Praktische informatie bij een overlijden

advertisement
Praktische informatie
bij een overlijden
Informatie voor nabestaanden
-1-
Inhoud
1. Praktische zaken ............................................................................... 5
1.1. De begrafenisondernemer .......................................................... 5
1.2. Aangifte van overlijden . ............................................................. 6
1.3. Verschillende instanties op de hoogte brengen bij overlijden .... 7
1.4. Persoonlijke voorkeur van de overledene .................................. 8
2. De plechtigheid / het afscheid ........................................................... 9
2.1. De uitvaart: een begrafenis . ....................................................... 9
2.2. De uitvaart: een crematie . .......................................................... 9
3. Het verwerkingsproces ...................................................................... 11
3.1. Algemeen .................................................................................... 11
3.2. De vermijdingsfase ..................................................................... 12
3.3. De confrontatiefase ..................................................................... 13
3.4. De herstelfase ............................................................................. 14
4. Rouwen bij kinderen en jongeren (Iris) . ............................................ 16
4.1. Leeftijds- en ontwikkelingsfase .................................................. 16
4.2. Het ondersteunen van het kind als ouder/omgeving ................. 18
5. Informatiebronnen . ............................................................................ 22
5.1. Interne diensten ......................................................................... 22
5.2. Externe diensten ........................................................................ 23
5.3. Websites .................................................................................... 25
-2-
-3-
De directie en de medewerkers van AZ Sint-Augustinus Veurne bieden
u hun oprechte deelneming aan bij het overlijden van uw dierbare.
Voor emotionele ondersteuning kunt u terecht bij de sociaal werker, de
psycholoog en/of de pastoraal medewerkster van ons ziekenhuis.
•
•
•
Sociale dienst (058/334.012)
Psychologische dienst (058/333.239)
Dienst spiritualiteit en zingeving (058/333.593) Iemand verliezen door een overlijden is altijd een pijnlijke gebeurtenis.
Voor nabestaanden is het vaak een emotioneel zware tijd, en moeten
er allerlei praktische zaken geregeld worden.
Om u te helpen tijdens deze moeilijke periode, overlopen we in deze
brochure een aantal belangrijke zaken die geregeld moeten worden
na het overlijden van een dierbare. Zowel praktische als emotionele
aspecten komen aan bod. Aan het einde van de brochure vindt u een
aantal contactadressen waar u praktische hulp en/of psychologische
ondersteuning kunt vinden.
Met deze uitgave hopen wij u in deze moeilijke tijd tot steun te zijn.
1. Praktische zaken
Ons ziekenhuis beschikt niet over een mortuarium. Volgens de Vlaamsereglementering kan een overledene maximaal 12u in de rouwkamer van
AZ Sint-Augustinus Veurne verblijven. Daarom dient een overledene zo
snel mogelijk overgebracht te worden naar een funerarium.
1.1. De begrafenisondernemer
Na overleg met de familie contacteert de verpleegeenheid de
begrafenisondernemer en regelt de overbrenging. U neemt vervolgens
contact op met de door u gekozen begrafenisondernemer, zodat ze
concreet met u kunnen afspreken.
De begrafenisondernemer kan heel wat praktische zaken rond het
overlijden van u overnemen, zoals de aangifte van overlijden, de
overbrenging en de verzorging van de overledene, de begrafenis of
crematie. U kunt zelf een begrafenisondernemer kiezen.
Hieronder kunt u enkele uitvaartcentra in de buurt van Veurne terugvinden:
Uitvaartcentrum Kesteloot-Dela
▪ Tel. 058/313.660
▪ Adres(sen):
- Koksijdestraat 3, 8630 Veurne:
- Kerkstraat 9-11, 8660 De Panne
▪ www.dela.be/nl/kesteloot
Uitvaartzorg Cornelis
▪ Tel. 051/500.044
▪ Adres(sen):
- Oude Fortemstraat 9, 8690 Alveringem
- Woumenweg 26, 8600 Diksmuide
▪ www.cornelisuitvaartzorg.be
-4-
-5-
Uitvaartverzorgingen Dezutter
▪ Adres(sen):
- Zeelaan 147, 8670 Koksijde: 058/520.123
- Langestraat 109, 8620 Nieuwpoort: 058/233.596
- Kerkstraat 38, 8430 Middelkerke: 059/300.449
▪ www.dezutter.eu
Uitvaart Cura
▪ Tel 058/422.411
▪ Adres: Veurnestraat 136, 8660 De Panne
▪ www.uitvaartcura.be
1.2. Aangifte van overlijden
■
De aangifte
De aangifte van overlijden gebeurt meestal door de begrafenisondernemer.
Dit gebeurt op de dienst burgerlijke stand van de stad of de gemeente.
