Toelichting op berekeningen rapport onderzoek naar bactericide werking van Environ-X coating. Op de diverse gecoate en ongecoate materialen zijn markeringen aangebracht waarbinnen 100 µl (=0,1 ml) inoculum wordt opgebracht. Na 1 en 3 uur worden deze plekken met vochtige wattedragers afgestreken en worden de wattendragers in buisjes met 1 ml fys.zout gedaan. Van deze monsters (1 ml dus) wordt nagegaan hoeveel bacteriën deze bevatten. Dit wordt uitgedrukt in KVE/ml (kolonie vormende eenheden per ml) Dit doen we door: 1. Uit elk buisje 100 µl te nemen en deze hoeveelheid over een bloedagar te verdelen. 2. Van elk buisje 10 µl te nemen en deze in een nieuw buisje met fys.zout te stoppen waarvan weer 100 µl over een bloedagar wordt verdeeld. Na 2x 24 uur incuberen worden de kolonies op de bloedagars geteld. Beoordelen platen: 1. Elke kolonie die groeit op bloedagar 1 is 10 maal verdund (100 µl opgebracht) wat betekent dat in de 1 ml monster 10x het aantal getelde kolonies heeft gezeten. 2. Elke kolonie die groeit op bloedagar 2 is 10 maal verdund (100 µl opgebracht maar was reeds 100x verdund (10 µl in 1 ml zout) dus in de 1 ml monster heeft 10x + 100x =1000x het aantal getelde kolonies gezeten. Opmerking: in de meeste gevallen werden zoveel bacteriën gevonden dat alleen plaat 2 geteld kon worden (dus na extra verdunning). Hier is het eerste onderzoek op mis gegaan omdat we geen extra verdunning gedaan hadden. Berekening kiemgetallen. Stel dat we op plaat 2 van een ongecoat materiaal 600 kolonies tellen en op het gecoate materiaal 300. Omgerekend per ml monster is dit: Ongecoat 600x1000(verdunning)= 600.000= log 5,8 Gecoat 300x1000(verdunning)= 300.000= log 5,5 In geval van desinfectie is de reductie voor bacteriën 1000.000= log 6,0 De coating geeft een reductie van log 0,42 voor MRSA, log 0,60 voor VRE en log 1,5 voor ESBL coli. Aangezien de kiemgetallen van gecoate en ongecoate materialen dus aanzienlijk lager liggen gaat het dus om de cijfers achter komma. Door de logaritmische weergave lijken de verschillen dus klein maar in werkelijkheid (zoals op de foto’s zichtbaar) groeit er in ons voorbeeld maar de helft van het aantal bacteriën op het gecoate materiaal. Door de testopzet variëren de getallen bovendien zodat statistiek moet uitwijzen dat de bevindingen toevallig zijn of niet. Met dit onderzoek is aangetoond dat de bevindingen in ieder geval niet toevallig zijn of statistisch gezegd significant verschillen. Hans Immink