Over Kees Schuyt Kees Schuyt (1943) studeerde sociologie en Nederlands recht te Leiden, Oslo en Berkeley, USA (1971 – 1972). Hij schreef in 1971 een inleiding in de rechtssociologie (bekroond met de Kluwerprijs voor rechtswetenschap) en promoveerde in 1972 te Leiden op een proefschrift over de Amerikaanse civil rightsbeweging Recht, Orde en Burgerlijke Ongehoorzaamheid (bekroond met de Prof. Moddermanprijs voor strafrechtswetenschappen). Hij was werkzaam als wetenschappelijk medewerker rechtssociologie en criminologie te Leiden, lector en hoogleraar rechtssociologie aan de KU Nijmegen (1972 – 1980), hoogleraar in de empirische sociologie te Leiden (1980 – 1990) en Amsterdam (1991 – 2007). Hij bekleedde voor het jaar 2006-2007 de Cleveringa-leerstoel aan de Universiteit van Leiden. De Cleveringa-oratie was gewijd aan het onderwerp Democratische deugden, sociale integratie en maatschappelijke tegenstellingen. Als lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1998 – 2005) was hij verantwoordelijk voor de rapporten Generatiebewust beleid (1999), Van oude en nieuwe kennis (2002), De toekomst van de nationale rechtsstaat (2002) en Waarden, normen en de last van het gedrag (2003). Sinds 1 januari 2005 is hij lid van de Raad van State. Hij publiceerde op het terrein van de rechtssociologie de resultaten van enkele grootschalige onderzoeken, o.a De Weg naar het Recht (1976); Een beroep op de Rechter (1978), redigeerde het European Yearbook on Law and Sociology (1978,1979) en schreef een klein leerboek Recht en samenleving (1981). Met de socioloog J.A.A. van Doorn vroeg hij als een van de eersten aandacht voor de problemen van de verzorgingsstaat, o.a. De stagnerende verzorgingsstaat (1976), later gevolgd door De verdeelde samenleving (1986), Op zoek naar het hart van de verzorgingsstaat (1991) en Tegendraadse werkingen, onvoorziene gevolgen van verzorging en verzekering (1995). Met zijn medewerkers publiceerde hij wetenschappelijke onderzoeken naar armoede en langdurige werkloosheid in Moderne Armoede (1983), Een Tijd zonder Werk (1986), Cultures of Unemploymant, a comparative look at long-term unemployment and urban poverty (Oxford/Boulder 1995), Vulnerable Youth and their Future (EU Document, 1995). In het kader van het NWO-project "Nederlandse Cultuur in Europese Context" publiceerde hij samen met E. Taverne 1950: Prosperity and Welfare, Volume 4 of the series Dutch Culture in a European Perspective (New York, Palgrave, 2004, Ned. editie 2000). Daarnaast schreef hij over de geschiedenis van de Nederlandse tolerantie Tolerantie en democratie (2001) en Toleranz und Demokratie, zur niederländische Diskussion (2004). Recentelijk publiceerde hij twee essaybundels Steunberen van de Samenleving (2006), Over het recht om "wij" te zeggen (2009) en in 2010 een biografie van de verzetsman en dichterschrijver-criminoloog J.B. Charles/ W.H. Nagel Het Spoor Terug, J.B. Charles/ W.H. Nagel 1910-1983. Samen met Ineke Sluiter redigeerde hij de bundel Cleveringa's Koffer (2010). Hij is sinds 1992 lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). Hij was bestuurslid en voorzitter van Vereniging Het Spinozahuis (1991-2007) en lid van het bestuur van Praemium Erasmianum (2001- 2010). In het schooljaar 2004-2005 gaf hij als vrijwilliger les in maatschappijleer op het Johan de Wittlyceum in de Schilderswijk te Den Haag (4 havo, 4 vwo). Samen met anderen schreef hij het VWO-lesboek Thema's Maatschappijleer (rechtsstaat, parlementaire democratie, pluriforme samenleving, verzorgingsstaat); Engelse editie: Getting to know the Dutch, 2009. In mei 2005 ontving hij de Dr. J.P. van Praag-prijs voor zijn wetenschappelijke en journalistieke bijdragen aan een humanitaire samenleving.