Bij het overlijden in AZ Sint-Augustinus Veurne moet de burgerlijke stand
van de Dienst burgerzaken van de gemeente Veurne op de hoogte
gebracht worden (contactgegevens):
Burgerlijke Stand Veurne
Sint-Denisplaats 16
8630 Veurne
tel. 058/335.519
openingsuren: http://www.veurne.be/dienst/1580/dienst-burgerzaken
Bij aangifte van overlijden moeten volgende documenten voorgelegd
worden aan de dienst:
-- medisch attest van overlijden, opgesteld door de arts die het
overlijden vaststelde;
--
identiteitskaart en rijbewijs van de overledene;
--
trouwboekje van de overledene (ongehuwd: trouwboekje van de
ouders);
-6-
--
In voorkomend geval:
▪ uiterste wilsbeschikking, hierin wordt de wijze van lijkverzorging
beschreven, afgeleverd door de bevolkingsdienst van de
woonplaats van de overledene;
▪ toelating tot begraven van het gemeentebestuur, indien de
overledene niet in Veurne begraven wordt;
▪ aanvraag tot crematie;
▪ aanvraag tot verlenen van concessie, ondertekend door de
nabestaanden;
■ De
overlijdensakte
Op basis van de voorgelegde stukken maakt de ambtenaar van de
burgerlijke stand een overlijdensakte op. Dit document is het officiële
bewijs van overlijden. Bij de aangifte van overlijden worden uittreksels
van de overlijdensakte meegegeven. Deze uittreksels zijn kosteloos
en moeten voorgelegd worden bij verschillende instellingen (bv.
ziekenfonds, werkgever, pensioendienst,…)
1.3. Verschillende instanties op de hoogte brengen bij overlijden
--
de bankinstelling en/of de post voor de blokkering van de
rekeningen, spaarboekjes,…;
--
de werkgever;
--
het ziekenfonds (uittreksel overlijdensakte
betalingsbewijs lijkkist meenemen);
--
andere
instellingen
zoals
de
pensioendienst,
dienst
tegemoetkomingen voor personen met een handicap, hulpkas
voor werkloosheidsuitkeringen,… worden via het rijksregister
of de kruispuntbank op de hoogte gesteld van het overlijden.
De parkeerkaart voor mensen met een handicap moet wel
teruggestuurd worden naar het ministerie;
--
verzekeringsmaatschappijen;
--
diverse nutsinstellingen zoals
elektriciteitsmaatschappij;
--
huiseigenaar ingeval van huurwoning;
--
…
-7-
telefoon-,
en
gas-,
eventueel
water-
en
1.4. Persoonlijke voorkeur van de overledene
■
Orgaandonatie
Sinds 13 juni 1986 is elke Belg een wettelijk donor tenzij hij schriftelijk
verzet aantekende in het gemeentehuis. Volgens de wet hoeven artsen
aan de familieleden geen toestemming te vragen om organen of weefsels
weg te nemen. De arts zal het donorschap toch altijd met de familie
bespreken en met eventuele bezwaren rekening houden.
=> Orgaanschenking is niet verenigbaar met lichaamsafstand.
■
2. De plechtigheid / het afscheid
De begrafenisondernemer zorgt voor de uitvaart, maar u moet wel tijdig
aangeven of u een begrafenis wilt of een crematie. Als de overledene niets
bepaald heeft, kiest de familie. Tegen een schriftelijke wilsbeschikking
kan de familie zich echter niet verzetten. U kunt wel zelf de begraafplaats
kiezen waar u de overledene wenst te begraven.
Al wie ouder is dan 16 jaar kan, bij leven, zijn wil tot begraven of cremeren
laten registeren bij de burgerlijke stand van de gemeente.
2.1. De uitvaart: een begrafenis
Lichaamsafstand
Een persoon kan zijn lichaam ter beschikking stellen van wetenschappelijk
onderzoek en opleiding in de geneeskunde. Wanneer u wenst dat er na
het overlijden een plechtigheid plaatsvindt, zal dat in dit geval gebeuren
in afwezigheid van het lichaam.
Lichaamsafstand kan enkel wanneer de overledene tijdens zijn/haar
leven zelf het initiatief genomen heeft. Meer informatie is beschikbaar bij
diverse universitaire centra.
=> Lichaamsafstand is niet verenigbaar met orgaanschenking.
De gemeente bepaalt uur en dag van de begrafenis, in overleg met
de nabestaanden en/of begrafenisondernemer. Het kan op z’n vroegst
24 uur na het overlijden plaatsvinden. De nabestaanden kunnen de
overledene begraven in:
--
de gemeente waar hij gedomicilieerd is;
--
de gemeente waar de familie een concessie tot begraven bezit;
--
de gemeente van overlijden;
2.2. De uitvaart: een crematie
Bij een crematie, ook wel verassing of lijkverbranding genoemd,
kunnen de nabestaanden as laten verstrooien, begraven of bijzetten
op de begraafplaats. Ook de naaste bloedverwant of een testamentair
aangestelde kan, als er geen verklaring van de overledene is, een
crematie vragen.
De as kan uitgestrooid worden op een andere plaats dan de gemeentelijke
begraafplaats, maar dit kan enkel wanneer er een uitdrukkelijk verzoek
was van de overledene en er toestemming is van de eigenaar van het
domein. U spreekt dit best met de ambtenaar van de burgerlijke stand of
op het moment van de aangifte.
