PO/VO SCHOOLGIDS Dim.Spirou Rath 9 49 100 Corfu Griekenland 26610-36424 [email protected] 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Blz.2 Blz.3 Blz.3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 Blz.4 2.1 2.2 Blz.5 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 Blz.9 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 Blz.12 5.1 5.2 5.2 Blz.12 6.1 6.2 6.3 Blz.13 7.1 7.2 Blz.14 8.1 8.2 8.3 8.4 Blz.17 9.1 9.2 Blz.17 Blz.17 Inhoudsopgave Een woord vooraf De school. Naam en adres. Directie en team. Schoolbestuur. Situering van de school. Schoolgrootte. Achtergrond. Waar de school voor staat. Uitgangspunten. Onze missie : waar we voor staan. Het klimaat van de school. De organisatie van het onderwijs. De organisatie van de school. De samenstelling van het team. De activiteiten voor de kinderen + werkoverzicht PO per groep. Nederlandse cultuur. Voorzieningen op de leslocatie. De zorg voor kinderen en NTC Richtingen. De plaatsing van nieuwe kinderen in de school. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school. De speciale begeleiding voor kinderen met specifieke behoeften. Schoolverlaters. Naschoolse activiteiten voor kinderen. De leraren. Wijze van vervanging bij ziekte of afwezigheid om andere redenen. Scholing van leraren. Taken van leraren. De ouders. Het belang van de betrokkenheid van ouders. Ouderactiviteiten. Schoolgeld. De ontwikkeling van het onderwijs in de school : kwaliteitszorg. Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school. Zorg voor de relatie zorg en omgeving. De resultaten van het onderwijs. Cijfers over vorderingen in basisvaardigheden. Resultaten periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Uitkomsten van een sterkte/zwakte analyse van de school. Uitslag examens. Schooltijden en vakantierooster. Schooltijden. Vakantierooster. Sponsoring Bijlage 1 Overzicht methodes. 2 Een woord vooraf. Waarom een schoolgids voor ouders. Deze schoolgids is bedoeld om ouders te informeren en laat zien wat de school voor hun kind/kinderen kan betekenen. Waar we spreken over ouders bedoelen we ook alleenstaande ouders of verzorgers. Wat staat er in deze schoolgids. Deze schoolgids beoogt ouders inzicht te geven in: Hoe onze school het onderwijs vorm geeft; Hoe onze school de zorg voor kinderen in de praktijk uitwerkt; Wat ouders en school van elkaar mogen verwachten; Welke resultaten onze school hoopt te bereiken en bereikt heeft. Natuurlijk bevat de schoolgids ook veel praktische informatie en sluit deze aan bij het schoolplan. In het schoolplan beschrijven wij uitgebreid hoe ons onderwijs er voor een periode van vier jaar uitziet en wat onze plannen zijn om een goede school te blijven. Wie hebben aan deze schoolgids gewerkt. Aan deze schoolgids hebben gewerkt: Josien Thymis-Arentsen Hennie Pandis-Godeke Verzoek aan de ouders om te reageren. Indien ouders vragen of wensen hebben n.a.v. deze schoolgids,of suggesties voor verbetering hebben,kunnen ze contact opnemen met een van de personen die meegewerkt hebben aan het tot stand komen van deze gids. 1 De school. 1.1 Naam en adres. Stichting Nederlandse Taal Kerkyra : De Leeuwenbekjes. Dim.Spirou Rath 9 49 100 Corfu Griekenland Tel. : 26610-36424 1.2 Directie en team. Josien H.Thymis-Arentsen ( lerares&directeur) Kapodistriou 33 49 100 Corfu,Griekenland Tel.:26610-45323 / mobiel : 694 639 2450 E-mail:[email protected] Hennie Pandis-Godeke ( lerares) Mit.Athanasiou 11a 49 100 Corfu,Griekenland Tel.:26610-34191/ mobiel : 694 496 7432 E-mail:[email protected] 1.3 Schoolbestuur. Voorzitster: Penningmeesteresse: Secretaresse: Lid Annegreet v.d.Lee Janneke van Rosmalen Karin van Gemert Christina Panagiotidou 26610-44869 26610-41775 26610-97257 26630-51889 3 1.4 Situering van de school. De school bevindt zich even buiten het centrum van Corfu en is met eigen en openbaar vervoer ( bus nr.2) goed te bereiken. De school is van alle faciliteiten voorzien. 1.5 Schoolgrootte. De school heeft gemiddeld tussen de 20 en 30 leerlingen verdeeld over verschillende groepen en 2 leraressen. 1.6 Achtergrond. Op verzoek van een kleine groep ouders werd eind 1998 naar zoveel mogelijk Nederlanders en Nederlandssprekende Belgen een enquête verstuurd, om te onderzoeken of er belangstelling was voor lessen Nederlandse Taal en Cultuur in schoolverband. De respons op deze enquête was niet teleurstellend. In totaal werden 33 kinderen aangemeld in de leeftijd van 4 tot 14 jaar. Er werden contacten gelegd met lokale scholen om onderdak te vinden. Er waren al contacten met het NOB in Nederland en die werden geïntensiveerd. Begin februari 1999 werd de eerste oudervergadering belegd. Op dat moment waren er 2 leerkrachten beschikbaar en was er de toezegging van het YMCA dat we daar de lokalen zouden mogen gebruiken. Het bestuur werd gekozen en besloten werd om verder te gaan met alle voorbereidende stappen, nodig om in september 1999 van start te kunnen gaan met de lessen Nederlandse Taal en Cultuur op PO-niveau. In september 2001 bleek er behoefte aan lessen Nederlandse Taal en Cultuur op VO-niveau , met als leerlijn : CNaVT. Daarmee is toen direct begonnen. Tot op de dag van vandaag hebben leerlingen de mogelijkheid om 1x p.j.deel te nemen aan een CNaVT-profielexamen. 2 Waar de school voor staat. 2.1Uitgangspunten. Het onderwijs op onze N.T.C.-lessituatie wordt bepaald door het specifieke karakter ervan.Het is een deel van het totale basis-en voortgezetonderwijs dat het kind wordt aangeboden.Voor de kinderen die onze N.T.C.-lessituatie bezoeken,is door de ouders veelal bewust gekozen voor het Grieks als moedertaal en voor Nederland als het land waarmee speciale en culturele banden onderhouden worden.Ons onderwijs heeft daarom een belangrijke taak als centrum van de Nederlandse taal en cultuur.Een aantal kinderen zullen na zekere tijd mogelijk naar Nederland gaan om daar hun schoolloopbaan voort te zetten. De school staat ook open voor Nederlandstalige Belgische kinderen. Om te voorkomen dat overal in deze schoolgids Nederlands/Nederland/Belgisch/België moet worden geschreven,schrijven we vanaf hier alleen maar Nederlands/Nederland,maar ook Belgisch/België wordt hiermee bedoeld. Vanaf mei 2002 bestaat de mogelijkheid om op school examen te doen op alle niveau’s voor het”Certificaat Nederlands” en vanaf februari 2008 deel te nemen aan de Cito-eindtoets. Onze missie : waar we voor staan. De N.T.C.-lessituatie heeft als taak de Nederlandse taal een plaats te geven binnen de totale opvoeding van het kind.In het bijzonder betekent dit dat het N.T.C.-onderwijs de Nederlandse taal en cultuur aanbiedt. Om het N.T.C.