Handleiding bij het Ontwikkelingsperspectief (OPP) Toelichting Het Ontwikkelingsperspectief is een groeimodel. Het kan gebruikt worden voor alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, ook in het regulier onderwijs. Gebruik de bijlage ‘Stroomdiagram OPP ja of Nee?’ om te bepalen of voor de leerling een OPP opgesteld dient te worden. Voor het aanvragen van arrangementen bij Berseba (boven de basisondersteuning) dient het gehele document ingevuld te worden. Voor leerlingen met een didactische leeftijd onder de 27 is het vaststellen van de leerrendementsverwachting en het uitstroomniveau niet relevant. Het document kan ook gebruikt worden binnen de eigen school; gebruik in dat geval uw eigen logo. Voor vakgebieden waar de leerling zich goed/normaal ontwikkelt, verwijst u naar het groepsplan. A. Algemene gegevens Gegevens Leerling Leerling Geboortedatum Groep Gegevens ouder(s)/verzorger(s) Naam Adres Postcode, woonplaats Telefoonnummer Gegevens school/instelling Naam Adres Postcode, plaats Telefoonnummer Betrokkenen Naam directeur Orthopedagoog/Onderwijsadviseur Datum OPP Jan Voorbeeld 1 mei 2004 5 Naam leerkracht Naam IB-er Dhr. D.E. KOC Ieder halfjaar evalueren en opnieuw vaststellen. B. Bouwstenen voor ontwikkelingsperspectief B1. Voorgeschiedenis Schoolloopbaan 1–1–2–3–4-5 Reden kleuterverlenging Vertraagde ontwikkeling en/of doublure Interne hulp: HP’s per groep 1 1 2 3 Redzaamheid x x Sociaal-emotionele x ontwikkeling/gedrag Motorische ontwikkeling Taal Rekenen Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Omschrijving 4 x x 5 x x x x x x Periode 6 7 8 Externe hulp (medisch, jeugdhulp, therapie, logopedie) Vorige en huidige arrangementen Medicatiebegeleiding voor epilepsie. Speltherapie Psycho-educatie Lgf cluster 3 maart 2011 mei 2014 Van okt. 2013 tot heden Van okt. 2012 tot mei 2013 Van dec. 2011 tot juli 2014 B2. Ontwikkelingsfactoren Toelichting: Beschrijf hieronder per ontwikkelingsgebied de belemmerende én bevorderende factoren. Voor wat betreft de thuissituatie , wordt er geen onderscheid gemaakt in belemmerende en bevorderende factoren. Beschrijf vooral de feitelijke situatie. Het eerste vak hieronder geeft de toelichting in de kolom; daaronder staat een ingevuld voorbeeld. Cognitieve ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Spraak-/Taalontwikkeling Werkhouding/Motivatie Onderwijssituatie Medische aspecten Specifieke talenten of interesses Belemmerende factoren Bevorderende factoren Geef relevante informatie over de cognitieve ontwikkeling voor zover deze niet af te leiden is uit de overige gegevens. Beschrijf de sociaal-emotionele ontwikkeling of geef een verwijzing naar relevante onderzoeken, het ZIEN!-profiel, sociogram of andere gegevens. Verwerk hier ook de gegevens uit de pestvragenlijst. Geef relevante informatie over de motorische ontwikkeling. Geef relevante informatie over de spraak-/taalontwikkeling, voor zover deze van invloed is op de ontwikkeling. Geef relevante informatie over de werkhouding/motivatie, voor zover deze van invloed is op de ontwikkeling. Geef relevante informatie over de schoolsituatie, voor zover deze van invloed is op de ontwikkeling. Denk hierbij o.a. aan: Leraar: eigen handelen / doceerstijl / pedagogische stijl; Groep: groepsgrootte / problematiek andere leerlingen / houding van de groep t.o.v. de leerling; Schoolorganisatie: schoolregels / extra hulp / zorgsysteem. Geef relevante informatie over de medische ontwikkeling. Geef relevante informatie over de talenten of interesses voor zover deze van invloed kunnen zijn op de toekomstige ontwikkeling en/of schoolkeuze. Thuissituatie en ouderbetrokkenheid Geef relevante informatie over de thuissituatie, voor zover deze van invloed is op de ontwikkeling. Cognitieve ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Belemmerende factoren April 2013 Jan heeft een IQ test gehad. Hij heeft een kloof tussen het PIQ en