-8-
-9-
Vanaf 1 juli 2004 kan, ook zonder schriftelijke verklaring van de overledene,
de asurne ter beschikking gesteld worden van de nabestaanden.
=> Extra documenten in orde te brengen bij een crematie:
--
Attest ‘aanvraag tot crematie’;
--
Attest van de stadsgeneesheer;
--
Attest tot asverstrooiing of begraven van as of bewaring van de
urne op een andere plaats dan de begraafplaats;
3. Het verwerkingsproces
Algemeen
De eerste momenten na het overlijden van een dierbare, zijn vaak
chaotisch. Het is als nabestaande moeilijk om de realiteit te aanvaarden
en het kan zijn dat je het hele gebeuren verdoofd meemaakt. Pas in een
later stadium dringt de psychische, maar ook de fysieke pijn van het
verlies door.
Het is als nabestaande belangrijk om eerst en vooral verdriet toe te laten,
alvorens actief aan het verwerkingsproces te beginnen. Het rouwproces
kan niet van start gaan, zolang je als nabestaande het verdriet niet
in je leven toelaat. Verdriet en rouw zijn noodzakelijk om te beseffen
dat je geliefde niet meer aanwezig is waardoor interne en externe
veranderingen moeten worden doorgevoerd. Het verwerkingsproces is
een actieve werking. Dit betekent niet dat de uitdrukking van verdriet
bij elke nabestaande even hevig hoeft te zijn. Je moet als nabestaande
jouw eigen proces doorlopen. Iedere nabestaande heeft een andere
relatie met de overledene, wat elk verwerkingsproces uniek maakt. Een
rouwproces kan vergeleken worden met een vingerafdruk. Omdat iedere
ervaring uniek is, zal elkeen dit proces ook op eigen wijze beleven. Er
bestaan geen twee zelfde rouwprocessen.
De moeilijkheid als nabestaande zal misschien zijn dat je overladen wordt
door tal van emoties. Hoe kan ik nu als nabestaande dit verlies gaan
verwerken? Bij sommige nabestaanden vergt het enorm veel fysieke en
emotionele inspanningen om de afwezigheid van de dierbare overledene
te aanvaarden en een leven zonder geliefde op te bouwen. Wat vooraf
voor jou werd ervaren als een dagdagelijkse routine, kan na het verlies
aangevoeld worden als een loodzware opdracht. Deze moeilijkheid gaat
in sommige gevallen gepaard met de onwetendheid van de omgeving.
De omgeving zal zich misschien niet altijd even bewust zijn van hoeveel
energie de dood van de overledene vereist. Wees open tegen jouw
omgeving, zodat de omgeving voor jou een steun kan betekenen.
- 10 -
- 11 -
Het overlijden van jouw dierbare betekent het verwerken van het
verleden, het heden en de toekomst. In eerste instantie rouw je om
het verlies van je geliefde, maar daarnaast zal je ook geconfronteerd
worden met de toekomst (dromen, wensen, fantasieën, onvervulde
verwachtingen, gevoelens en behoeften die in duigen vallen) of het
verleden (herinneringen, onopgeloste conflicten,…). Het gaat om
verdriet om wat je verloren hebt, wat je nooit hebt gehad en wat je nooit
meer zal kunnen hebben.
Er bestaan tal van theorieën en beschrijvingen over hoe een rouwproces
het best kan verlopen. Het gevaar bij het opstellen van een theorie is het
feit dat er geen rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften,
ervaringen of werkelijkheden van de rouwende. Het wordt beschouwd
als iets dat trapsgewijs moet gebeuren. Het is belangrijk om mee te
geven dat de algemene theorie enkel een hulp is in het begeleiden van
het rouwproces, maar dat je in geen geval jouw specifieke situatie mag
vergeten. Bepaalde reacties zijn terug te vinden bij alle rouwenden,
maar ze worden beïnvloed door de verscheidenheid van persoonlijke
karakteristieken en psychologische, sociale en fysieke factoren. Als
rouwende zal je heen en weer bewegen tussen de rouwfasen.
3.1. De vermijdingsfase
De vermijdingsfase is een reactie die optreedt bij het ontvangen van het
slechte nieuws en de onmiddellijke periode daaropvolgend. Er is sprake
van shock, ontkenning en ongeloof. Als nabestaande stort de wereld
volledig in: er is complete chaos. Het menselijk lichaam en de psyche
worden overdonderd door allerlei gevoelens en gedachten. Verwarring,
onbegrip en wanorde krijgen de bovenhand. Op intellectueel niveau kan
het zijn dat je als nabestaande op zoek gaat naar rationele verklaringen
voor de tijdelijke afwezigheid van de geliefde. Op deze manier ga je
confrontatie uit de weg.
Deze confrontatie met de realiteit is uiteraard bijzonder pijnlijk, maar is
uiteindelijk ook heilzaam. Het is moeilijk de dood te aanvaarden als we
die niet met eigen ogen hebben aanschouwd. In dit stadium gaat het
erom te begrijpen wat er gebeurd is: hoe, wanneer, waar,…?
