze ervan uitgaan dat wat zij wensen, ook zal uitkomen. Het kan zijn dat een kindje een dierbare verwenste omdat hij geen spel mocht spelen. Wanneer deze dierbare overlijdt, is het mogelijk dat het kind denkt hiervoor verantwoordelijk te zijn. Dit kan aanleiding geven tot schuldgevoelens. Kinderen in deze leeftijdsfase stellen vaak heel praktische, eerlijke vragen, waar volwassenen soms van kunnen schrikken: bv. ‘Zal hij/zij nu koud hebben onder de grond?’. Ook kunnen ze regressief gedrag stellen (= terugvallen in gedrag passend bij een jongere leeftijd), zoals erg aanhankelijk zijn, minder zelfstandigheid vertonen, aandacht vragen. Opstandigheid kan ook opkomen, omdat ze zich verlaten voelen. Deze opstandigheid kan zich richten op de overledene, maar ook op de omgeving omdat ze bijvoorbeeld veel verdriet hebben en het kind niet de nodige zorg kunnen geven. 3. Leeftijd van 6 tot 11 jaar Kinderen in deze leeftijd begrijpen geleidelijk de onomkeerbaarheid van de dood. In deze fase vinden kinderen het wel moeilijk om te begrijpen dat ook geliefden of zij zelf dood kunnen gaan. Voor kinderen van deze leeftijd wordt de dood vaak gezien als iets fysiek (‘geest’) dat hen kan volgen. Dit kan voor verwarring en angst zorgen. Op de leeftijd van 6-8 jaar zijn kinderen heel kwetsbaar, omdat ze de dood beter kunnen begrijpen, maar nog niet geleerd hebben hoe ze hiermee om moeten gaan. Vaak gaan ze het overlijden ontkennen en doen alsof er niets gebeurd is. Ze verbergen hun gevoelens en huilen in stilte. Als omgeving is het belangrijk om kinderen van deze leeftijd herhaaldelijk uit te nodigen om te praten, herhaaldelijk te vragen hoe het met hen gaat. - 17 - 4. Leeftijd van 10 tot 12 jaar Kinderen van deze leeftijd krijgen een realistischer beeld van de dood. Ze beseffen dat de dood onomkeerbaar is en onvermijdelijk is. De onmiddellijke gevolgen van de dood worden begrepen, maar de dood als een abstract begrip nog niet volledig. Kinderen kunnen prikkelbaar zijn, moeilijk gedrag vertonen, het overlijden ontkennen, bazig en controlerend reageren. 5. Leeftijd van 12 tot 18 jaar Jongeren begrijpen het doodsbegrip meestal volledig. Ze zitten met vele vragen, bijvoorbeeld over de zin van het leven. Eigen aan deze leeftijd is dat jongeren hun vele vragen niet steeds gemakkelijk met volwassenen zullen bespreken, omdat ze wat onafhankelijker willen zijn, ermee inzitten wat anderen van hen zullen denken... Schuldgevoelens kunnen ook bij jongeren vaak voorkomen, bijvoorbeeld omdat ze zich ooit eens boos maakten op de overledene. 4.2. Het ondersteunen van het kind als ouder/omgeving Kinderen doorheen alle leeftijdsfasen kunnen verdriet niet de hele tijd dragen. Ze wisselen daarom snel af naar spel, lachen… Voor de omgeving kan het lijken alsof kinderen het overlijden van jullie dierbare niet zo erg vindt. Niets is minder waar, maar kinderen zijn cognitief en emotioneel nog niet in staat om gedurende lange onafgebroken tijd met hun verdriet bezig te zijn. Wat kan je als ouder/omgeving doen om je kind te ondersteunen? ●● Heel jonge baby’s en kinderen hebben nood aan een vaste persoon die instaat voor hun dagelijkse verzorging, knuffels, spelletjes. Dit is belangrijk om vertrouwen en hechtingsrelaties te kunnen opbouwen. Wanneer je als ouder voelt dat je verdriet overheerst en het moeilijk is om aan alle noden van je kind te voldoen, is het aangewezen om tijdelijk een vaste persoon (grootouder, nonkel/ tante, onthaalouder…) aan te duiden die deze taken op zich neemt. - 18 - ●● Indien een kind ingelicht dient te worden over het overlijden van een dierbare, geef je best eerlijke informatie over