-onderwijs succesvol te laten verlopen hebben wij als richtlijn een minimum aantal gewenste onderwijsuren van 120 uren per jaar c.q.3 uur per week. Leerstof en vaardigheden die bij het onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur overgedragen worden,staan ten dienste van de totale persoonlijkheidsvorming. De N.T.C.-lessituatie heeft ook als doel een eventuele aansluiting met het Nederlandse onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen.Daarom maakt,naast de Nederlandse taal,ook de Nederlandse cultuur deel uit van het onderwijsaanbod. De NTC-school streeft naar een goede opvang en overdracht bij de overgang van of naar een andere school. De NTC-school op Corfu moet uitgaan van het standpunt dat het Nederlands voor onze kinderen de tweede taal is.Het doel is daarom ook de kinderen vooral plezier bij te brengen in het gebruiken van de Nederlandse taal en dat er aan het einde van de schoolperiode met een goed gevoel door de kinderen wordt teruggekeken en dat er leerresultaten zijn behaald,die passen bij hun niveau. De NTC-school tracht een goed contact te onderhouden met de ouders van de leerlingen. 4 2.2 Het klimaat van de school. Veel mensen beseffen dat de sfeer waarin een kind moet opgroeien van groot belang is om een volwaardig mens te worden.Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde,duidelijkheid en regelmaat op prijs,in combinatie met aandacht voor de individualiteit van elk kind. Pas als een kind zich veilig voelt kan het zich ontwikkelen. Bij het leren vinden wij het belangrijk dat: kinderen geloof en plezier hebben in hun eigen kunnen (competentie); kinderen zonder hulp zelf dingen kunnen ondernemen (autonomie); kinderen voelen dat anderen hen waarderen (relatie). Wij willen met ons onderwijs bereiken dat kinderen werken aan hun zelfvertrouwen, verantwoordelijkheid durven te nemen, gevoelens kunnen tonen en vaardigheden leren ontwikkelen die zij nodig hebben om te kunnen functioneren in de maatschappij. Kinderen hebben behoefte aan houvast. Dat betekent dat de leerkracht consequent moet zijn. Dit is te zien doordat: de leerstof duidelijk geordend wordt; er vaste regels zijn door de hele school. Hierdoor ervaren de kinderen regelmaat en duidelijkheid. Met het oog op de achtergrond van onze leerlingen willen wij dat: kinderen kennis maken met en ervaringen opdoen met typisch Nederlandse festiviteiten,feestdagen,gebruiken en gewoontes. 3 De organisatie van het onderwijs. 3.1 De organisatie van de school. Schoolorganisatie. Het N.T.C.-onderwijs is een aanvulling op het onderwijs van de dagschool.Dat betekent dat het aantal beschikbare uren beperkt is tot de naschoolse uren.Kinderen zijn bovendien afkomstig van meerdere scholen. Aan het begin van het schooljaar krijgt elke leerling een lijstje met mee te brengen materiaal,b.v.schriften,stiften etc. Groepsgrootte. De groepen zijn over het algemeen klein (3-10 kinderen). We kunnen dus veel individuele aandacht aan de kinderen geven. Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften. Leerlingen krijgen aandacht op het niveau van hun individuele problematiek.We hanteren verschillende middelen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit op het gebied van de leerling-zorg verankerd blijft in de dagelijkse praktijk en open blijft staan voor verbetering: Bespreking signaleringstoetsen; Leerling besprekingen; Een keer per jaar hebben we een evaluatievergadering met het team,waarin tevens punten ter verbetering worden opgesteld Bijstellen van het schoolplan. 3.2 De samenstelling van het team. Het team bestaat uit 2 leraren. 3.3 De activiteiten voor de kinderen + werkoverzicht PO per groep. Het onderwijs in de Nederlandse taal is erop gericht dat de leerlingen vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen;kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis,gebruik en vorm van taal;plezier hebben of houden in het gebruiken en beschouwen van taal.Het onderwijsaanbod is hierop gebaseerd. Groep peuters :De ontwikkelingen die het kind doormaakt tussen het tweede en vierde jaar, zijn van wezenlijk belang voor hun verdere ontwikkeling. Vooral de uitbreiding van de woordenschat en de sociaal-emotionele ontwikkelingen spelen hierbij een grote rol. Om deze te stimuleren, worden de kinderen in diverse speelse situaties gevarieerde mogelijkheden geboden met aan de leeftijd aangepaste zelfstandigheid, zelfredzaamheid en creativiteit. Groep 0-1-2 PO :Kleuters leren al doende door spel.We spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is dat hun taalgebruik kan stimuleren en bevorderen.Een grote woordenschat en zich veilig en vertrouwd voelen met de 5 Nederlandse taal is een basis voor het latere lees-en schrijfonderwijs.Daarom kiest de school voor de mogelijkheid om kinderen op 3,5 jarige leeftijd te kunnen laten beginnen in de kleuterklas. In groep 1 en 2 wordt een grote verscheidenheid aan ontwikkelingsmateriaal gebruikt.De nadruk ligt op spelend en ontdekkend leren.Aan de hand van thema’s komen alle aspecten die van belang zijn voor de ontwikkeling van het jonge kind aan de orde.Gebruik wordt gemaakt van verschillende taalmethodes.Hiernaast is er grote aandacht voor samen spelen,zelfstandigheid en expressie. Groep 3-8 PO/1-4VO :In deze groepen bieden we een gevarieerd aanbod,gebaseerd op functioneel taalgebruik.Mondeling en schriftelijk taalgebruik komen beide aan de orde. De kinderen leren schrijven met een “Stabilo”potlood en gaan daarna over op een pen, omdat deze een speciale pengreep hebben voor zowel voor rechts- als linkshandige kinderen en stevig zijn. Tot het tijdstip dat het handschrift ontwikkeld is, wordt alleen de “Stabilo” gebruikt. 6 groep 0/1 Huiswerkmap 1 Invulbladen Huiswerkmap 2 Boeken Klas 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. uitleg thema Ko A,B of C huiswerkblad invulbladen pc/spelletjes werkbladen schrijfontwikkeling werkbladen begrippen/stam werkbladen extra map gebarenversjes map huiswerkbladen + Baspraatplaten uitleg thema huiswerkblad invulbladen pc/spelletjes werkbladen begrippen/stam liedjesbingo gr.2 letterboek gr.2 map gebarenversjes map huiswerkbladen + Baspraatplaten 1. 2. pc citotoetsen 1. 2. pc citotoetsen 3a 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. huiswerkblad nieuwsbrief invulbladen pc kernwerkbladen maan kernwerkbladen zon letterzetter ster letterzetter raket schrijfschrift 3b 1. 2. 3. 4. 5. 