3.2. De confrontatiefase
De confrontatiefase wordt overheerst door de intensiteit van emoties. Als
nabestaande zul je langzaam aanvoelen dat bepaalde verwachtingen en
wensen onvervuld blijven. Hierdoor wordt het verdriet en de pijn steeds
heviger. Dit brengt woede en protest teweeg. Het kan zijn dat je als
nabestaande de verbinding met jouw geliefde probeert te herstellen,
uit angst alleen te vallen. Deze poging kan gekenmerkt worden door
teleurstelling: hoe meer je als nabestaande jouw geliefde probeert
terug te vinden, hoe meer je tot het besef zal komen dat jouw geliefde
overleden is. Dit kan leiden tot depressie, desorganisatie en wanhoop.
Het is dan ook belangrijk dat je de nodige ondersteuning krijgt. Het is
een fase dat gekenmerkt wordt door ‘boosheid-verdriet’. Belangrijk is
wel om te beseffen dat iedere nabestaande een eigen manier heeft om
met emoties om te gaan, probeer dan ook begrip op te brengen voor
de reactie van de ander. Je moet als nabestaande voor jezelf uitmaken
wat belangrijk is. De ene nabestaande zal nood hebben om de emoties
onder woorden te brengen, terwijl de andere zijn/haar emoties probeert
te uiten via non-verbale expressie. Het willen uitdrukken van emoties
gaat evenwel vaak gepaard met het niet kunnen. Als nabestaande kan
het zijn dat je niet weet hoe je je emoties moet uiten. Je kan jezelf als
nabestaande ervaren als vreemde, bang over hoe je bent of zal worden.
Geleidelijk aan maakt de shocktoestand plaats voor de ontkenningsreactie.
Op dit punt is het cruciaal dat er bewijzen van het verlies ter beschikking
zijn, zoals het lichaam van de overledene. Als zorgverleners adviseren
wij jou dan ook als nabestaande om het lichaam jouw dierbare te zien.
Het verwerkingsproces kan pas van start gaan als je als nabestaande
onder ogen ziet dat het overlijden werkelijk heeft plaatsgevonden. Een veel
voorkomende eerste reactie is het vermijden van pijn. Het is een begrijpelijke
en natuurlijke reactie. Uiteindelijk zullen deze vermijdingspogingen
de pijn opstapelen, dit brengt nog meer verdriet met zich mee. Pijn en
verdriet zullen uiteindelijk moeten gevoeld worden. Na verloop van tijd
zal je als nabestaande nieuwe manieren van omgang ontdekken met de
overledene, de externe wereld en zichzelf. Pas in de herstelfase ben je als
nabestaande in staat een nieuwe band te ontwikkelen.
- 12 -
- 13 -
3.3. De herstelfase
In de herstelfase zal het verdriet stapsgewijs afnemen, waardoor je
als rouwende weer in staat zal zijn om jezelf terug te integreren in het
sociale leven van alledag. Dit betekent niet dat je jouw geliefde bent
vergeten, maar dat zij een bijzondere plaats krijgt toegewezen in jouw
leven. In deze fase zal je je ervan bewust zijn dat je de nachtmerrie zal
overleven. Het overlijden betekent niet het einde van jouw leven, maar
je zal de gebeurtenis wel altijd met jou meedragen. Het betekent dus dat
er geen definitief afsluiten is van het verlies, maar wel dat het verlies een
bijzondere plaats krijgt in jouw leven.
schuldgevoel oproepen, omwille van het feit dat je aan het genieten bent
van het leven zonder de aanwezigheid van de geliefde. Als rouwende
heb je uiteindelijk twee keuzes: genieten en het leven terug opbouwen
of zichzelf verliezen in verdriet.
Heb je moeilijkheden tijdens jouw verwerkingsproces, aarzel dan zeker
niet om volgende instanties te contacteren:
• Sociale dienst (058/334.012)
• Psychologische dienst (058/333.239)
• Dienst spiritualiteit en zingeving (058/333.593) De bedoeling is dat je als nabestaande op één of andere manier leert
omgaan met het verlies. Dit betekent dat je eerst en vooral een nieuwe
relatie moet vormen met de geliefde. Het is vele gevallen onmogelijk om
een relatie volledig te verbreken bij een overlijden, zeker wanneer de
geliefde een centrale rol speelde in jouw leven. Tijdens de herstelfase
zal je een realistisch beeld krijgen van de geliefde, waarbij je zijn/haar
goede en slechte eigenschappen, gelukkige en droevige momenten in
het leven zal kunnen benoemen.
Een nieuwe relatie kan op verschillende manier worden opgebouwd door
middel van identificatie. Het deelnemen aan rituelen, zoals het vieren
van de verjaardag van jouw geliefde of het aanraken van materiële
objecten, zoals een foto, een kledingstuk, een lokje haar, verwijzen op
een symbolische manier naar de geliefde. Dit kan een enorme steun zijn
in het rouwproces. De meest voorkomende manier is het meedragen
van de geliefde in het eigen leven. Dit kan door te praten over en te
denken aan de geliefde.
