Trapmodel vaardigheden leerlijn opleiding verpleegkunde (niveau 4) Werkwoorden Vaardigheid Vorm van toetsen Transfer - Toepassen - Transfereren De student kan zelfstandig handelen in een complexe beroepspraktijk. Er vindt een integratie plaats van kennis, houding, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen Beoordelen in de beroepspraktijk Verdieping - Toepassen - Demonstreren De student kan handelen met de zijn/haar kennis in een gesimuleerde setting (binnenschools assessment) Vaardighedentoetsing met simulatie patiënt Verwerking - Inzicht - Analyseren - Synthetiseren Kennis die de student kan gebruiken bij het uitvoeren van probleemoplossende taken Casuïstieken Kennis die de student nodig heeft om de vaardigheid uit te kunnen voeren Schriftelijke multiplechoice toets Herkenning Reproductiekennis Fase 1 (leerjaar 1) Gericht op basis vaardigheden Fase 2 (leerjaar 2) Complexere vaardigheden Fase 3 (leerjaar 3 en 4) Voorbehouden handeling en Toelichting: Herkenning: Opdrachten die gericht zijn op het opfrissen en activeren van voorkennis en ervaring. Onderdeel van skills theorie. Verwerking: Een aantal afwisselende opdrachten waarbij steeds de centrale vraag is: hoe moet de student in deze praktijksituatie handelen? De opdrachten zoomen in op een deel van de beroepscompetentie. Door middel van de vragen doorloopt de student de volgende stappen: ● wat is het probleem; ● probleem verkennen; ● strategie/oplossing bedenken; ● oefenen. Verdieping: bieden van extra uitdaging. Ze leggen bijvoorbeeld een link naar de maatschappelijke context, of besteden extra aandacht aan anatomie. De verdiepingsopdrachten zijn bijvoorbeeld geschikt om in te zetten bij zowel homogene als heterogene groepen (bijv. als je gaat modulariseren) of groepen met studenten uit verschillende werkvelden. Met transferopdrachten leert de student de beroepscompetenties toepassen in een authentieke beroepssituatie of andere situaties, bijvoorbeeld in andere werkvelden en/of bij andere zorgcategorieën. Dit kan door ene opdracht mee te geven voor in de praktijk.