het verbale IQ ten gunste van het verbale IQ. Hij wordt vlug overschat. Mei 2014 Jan wordt steeds meer belemmerd doordat hij geen inzicht heeft. Mei 2012 Bij Jan is ADHD vastgesteld. Mei 2014 Bevorderende factoren April 2013 Jan heeft een goede woordenschat. Mei 2014 Jan praat gemakkelijk. Een spreekbeurt is een uitdaging. Okt. 2012 Jan reageert goed op medicatie. Motorische ontwikkeling Spraak-/Taalontwikkeling Werkhouding/Motivatie Onderwijssituatie Medische aspecten Jan heeft weinig inzicht in soc. situaties waardoor er met name op het plein steeds vaker conflicten zijn. ‘Zien’ geeft een negatief beeld wat betreft betrokkenheid, welbevinden en inlevingsvermogen. Nov. 2011 Door de absences is het schrijven niet altijd netjes. Nov. 2013 Jan heeft moeite met oorzaak/gevolg. April 2012 Jan heeft een slechte werkhouding. Hij heeft vaak absences en moet dan steeds opnieuw opstarten. Nov. 2013 Jan heeft weinig overzicht. Nov. 2013 Jan zit in een groep met 32 kinderen met een startende leerkracht Maart 2011 In maart is epilepsie vastgesteld. Specifieke talenten of interesses Mei 2014 Jan heeft een vast vriendje. Hij wordt drie keer gekozen bij het sociogram. Nov. 2010 Jan heeft een goede fijne en grove motoriek. Nov. 2012 Door de medicatie zijn de absences minder en is het schrijven weer netten. Nov. 2013 Jan heeft een goede woordenschat. April 2012 Jan is van goede wil. Nov. 2013 In de groep zitten niet veel zorgleerlingen. Nov. 2012 Door de juiste medicijndosering heeft Jan minder last van zijn absences. Nov. 2013 Jan heeft veel interesse voor vliegtuigen. Thuissituatie en ouderbetrokkenheid Nov. 2012 Jan heeft betrokken ouders. Nov. 2013 Jan heeft een PGB en gaat iedere woensdag naar een zorgboerderij. B3. Onderzoeksgegevens Toelichting Als er een nieuw psychologisch onderzoek afgenomen is, worden de gegevens toegevoegd. Voeg de belangrijke gegevens uit het psychologisch rapport hierboven ook in bij beschermende en belemmerende factoren, zodat daar in de lessen rekening mee gehouden kan worden (vb. zwak auditief korte termijn geheugen bij belemmerende factoren). Diagnosegegevens (DSM) Instelling Karakter Datum Mei 2012 As I As II As III As IV As V Opmerking Instrument Datum (T)IQ VIQ 94 PIQ 69 Opmerking Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, overwegend onoplettende type De ouders krijgen ouderbegeleiding; Jan krijgt psycho-educatie en er wordt een medicijnproef gestart. IQ-onderzoek 1 Wisc 111 April 2013 Verbaal begrip 89 Perceptuele org. 71 Verwerkingssnelheid 72 Er is een significant verschil tussen VIQ en PIQ. IQ-onderzoek 2 Instrument Datum (T)IQ VIQ PIQ Verbaal begrip Perceptuele org. Verwerkingssnelheid C. Toetsresultaten, leerrendementsverwachting (LRV), uitstroomniveau en verantwoording bij wijziging van de LRV Toelichting De grijze cellen hoeven niet ingevuld te worden als de volgende bijlagen uit ParnasSys zijn toegevoegd: Bijlage a: Overzichten / Leerlingvolgsysteem / Niet-methodetoetsen leerling / Niet-methodetoetsen leerlingen Resultaten per leerling. Bijlage b: Overzichten / Leerlingvolgsysteem / Niet-methodetoetsen leerling / Ontwikkelingsperspectief Grafieken volgens leerrendementsprognose per leerling (via DLE-berekening) Toelichting bij de LRV Het is een bewuste keuze van het Loket om de Leerrendementsverwachting (LRV) te berekenen vanuit het DL en het DLE (DLE/DL=LRV). Een andere manier is om gebruik te maken van de vaardigheidscores. In dat geval wordt gesproken van een geplande vaardigheidsgroei (GVG). Beide manieren zijn goed te verdedigen; de keuze voor het gebruik van LRV is voornamelijk ingegeven door de praktische bruikbaarheid en wordt gesteund door onder andere deze artikelen: Het verantwoord gebruik van Didactische Leeftijds Equivalenten (DLE’s) en ‘De kritiek op DLE’s weerlegd’ Het bepalen van de LRV De LRV dient een beredeneerd en gewogen gemiddelde te zijn, en geen geautomatiseerd gemiddelde. Dat