In de herstelfase is het ook belangrijk om als nabestaande stil te staan bij
jezelf. Dit betekent het herzien van de bestaande wereld en de vorming
van een nieuwe identiteit. Zowel de wereld als jij als nabestaande
zal anders geworden zijn. Na het verlies van een geliefde zal je als
nabestaande onder ogen moeten zien dat je een andere persoon bent
geworden. Het is belangrijk dat je uit het conflict ontwaakt en betekenis
en geluk terugvindt in het leven. Dit kan bij jou als nabestaande
- 14 -
- 15 -
4. Rouwen bij kinderen en jongeren
Vanaf het moment dat kinderen zich kunnen hechten aan anderen,
kunnen ze een verlies voelen. Dit kan in principe dus al vanaf de
geboorte. Kinderen en jongeren kunnen dus ook rouwen, al verloopt dit
anders dan bij volwassenen omwille van hun leeftijd, ontwikkelingsfase
en mogelijkheden. Hieronder staat per leeftijdscategorie beschreven
wat kinderen kunnen begrijpen omtrent het overlijden van een
dierbare en welke mogelijke reacties ze hierbij kunnen vertonen.
Deze leeftijdsverschillen worden beter niet te letterlijk genomen, want
ontwikkeling is een individueel gebeuren en elk kind is hierbij verschillend.
4.1. Leeftijds- en ontwikkelingsfase
1. Leeftijd van 0 tot 2 jaar
Baby’s en peuters hebben nog geen cognitief begrip van de dood. Wel
kunnen zij een gevoel van afwezigheid ervaren wanneer ze gescheiden
worden van een vaste verzorger. Hevige emoties van hun verzorgers
of ouders worden opgemerkt, maar kunnen ze nog niet linken aan het
overlijden van een dierbare. Ze kunnen stress en spanning bij hun
omgeving opmerken en vertonen hierbij verschillende reacties, zoals
veranderingen in hun slaap- en eetpatroon, prikkelbaarheid, meer
huilen, moeilijker getroost worden, terugvallen in gedragingen passend
bij jongere kinderen (= regressief gedrag) en aanhankelijker worden.
Voor kleine kinderen is het heel belangrijk voor hun hechtingsproces dat
één vaste persoon de verzorging zoveel mogelijk op zich neemt. Indien
dit voor de ouders te moeilijk is omwille van hun verdriet, wordt best in
de omgeving nagegaan wie deze taak tijdelijk op zich kan nemen en
de baby of het jonge kind kan vasthouden, knuffelen, speels uitdagen.
Op die manier kunnen baby’s en kinderen gestimuleerd worden in het
opbouwen van vertrouwen.
- 16 -
2. Leeftijd van 2 tot 6 jaar
Bij kinderen van 2 tot 6 jaar verschillen de rouwreacties niet zo veel als
die van hun ouders/ omgeving. Kleuters begrijpen nog niet dat de dood
onomkeerbaar is en wat de gevolgen hiervan zijn. De dood wordt door
hen gezien als iets tijdelijks, iets waaruit men kan terugkomen. Gevoelens
van hulpeloosheid, boosheid en angst om in de steek gelaten te worden
komen bij deze leeftijdsfase vaak voor. Ook vertonen kleuters magisch
denken, wat wil zeggen dat ze ervan uitgaan dat wat zij wensen, ook zal
uitkomen. Het kan zijn dat een kindje een dierbare verwenste omdat hij
geen spel mocht spelen. Wanneer deze dierbare overlijdt, is het mogelijk
dat het kind denkt hiervoor verantwoordelijk te zijn. Dit kan aanleiding
geven tot schuldgevoelens.
Kinderen in deze leeftijdsfase stellen vaak heel praktische, eerlijke
vragen, waar volwassenen soms van kunnen schrikken: bv. ‘Zal hij/zij
nu koud hebben onder de grond?’. Ook kunnen ze regressief gedrag
stellen (= terugvallen in gedrag passend bij een jongere leeftijd), zoals
erg aanhankelijk zijn, minder zelfstandigheid vertonen, aandacht vragen.
Opstandigheid kan ook opkomen, omdat ze zich verlaten voelen. Deze
opstandigheid kan zich richten op de overledene, maar ook op de
omgeving omdat ze bijvoorbeeld veel verdriet hebben en het kind niet
de nodige zorg kunnen geven.
3. Leeftijd van 6 tot 11 jaar
Kinderen in deze leeftijd begrijpen geleidelijk de onomkeerbaarheid van
de dood. In deze fase vinden kinderen het wel moeilijk om te begrijpen
dat ook geliefden of zij zelf dood kunnen gaan. Voor kinderen van deze
leeftijd wordt de dood vaak gezien als iets fysiek (‘geest’) dat hen kan
volgen. Dit kan voor verwarring en angst zorgen. Op de leeftijd van
6-8 jaar zijn kinderen heel kwetsbaar, omdat ze de dood beter kunnen
begrijpen, maar nog niet geleerd hebben hoe ze hiermee om moeten
gaan. Vaak gaan ze het overlijden ontkennen en doen alsof er niets
gebeurd is. Ze verbergen hun gevoelens en huilen in stilte. Als omgeving
is het belangrijk om kinderen van deze leeftijd herhaaldelijk uit te nodigen
om te praten, herhaaldelijk te vragen hoe het met hen gaat.