6. huiswerkblad invulbladen pc maakbladen kern handelingsplan map kern map leeskaarten 4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. huiswerkblad invulbladen pc instructie wrts werkboek spelling woordzoekers werkboek woordenschat mijn woordenboek werkboek Spelling in de lift werkboek Stenvert A puzzels boekverslag 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 1. 2. 3. 4. 5. 6. instructie kern 1-7 leesboek kern 1-7 veilig en vlot ringboekje letters aanleren met bewegingen kernwerkbladen + keuze wb. klikklakboekje speloefenmateriaal meemaakschrift (vanaf januari) begrijpend lezen pc citotoetsen instructie kern 8-12 leesboek kern 8-12 kernwerkbladen + keuze wb. meemaakschrift lezen sprookjes 5-12 ,rest zomerw. pc citotoetsen taalboek T.a. leesboek kern 9-12 boom meemaakschrift pc citotoetsen nieuwsbegrip 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. handelingsplan woordenschat definities map Taal actief map spelling extra map leeskaarten map AVI 1-36 map opstel 7 5 6 7 8 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. huiswerkblad invulbladen pc instructie wrts werkboek spelling woordzoekers werkboek woordenschat werkboek Spelling i.d.lift werkboek Rick 1-40 werkboek Stenvert B boekverslag huiswerkblad invulbladen pc instructie wrts werkboek spelling woordzoekers werkboek woordenschat werkboek Spelling i.d.lift map begr.lezen Tekstbegrip 1-13 werkboek Stenvert C .boekverslag huiswerkblad invulbladen pc instructie wrts werkboek spelling woordzoekers werkboek woordenschat werkboek Spelling i.d.lift boekverslag huiswerkblad invulbladen pc instructie wrts werkboek spelling woordzoekers werkboek woordenschat werkboek Spelling i.d.lift boekverslag 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. handelingsplan woordenschat definities map Taal actief map spelling extra map Nauwkeurig lezen map AVI 37-65 map opstel 1. 2. 3. 4. 5. 6. taalboek T.a. meemaakschrift canon 5/6 : 1-25 pc citotoetsen nieuwsbegrip 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. handelingsplan woordenschat definities map Taal actief map spelling extra map Sprint taal map begr.l. Tekstbegrip tekst 1-13 map lezen provincies deel 1+2 map opstel 1. 2. 3. 4. 5. 6. taalboek T.a. canon 5/6 : 26-50 Anders nog iets:muziek/teksten pc citotoetsen nieuwsbegrip 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. handelingsplan definities woordenschat map Taal actief map spelling extra map begr. lezen groep 7 map Lang geleden 1-25 map opstel 1. 2. 3. 4. 5. taalboek T.a. canon 7/8 : 1-25 pc citotoetsen nieuwsbegrip 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. handelingsplan woordenschat definities map Taal actief map spelling extra map begr. l./samenvatting groep 8 map Lang geleden 26-50 map lezen cito map opstel 1. 2. 3. 4. 5. 6. taalboek T.a. canon 7/8 : 26-50 pc citotoetsen cito-eindtoets nieuwsbegrip Werkoverzicht PO per groep. Zie ook bijlage 1,blz.19 8 3.4 Nederlandse cultuur. Voor alle groepen wordt de jaarlijkse cyclus van feestdagen doorlopen,waarbij in ieder geval aandacht is voor Koninginnedag en Sinterklaas.Jaarlijks worden daarnaast andere feestdagen benadrukt,zoals carnaval,vader-en moederdag,Pasen,Kerst etc.Incidenteel (als daartoe aanleiding is) worden typisch Nederlandse evenementen belicht,zoals b.v. De elfstedentocht,Luilak.St.Maarten.Er wordt gelezen uit en gesproken over Nederlandse kinder-en jeugdtijdschriften,tijdschriften.krantenberichten etc.Ervaringen na contact met Nederland (bezoeken,visites,vakanties)worden uitgewisseld. 3.5 Voorzieningen op de leslocatie. De school is gehuisvest op de begane grond in een vrijstaand gebouw gelegen in een grote tuin,die als speelplaats wordt gebruikt en heeft daar twee lokalen tot zijn beschikking, die wij gebruiken om de verschillende groepen te onderwijzen. De derde ruimte + een keuken wordt gedeeld met de “Nederlandstalige Club”.In elk lokaal bevindt zich een kinderbibliotheek met lees-en prentenboeken,dvd’s,cd’s,cd-roms,kindertijdschriften en documentatiemateriaal.Ook hebben wij de beschikking over 7 computers,2 laptops,internet,een tv + video + dvd-speler en 1 cd-speler.Het (les)materiaal wordt door de leerkrachten aangeboden en blijft eigendom van de school.Er wordt verwacht dat het materiaal dat mee naar huis wordt genomen,netjes wordt behandeld.Het kind heeft dan ook altijd een tas bij zich om het materiaal te vervoeren.In de school mag niet gerookt worden. 4 De zorg voor kinderen. 4.1 De plaatsing van nieuwe kinderen in de school en NTC Richtingen. Op onze school is het kunnen inschatten van de taalniveau’s van de leerlingen en de daaraan verbonden onderwijsdoelstellingen een noodzaak bij het plannen van het onderwijs. Tevens blijkt dat een dergelijke inschatting ook de ouders inzicht geeft in het taalniveau van hun kind en de verwachtingen die zij kunnen hebben van het onderwijs.Op basis van de doelstellingen van ons onderwijs,maken wij onderscheid tussen NTC Richting 1,2 en 3. NTC Richting 1 : Is gericht op directe aansluiting bij het onderwijs in Nederland en moet een terugkeer in Nederlands onderwijs faciliteren. Binnen deze richting wordt toegewerkt naar de kerndoelen van de Nederlandse taal en de tussendoelen zoals geformuleerd voor de verschillende jaargroepen. Bij deze leerlingen is Nederlands de dominante taal in de thuissituatie,daarnaast spreken zij de dagschooltaal en eventueel de taal van het land. In ons geval is de dagschooltaal hetzelfde als de taal van het land : Grieks. De woordenschat zal daarom variëren en het schriftelijk taalgebruik zal beïnvloed zijn door het onderwijs in de dagschooltaal. NTC Richting 2 : Doel is het zo goed mogelijk op peil houden van de Nederlandse taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Bij deze leerlingen wordt doorgaans met een van de ouders Nederlands gesproken en de taal van de andere ouder valt vaak samen met de dagschooltaal. Deze taal zal de dominante taal zijn binnen het gezin. Kerndoelen en tussendoelen voor verschillende jaargroepen worden op een maximale afstand van twee jaar gevolgd. Deze kinderen zullen thuis wel Nederlands spreken,maar over het algemeen zal in het gezin een andere taal dominant zijn. De nadruk in het NTC-onderwijs zal in dit geval liggen op het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. NTC Richting 3 : Deze leerlingen leren Nederlands als een vreemde taal,met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Het leerstofaanbod is gericht op de gewenste taalontwikkeling voor deze leerlingen gezien hun startniveau. Het betreft kinderen die thuis geen Nederlands spreken en de taal niet of nauwelijks beheersen. Ouders van kinderen maken telefonisch,per mail of mondeling aan de school kenbaar dat er interesse is voor onze school. Zij worden hierna