de oorzaak en de aard van het overlijden, aangepast aan de leeftijd van je kind. Jongeren kunnen en willen meer informatie dan een kindje van 3 jaar. Dergelijke moeilijke boodschap wordt best gegeven door een vertrouwenspersoon (ouder, grootouder…) en hoeft niet lang te zijn. Het is voor een kind gemakkelijker om de boodschap te begrijpen indien deze rechtuit verteld wordt in plaats van in een lang verhaal, omdat ze hun aandacht maar gedurende een beperkte tijd kunnen bijhouden. ●● Indien kinderen reeds op de hoogte zijn van het overlijden van jullie dierbare, is het aangewezen om uit te leggen wat de dood betekent. Hierbij kan bijvoorbeeld uitgelegd worden dat het hart van jullie dierbare niet meer klopt, dat hij/zij niet meer ademt. Kinderen hebben nood aan een concrete uitleg en zullen ook concrete vragen stellen. ●● Jullie eigen emoties dienen niet onderdrukt of verborgen te worden voor de kinderen. Ze voelen deze emoties toch aan en kunnen leren dat emoties er mogen zijn, dat jullie dierbare gemist wordt en zal blijven worden. ●● Heel vaak belangrijk bij een rouwproces, is de mogelijkheid om afscheid te kunnen nemen. Kinderen mogen hierbij zeker betrokken worden, maar mogen niet gedwongen of verplicht worden om afscheid te gaan nemen. Indien kinderen de overledene liever niet bezoeken, kunnen ze ook vanop een afstand afscheid nemen, door bijvoorbeeld een tekening te maken die bij de uitvaart op de kist gelegd kan worden, een brief te schrijven die meegegeven kan worden met de overledene of voorgelezen kan worden tijdens de dienst. Indien kinderen wel afscheid willen nemen van de overledene, is het belangrijk dat ze hierop goed voorbereid worden. Ze hebben nood aan een concrete uitleg van wat ze te zien zullen krijgen, hoe ligt de overledene erbij, hoe is de ruimte aangekleed… Dit kan hen helpen om reeds een beeld te vormen voordat ze op bezoek gaan. Informatie die kinderen niet hebben, vullen ze aan vanuit hun fantasie, wat vaak misverstanden en angsten kan uitlokken bij kinderen. - 19 - ●● Kinderen zullen hun vragen vaak op onverwachte momenten stellen (bij bedtijd, wanneer jullie samen een activiteit ondernemen…). Neem de tijd om uw bezigheden even stop te zetten en te luisteren naar de vragen en bezorgdheden van het kind. ●● De belangrijkste taak als ouder en omgeving is om een veilige omgeving te creëren voor uw kind, met warmte, genegenheid en beschikbaarheid. Dit is een basisvereiste – zowel voor u als voor uw kind- om het rouwproces te kunnen aanvatten. ●● Verwerken van verdriet gebeurt door vragen te stellen, niet door het vinden van antwoorden. Geef uw kind de kans om alle vragen te stellen die hij/zij heeft en probeer hierbij zo eerlijk en correct mogelijk te antwoorden. Indien u het antwoord ook niet weet, mag u dit zeker ook zeggen. Kinderen mogen leren dat volwassenen niet alles weten en sommige vragen niet beantwoord kunnen worden. Het stellen van de vragen kan vaak heilzamer zijn dan het verkrijgen van alle antwoorden. Net zoals bij volwassenen, nemen ook kinderen rouw een leven lang met zich mee. Het is onmogelijk om een tijdslimiet te hanteren waarbinnen kinderen het overlijden van een dierbare moeten verwerken. Bij elke leeftijdsfase kan dit verdriet opnieuw de kop opsteken. Een blijvende openheid en bereidwilligheid om naar kinderen en jongeren te luisteren, is belangrijk. ●● Op momenten dat kinderen hun verdriet toelaten, kunnen hun emoties wel bijzonder explosief (agressief) zijn. Hierbij is het voor de omgeving belangrijk om aandachtig te luisteren naar alle emoties en het gevoel te geven dat ze deze gevoelens mogen uiten. Heeft jouw