ROIG 2011 Reumatologie, IE van der Horst Casus 1. Een 30-jarige vrouw komt via de huisarts in verband met een zeurende lage rugpijn en moeheidsklachten. Bij navraag blijkt deze rugpijn al enkele maanden te bestaan en vooral onderin de rug is gelokaliseerd zonder uitstraling naar de benen. Deze klachten heeft ze al eens eerder gehad maar dat ging toen vanzelf weer over. Bij navraag heeft ze soms wat schilfering in het haar (”roos”). Ze heeft een kantoorbaan. Reumatoïde artritis kom niet in de familie voor. 1. Wat wilt u weten over de aard van haar rugklachten? 2. Waneer kunnen de rugklachten als “inflammatoir” worden beschouwd? 3. Welke kenmerken bij het lichamelijk onderzoek kunnen helpen bij het stellen van de diagnose? 4. Wat is uw differentiaal diagnose? Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? 5. Welke laboratorium onderzoek is zinvol ter bevestiging van uw meest waarschijnlijk diagnose? 6. Wat voor behandeling geeft u? 7. Wat zijn de mogelijkheden als uw eerste behandeling na 3 maanden niet effectief is?