Na het lezen van dit hoofdstuk zul je in staat zijn om: 1 te weten wat vaste activa (kapitaalgoederen) inhouden en wat hun belang is 2 te begrijpen waarom organisaties vaste activa en vlottende activa verschillend beheersen 3 gebruik te maken van de basismiddelen en concepten voor financiële analyse: investering, rendement van het geïnvesteerd vermogen, eindwaarde, contante waarde, renten en rendementseis 4 gebruik te maken van de volgende methoden voor investeringsselectie: terugverdientijd, gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit, netto contante waarde, interne rendement en toegevoegde economische waarde die te maken hebben met investeringen in vaste activa 5 de gevolgen van belastingen en inflatie te verwerken in de investeringsselectie 6 gebruik te maken van wat-als-, gevoeligheids- en elementaire optieanalyses voor problemen op het gebied van besluitvorming en onzekerheid bij investeringsselectie 7 strategische overwegingen te integreren in investeringsselecties 8 gebruik te maken van controles achteraf om eerdere investeringsbeslissingen te evalueren