kind moeilijkheden tijdens het verwerkingsproces, aarzel dan zeker niet om de kinderpsychologe te contacteren op het nummer: 058/333.233. ●● Tijdens een rouwproces kunnen kinderen regressief gedrag vertonen. Dit betekent dat ze lijken terug te vallen naar een vorige ontwikkelingsfase. Een kind dat bijvoorbeeld zindelijk was, krijgt opnieuw accidentjes. Een jongere stort zich in asociaal of agressief gedrag. Hierbij is het belangrijk stil te staan bij de betekenis van dit gedrag in plaats van te straffen. Open de dialoog met de jongere en luister naar wat onder deze gedragingen zit. ●● Rouwreacties van kinderen kunnen vaak pas maanden na het overlijden van uw dierbare optreden. Kinderen vertonen vaak ‘uitgestelde rouw’. Dit betekent dat ze pas starten met hun rouwproces wanneer ze merken dat hun ouder(s) en omgeving opnieuw meer stabiliteit gevonden hebben en reeds een deel van hun rouwproces doorgemaakt hebben. Dit biedt kinderen een veiligere omgeving om ook hun emoties te kunnen doorleven. - 20 - - 21 - 5. Informatiebronnen 5.2. Externe diensten De eerste momenten na het overlijden van een dierbare, worden door de nabestaande vaak als onbewust en chaotisch beleefd. Men kan de realiteit niet aanvaarden en het lijkt alsof men verdoofd is. Pas in een later stadium dringt de psychische, maar ook de fysieke pijn van het verlies door. Het is van groot belang om de gelegenheid te krijgen en te nemen om het rouwproces ten volle te kunnen “doormaken”. U hoeft niet altijd sterk te zijn en uw verdriet te verbergen. Vaak zijn er materiële zaken waarvoor u niet de kracht hebt om ze zelf aan te pakken. Denk maar aan de regelingen die we eerder opsomden. Heel wat mensen en diensten staan (gratis) tot uw beschikking om hiermee te helpen. 5.1. Interne diensten 1. Diensten maatschappelijk werk Deze diensten vindt u voornamelijk bij de ziekenfondsen en bij de OCMW’s. Maatschappelijk werkers kunnen u informeren en voor u bemiddelen bij allerlei diensten die u in uw dagelijkse leven kunnen bijstaan, bv. aanvraag leefloon, voorschotten op pensioen, gezinshulp en dergelijke meer. Bij deze maatschappelijke werkers kunt u ook terecht voor een gesprek of opvang in deze moeilijke periode. 2. Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg Psychiaters, psychologen en maatschappelijke werkers kunnen u helpen bij uw rouwproces door middel van een gesprek of begeleiding. Adressen kunt u opvragen bij: Federatie van Diensten Geestelijke Gezondheidszorg, tel. 09 233 50 99, www.fdgg.be 3. Ambulante Centra voor Algemeen Welzijnszorg 1. Sociale dienst: 058/334.012 2. Psychologische dienst: 058/333.239 3. Kinderpsychologe: 058/333.233 4. Dienst zingeving en spiritualiteit: 058/333.593 Deze centra zijn te vergelijken met de net vermelde Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Adressen kunt u opvragen bij: Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, tel. 03 366 15 40, www.steunpunt.be 4. Zelfhulpgroepen Zelfhulpgroepen bestaan rond de meeste thema’s zoals rouwverwerking, nabestaanden na zelfdoding, verkeersongevallen, vormingswerk weduwen, vriendenkring voor weduwen en weduwnaars of voor jonge weduwen (-50j) met kinderen. Ook voor ouders van overleden kinderen is er een aanbod: OVOK-ouders van overleden kinderen, SIDS-Ouders (wiegendood), ouders van verongelukte kinderen, een overleden baby of vermoorde kinderen. 