- 17 -
4. Leeftijd van 10 tot 12 jaar
Kinderen van deze leeftijd krijgen een realistischer beeld van de dood.
Ze beseffen dat de dood onomkeerbaar is en onvermijdelijk is. De
onmiddellijke gevolgen van de dood worden begrepen, maar de dood
als een abstract begrip nog niet volledig. Kinderen kunnen prikkelbaar
zijn, moeilijk gedrag vertonen, het overlijden ontkennen, bazig en
controlerend reageren.
5. Leeftijd van 12 tot 18 jaar
Jongeren begrijpen het doodsbegrip meestal volledig. Ze zitten met vele
vragen, bijvoorbeeld over de zin van het leven. Eigen aan deze leeftijd is
dat jongeren hun vele vragen niet steeds gemakkelijk met volwassenen
zullen bespreken, omdat ze wat onafhankelijker willen zijn, ermee
inzitten wat anderen van hen zullen denken... Schuldgevoelens kunnen
ook bij jongeren vaak voorkomen, bijvoorbeeld omdat ze zich ooit eens
boos maakten op de overledene.
4.2. Het ondersteunen van het kind als ouder/omgeving
Kinderen doorheen alle leeftijdsfasen kunnen verdriet niet de hele
tijd dragen. Ze wisselen daarom snel af naar spel, lachen… Voor de
omgeving kan het lijken alsof kinderen het overlijden van jullie dierbare
niet zo erg vindt. Niets is minder waar, maar kinderen zijn cognitief en
emotioneel nog niet in staat om gedurende lange onafgebroken tijd met
hun verdriet bezig te zijn. Wat kan je als ouder/omgeving doen om je
kind te ondersteunen?
●● Heel jonge baby’s en kinderen hebben nood aan een vaste persoon
die instaat voor hun dagelijkse verzorging, knuffels, spelletjes.
Dit is belangrijk om vertrouwen en hechtingsrelaties te kunnen
opbouwen. Wanneer je als ouder voelt dat je verdriet overheerst
en het moeilijk is om aan alle noden van je kind te voldoen, is het
aangewezen om tijdelijk een vaste persoon (grootouder, nonkel/
tante, onthaalouder…) aan te duiden die deze taken op zich neemt.
- 18 -
●● Indien een kind ingelicht dient te worden over het overlijden van een
dierbare, geef je best eerlijke informatie over de oorzaak en de aard
van het overlijden, aangepast aan de leeftijd van je kind. Jongeren
kunnen en willen meer informatie dan een kindje van 3 jaar. Dergelijke
moeilijke boodschap wordt best gegeven door een vertrouwenspersoon
(ouder, grootouder…) en hoeft niet lang te zijn. Het is voor een kind
gemakkelijker om de boodschap te begrijpen indien deze rechtuit
verteld wordt in plaats van in een lang verhaal, omdat ze hun aandacht
maar gedurende een beperkte tijd kunnen bijhouden.
●● Indien kinderen reeds op de hoogte zijn van het overlijden van jullie
dierbare, is het aangewezen om uit te leggen wat de dood betekent.
Hierbij kan bijvoorbeeld uitgelegd worden dat het hart van jullie
dierbare niet meer klopt, dat hij/zij niet meer ademt. Kinderen hebben
nood aan een concrete uitleg en zullen ook concrete vragen stellen.
●● Jullie eigen emoties dienen niet onderdrukt of verborgen te worden
voor de kinderen. Ze voelen deze emoties toch aan en kunnen leren
dat emoties er mogen zijn, dat jullie dierbare gemist wordt en zal
blijven worden.
●● Heel vaak belangrijk bij een rouwproces, is de mogelijkheid om
afscheid te kunnen nemen. Kinderen mogen hierbij zeker betrokken
worden, maar mogen niet gedwongen of verplicht worden om
afscheid te gaan nemen. Indien kinderen de overledene liever niet
bezoeken, kunnen ze ook vanop een afstand afscheid nemen, door
bijvoorbeeld een tekening te maken die bij de uitvaart op de kist
gelegd kan worden, een brief te schrijven die meegegeven kan
worden met de overledene of voorgelezen kan worden tijdens de
dienst. Indien kinderen wel afscheid willen nemen van de overledene,
is het belangrijk dat ze hierop goed voorbereid worden. Ze hebben
nood aan een concrete uitleg van wat ze te zien zullen krijgen, hoe
ligt de overledene erbij, hoe is de ruimte aangekleed… Dit kan
hen helpen om reeds een beeld te vormen voordat ze op bezoek
gaan. Informatie die kinderen niet hebben, vullen ze aan vanuit
hun fantasie, wat vaak misverstanden en angsten kan uitlokken bij
kinderen.
- 19 -
●● Kinderen zullen hun vragen vaak op onverwachte momenten stellen
(bij bedtijd, wanneer jullie samen een activiteit ondernemen…).