uitgenodigd door de directie voor een aanmeldingsgesprek met de teamleden. Tijdens het aanmeldingsgesprek worden de basisgegevens van de leerling en de ouder(s) opgeschreven. In dit gesprek worden de verwachtingen en het aannamebeleid van R3 leerlingen besproken. Er wordt verwacht dat het kind in de leeftijd van 0-4 naar de moeder en kind groep gaat. Het moeder en kind programma loopt van oktober tot Pasen. Tijdens deze ochtend, komt het kind in een Nederlands sprekende omgeving terecht. De lessen worden uitsluitend in het Nederlands gegeven. De ouder (vaak moeder) mag er bij blijven ter ondersteuning, maar in de loop der tijd is het de bedoeling dat die aanwezigheid steeds minder wordt, zodat het kind went aan routine en zelfstandig kan functioneren in de groep. De ouder blijft aanwezig in de clubruimte, maar ook daar is de voertaal Nederlands (zolang er kinderen en baby’s aanwezig zijn) 9 De ouder krijgt na de les via facebook/email liedjes en/of verhaaltjes toegestuurd, zodat het thuis nog eens herhaald kan worden. Van de ouder wordt verwacht dat er voor gekozen wordt, om op een voor de familie geschikt tijdstip, Nederlands aan te bieden . De rol van de school is om de ouder te blijven motiveren. Aan het eind van het schooljaar is er een afrondend gesprek met zo mogelijk beide ouders. Er vindt een intakegesprek plaats Intakegesprek: Tijdens het intakegesprek wordt het intakeformulier ingevuld,waarin o.m. de verwachtingen van de ouders op schrift worden gesteld en geprobeerd wordt een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het Nederlandse taalniveau van het kind,want het moet in staat zijn voldoende Nederlands te verstaan en te spreken om de lessen te kunnen volgen, Dit formulier zal aan het eind van de moeder en kindperiode ingevuld worden of . Er is dan een beeld van de motivatie van het kind en de ouders. Als de ouder en het kind gemotiveerd zijn om door te gaan met de Nederlandse les, komt het kind in groep 0, 1 of 2 en volgt 1x per week les. Het kind krijgt huiswerk. Ook hier wordt weer inzet van de ouder(s) verwacht. Na groep 2 wordt er een taaltoets afgenomen. Het kind moet dan de instructie in het Nederlands kunnen volgen. Pas dan kan de leerling doorstromen naar groep 3 en 4. Dit gebeurt in overleg met de leerkracht. Er moet een stijgende lijn in de testresultaten zijn. Wanneer dit niet het geval is en de aanwezigheid in de klas negatieve gevolgen heeft voor R2 en R1 leerlingen kan dit gevolgen hebben. Het voortgangsgesprek zal uitwijzen of de R3 leerling bij de R2/R1 leerlingen in de klas kan blijven of dat er andere maatregelingen genomen moeten worden. Er kan niet gegarandeerd worden dat de lln.,onder dezelfde voorwaarden, op school kan blijven wanneer er geen stijgende lijn is in de leerresultaten. Tot groep 5(8jr) kan een leerling instromen, zolang hij in het Nederlands de les kan volgen. Nadien zal er overlegd moeten worden in welke groep de lln. eventueel kan instromen en hoeveel schoolgeld er betaald moet geworden. Plaatsing kan niet gegarandeerd worden. De voortgang van ieder kind wordt tijdens de schoolperiode gevolgd. Indien een kind onverhoopt en structureel achter blijkt te blijven, bezint de school zich samen met de ouders op mogelijke extra ondersteuning, bevorderen dat meer Nederlands in de thuissituatie wordt gesproken of in het uiterste geval het beëindigen van het volgen van de lessen. De schoolgids wordt per mail opgestuurd na het intakegesprek en het kind kan als aangenomen worden beschouwd. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school. De wijze waarop het werk van de kinderen wordt bekeken en beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om vorderingen van de leerlingen te verzamelen. Via toetsen en observaties worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden.Onafhankelijk daarvan hanteren we delen van het Cito-volgsysteem,waarin de leerlingen op hun ontwikkelingsniveau op het gebied van taal,spelling en lezen ingeschaald worden. De gehanteerde toetsen zijn methodeoverstijgend,snel en eenvoudig af te nemen,genormeerd,betreffen alle basisvaardigheden en heeft betrekking op de gehele basisschool. De afname van de Cito-volgsysteemtoetsen vinden plaats volgens een toetskalender,welke is opgesteld in overeenstemming met de aanwijzingen in de handleidingen van de verschillende toetsen. Het Cito verdeelt de toetsresultaten in A t/m E scores. De A-groep (zeer goed) zijn de ca. 25% hoogst scorende leerlingen,de B-groep (goed) zijn ca.25% net boven het gemiddelde scorende leerlingen,de C-groep (voldoende) zijn de ca. 25% net onder het landelijke gemiddelde scorende leerlingen,de D-groep (matig/zwak) zijn de 15% ruim onder het landelijke gemiddelde scorende leerlingen en de Egroep (zwak/zeer zwak) zijn de ca. 10% laagst scorende leerlingen We volgen het toetsschema dat is opgesteld overeenkomstig aanwijzigingen in de handleidingen. Leerstofgebied PO Taal PO Spelling PO Woordenschat PO Technisch lezen PO Begrijpend lezen VO CNaVT Toets Intaketoets NOB Taal voor kleuters Ordenen Ruimte en tijd SVS niet werkwoorden SVS werkwoorden Woordenschattoets Leeswoordenschat DMT Toetsen begrijpend lezen Voorbeeldexamens CNaVT Toetstaken toetsenbank Groep 1-2 NTC-richting R1,R2,R3 3-8 7-8 3-4 5-8 3-8 3-8 Jaar 1/2/3/4 R1,R2,R3 R1,R2,R3 R1,R2,R3 R1,R2,R3 R1,R2,R3 10 De verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleraar. Van iedere leerling wordt een digitaal leerling-dossier bijgehouden.Daarin worden personalia,eventuele medische gegevens, toets-en rapportgegevens,eventuele handelingsplannen en verslagen opgenomen. Het leerling-dossier is toegankelijk voor de directeur en de groepsleraar. Ook ouders kunnen het dossier van hun kind inzien. Het dossier wordt niet alleen gebruikt om de ontwikkeling van het kind te volgen,maar bij een eventuele overgang naar een andere school geeft dit dossier een goed beeld van het kind. De wijze waarop het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen besproken wordt met de ouders. Eenmaal per jaar ontvangen ouders een digitale rapportage van de vorderingen van hun kind en worden de ouders uitgenodigd om met de groepsleerkracht het rapport van hun kind te bespreken in een tien-minutengesprek.Indien daartoe aanleiding is,worden de ouders tussentijds uitgenodigd voor een gesprek.Als ouders zelf behoefte hebben aan een gesprek zijn ze altijd welkom.De leerkracht van een NTC-lespuntlocatie maakt het kind niet dagelijks mee.Het is daarom belangrijk dat ouders eventuele problemen melden,zodat de leerkracht een beter zicht krijgt op het kind in zijn totaliteit. 