betekent dat bij het bepalen van de LRV weliswaar berekend wordt wat de leerwinst is tussen (minimaal drie) verschillende toetsen; bij het vaststellen van de verwachte groei dienen echter de hierboven beschreven belemmerende en bevorderende ontwikkelingsfactoren meegewogen te worden. We bekijken in de groepsplannen hoe hieraan gewerkt is en wat de evaluatie daarvan was. Bij het vaststellen van leerrendementsverwachting is bij spelling en technisch lezen het leerrendement van afgelopen periode zeer bepalend. Bij begrijpend lezen en rekenen is juist de bouwsteen IQ heel bepalend. Het vaststellen van de LRV en uitstroomverwachting wordt gedaan door IB-er én de leerkracht. Bij twijfelgevallen wordt de orthopedagoog geraadpleegd. De redenering om tot de LRV te komen dient bij ‘verantwoording van de LRV’ beschreven te worden. Toelichting bij het verwachte uitstroomniveau Het uitstroomniveau wordt alleen bepaald voor leerlingen met een DL van minimaal 27. Voor jongere leerlingen is het niet mogelijk/niet verstandig om al een uitspraak te doen over het verwachte uitstroomniveau. In deze vakken wordt het verwachte niveau gegeven van de leerling bij een DL van 60, dus eind groep 8. De aanpak in het onderwijs richt zich op de streefdoelen. De minimumdoelen worden gegeven om een bandbreedte te benoemen waarbinnen de leerling in ieder geval moet presteren. De LRV wordt vanaf het derde toetsmoment aangegeven. Toelichting bij de verwachte uitstroombestemming Het uitstroomniveau kan per vakgebied verschillen; de uitstroombestemming is een uitspraak over het verwachte of geplande vervolgonderwijs. Deze uitspraak is opnieuw een gewogen besluit op basis van de uitstroomniveaus van de verschillende hoofdvakken én de belemmerende en bevorderende ontwikkelingsfactoren. De prognose uit Parnassys kan meegewogen worden, maar mag nooit automatisch overgenomen worden. Voor het bepalen van het realistisch te verwachten vervolgonderwijs gelden de volgende vuistregels: PRO: IQ tussen 55 en 80. DLE lager dan 30 (bij een DL van 60) bij minimaal 2 van 4 leerdomeinen (TL, SPE, R&W, BL) waarvan tenminste 1 bij R&W en/of BL LWOO: IQ tussen 75 en 90. DLE tussen 30 en 45 bij minimaal 2 van 4 leerdomeinen (TL, SPE, R&W, BL) waarvan tenminste 1 bij R&W en/of BL LWOO: IQ tussen 91 en 120. DLE tussen30 en 45 bij minimaal 2 van 4 leerdomeinen (TL, SPE, R&W, BL) waarvan tenminste 1 bij R&W en/of BL + SEO-problematiek VMBO: IQ tussen 91 en 120. DLE minimaal 45 voor tenminste R&W en BL Bij de vorm van ondersteuning kun je behalve aan LWOO ook denken aan een integratie- of trajectklas of een cluster 4 voorziening. Huidig niveau en LRV Vakgebied Technisch lezen AVI/DMT Spelling Begrijpend lezen Rekenen Datum DL DLE LR Nov. ‘13 23 25 108 Mei ‘14 29 33 114 Nov. ‘13 23 22 96 Mei ‘14 29 26 90 Nov. ‘13 23 15 65 Mei ‘14 29 19 66 Nov. ‘12 13 10 77 Mei ‘13 19 14 74 Nov. ‘13 23 12 52 Mei ‘14 29 16 55 Uitstroomniveau in DLE LRV Minimumdoel Streefdoel 110 58 60 95 52 57 70 38 42 65 35 39 Verantwoording bij vaststelling van de leerrendementsverwachting Datum Vul hier de datum in van vaststelling Technisch lezen De LRV is vastgesteld op 110 want…. Spelling De LRV is vastgesteld op 95 omdat… Begrijpend lezen Rekenen We gaan uit van een LRV van 70 omdat… We komen tot een LRV van 65 omdat… Verwachte uitstroombestemming ( uitstroomniveau voortgezet onderwijs en vorm van ondersteuning ) Op basis van de verschillende uitstroomniveaus verwachten we een uitstroombestemming LWOO… Daarbij denken we aan plaatsing in een integratieklas omdat Jan aangewezen is op een vaste groep met een vaste mentor. Verantwoording bij wijziging van de leerrendementsverwachting Datum Vul hier de datum in van wijziging Technisch lezen De LRV is vastgesteld op 110 want…. Spelling De LRV is vastgesteld op 95 omdat… Begrijpend lezen Rekenen We gaan uit van een LRV van 70 omdat… We komen tot een LRV van 65 omdat… Verwachte uitstroombestemming ( uitstroomniveau voortgezet onderwijs en vorm van ondersteuning ) Op basis van de verschillende uitstroomniveaus verwachten we een uitstroombestemming LWOO… Daarbij denken we aan ondersteuning in de vorm van…. Omdat… (motiviveer) Toelichting bij het bepalen van tussendoelen Hiervoor is een uitspraak gedaan over de LRV en de verwachte uitstroombestemming. Op basis daarvan kunnen tussendoelen worden bepaald. Bij voorspellingen over een langere periode is er een grote onzekerheidsmarge. Vandaar dat alleen tussendoelen worden bepaald voor maximaal twee toetsmomenten in de toekomst. Geef bij beide toetsmomenten de doelen aan in een bandbreedte: een minimumdoel en een streefdoel (Als bijlage is een rekenhulp beschikbaar). Behalve leergebiedspecifieke doelen, zullen er in de meeste gevallen ook doelen zijn die leergebiedoverstijgend zijn. Hieronder worden alleen de doelen beschreven; beschrijving van de aanpak, het leerstofaanbod en de evaluatie kan worden gedaan in het groepsplan of het handelingsplan, men kan volstaan met een verwijzing daarnaar. Leerlingen die een OPP hebben dat aan deze eisen voldoet, kunnen waarschijnlijk uitgesloten worden bij de berekening van de schoolresultaten van de eindtoets (Op dit moment (juli 2014) is dat nog niet helemaal zeker; het toezichtskader van de inspectie dat in het najaar van 2014 verschijnt zal hier uitsluitsel over geven). Toelichting bij planningsdeel Formeel is een OPP pas compleet als de doelen worden uitgewerkt in beschrijving van aanpak, leerstofaanbod en regelmatige evaluatie. Om praktische redenen volstaan we met een verwijzing naar bestaande hulpplannen en groepsplannen. Realiseert u zich dat deze plannen dus voorzien moeten zijn van een heldere koppeling met de hier beschreven doelen, een duidelijke formulering van de onderwijsbehoefte en de genoemde aanpak, leerstof en evaluatie. D. Tussendoelen Leergebiedspecifiek Huidig niveau E5 33 26 19 16 Toetsmoment M6 Toetsmoment E6 Uitstroom-niveau (zie boven) Min Streef Min Streef Technisch lezen 36 38 43 44 60 Spelling 31 33 35 38 57 Begrijpend lezen 22 24 26 28 42 Rekenen 20 22 24 26 39 Leergebiedoverstijgend Doelen voor werkhouding, taakaanpak, gedrag en/of sociaal-emotioneel functioneren Planningsdeel De hier genoemde doelen worden uitgewerkt in aanpak, leerstofaanbod en evaluatie en zijn te vinden in de volgende hulpplannen en groepsplannen: (zie B1) E. Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften E1. Ondersteuningsbehoeften van de leerling Toelichting Beschrijf hieronder concreet en kindspecifiek wat de leerling nodig heeft. Gebruik ter inspiratie de voorbeeldzinnen uit Bijlage1 : ‘Voorbeeldzinnen onderwijsbehoeften’ Vul bij ‘Aanvraag arrangement type en zwaarte’ de omschrijving en de zwaarte van het arrangement in. Gebruik de ‘Titels hulpvragen Kindkans’ voor een overzicht van de mogelijke arrangementen. Toelichting Evaluatie arrangementsdoelen Bij een nieuwe aanvraag kan het OPP aangevuld worden en het gedeelte onder F2 hieronder gekopieerd en opnieuw ingevuld worden. Deze leerling heeft nodig … : Relatie leerling-leerkracht - Een leerkracht die begrip heeft voor de beperkingen die Jan heeft. - Een leerkracht die veel positieve feedback geeft. - Een leerkracht die veel ondertitelt omdat Jan het lastig vindt om zijn omgeving te duiden en soms nog iets mist door zijn epilepsie. Relatie leerling-school - Groepsgenoten nodig die Jan waarderen in zijn eigenheid en bereid zijn uitleg te geven. -Ondersteuning nodig bij de verwerking door middel van deeltaken en steunmomenten. - Hulp bij het ordenen van zijn omgeving en het plannen van zijn werk. - Pleinbegeleiding d.m.v. het voor- en nabespreken van de pauzes. Relatie leerling-leerstof -instructie nodig die verlengd en vooral talig is, eerst het praatje en daarna het plaatje. -instructie die afgestemd is op zijn mogelijkheden. Voor rekenen krijgt hij een eigen leerlijn