Technische Universiteit Delft Faculteit Informatietechnologie en Systemen Mekelweg 4 2628 CD Delft Tentamen Lineaire Algebra wi1311Wb, deel 2 Voorbeeldtentamen 4 HET GEBRUIK VAN EEN REKENMACHINE IS NIET TOEGESTAAN 1. Beschouw de vectorruimte P2 van alle polynomen van de graad ≤ 2 met standaardbasis E = {1, t, t2 }. Verder zijn gegeven de verzameling B = {1 + t2 , 1 + 2t2 , t} en de lineaire afbeelding F : P2 → P2 , F(a0 + a1 t + a2 t2 ) = a0 + a1 + (a1 + a2 )t + (a0 − a2 )t2 . (a) Toon aan dat B een basis van P2 is. (b) Bepaal [F(1 + t + t2 )]E , de coördinaatvector van F(1 + t + t2 ) ten opzichte van de basis E. (c) Bepaal [F(1 + t + t2 )]B , de coördinaatvector van F(1 + t + t2 ) ten opzichte van de basis B. (d) Bepaal alle polynomen p(t) ∈ P2 waarvoor geldt dat F(p(t)) = 1 + t2 . 2. Voor iedere n ∈ {2, 3, 4, . . . } verstaan we onder Mn×n de vectorruimte van alle (n × n)matrices. Verder staat Sn×n voor de verzameling van alle symmetrische (n×n)-matrices, dat wil zeggen : Sn×n = {A ∈ Mn×n |AT = A}. Beschouw verder de lineaire afbeelding T : S2×2 → S2×2 , a+c b+c a b T( )= b+c a b c en de deelruimte V van S2×2 gegeven door V = {A ∈ S2×2 |T (A) = A}. (a) Toon aan dat Sn×n een deelruimte is van Mn×n . 0 0 0 1 1 0 } een basis van S2×2 is. (b) Toon aan dat C = { , , 0 1 1 0 0 0 (c) Bepaal dim(S3×3 ), de dimensie van S3×3 . (d) Bepaal een basis van de deelruimte V . Wat is dim V , de dimensie van V ? 3. (a) Gegeven zijn de matrices A1 = 0 1 1 0 , A2 = 0 −1 1 0 en A3 = 1 1 −1 1 . Beantwoord voor elke i ∈ {1, 2, 3} de volgende vragen : i. Is de matrix Ai diagonaliseerbaar ? Zo ja, bepaal dan een inverteerbare matrix P en een diagonaalmatrix D zodat Ai = P DP −1 . Zo nee, waarom niet ? ii. Geef een meetkundige beschrijving van de lineaire afbeelding Ai : R2 → R2 , waarvan Ai de standaardmatrix is, dat wil zeggen : Ai (x) = Ai x. (b) M is een (3×3) Markov (of stochastische) matrix. Toon aan dat M een eigenwaarde 1 heeft. (c) A en B zijn gelijkvormige matrices. Toon aan dat A en B hetzelfde karakteristieke polynoom hebben. 4. Beschouw de vectorruimte V = C[0, 2π] van alle continue functies gedefinieerd op het interval [0, 2π]. Gegeven is de deelruimte H van V bepaald door H = Span {1, sin 2t, cos 2t}. Verder is gegeven dat voor alle t ∈ [0, 2π] sin 2t = 2 sin t cos t cos 2t = cos2 t − sin2 t en sin2 t + cos2 t = 1. (a) Toon aan dat B = {1, sin 2t, cos 2t} een basis van H is. (b) Bepaal dim H, de dimensie van H. (c) Toon aan dat C = {sin2 t, cos2 t, (cos t − sin t)2 } ook een basis van H is. (d) Bepaal de overgangsmatrix P van basis C naar basis B. B←C 1 (e) Gegeven is een functie f met [f (t)]C = 1 . Bepaal [f (t)]B en controleer uw −1 antwoord. 5. Beschouw de differentievergelijking yk+3 + 3yk+2 − yk+1 − 3yk = 0, k = 0, 1, 2, . . . . (a) Toon aan dat de differentievergelijking geschreven kan worden in de vorm xk+1 = Axk , k = 0, 1, 2, . . . met yk xk = yk+1 yk+2 en 0 1 0 1 . A= 0 0 3 1 −3 (b) Bepaal de eigenwaarden van A. [Hint : λ = 1 is een eigenwaarde.] (c) Bepaal een inverteerbare matrix P en een diagonaalmatrix D zodat A = P DP −1 . (d) Bepaal de algemene oplossing xk van het dynamische systeem xk+1 = Axk . (e) Wat is nu de oplossing yk van de oorspronkelijke differentievergelijking ? 6. Beschouw het volgende stelsel gekoppelde differentiaalvergelijkingen 0 x1 (t) + 2x2 (t) − x3 (t) x1 (t) = x02 (t) = −x1 (t) + x2 (t) + 2x3 (t) 0 x3 (t) = x1 (t) + 2x2 (t) + x3 (t) . Dit stelsel kan geschreven worden in de vorm x0 (t) = Ax(t) met x1 (t) x(t) = x2 (t) x3 (t) en 1 2 −1 2 . A = −1 1 1 2 1 (a) Bepaal de (complexe) eigenwaarden van de matrix A. [Hint : λ = 3 is een eigenwaarde.] (b) Bepaal de algemene (reële) oplossing x(t) van het stelsel differentiaalvergelijkingen. √ √ [Hint : (1 + i 2)(1 − i 2) = 3.] (c) Bepaal de (reële) oplossing van het beginwaardenprobleem : x0 (t) = Ax(t), x1 (0) = 5, x2 (0) = 4 en x3 (0) = 7. 1/2 1/6 1/4 7. Beschouw de Markov-matrix M = 0 1/3 1/4 . 1/2 1/2 1/2 (a) Bereken de eigenwaarden van M . (b) Bepaal een inverteerbare matrix P en een diagonaalmatrix D zodat M = P DP −1 . [Aanwijzing : de eigenwaarden van M zijn 0, 1 3 en 1.] (c) Bepaal de oplossing van de Markov-keten xk+1 = M xk , k = 0, 1, 2, . . . 4 x0 = 2 . 2 met startvector (d) Bepaal (zo mogelijk) lim xk . k→∞ 8. Bepaal een spectraaldecompositie van de matrix A = 7 2 2 4 . 1 0 0 0 . 9. Bepaal een singuliere-waardendecompositie van de matrix B = 1 1 0 −1 10. Gegeven zijn de volgende kwadratische vormen op R3 : Q1 (x) = xT Ax met 3 2 1 A= 2 3 1 1 1 4 en Q2 (x) = −(x1 − 2x2 )2 − 3(x2 − 4x3 )2 . (a) Is de kwadratische vorm Q1 positief/negatief (semi)definiet of indefiniet ? Beargumenteer uw antwoord. (b) Bepaal het maximum M van Q1 (x) onder de voorwaarde dat xT x = 1 en bepaal een eenheidsvector x zodat Q1 (x) = M . (c) Bepaal het minimum m van Q1 (x) onder de voorwaarde dat xT x = 1 en bepaal een eenheidsvector x zodat Q1 (x) = m. (d) Is de kwadratische vorm Q2 positief/negatief (semi)definiet of indefiniet ? Beargumenteer uw antwoord.