4.3 De speciale begeleiding voor kinderen met specifieke behoeften. Indien blijkt dat n.a.v.de verzamelde informatie een handelingsplan noodzakelijk is,wordt dit opgesteld en uitgevoerd door de groepsleerkracht. Hierin staat welke extra zorg het kind krijgt en op welke manier. Na een van te voren bepaald aantal weken wordt nagegaan of het handelingsplan werkt. Als het nodig is wordt het plan bijgesteld. Zo krijgt elk kind de zorg die het nodig heeft. De zorg vindt zo veel mogelijk plaats in de klas. De voorzieningen. De methodeonafhankelijke toetsen voor spelling,taal en lezen van het leerlingvolgsysteem worden op verschillende momenten in het schooljaar afgenomen.De resultaten over de gehele basisschoolperiode zijn weergegeven in een grafiek,een soort ‘groeicurve’voor leerresultaten.Hierdoor is het gemakkelijk te constateren of de leerling goed’meegroeit’,stilstaat of misschien zelfs achteruitgaat.In de laatste 2 gevallen zal de leerkracht een individueel handelingsplan opstellen en dan uitvoeren.Ook bij kinderen die het Nederlands minder goed beheersen wordt regelmatig vastgesteld of de leerdoelen voldoen aan de vooraf vastgestelde verwachtingen. Tevens wordt er inzicht verkregen in hoe de groep het als geheel doet. Lezen en AVI Leren lezen gebeurt doorgaans tussen het vijfde en het achtste jaar. De kinderen van NTC-De Leeuwenbekjes leren lezen met de nieuwste versie van Veilig Leren Lezen : de maan-roos-vismethode. Hoe vaker kinderen oefenen met lezen, hoe makkelijker het ze afgaat. Ouders kunnen zich ook oriënteren via de site van uitgeverij Zwijsen, die deze methode ontwikkelde. AVI staat voor Analyse Van Individualiseringsvormen en is begin jaren zeventig bedacht om leesstof te ordenen. Zo werd het gemakkelijker om boeken te kiezen die passen bij de leesvaardigheid van kinderen. De AVI-niveaus zeggen iets over zinsopbouw, woordkeus en het onderwerp van een tekst. Wat betekenen de verschillende AVI-niveaus? Vanaf augustus 2008 werken scholen, bibliotheken en boekwinkels in Nederland met een nieuw AVIsysteem, waarbij de cijfers 3, 4, 5, 6 en 7 corresponderen met de groep waarin het kind zit. De letters M en E staan voor ‘midden’ en ‘eind’ van de groep. Er zijn 12 AVI-niveaus. Voorbeeld: Een boek met de code AVI M4 is geschikt voor leerlingen die op de helft van groep 4 zijn. Uiteraard gaat het hier om gemiddelden. A AVI-oud → 1→ 2→ 3→ 4→ 5→ 6→ 7→ 8→ 9→ >9 → N AVI-nieuw Start-M3 M3-E3 E3-M4 M4-E4 M4-E4-M5 E4-M5-E5 E5-M6 E5-M6-E6-M7 M6-E6-M7 M7-E7-PlusVI 11 De leesontwikkeling op school verloopt van beginnende geletterdheid tot goed geautomatiseerd begrijpend lezen. De verschillende fasen en aspecten van het leesproces die wij onderscheiden, zijn: ontluikende geletterdheid (gr.1-2) aanvankelijk lezen (gr.3) voortgezet lezen (onder te verdelen in voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen en studerend lezen/informatieverwerking) (gr.4-8) 4.4 Schoolverlaters. Over ieder leerling die de school verlaat wordt t.b.v.de ontvangende school een onderwijskundig rapport opgesteld.De ouders ontvangen hiervan een afschrift.In dit rapport staan o.m.de algemene gegevens,bijzondere gegevens en gegevens over de vorderingen van de leerling bij de leer-en vormingsgebieden.In ieder geval wordt vermeld binnen welke taalsituatie de leerling onderwijs heeft gevolgd.Over de scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland bestaan kwaliteitskaarten om een schoolkeuze makkelijker te maken.Ouders van leerlingen die onderwijs in Nederland gaan volgen kunnen deze kwaliteitskaarten vinden op de internetsite van de inspectie van het onderwijs. (http//www.onderwijsinspectie.nl ). 4.5 Naschoolse activiteiten voor kinderen. Er wordt wekelijks huiswerk opgegeven aan de eerste t/m achtste groepen en elke leerling (PO&VO) krijgt voor de zomervakantie oefenstof mee (zomerhuiswerk). Huiswerk vormt een aanvulling op het N.T.C.-onderwijs,dat in aantal uren beperkt is.Het is tevens een mogelijkheid de leerlingen te brengen tot een persoonlijke en zelfstandige verwerking van de leerstof en een taakbewustzijn aan te kweken.Bij het huiswerk is motivatie, steun en begeleiding van de ouders gewenst De leerlingen uit de eerste drie groepen (0-1-2) krijgen elke week een prentenboek en/of voorleesboek mee.De leerlingen uit de derde groepen(elke week) ,de vierde t/m achtste groepen en de VO-groepen (elke tweede week)kiezen zelf een boek uit de bibliotheek. Een keer per jaar,voor de zomervakantie, wordt er,bij voldoende belangstelling, een tweedaags zomerkamp georganiseerd. 5 De leraren. 5.1 Wijze van vervanging bij ziekte of afwezigheid om andere redenen. Er kunnen redenen zijn dat leraren niet aanwezig zijn,zoals b.v.ziekte.Zo mogelijk zal vervanging intern worden opgelost of ingehaald op een ander tijdstip,om zo veel mogelijk te voorkomen dat leerlingen vanwege afwezigheid van de leraar de school moeten verzuimen. 5.2 Scholing van leraren. Net als leerlingen zijn leraren nooit uitgeleerd. Het is belangrijk dat zij de ontwikkelingen in het onderwijs blijven volgen en steeds werken aan het vergroten van hun deskundigheid. Daarom volgen onze leraren zo mogelijk regionale bijscholingscursussen georganiseerd door 1 van de 15 NTC-scholen.in Griekenland,webinars en lezen vakliteratuur. 5.2 Taken van leraren. De leerkrachten hebben veel taken,behalve de lesuren. Plannen en uitvoeren van het lesprogramma,verzorgen van kwalitatief goed onderwijs,bijhouden van de leerling-dossiers,opstellen en uitvoeren van handelingsplannen,verzuimregistratie bijhouden,rapportage vorderingen aan directie,bestuur en ouders,vaststellen van de leerlingenrapporten,deelnemen aan bestuur -en teamvergaderingen,overleg met en informatievoorziening aan ouder over gang van zaken,opstellen van schoolplan en schoolgids, deelnemen aan bijscholingen ,het lezen van vakliteratuur en de inrichting&schoonmaak van de lokalen. 6 De ouders. 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders. Van ouders en leerkrachten wordt verwacht dat zij handelen in het belang van het kind.Wij proberen een goede samenwerking te creëren door de school toegankelijk te maken voor ouders.Ouders krijgen zoveel mogelijk informatie.Indien voor de ouders de informatie onvoldoende blijkt te zijn,is deze zowel schriftelijk als mondeling altijd verkrijgbaar.Van de ouders wordt verwacht dat zij vertrouwen hebben in het onderwijzend personeel.Begrip en respect voor elkaar is een uitgangspunt voor een goede communicatie. Goede contacten tussen ouders, leerlingen en school werken door in de kwaliteit van onze school en komen de leerprestaties en maatschappelijke ontwikkeling van de leerling ten goede In het kader van het N.T.C.