Neem de tijd om uw bezigheden even stop te zetten en te luisteren
naar de vragen en bezorgdheden van het kind.
●● De belangrijkste taak als ouder en omgeving is om een veilige
omgeving te creëren voor uw kind, met warmte, genegenheid en
beschikbaarheid. Dit is een basisvereiste – zowel voor u als voor uw
kind- om het rouwproces te kunnen aanvatten.
●● Verwerken van verdriet gebeurt door vragen te stellen, niet door
het vinden van antwoorden. Geef uw kind de kans om alle vragen
te stellen die hij/zij heeft en probeer hierbij zo eerlijk en correct
mogelijk te antwoorden. Indien u het antwoord ook niet weet, mag u
dit zeker ook zeggen. Kinderen mogen leren dat volwassenen niet
alles weten en sommige vragen niet beantwoord kunnen worden.
Het stellen van de vragen kan vaak heilzamer zijn dan het verkrijgen
van alle antwoorden.
Net zoals bij volwassenen, nemen ook kinderen rouw een leven lang met
zich mee. Het is onmogelijk om een tijdslimiet te hanteren waarbinnen
kinderen het overlijden van een dierbare moeten verwerken. Bij elke
leeftijdsfase kan dit verdriet opnieuw de kop opsteken. Een blijvende
openheid en bereidwilligheid om naar kinderen en jongeren te luisteren,
is belangrijk.
●● Op momenten dat kinderen hun verdriet toelaten, kunnen hun
emoties wel bijzonder explosief (agressief) zijn. Hierbij is het voor
de omgeving belangrijk om aandachtig te luisteren naar alle emoties
en het gevoel te geven dat ze deze gevoelens mogen uiten.
Heeft jouw kind moeilijkheden tijdens het verwerkingsproces, aarzel
dan zeker niet om de kinderpsychologe te contacteren op het nummer:
058/333.233.
●● Tijdens een rouwproces kunnen kinderen regressief gedrag
vertonen. Dit betekent dat ze lijken terug te vallen naar een vorige
ontwikkelingsfase. Een kind dat bijvoorbeeld zindelijk was, krijgt
opnieuw accidentjes. Een jongere stort zich in asociaal of agressief
gedrag. Hierbij is het belangrijk stil te staan bij de betekenis van dit
gedrag in plaats van te straffen. Open de dialoog met de jongere en
luister naar wat onder deze gedragingen zit.
●● Rouwreacties van kinderen kunnen vaak pas maanden na het
overlijden van uw dierbare optreden. Kinderen vertonen vaak
‘uitgestelde rouw’. Dit betekent dat ze pas starten met hun rouwproces
wanneer ze merken dat hun ouder(s) en omgeving opnieuw meer
stabiliteit gevonden hebben en reeds een deel van hun rouwproces
doorgemaakt hebben. Dit biedt kinderen een veiligere omgeving om
ook hun emoties te kunnen doorleven.
- 20 -
- 21 -
5. Informatiebronnen
5.2. Externe diensten
De eerste momenten na het overlijden van een dierbare, worden door
de nabestaande vaak als onbewust en chaotisch beleefd. Men kan de
realiteit niet aanvaarden en het lijkt alsof men verdoofd is. Pas in een
later stadium dringt de psychische, maar ook de fysieke pijn van het
verlies door. Het is van groot belang om de gelegenheid te krijgen en te
nemen om het rouwproces ten volle te kunnen “doormaken”. U hoeft niet
altijd sterk te zijn en uw verdriet te verbergen.
Vaak zijn er materiële zaken waarvoor u niet de kracht hebt om ze zelf
aan te pakken. Denk maar aan de regelingen die we eerder opsomden.
Heel wat mensen en diensten staan (gratis) tot uw beschikking om
hiermee te helpen.
5.1. Interne diensten
1. Diensten maatschappelijk werk
Deze diensten vindt u voornamelijk bij de ziekenfondsen en bij de
OCMW’s. Maatschappelijk werkers kunnen u informeren en voor u
bemiddelen bij allerlei diensten die u in uw dagelijkse leven kunnen
bijstaan, bv. aanvraag leefloon, voorschotten op pensioen, gezinshulp
en dergelijke meer. Bij deze maatschappelijke werkers kunt u ook terecht
voor een gesprek of opvang in deze moeilijke periode.
2. Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg
Psychiaters, psychologen en maatschappelijke werkers kunnen u
helpen bij uw rouwproces door middel van een gesprek of begeleiding.
Adressen kunt u opvragen bij: Federatie van Diensten Geestelijke
Gezondheidszorg, tel. 09 233 50 99, www.fdgg.be
3. Ambulante Centra voor Algemeen Welzijnszorg
1. Sociale dienst: 058/334.012
2. Psychologische dienst: 058/333.239
3. Kinderpsychologe: 058/333.233
4. Dienst zingeving en spiritualiteit: 058/333.593
Deze centra zijn te vergelijken met de net vermelde Centra voor
Geestelijke Gezondheidszorg. Adressen kunt u opvragen bij: Steunpunt
Algemeen Welzijnswerk, tel. 03 366 15 40, www.steunpunt.be
4. Zelfhulpgroepen
Zelfhulpgroepen bestaan rond de meeste thema’s zoals rouwverwerking,
nabestaanden na zelfdoding, verkeersongevallen, vormingswerk
weduwen, vriendenkring voor weduwen en weduwnaars of voor jonge
weduwen (-50j) met kinderen. Ook voor ouders van overleden kinderen
is er een aanbod: OVOK-ouders van overleden kinderen, SIDS-Ouders
(wiegendood), ouders van verongelukte kinderen, een overleden baby
of vermoorde kinderen.
