Motivatie Wat betekent motivatie? Wat drijft de mens? Drijfveren, (oudere term, synoniem voor motivatie) Wat beweegt de mens? Beweegredenen Motie = bewegen (Grieks) In beweging brengen Waarvoor kom jij je bed uit? Omschrijvingen van motivatie 1. Geheel van factoren (ook aandriften en beweegredenen) waardoor gedrag gestimuleerd en gericht wordt. 2. Sterkte of intensiteit van de innerlijke gesteldheid die iemand tot het verrichten of het nalaten van bepaalde gedragingen brengt. (Freud; innerlijke driften) 3. (Onderwijs, in 't bijzonder) geheel van factoren die de mate bepalen waarin leerlingen ontvankelijk zijn voor de leerstof. Twee soorten motivatie 1. Intrinsieke motivatie Leren omwillen van het leren. Leren zelf is belonend. 2. Extrinsieke motivatie Leren omwillen van andere doelen, niet direct gerelateerd met het leren zelf. Beide vormen van motivatie kunnen tegelijkertijd voorkomen. 3 kenmerkende dimensies van motivatie: 1. Moeite: de energie die iemand kan/ wil/zal steken in acties om een zeker doel te bereiken. -Waargenomen gedragscontrole -Mate van bereid zijn tot leren Kortom: kunnen én willen leren 2. Strategie: de strategie die iemand kiest om een zeker doel te bereiken. 3. Verbondenheid: de mate waarin iemand zich verbonden voelt met het gestelde doel. Motivatie en andere factoren 1. Verwachtingen – Actie-effect-affectketens = gedrag, consequentie en gevoel reeks 2.Dezelfde motivatie kan tot geheel ander gedrag leiden. Hetzelfde gedrag kan voortkomen uit verschillende motieven. 3. Prestatiemotivatie = presteren is belangrijk in onze cultuur. – Gerelateerd aan faalangst 5 motivatietheorieën – – – – – Maslow’s behoeftenpyramide Herzberg’s tweefactortheorie Verwachtingstheorie van Vroom Taakkenmerken theorie van Hackman & Oldham Attributietheorie van Weiner Behoeftenpiramide van Maslow Behoeftenpyramide Maslow Streven naar behoeftebevrediging: 5 zelfontplooiing/ potenties waarmaken 4 Erkenning/ zelfrespect 3 Sociale behoefte/ liefde 2 Bestaanszekerheid/ veiligheid 1 primaire behoeften- eten, drinken, onderdak, kleren Hoe is het toepasbaar in het onderwijs? Two factor theory of Motivatie-Hygiëne theorie Herzberg (1959) 1. 2. Werktevredenheid en geestelijke groei zijn een resultaat van Motivatiefactoren. (Wat: taken) Motivatiefactoren: Prestatie, Erkenning, Uitstraling van de baan, Verantwoordelijkheid, Promotie, Groei, Ontwikkelen van competentie, Iets bereiken Ontevredenheid is het resultaat van een gebrek aan Hygiënefactoren. (Waarin: situatie) Hygiënefactoren: Salaris, Secundaire arbeidsvoorwaarden, Relatie met collega’s, Fysieke werkomgeving, Relatie tussen leidinggevende en werknemer. Docenten en motivatie – een onderzoek Salaris motiveert basisschool en voortgezet onderwijs docenten (data uit V.S.) – Verklaring vertrek docenten beter betaalde banen: • Hygiëne ofwel situationele factor blijkt een motiverende factor. (Herzberg) • Erkennings-Waarderingsbehoeften van docenten belangrijker achten dan zelfontplooiing (Maslow) Verwachtingstheorie van Vroom -Motivatie m.b.t. werk -Plezier maximaliseren en pijn minimaliseren -Tussen doelen en gedrag staan allerlei individuele factoren: persoonlijkheid, kennis, vaardigheden, ervaring en capaciteiten. Verwachtingstheorie van Vroom Medewerker wordt positief gemotiveerd als deze verwacht dat: • Positieve samenhang tussen inspanning en prestatie ervaart. • Als een gunstige prestatie een gewenste beloning op levert. • De beloning een belangrijke behoefte tevreden stelt. • De wens om de behoefte tevreden te stellen is groot genoeg om het de moeite waard te vinden Motivatie = valentie x (verwachting x instrumentaliteit) • Valentie = aard van de beloning waar behoefte aan is, wat wordt gewaardeerd? (waardigheid) • Verwachting = m.b.t. eigen capaciteiten en vertrouwen daarin, wat is nodig om dat positief te stimuleren? • Instrumentaliteit = perceptie van de medewerker dat hij/zij echt ontvangt wat is afgesproken, worden de beloften nagekomen? (hulp, middel, bemiddeling) Taakkenmerken theorie van Hackman & Oldham Elke baan/taak is te beschrijven met 5 basis dimensies: 1. Variatie in vaardigheden 2. Taakidentiteit 3. Taakbelang (maken het werk zinvoller) 4. Autonomie (ervaren verantwoordelijkheid) 5. Feedback (zicht op bereikte resultaten) Attributietheorie (Weiner) Mensen zoeken altijd verklaringen voor de effecten van hun gedrag. Betekenisgeving. – Zien oorzakelijke verbanden tussen leren, leeromstandigheden en leerresultaten. – Is ook logisch, hoe kan je anders reflecteren en het verbeteren. • Attributie = interpreteren, verklaren, toeschrijven van gebeurtenissen aan bepaalde oorzaken. Attributietheorie van Weiner-2 Toeschrijven van gebeurtenissen aan: 1. Plaats van controle: interne of externe factoren, de oorzaak ligt bij jezelf of er buiten,. 2. Permanentie: stabiele of variabele factoren, is de oorzaak veranderbaar of permanent? 3. Stuurbaarheid: stuurbaar of niet stuurbaar, ook wel mate van controleerbaarheid. Motivatietheorieën toepassen in het onderwijs Hoe maak je de leerlingen ontvankelijk? Welke ideeën haal je uit de theorieën? – Maslow’s behoeftenpyramide – Herzberg’s tweefactortheorie – Verwachtingstheorie van Vroom – Taakkenmerken theorie van Hackman & Oldham – Attributietheorie van Weiner