-onderwijs is het nuttig dat ouders op de hoogte zijn van de doelen die gesteld zijn t.a.v.het te bereiken niveau van Nederlandse taalbeheersing.Uit onderzoek is gebleken dat de thuistaal ‘er 12 blijkbaar toe doet ‘,Het succes van het N.T.C.-onderwijs is in grote mate afhankelijk van een positieve en stimulerende houding van de ouders.Hoe meer gezinsleden het Nederlands met elkaar gebruiken,hoe beter de resultaten. Tips voor werken aan spreekvaardigheid : •Wees consequent: spreek in dezelfde situatie altijd dezelfde taal. • Houd het leuk. • Weet wat er op school behandeld wordt, spring in op dezelfde thema’s. • Zorg dat de betekenis van een woord goed duidelijk is. • Benoem de dingen uit het dagelijkse leven, dingen die je samen doet of ziet. • Stimuleer lezen en lees regelmatig voor. • Benadruk successen, geef complimenten. . 6.2 Ouderactiviteiten. Aan de ouders wordt gevraagd zoveel mogelijk mee te helpen aan de organisatie van het jaarlijkse schoolkamp, vieringen, feesten en bepaalde schoolse activiteiten. I.v.m.noodzakelijke bezuinigingen is er geen werkster meer.De leraressen houden de lokalen schoon. De clubleden die op de woensdag en vrijdag iets komen drinken houden de keuken netjes. De wc en de clubruimte wordt bij toerbuurt door de ouders schoongehouden.(Ook door de Duitse ouders).Een schoonmaakrooster wordt opgestuurd. 6.3 Schoolgeld. Dit te betalen in 1 x of in 3 termijnen (aanvang schooljaar-Kerst-Pasen). Contant : in gesloten envelop met naam van de leerling en ingesloten bedrag. NEDERLANDSE REKENING: IBAN : NL07 INGB 0001901385 BIC/SWIFT: INGBNL2A OP NAAM VAN: STICHTING NEDERLANDSE TAAL KERKYRA GRIEKSE REKENING: IBAN: GR0301107490000074960229958 BIC/SWIFT: ETHNGRAA OP NAAM VAN VAN ROSMALEN JOHANNA MARIA Eerste kind Vanaf het tweede kind 255 Euro + 35 Euro contributie + 10 Euro materiaalkosten of 3x 100 Euro 200 Euro + 10 Euro materiaalkosten of 3 x70 Euro Genoemde prijzen gelden voor leerlingen die NT2-onderwijs gevolgd hebben op een door het NOB erkende NT2school of op een Nederlandse PO-school. Zoniet,hanteren wij andere tarieven. Hetzelfde geldt voor leerlingen die op onze school onderwijs willen volgen om een diploma te halen. 7 De ontwikkeling van het onderwijs in de school : kwaliteitszorg. 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school. Onze school voert een actief kwaliteitsbeleid. De nadruk ligt daarbij op het leren van de kinderen (met goede,actuele methoden) en het onderwijs dat wij geven. Dit kwaliteitsbeleid leggen wij telkens voor een periode van vier jaar vast in ons schoolplan. Vanwege de kenmerken van de leerlingpopulatie op onze NTC-school en binnen de elementen die wij aangegeven hebben als onze missie, willen wij in de komende periode wederom aandacht besteden aan : de aansluiting met het Nederlands onderwijs. zoveel mogelijk bereiken op het gebied van de taalontwikkeling in de eerste 4 leerjaren van het PO. woordenschatonderwijs ,m.n. in groep 0/1/2. leesbevordering. 13 digitalisering van de school-en leerlingenadministratie,handelingsplannen, toetsresultaten en rapporten door de leraren afronden. groepshandelingsplannen aanpassen waar nodig. 7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving. Via“Hyves” was er contact met alle NTC scholen in Griekenland (15 in totaal). Daardoor was het b.v.mogelijk een regionale bijscholing te Athene op 1 en 2 maart 2010 te organiseren,waaraan 47 personen hebben deelgenomen ; 22 bestuursleden en 25 leraren. Bijscholing is dus niet alleen mogelijk voor leraren,maar ook voor bestuursleden. De eerste regionale bijscholing is door onze school georganiseerd. De tweede r. bijscholing in 2012 te Athene werd door 3 scholen in Athene georganiseerd. De derde bijscholing in 2014 zou door 3 scholen uit Kreta worden georganiseerd,maar door het in de toekomst wegvallen van de subsidie, is die op de lange baan geschoven helaas.. Sinds december 2012 vindt het contact met/tussen de andere scholen,waaronder nu ook de NTC school te Cyprus, via een eigen,door ons beheerd Facebookaccount plaats. Overige contacten : NOB te Voorburg. Nederlandse Ambassade te Athene. Nederlands Consulaat te Kerkyra. CNaVT te Leuven. 8 De resultaten van het onderwijs. Bepaalde resultaten in het onderwijs zijn meetbaar of kunnen in cijfers of anderszins aangeduid of omschreven worden.Is dit niet het geval,dan is het de leerkracht zelf die door zelfevaluatie moet constateren of haar onderwijs ook de beoogde resultaten heeft opgeleverd. 8.1`Cijfers over vorderingen in basisvaardigheden. We hanteren delen van het Cito-leerlingvolgsysteem.Wij proberen tijdens een schooljaar de volgende toetsen af te nemen: Groep 1 en 2:Ordenen,Taal voor kleuters,Ruimte en tijd,TAK Groep 3:Drieminutentoets,Lezen met begrip,Schaal voor spellingsvaardigheid 1,Woordenschattoets 1,TAK. Groep 4 t/m 8:Drieminutentoets,Lezen met begrip,Toetsen begrijpend lezen,Schaal voor spellingsvaardigheid 1/2/3,Woordenschattoets,Leeswoordenschattoets,TAK(gr.4). Door middel van bovenstaande Cito-toetsen worden resultaten van de leerlingen vergeleken met de resultaten van hun leeftijdgenoten in Nederland.Het is voor een ieder duidelijk dat resultaten nauw samenhangen met de mate waarin de leerlingen de Nederlandse taal beheersen.Er bestaan natuurlijk niveauverschillen tussen leerlingen op onze leslocatie,daarom is het moeilijk een algemeen waardeoordeel te koppelen aan de resultaten.Wij zijn dan ook van mening dat het volgen van de resultaten gedurende de schoolloopbaan van elke leerling individueel een duidelijker beeld oplevert. 6.4 Resultaten periodiek kwaliteitsonderzoek. (PKO) Net als de basisscholen in Nederland werd onze school tot schooljaar 2015-2016 iedere vier jaar door de Inspectie van onderwijs gecontroleerd door middel van een periodiek kwaliteitsonderzoek.(PKO) De inspectie publiceert de bevindingen van alle PKO’s op hun internetsite.De inspectie van het onderwijs heeft onze school begin november 2015 bezocht.Tijdens zo’n bezoek gaat de inspectie na of de school goed onderwijs geeft en of de resultaten van de leerlingen wel voldoende zijn.De inspectie doet dit door te beoordelen of onze school voldoet aan een aantal kwaliteitseisen.Uit het onderzoek van de inspectie in november 2015 blijkt dat op onze school de indicatoren die de kern van goed basisonderwijs vormen in meer dan voldoende mate voorkomen. De inspecteur constateerde dat de school goede vooruitgang heeft geboekt op het gebied van analyse van de opbrengsten van het onderwijs en is te spreken over de gevarieerde, op maat gesneden aanpak van de leraren. Ook de afgeronde digitalisering van leerling- en schoolgegevens zag de inspectie als een impuls aan de kwaliteit van de school omdat het helpt om de werkwijze te borgen.Positieve onderwijsresultaten van terugkerende leerlingen naar Nederland bevestigen dat ons onderwijs aansluit bij instroming in het Nederlands onderwijssysteem. 