5. Tele-onthaal Een telefonische hulpdienst die dag en nacht beschikbaar is, ook via een anonieme chatlijn. U vindt steeds iemand aan de lijn die bereid is naar u te luisteren en met u uw pijn, verdriet, angst of eenzaamheid te delen. De diensten zijn gratis en anoniem. Info = www.tele-onthaal.be, tel. 106 - 22 - - 23 - 5.3. Websites 6. Slachtofferhulp Slachtofferhulp biedt emotionele opvang en psychosociale ondersteuning aan slachtoffers van misdrijven (diefstal, slagen en verwondingen, moord en doodslag, ontvoering en gijzeling, oplichting, bedreiging, pesterijen en stalking, overval, aanranding, verkrachting, gezinsgeweld, incest,…) . Ook na(ast)bestaanden en nabestaanden van slachtoffers van misdrijven kunnen bij slachtofferhulp terecht: https://www.desocialekaart.be/cawcentraal-west-vlaanderen-slachtofferhulp-497740 7. Achter de Regenboog Vlaanderen Achter de Regenboog Vlaanderen biedt hulpverlening bij verliesverwerking aan jongeren via gezinsbegeleiding, individuele begeleiding en informatieverstrekking. 1. Algemeen ●● www.rouwzorgvlaanderen.be: Rouwzorg Vlaanderen, een initiatief dat nabestaanden emotioneel wil ondersteunen in een rouwproces, de omgeving sensibiliseren voor het verdriet van de ander, en vrijwilligers blijvend motiveren, begeleiden en vormen evenals de deskundigheidsbevordering van de medewerkers nastreven om op een verantwoorde manier ondersteunend en/of begeleidend aanwezig te blijven bij nabestaanden. 8. Missing You ●● www.vzwcontempo.be: de vereniging wil zich als netwerk inzetten om personen geconfronteerd met partnerverlies door overlijden op te vangen, te ondersteunen, en te begeleiden in hun rouwproces en hun maatschappelijke re-integratie. Missing You is een jongerenorganisatie die werkt rond verlies van een dierbaren door middel van kampen en gespreksgroepen. Info: tel. 03 454 11 44, www.missingyou.be ●● www.rondpunt.be: Marina Stoop en Jozef Govaerts werkten een praktische gids uit over iedereen die betrokken raakte in een ernstig verkeersongeval. 9. Rouwzorg Vlaanderen ●● www.werkgroepverder.be: site van de Werkgroep Verder, Nabestaanden na zelfdoding in Vlaanderen. Op de website van rouwzorgvlaanderen kunt u nagaan welke gespreksgroepen in uw buurt georganiseerd worden rond het verlies van een dierbare. Info: www.rouwzorgvlaanderen.be - 24 - ●● www.funebra.be: officiële website van de Belgische begrafenisondernemers - 25 - 2. Kinderen en jongeren ●● www.in-de-wolken.nl: website van deze Nederlandse stichting. “In de Wolken” voorziet in de behoefte aan informatie rond rouw en verlies bij kinderen en volwassenen via brochures, boeken en een uitgebreide literatuurlijst. ●● www.missingyou.be: vzw Missing You is een initiatief voor jongeren en jongvolwassenen die een broer, zus, ouder, vriend,… verloren hebben door sterfte en hier over willen praten met lotgenoten. ●● www.herinnerdingen.nl: getuigenissen van kinderen over verlies en verdriet. ●● www.ovk.be: Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK) is een nationale lotgenotenvereniging van families van jonge verkeersslachtoffers, ook gericht op jongeren (samen-verder.be) ●● www.verlaatverdriet.nu: deze website bundelt info voor mensen die in hun jeugd een ouder of beide ouders hebben verloren door de dood. Als wat je lief is, je ontnomen wordt als wat je lief is, je ontnomen wordt dan blijft alleen de stilte Als wat je lief is, je ontnomen wordt dan blijft alleen de leegte Als wat je lief is, je ontnomen wordt kan je alleen hopen dat je op je weg mensen ontmoet die een stuk van die weg met jou verder willen gaan, die woorden spreken als je het nodig hebt of het net stil maken, die geen oordeel uitspreken en zelfs geen goede raad geven. Woorden zijn immers soms zo ontoereikend! - 26 - - 27 - Laat het ons gerust weten via [email protected]! - 28 - Bijlage 600/io 1016 Hebt u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure?