staatsinrichting-4

advertisement
In 1813 komt de zoon van Willem V terug
als soeverein vorst(na nederlaag Napoleon)
als koning Willem I
Er komt een nieuwe grondwet
-koning benoemt/ontslaat ministers naar
willekeur
-koning regeert bij K.B. buiten het
parlement om
-parlement heet Staten Generaal en
bestaat uit 1ste en 2de Kamer
-1ste Kamer:koning benoemt de
leden(benoemt vriendjes→bolwerk voor
de troon)
-2de Kamer:gekozen via Provinciale Staten
(getrapte verkiezingen) uit de aanzienlijken (soort censuskiesrecht)
-vrijheidsrechten:vrijheid van godsdienst
en vrijheid van drukpers
Koning heeft (nog)veel macht (soort
absoluut vorst)
In 1815 Congres van Wenen→koninkrijk
der Nederlanden→grondwet aangepast
In 1830 Belgische opstand→België
onafhankelijk→in 1840 grondwet opnieuw
aangepast
In 1840 koning Willem I→koning Willem II
In de 1ste helft van de 19de eeuw zijn er 2
politieke stromingen(nog geen partijen)
Volksvertegenwoordigers zitten daar a
titre personel (voor zichzelf)
Conservatieven bestaan uit de elite
(oude adel en regenten)
Zij zijn voor veel macht bij de koning
Liberalen bestaan uit de rijke burgerij.
Zij zijn voor de Nachtwakersstaat
Staat zorgt alleen voor
-defensie
-buitenlandse politiek
-infrastructuur
-belastingen
Verder moet alles overgelaten worden aan
het particulier initiatief
In 1848 revolutiegolf door Europa
Koning in 1 nacht van conservatief tot
liberaal→
hij geeft Thorbecke de opdracht een
nieuwe grondwet te maken (uit angst zijn
troon te verliezen)
Nederland een parlementair stelsel,maar
nog geen parlementaire democratie
Er was censuskiesrecht (+/- 10 %)
Er was een districtenstelsel
Organieke wet is een wet die een
grondwetsartikel uitwerkt b.v de kieswet
In de gemeentewet en de Provinciewet
werd de basis gelegd voor een
gedecentraliseerde eenheidsstaat met 3
bestuurslagen
In 1849 Willem II→Willem III
Willem III kreeg ruzie met het parlement.
Parlement wil invloed op
benoemen/ontslaan van ministers
3 grote conflicten
-Aprilbeweging
-kwestie Mijer
-kwestie Luxemburg
Opdracht 7
1815
-koning de baas,ministers zijn
dienaren
-1ste kamer door koning benoemd
-2de Kamer gekozen via Provinciale Staten
-vrijheidsrechten:vrijheid
van godsdienst en drukpers
-parlement alleen beperkt
budgetrecht
1848
-koning onschendbaar,ministers verantwoordelijk
-1ste kamer gekozen via Provinciale Staten
-2de Kamer direct door het
volk gekozen
-vrijheidsrechten:vrijheid van
onderwijs,vereniging en
vergadering en gelijkheid
van godsdienst
-parlement ook recht van
amendement,interpellatie en
enquete
-vrijheid en gelijkheid van godsdienst
(levensovertuiging)
-vrijheid van drukpers(meningsuiting)
-recht van vereniging en vergadering
-recht op bescherming van je persoon
-recht op bescherming van je bezit
-vrijheid van onderwijs
-recht op privacy
-recht op gelijke behandeling
-recht op bescherming van de onaantastbaarheid van je lichaam
Download