Midtoets Lineaire Algebra 1, 10 december 2009 De toets bestaat uit 6 vraagstukkken. U krijgt 180 minuten om deze vraagstukken te beantwoorden. De puntenwaardering kunt u vinden aan het einde van de vraagstukken. 1. Gegeven is de lineaire vergelijking Ax = b met 1 −1 3 2 1 A = −1 1 −2 1 , b = −2 . 2 −2 7 7 1 a. Gebruik Gauss-eliminatie om de oplossingsverzameling van Ax = b te bepalen. b. Bepaal de nulruimte N (A) van A. c. Bepaal een basis van N (A). d. Bepaal de dimensie van N (A). 2. Laat A een m × n matrix zijn, met m ≤ n a. Laat r het aantal rijen ongelijk aan nul zijn in de rij-echelonvorm van A. Laat zien: de dimensie van de nulruimte N (A) is gelijk aan n − r. b. Laat zien: als m < n dan heeft het stelsel Ax = 0 oneindig veel oplossingen x 6= 0. 3. Stel dat A, B en C m × n matrices zijn. a. Wat betekent de uitspraak dat A en B rij-equivalent zijn? b. Toon aan: als A rij-equivalent is met B dan is B rij-equivalent met A. c. Toon aan: als A rij-equivalent is met B en B is rij-equivalent met C, dan is A rij-equivalent met C. d. Toon aan: als m = n en A en B zijn niet-singulier, dan zijn A en B rij-equivalent. 1 4. Bekijk voor elke x ∈ R de 3 × 3 matrix 1 1 1 A = 1 9 x . 1 x 3 a. Bepaal det(A) als functie van x. b. Bepaal alle waarden van x waarvoor A singulier is. 5. a. Stel V een vectorruimte, en v1 , v2 , . . . , vk vectoren in V . Leg uit wat we bedoelen met de uitspraak dat de verzameling {v1 , v2 , . . . , vk } lineair onafhankelijk is. b. Toon aan dat elke eindige verzameling vectoren die de 0-vector bevat lineair afhankelijk is. c. Leg uit wat we bedoelen als we zeggen dat de verzameling {v1 , v2 , . . . , vk } de vectorruimte V opspant. 6. We bekijken in de vectorruimte Rn×n de deelverzameling S van alle scheefsymmetrische matrices, i.e. S = {A ∈ Rn×n | AT = −A}. a. Laat zien dat S een deelruimte is van Rn×n . b. Neem nu aan dat n = 3. Bepaal een basis van S. c. Neem aan dat n = 3. Wat is de dimensie van S? Puntenwaardering: U krijgt 10 punten gratis. Voor elk vraagstuk krijgt u maximaal 15 punten. Het eindcijfer wordt bepaald door het totale aantal punten door 10 te delen. 2