Hoofdstuk 3 Doelstellingen en beginselen van de EU Artikel 3 VEU: Enige doelstellingen van de EU: 1. De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen. 2. De Unie zet zich in voor de duurzame ontwikkeling van Europa, op basis van: • Een evenwichtige economische groei en prijsstabiliteit; • Een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen, gericht op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang; • Een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. Artikel 3 VEU: Enige doelstellingen van de EU (vervolg): 4. De Unie bevordert wetenschappelijke en technische vooruitgang. 5. De Unie bestrijdt sociale uitsluiting en discriminatie, en bevordert: • Sociale rechtvaardigheid en bescherming • Gelijkheid van vrouwen en mannen • Solidariteit tussen generaties • Bescherming van de rechten van het kind 6. De Unie bevordert de economische, sociale en territoriale samenhang en de solidariteit tussen de lidstaten. Artikel 3 VEU: Enige doelstellingen van de EU (vervolg): 7. De Unie eerbiedigt haar rijke verscheidenheid van cultuur en taal en ziet toe op de instandhouding en de ontwikkeling van het Europese culturele erfgoed. 8. In de betrekkingen met de rest van de wereld handhaaft de Unie haar waarden en belangen en zet zich ervoor in, en draagt zij bij tot de bescherming van haar burgers. Om de doelstellingen te verwezenlijken, heeft de EU taken op het gebied van: • Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (RVVR) • Interne markt (= één enkele binnenmarkt) • Economische en monetaire unie (EMU) die de euro als munt heeft • Extern beleid RVVR (Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht) bestaat uit de volgende beleidsonderdelen: • • • • Beleid inzake grenscontroles, asiel en immigratie Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Justitiële samenwerking in strafzaken Politiële samenwerking Voor de interne markt geldt het volgende stappenplan: 1. Het opzetten van een douane-unie. 2. De afschaffing tussen de lidstaten van hinderpalen voor het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal. 3. Het nader tot elkaar brengen van de wetten van lidstaten voorzover dat voor de werking van de gemeenschappelijke markt noodzakelijk is. 4. Een systeem dat ervoor zorgt dat de concurrentie binnen de interne markt niet vervalst wordt. Stap 1: Douane-unie Dit betekent: •Afschaffing van douanerechten (en andere handelsobstakels) tussen de lidstaten. • Instelling van een gemeenschappelijk buitentarief. Stap 2: Afschaffing binnengrenzen Dit betekent: • Het weghalen van slagbomen en het afschaffen van grenscontroles. Stap 3: Harmonisatie van wetgeving Dit betekent: Nationale wetgeving voor bijvoorbeeld geluidsnormen van grasmaaimachines moet binnen de hele EU voldoen aan dezelfde Europese norm. Stap 4: Voorkomen van concurrentievervalsing Dit betekent: Europese regels om te voorkomen dat de concurrentie op de interne markt wordt verstoord door ondernemingen of door lidstaten. Economische en monetaire Unie (EMU): het monetaire beleid Binnen de Eurozone wordt het monetaire beleid gevoerd door: •ESCB (Europees Stelsel van Centrale Banken) en •ECB (Europese Centrale Bank). EMU: macro-economisch beleid Binnen bepaalde grenzen, zijn de lidstaten autonoom in het bepalen van hun macro-economisch beleid. Bij het bepalen van dit beleid hebben zij de volgende verplichtingen: •Zij moeten de economische grondbeginselen van de EU in acht nemen. •Zij moeten buitensporige overheidstekorten vermijden. Extern beleid 1. GBVB: Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid • Hier geldt de intergouvernementele methode. 2. Overig extern beleid (zoals de gemeenschappelijke handelspolitiek en het gemeenschappelijk visserijbeleid) • Hier geldt de communautaire methode. Beginselen van de EU • Beginsel van loyale samenwerking • Beginselen bij het vaststellen van wetgeving • Bescherming van de rechten van de mens Beginsel van loyale samenwerking, artikel 4 VEU: Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar bij de vervulling van de taken die uit de Verdragen voortvloeien. De lidstaten treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Verdragen of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren. De lidstaten vergemakkelijken de vervulling van de taak van de Unie en onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen. Beginsel van loyale samenwerking, voorbeelden: 1. De lidstaten moeten voorkomen dat de interne markt verstoord wordt door particulieren • Frankrijk moet tijdig en doeltreffend optreden tegen boeren die de import van landbouwproducten saboteren. 2. Nationale rechter moet Europese voorwaarden toepassen bij schadevergoeding aan particulieren na schending EU-recht door lidstaat • Wanneer een particulier een schadeclaim indient omdat een lidstaat in strijd met EU-verplichtingen heeft gehandeld en daarmee schade heeft veroorzaakt, is de nationale rechter gebonden aan Europese voorwaarden voor een schadeclaim. 9 Beginselen bij het vaststellen van Europese wetgeving: • Attributiebeginsel • Subsidiariteitsbeginsel • Evenredigheidsbeginsel Beginsel van bevoegdheidstoedeling (attributiebeginsel): In de praktijk komt dit beginsel erop neer dat de EU bij iedere voorgenomen activiteit moet nagaan of de Verdragen (VEU en VWEU) daartoe wel de vereiste bevoegdheid hebben toegekend. Subsidiariteitsbeginsel: Dit beginsel geldt voor alle onderwerpen die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Gevolg van het subsidiariteitsbeginsel is dat de EU alleen wetgeving mag vaststellen wanneer een Europese aanpak efficiënter is dan een aanpak op het niveau van de lidstaten. Evenredigheidsbeginsel: Zodra vaststaat dat de EU bevoegd is om wetgeving tot stand te brengen, mag deze wetgeving niet verder gaan dan voor het gestelde doel noodzakelijk is. Bescherming van de rechten van de mens Vier bepalingen moeten garanderen dat de EU en de lidstaten de mensenrechten respecteren: •artikel 2 VEU (bescherming rechtsstaat en mensenrechten) •artikel 6, lid 1, VEU (toepasselijkheid EU Handvest van grondrechten) •artikel 6, lid 2, VEU (verplichting om toe te treden tot het EVRM) •artikel 6, lid 3, VEU (grondrechten behoren tot algemene beginselen van de EU) Bescherming rechtsstaat en mensenrechten door de lidstaten Artikel 2 VEU: De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen. Bij ernstige en voortdurende schending van dit beginsel kan de Raad tot schorsing van bepaalde rechten overgaan. Toepasselijkheid voor EU van Handvest van de grondrechten (De EU is aan dit Handvest gebonden, omdat het dezelfde rechtskracht heeft als VEU en VWEU.) Artikel 6, lid 1, VEU: De Unie erkent de rechten, vrijheden en beginselen die zijn vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 7 december 2000, als aangepast op 12 december 2007 te Straatsburg, dat dezelfde rechtskracht als de Verdragen heeft. Belangrijke beperking: De bepalingen van het Handvest houden geenszins een verruiming in van de bevoegdheden van de Unie zoals bepaald bij de Verdragen. Verplichting voor EU om toe te treden tot het EVRM Artikel 6, lid 2, VEU: De Unie treedt toe tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Die toetreding wijzigt de bevoegdheden van de Unie, zoals bepaald in de Verdragen, niet. Grondrechten behoren tot algemene beginselen van de EU Artikel 6, lid 3, VEU: De grondrechten, zoals zij worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij voortvloeien uit de constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben, maken als algemene beginselen deel uit van het recht van de Unie.