5. Tele-onthaal
Een telefonische hulpdienst die dag en nacht beschikbaar is, ook via
een anonieme chatlijn. U vindt steeds iemand aan de lijn die bereid is
naar u te luisteren en met u uw pijn, verdriet, angst of eenzaamheid te
delen. De diensten zijn gratis en anoniem. Info = www.tele-onthaal.be,
tel. 106
- 22 -
- 23 -
5.3. Websites
6. Slachtofferhulp
Slachtofferhulp biedt emotionele opvang en psychosociale ondersteuning
aan slachtoffers van misdrijven (diefstal, slagen en verwondingen, moord
en doodslag, ontvoering en gijzeling, oplichting, bedreiging, pesterijen
en stalking, overval, aanranding, verkrachting, gezinsgeweld, incest,…) .
Ook na(ast)bestaanden en nabestaanden van slachtoffers van misdrijven
kunnen bij slachtofferhulp terecht: https://www.desocialekaart.be/cawcentraal-west-vlaanderen-slachtofferhulp-497740
7. Achter de Regenboog Vlaanderen
Achter de Regenboog Vlaanderen biedt hulpverlening bij verliesverwerking
aan jongeren via gezinsbegeleiding, individuele begeleiding en
informatieverstrekking.
1. Algemeen
●● www.rouwzorgvlaanderen.be: Rouwzorg Vlaanderen, een initiatief
dat nabestaanden emotioneel wil ondersteunen in een rouwproces,
de omgeving sensibiliseren voor het verdriet van de ander, en
vrijwilligers blijvend motiveren, begeleiden en vormen evenals de
deskundigheidsbevordering van de medewerkers nastreven om
op een verantwoorde manier ondersteunend en/of begeleidend
aanwezig te blijven bij nabestaanden.
8. Missing You
●● www.vzwcontempo.be: de vereniging wil zich als netwerk inzetten
om personen geconfronteerd met partnerverlies door overlijden op
te vangen, te ondersteunen, en te begeleiden in hun rouwproces en
hun maatschappelijke re-integratie.
Missing You is een jongerenorganisatie die werkt rond verlies van een
dierbaren door middel van kampen en gespreksgroepen.
Info: tel. 03 454 11 44, www.missingyou.be
●● www.rondpunt.be: Marina Stoop en Jozef Govaerts werkten een
praktische gids uit over iedereen die betrokken raakte in een ernstig
verkeersongeval.
9. Rouwzorg Vlaanderen
●● www.werkgroepverder.be: site van de Werkgroep Verder,
Nabestaanden na zelfdoding in Vlaanderen.
Op de website van rouwzorgvlaanderen kunt u nagaan welke
gespreksgroepen in uw buurt georganiseerd worden rond het verlies
van een dierbare. Info: www.rouwzorgvlaanderen.be
- 24 -
●● www.funebra.be: officiële website van de Belgische
begrafenisondernemers
- 25 -
2. Kinderen en jongeren
●● www.in-de-wolken.nl: website van deze Nederlandse stichting. “In
de Wolken” voorziet in de behoefte aan informatie rond rouw en
verlies bij kinderen en volwassenen via brochures, boeken en een
uitgebreide literatuurlijst.
●● www.missingyou.be: vzw Missing You is een initiatief voor jongeren
en jongvolwassenen die een broer, zus, ouder, vriend,… verloren
hebben door sterfte en hier over willen praten met lotgenoten.
●● www.herinnerdingen.nl: getuigenissen van kinderen over verlies en
verdriet.
●● www.ovk.be: Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK) is
een nationale lotgenotenvereniging van families van jonge
verkeersslachtoffers, ook gericht op jongeren (samen-verder.be)
●● www.verlaatverdriet.nu: deze website bundelt info voor mensen die
in hun jeugd een ouder of beide ouders hebben verloren door de
dood.
Als wat je lief is, je ontnomen wordt
als wat je lief is, je ontnomen wordt
dan blijft alleen de stilte
Als wat je lief is, je ontnomen wordt
dan blijft alleen de leegte
Als wat je lief is, je ontnomen wordt
kan je alleen hopen dat je op je weg mensen ontmoet die een stuk van
die weg met jou verder willen gaan,
die woorden spreken als je het nodig hebt of het net stil maken,
die geen oordeel uitspreken en zelfs geen goede raad geven.
Woorden zijn immers soms zo ontoereikend!
- 26 -
- 27 -
Laat het ons gerust weten via [email protected]!
- 28 -
Bijlage 600/io 1016
Hebt u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure?
Download