8.3 Uitkomsten van een sterkte/zwakte analyse van de school. Tijdens regelmatige evaluatiebijeenkomsten wordt bekeken of de gehanteerde werkwijzen bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs,of eventueel gesignaleerde knelpunten weggenomen kunnen worden en wat er komend jaar binnen ons onderwijs verbeterd kan worden. 14 8.4 Uitslag examens. Vanaf 2002 hebben meerdere leerlingen meegedaan aan het examen Certificaat Nederlands als Vreemde Taal van de Taalunie.In 2002 konden de kandidaten deelnemen op 3 verschillende niveaus,te weten :het elementair,het basis en het uitgebreide niveau.Elk niveau bevatte 4 onderdelen : lezen,spreken,schrijven en luisteren,die ieder apart geëxamineerd konden worden. Jaar 2002 Aantal kandidaten 7 Deelname aan basis Aantal geslaagden 5:volledig 2:3 delen. Vanaf 2003 zijn deze examens in een andere vorm gegoten.Het nieuwe certificatenstelsel bestaat uit 4 maatschappelijk relevante profielen. Elk niveau bevat 3 onderdelen : lezen/schrijven,spreken en luisteren. Jaar 2003 Aantal kandidaten 2 2 Deelname aan PTIT PMT Aantal geslaagden 2 2 Jaar 2004 Aantal kandidaten 4 2 Deelname aan PMT PPT Aantal geslaagden 4 2 Jaar 2005 Aantal kandidaten 2 3 Deelname aan PTIT PPT Aantal geslaagden 2 3 Jaar 2006 Aantal kandidaten 3 1 Deelname aan PTIT PMT Aantal geslaagden 3 1 Jaar 2007 Aantal kandidaten 1 2 1 Deelname aan PTIT PMT PPT Aantal geslaagden 1 2 1 Jaar 2008 Aantal kandidaten 5 1 2 1 Deelname aan PTIT PMT PPT PTHO Aantal geslaagden 5 1 2 1 Jaar 2009 Aantal kandidaten 4 6 1 Deelname aan PTIT PMT PPT Aantal geslaagden 4 6 1 Jaar 2010 Aantal kandidaten 1 3 4 3 Deelname aan PTIT PMT PPT PTHO Aantal geslaagden 1 3 4 3 Jaar 2011 Aantal kandidaten 1 2 3 3 1 Deelname aan PTIT PMT PPT PTHO PAT Aantal geslaagden 1 2 3 2 1 15 Jaar 2012 Aantal kandidaten 3 2 3 Deelname aan PTIT PPT PTHO Aantal geslaagden 3 2 3 Jaar 2013 Aantal kandidaten 4 1 2 Deelname aan PMT PPT PTHO Aantal geslaagden 4 1 2 Jaar 2014 Aantal kandidaten 1 1 2 3 Deelname aan PTIT PMT PPT PTHO Aantal geslaagden 1 1 2 3 Jaar 2015 Aantal kandidaten 11 1 Deelname aan PTIT PPT Aantal geslaagden 11 1 Jaar 2016 Aantal kandidaten 1 11 5 1 Deelname aan PTIT PMT PPT PTHO Aantal geslaagden 1 9 5 0 Cito-Eindtoets Basisonderwijs Vanaf het schooljaar 2007-2008 doen de leerlingen van groep 8,zo mogelijk, mee aan de C.E.B. Het is voor ons een middel om de eindresultaten aan het einde van de basisschoolperiode te kunnen vergelijken met die van scholen in Nederland. De resultaten worden geanalyseerd en binnen het team besproken. De CITO score wordt uitgedrukt in een getal tussen de 515 en 550. De score wordt niet alleen voor ieder kind bepaald, maar ook voor de school als geheel. Zo kan de school haar prestaties vergelijken met collega scholen die ongeveer hetzelfde schoolmilieu kennen.De score van het kind (bijv. 535) geeft aan, wat het succespercentage binnen de gekozen vorm van voortgezet onderwijs (in Nederland) zou mogen zijn. Dit succespercentage is afgeleid van het landelijk gemiddelde aantal scores en verwijzingen van de 8ejaars van een voorafgaand jaar. Zie voor meer informatie en een verdere toelichting : www.cito.nl Jaar 2008 Aantal kandidaten 3 Standaardscore 538 546 546 Jaar 2009 Aantal kandidaten 6 Standaardscore 517 517 519 523 530 531 Jaar 2010 Aantal kandidaten 4 Standaardscore 525 529 536 536 Jaar 2011 Aantal kandidaten 4 Standaardscore 507 513 535 540 Jaar 2013 Aantal kandidaten 1 Standaardscore 531 16 9 Schooltijden en vakantierooster. Regels voor aanvang en einde schooltijden. Wij willen op tijd beginnen en eindigen en proberen de groepen die reeds les hebben niet te storen met onnodig lawaai en vragen daarvoor uw medewerking. Maatregelen preventie schoolverzuim. Er wordt een absentenregistratie bijgehouden.In geval van absentie rekenen wij op een tijdige afmelding. Als een leerling een verzuim heeft van 5x3 uur NTC-onderwijs,wordt er overlegd met ouders,leraren en bestuur en zonodig een handelingsplan opgesteld. 9.3 Vakantierooster. In principe houden we ons aan de Griekse schooltijden.Mochten onze schooltijden afwijken,dan volgt er bijtijds bericht. 10.Sponsoring. Bij sponsoring gaat het om geld,goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag,directie,leraren,niet-onderwijzend personeel of leerlingen waarvan de sponsor een tegenprestatie verlangt in schoolverband.Tegenprestaties zijn bijvoorbeeld het noemen van de sponsor in de club,op Facebook of een opdruk op een t-shirt. Voorbeelden van sponsoring zijn : Gesponsorde materialen zoals boekjes,video’s,folders,posters,spellen; Gratis produkten die winkels of bedrijven uitdelen aan leerlingen of ouders; Gesponsorde activiteiten zoals schoolfeesten,sportdagen en schoolreisjes; Sponsoring van het schoolgebouw,bijvoorbeeld een leslokaal,de inrichting,computerapparatuur of cateringactiviteiten. Schenkingen,waar geen tegenprestatie tegenover staat,vallen dus niet onder het begrip sponsoring. Sponsoring mag geen invloed hebben op de inhoud of organisatie van het onderwijs en geen misbruik maken van leerlingen. Het bestuur bepaalt i.s.m.de directie en leraren of een materiële/geldelijke bijdrage aanvaard wordt.De school besteedt de opbrengsten aan extra’ 12.Bijlage 1 Overzicht van enkele door ons gebruikte methodes In de wet op het primair onderwijs staat wat kinderen op de basisschool in welke vakken moeten leren. Deze leerdoelen heten Kerndoelen. Wij hebben bij de kerndoelen zorgvuldig methodes uitgekozen. Leidraad bij de keuze van een methode is altijd: welke methode sluit het beste aan bij onze leerlingenpopulatie en welke methode heeft de beste resultaten. Groep 0-1-2 Ik en Ko Ik & Ko is een speciale taalmethode voor gebruik in meertalige groepen.Er wordt gewerkt aan een basiswoordenschat van ongeveer 1500 woorden, uitdrukkingen en (reken-)begrippen. De activiteiten zijn erop gericht dat kinderen concrete ervaringen opdoen en dat ook de minder taalvaardige kinderen op een voor hen zinvolle manier met taal bezig kunnen zijn. Een zeer belangrijk figuur in de methode is Ko, een pop. Ko fungeert als intermediair tussen leerkracht en leerlingen. Ko lokt interactie uit met de kinderen op een voor hen veilige en prettige manier. In