met veel instructie voor leerinhoud en taakaanpak door de RT’er met transfer naar de klas. -opdrachten en materiaal nodig die eenduidig zijn. Hij krijgt een gekopieerd rekenboek waar hij in kan werken. Fysiotherapie Ergotherapie Logopedie Okt. 2012 Jan heeft 10 keer ergotherapie gekregen om te leren zich beter te concentreren. Hij gebruikt een wiebelkussen. E2. Extra ondersteuningsbehoefte leerkracht Handelingsverlegenheid leerkracht / IB'er Wat heb je nodig? Aanvraag arrangement(en) ( type en zwaarte): Evaluatie arrangementsdoelen: F. Toestemmingsverklaring en Vaststelling F1. Toestemmingsverklaring Met welk doel? De ouder(s)/verzorger(s)/wettelijke vertegenwoordiger(s) verklaren hierbij het volgende: 1. Zij hebben van de hiervoor genoemde basisschool een kopie ontvangen van het OPP van voornoemd kind, inclusief de eventuele bijlagen die door school meegezonden moeten worden met dat OPP. 2. Zij geven aan voornoemde basisschool toestemming, het OPP mét de bijlagen digitaal te sturen naar Het Loket Berséba Midden, behorend bij het Landelijk Reformatorisch Samenwerkingsverband Berséba. 3. Zij geven toestemming aan Het Loket om, indien nodig, nadere inlichtingen in te winnen bij de instantie(s) of instelling(en) die in het OPP en/of de bijlagen genoemd worden en die voornoemd kind eventueel hebben onderzocht en/of in behandeling hebben (gehad). 4. Zij geven toestemming aan Het Loket om, indien er sprake is van problematiek op het gebied van cluster 2 (gehoor- en/of taal-spraak-problematiek) categorie 1 (lichamelijke beperking en/of zeer moeilijk lerend en/of langdurig ziek; voorheen cluster 3) categorie 2 (psychiatrische, gedrags- en sociaal-emotionele problematiek; voorheen cluster 4), het dossier van voornoemd kind ter inzage te geven aan de Ds. Detmarschool voor SBO en/of de Rehobothschool voor cluster 3 en cluster 4 te Ede. Deze scholen brengen op basis van het ter inzage ontvangen dossier advies uit aan Het Loket. F2.Vaststelling Hieronder is ruimte voor eventuele opmerkingen van de ouder(s)/verzorger(s)/wettelijke vertegenwoordiger(s) Hieronder is ruimte voor eventuele opmerkingen van de betrokken orthopedagoog of onderwijsadviseur Vader/moeder/verzorger én IB-er (contactpersoon OT) én de betrokken orthopedagoog of onderwijsadviseur verklaren kennis te hebben genomen van dit document . Plaats Datum Handtekening IB-er Handtekening ouder/verzorger Handtekening orthopedagoog/onderwijsadviseur Toelichting bij Vaststelling en Toestemmingsverklaring Gezien de inhoud van dit document is het zeer wenselijk dat het bepalen van het ontwikkelingsperspectief van de leerling besproken wordt met de ouders. Het overleg van de school met de ouders is op overeenstemming gericht; ouders zetten geen handtekening voor akkoord, maar voor gezien. Het OPP dient jaarlijks met de ouders besproken te worden. Voor gebruik binnen school is rubriek F1 uiteraard niet van toepassing; deze kan dan verwijderd worden. Beknopt OPP voor gebruik binnen school Binnen de basisondersteuning is het werken met een OPP niet verplicht, maar in sommige gevallen wel wenselijk. De rubrieken A t/m D zijn voldoende voor een OPP dat alleen een functie heeft binnen de school. Het geeft een verantwoording van de speciale ondersteuning die de leerling krijgt, maar die binnen de basisondersteuning valt. De onderwijs- en ondersteuningsbehoeften dienen dan wel te worden beschreven in een aanvullend groeps- of hulpplan. Wanneer de leerling wordt aangemeld bij het Loket voor ondersteuning vanuit Berseba dient wel het volledig OPP worden ingevuld. G. Bijlagen bij het OPP Aan dit rapport is toegevoegd: 1. … 2. … 3. … Toelichting bij Bijlagen Voor een overzicht van aan te leveren documenten + in te vullen onderdelen van het OPP per type arrangement zie Bijlage 3. Vermeld hieronder alle titels van de genummerde (!) bijlagen. De titels dienen te corresponderen met de documentnamen in Kindkans.