DE NEDERLANDSE ECONOMIE Hoofdstuk 1. πππππππ‘π’πππ π£ππππππππππ = nieuw−oud oud * 100 % π‘πππππ£πππππ π€πππππ π£ππ πππππππ£ππ = ππ πππ§ππ‘ − ππ πππππππβπ‘π πππππ ππ βπ’πππ π‘πππππ π‘πππππ£πππππ π€πππππ π£ππ ππ£ππβπππ = ππ π ππ π£ππ ππππ ππππ‘ππππππ ππππππ π ππ π‘πππππ£πππππ π€πππππ π£ππ πππππππ£ππ + ππ£ππβπππ π ππππ = βππ‘ πππ’π‘π πππππππππππ πππππ’ππ‘ πππππππ πππππ’ππ‘ππ£ππ‘πππ‘ = ππ πππππ’ππ‘ππ πππ π€ππππππππ πππ π‘ππππ πππβπππ ππëππ ππππππππ πππππ₯ππππππ = πππππ₯ππππππ = πΆππΌ = nominale inkomensindex ∗ 100% prijsindex het getal in periode A ∗ 100% het getal in de basisperiode (w ∗ prijsindex) + (w ∗ prijsindex) + (w ∗ prijsindex) 100 Economie is de wetenschap die bestudeert hoe mensen met het overal en voortdurend aanwezige keuzeproces omgaan. Welvaart in enge zin is de koopkracht. Welvaart in ruime zin is een breder begrip. Hieronder vallen ook de immateriële behoeften. Bedrijven en overheid produceren met arbeid, natuur, kapitaal en ondernemerschap, de zogenaamde productiefactoren. De beloning van de productiefactoren bestaat uit loon, winst, rente en huur. Optellen van deze primaire inkomens levert het nationaal inkomen op. De productie van de verschillende sectoren vormt samen het nationaal product. Het nationaal inkomen is altijd gelijk aan het nationaal product. Als in de productie steeds meer kapitaalgoederen per werknemer worden gebruikt, wordt de productie kapitaalintensiever De reële waarde van het inkomen is gelijk aan de nominale waarde, gecorrigeerd voor de inflatie. De consumentenprijsindex (CPI) geeft aan met hoeveel procent de kosten van het levensonderhoud stijgen ten opzichte van een basisjaar. Nivelleren brengt de inkomens in verhouding dichter bij elkaar. Denivelleren betekent dat het verschil tussen arm en rijk relatief groter wordt. Hoofdstuk 2. • Rechtsvormen * Eenmanszaak : (natuurlijk persoon, winstdoel) - 1 eigenaar - geen scheiding tussen bedrijfsvermogen en privévermogen - winkeliers, verkeringsagenten, schildersbedrijven * Vof: (natuurlijke personen) - 2 of meer eigenaren - geen scheiding tussen bedrijfsvermogen en privévermogen * Besloten vennootschap: (rechtspersoon, winstdoel) - een of enkele aandeelhouders - aandelen worden niet verhandeld - aandeelhouders zijn aansprakelijk * Naamloze vennootschap: (rechtspersonen, winstdoel) - veel aandeelhouders - aandelen worden verhandeld op beurs - aandeelhouders zijn aansprakelijk • Balans: (activa is altijd gelijk aan passiva) * Activa - vaste activa: gebouwen, machines, grond - vlottende activa: computers, voorraad - liquide middelen: geld (kas) * Passiva - eigen vermogen - vreemd vermogen - langlopende schulden - kort lopende schulden Het bedrag van: Afschrijvingskosten = Vervanging kapitaalgoederen = Vervangingsinvesteringen = Verschil tussen totale of bruto-investeringen en de uitbreidings- of netto-investeringen. • Resultaten rekening: (kosten zijn altijd gelijk aan opbrengsten) * kosten * opbrengsten - materiaal - omzet - loon - rente - derden - verkochte computer - afschrijving - rente - winst • Emissie: aandelen verkopen • Break-even afzet: de kosten zijn gelijk aan de opbrengsten, winst is nul. • Evenwichtsprijs: de vraag is gelijk