de praktijk blijkt namelijk dat kinderen eerder hun ideeën, fantasieën, gedachten en gevoelens uiten bij iemand met wie zij zich kunnen identificeren dan bij een volwassene, die bedreigend kan overkomen. Door middel van velerlei activiteiten, binnen het kader van achttien thema’s (die in drie jaar aan de orde komen), wordt gewerkt aan zowel de ontwikkeling van de mondelinge taalvaardigheid als aan de beginnende geletterdheid en taalbeschouwing. (inclusief lees- en schrijfvoorwaarden).De nadruk ligt op de mondelinge vaardigheden: gespreksvaardigheid, begrijpend luisteren, interactie, informatie geven, en gebruik van middelen. De activiteiten die in de thema’s aan bod komen zijn onder meer: spel, ontdekken, expressie, prentenboeken, knutselen en kringactiviteiten. Aangezien de methode bedoeld is voor normaal dagonderwijs, zal in de drie uur per week niet alles zo uitgebreid aan bod kunnen komen en worden er keuzes gemaakt welke activiteiten gedaan zullen worden. Het is daarom ook van het grootste belang dat de ouders thuis met hun kinderen inspelen op het thema. Elk thema neemt 6 weken in beslag. Meer informatie: http://www.ikenko.nl 17 Fonemisch bewustzijn Fonemisch bewustzijn is een werkmap waarmee leerkrachten van groep 1 en 2 gestructureerd en didactisch verantwoord werken aan het fonemisch bewustzijn. Fonemisch bewustzijn staat voor ‘het bewustzijn van klanken in woorden’. Dit is een belangrijk onderdeel van beginnende geletterdheid, omdat het bijdraagt aan een goede leesstart in groep 3. Omdat fonemisch bewustzijn zich niet ‘vanzelf’ ontwikkelt, is het belangrijk dat leerkrachten van groep 1 en 2 veel activiteiten doen met letters en klanken. De werkmap biedt daarvoor talloze suggesties. Stam De speel-, werk- en leerbladen van Uitgeverij Stam zijn speciaal samengesteld voor het basisonderwijs. De opdrachten en oefeningen sluiten direct aan op de ontwikkelingen van de leerlingen. Groep 3-8 Veilig leren lezen Veilig leren lezen is in Nederland de meest gebruikte methode voor aanvankelijk lezen. De methode bouwt in groep 3 voort op de basis die met “ Ik en Ko” wordt gelegd met betrekking tot de tussendoelen voor beginnende geletterdheid. In de tweede maanversie van de methode is, naast de schriftelijke taalvaardigheden technisch lezen, spellen, begrijpend lezen en functioneel schrijven, ook structureel aandacht voor de mondelinge taalvaardigheden spreken en luisteren, boekoriëntatie, verhaalbegrip en woordenschat. Meer informatie: http://www.veiliglerenlezen.nl Ajodakt Bij oefenen met Tekstbegrip (begrijpend lezen) van Ajodakt wordt door de leerlingen uit groep 5 gewerkt aan een verhaal over Rick.Door de leerlingen uit groep 6 wordt gewerkt met 16 uiteenlopende teksten (fictie en non-fictie).Bij elke tekst horen meerdere werkbladen met verschillende moeilijkheidsgraden. Alle oefeningen zijn voorzien van een oplossing : de vorm van een woord of zin, zodat de leerlingen het resultaat zelfstandig kunnen controleren. Taal actief Methode taal, spelling en woordenschatontwikkeling voor groep 4 tot en met 8 van de basisschool. De methode gaat uit van interactief taalonderwijs en betekenisvol authentiek leren. Per leerjaar bevat de methode tien thema's van elk drie weken. Het hoofdthema is voor alle leerjaren gelijk; de uitwerking verschilt per groep. Stenvert woordenschat Elk deel (A,B en C) bevat 60 pagina's met gevarieerde woordenschatoefeningen. Op iedere pagina zijn de woorden binnen een thema geplaatst. Leerlingen kunnen vrijwel zelfstandig met de werkbloks werken. Alle woorden zijn in tekeningen gevisualiseerd. De gekozen woorden hebben een hoge frequentie volgens het onderzoek van Schrooten en Vermeer. Nieuwsbegrip Nieuwsbegrip is begrijpend lezen (online), met actuele, informatieve teksten. Er wordt gericht gewerkt aan woordenschat- en begrijpend leesstrategieën. Spelling in de lift Spellingleergang waarin de leerstof in zeer kleine eenheden is verdeeld. Stap voor stap komen alle aspecten van de spelling aan de orde. Hierbij worden de volgende leerstrategieën gebruikt: regelstrategie, analogie en visuele inprenting. Sprint Taal Met Sprint Taal kunnen leerlingen extra oefenen met werkwoorden. Werkwoorden zijn soms lastig voor leerlingen, ze weten dan niet precies hoe ze een werkwoord moeten schrijven. Sprint Taal helpt ze daar bij. Leerlingen oefenen met werkwoorden in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd. In kadertjes staat uitgelegd welke regels er zijn. Daarnaast oefenen ze in dit katern met verschillende soorten woorden. De canon van Nederland De canon van Nederland werd opgesteld door de commissie-Van Oostrom en werd op 16 oktober 2006 door de commissie aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende III, Maria van der Hoeven, aangeboden.Het kabinet-Balkenende IV stemde begin oktober 2008 in met het instellen van deze zogeheten Canon van Nederland in het onderwijs per 1 augustus 2009. Het ontwerpbesluit werd voor advies aan de Raad van State gezonden. De canon bestaat uit de vijftig door de commissie geselecteerde "vensters" die samen een overzicht zouden bieden van "wat iedereen in elk geval zou moeten weten van de geschiedenis en cultuur van Nederland". De canon zou 18 mede richting moeten geven aan het onderwijs in geschiedenis (en andere vakdomeinen) in het basisonderwijs en de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs Lang geleden… De Nederlandse Geschiedenis bevat veel mooie en spannende verhalen, maar vaak zijn ze te moeilijk voor jonge kinderen. Arend van Dam heeft nu de belangrijkste gebeurtenissen toegankelijk gemaakt voor kinderen vanaf zeven jaar. Lang geleden....bevat verhalen over jagers en verzamelaars, boeren en vissers, koningen en koninginnen. Maar ook beroemde figuren als Rembrandt van Rijn, Jacoba van beieren en Michiel de Ruyter. In vijftig korte verhalen wordt een selectief beeld van de Nederlandse geschiedenis gegeven, vanaf de tijd van de hunebedden tot heden. De verhalen zijn hooguit drie bladzijden lang. De vele, goed bij de tekst aansluitende, illustraties vormen hierbij een belangrijk onderdeel. Elk verhaal begint met 'Lang geleden...' en eindigt met: 'En zo... is het echt gebeurd'. Dit verbindt de op zichzelf staande verhalen en benadrukt ondanks de sprookjesachtige uitstraling de historische achtergrond. Taalgebruik en vorm en inhoud van de verhalen zijn goed afgestemd op de doelgroep.Ze vormen een goede kennismaking met de geschiedenis van Nederland. Het laatste hoofdstuk wijst erop dat op het moment dat de lezer het boek leest, het begin van een nieuwe geschiedenis aanvangt. 19