aan het aanbod. Hoofdstuk 3. πππππ π‘ππππ πππππππ = πππ’π‘πππππ − πππ‘ππππππ π‘ππ πππππ π‘πππππππππ = πππππ π‘ππππ πππππππ πππ‘ βππ‘ π πβπππ£πππ‘πππππ π‘π πππ‘ππππ πππππ π‘πππ = πππππ π‘πππππππππ − βπππππππ ππππ‘πππ ππππππ‘ππππ π‘πππππ‘ = ππππππ π‘ππ π£ππ ππ ππ£ππβπππ − π’ππ‘πππ£ππ π£ππ ππ ππ£ππβπππ πππππππëπππππ π‘πππππ‘ = ππππππ‘ππππ π‘πππππ‘ − πππππ π πππππ •Voordelen overheid privatisering: - overheidsuitgaven dalen - overheidsfinanciën worden beter beheersbaar -opbrengst wordt gebruikt voor aflossen staatsschuld • Collectieve sector - overheid - het rijk (nationale overheid) - provincies, gemeenten en waterschappen (lagere overheden) - sociale fondsen (sociale zekerheid en uitkeringen) * Collectieve goederen: goederen die niet gesplitst kunnen worden in individueel te leveren eenheden en zijn zodra ze geproduceerd worden, voor iedereen beschikbaar. * Quasi-collectieve goederen: te splitsen in individueel te leveren eenheden, maar worden toch door de overheid verschaft. * Individuele goederen: te splitsen in individueel te leveren eenheden en worden door particuliere bedrijven geleverd. * Bij negatieve externen effecten zijn er ook kosten voor de samenleving, niet alleen voor de koper. Bij positieve externe effecten zijn er niet alleen opbrengsten voor de verkoper, maar ook voor de samenleving. * Het draagkrachtbeginsel laat burgers met een hoger inkomen in verhouding meer bijdragen dan de armeren. * Het profijtbeginsel houdt in dat hoe meer een burger profiteert van een overheidsvoorziening, des te meer hij bedraagt. •Overheidsinkomsten - belastingen -directe belastingen(loon, inkomsten en venootschap) - indirecte belastingen - niet belastingen * Bij een progressief belastingstelsel stijgt het belastingpercentage als het inkomen stijgt. * Bij een proportioneel belastingstelsel is het belastingpercentage bij elk inkomen gelijk. * Bij een degressief belastingstelsel daalt het belastingpercentage als het inkomen stijgt. • Overheidsuitgaven - overheidsbestedingen - overheidsoverdrachten * De structuur van de economie staat voor de aanbodkant. * De conjunctuur van de economie staat voor de vraagkant. Hoofdstuk 4. βππππππ ππ’ππ‘π = π€πππππ π£ππ ππππππ‘ ππ ππ₯ππππ‘ ∗ 100% πππ πππππ₯ππππππ π£πππ πππππππ π‘ππ πππ πππππ’ππ‘ = πππππ₯ππππππ πππππππ π‘ππ ∗ 100% πππππ₯ππππππ πππππππ πππππ’ππ‘ππ£ππ‘πππ‘ βππππππ ππππππ π ππππ = ππ₯ππππ‘π€πππππ − ππππππ€πππππ πππππ₯ππππππ π€πππππ = πππππ πππππ₯ π₯ πππππ₯πππππππ£πππ’ππ 100 * Internationale handel leidt tot meer welvaart. • Protectionisme - tarifair - exportsubsidies -invoertarieven - non-tarifair - contingent - wetgeving * Vrijhandelszone: de deelnemers handelen zonder invoerheffingen met elkaar * Economische unie: douane-unie plus vrij verkeer van arbeid en kapitaal, een gemeenschappelijk economisch beleid en gemeenschappelijke instellingen. * Douane-unie: vrijhandelszone plus een gemeenschappelijk buitentarief. *Economische en monetaire unie: economische plus één munt en één centrale bank die de waarde van de munt bewaakt. *Appreciatie is een ander woord voor een respectievelijke stijging van de koers. *Depreciatie is een ander woord voor een respectievelijke daling van de koers.