SLO ECONOMIE SLO GEDRAGSWETENSCHAPPEN SLO MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN & FILOSOFIE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN LESVOORBEREIDING Student: Machteld Datum: 27.05.2011 School: 0.L.V.-Instituut Vilvoorde Mentor: Tijdstip: van 10u15 tot 11u55 Leerj. + Richting: 5e jaar STW B Sociale wetenschappen Mevrouw Ellen Verspecht Duur: 100 minuten Aantal lln./stud.: 14 leerlingen Lesonderwerp: Grote denkers: Maslow, Ainsworth en Freud 1 1.1 Relevante leerlingen- of studentenkenmerken Voorkennis en voorervaring De leerlingen komen uit het tweede jaar van de tweede graad STW. 1.2 Belangstelling In de studierichting Sociale en technische wetenschappen verkennen leerlingen de wisselwerking tussen mens, voeding en milieu en hun eigen positie daarbinnen. De wetenschappelijke onderbouwing gebeurt vanuit toegepaste natuurwetenschappen en sociale wetenschappen. Leerlingen ontwikkelen sociale, technische, organisatorische, creatieve en expressieve vaardigheden. Leerlingen leren natuurwetenschappelijke en sociaal-wetenschappelijke thema’s onderzoeken en persoonsgerichte activiteiten organiseren aangepast aan verschillende doelgroepen en contexten. In de studierichting ontwikkelen leerlingen volgende competenties: Binnen een welomschreven opdracht sociaal-wetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken; Binnen een welomschreven opdracht een persoonsgerichte activiteit voor een groep organiseren (plannen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren); Binnen een welomschreven opdracht een maaltijd voor een groep plannen, voorbereiden en bereiden; Binnen een welomschreven opdracht iets mondeling presenteren voor een groep; de eigen studieloopbaan in handen nemen. 1.3 Andere (verwerkingscapaciteit, ...) Afgestudeerden vinden aansluitend voortgezet onderwijs in voornamelijk de sociale, agogische en onderwijssector. Zoveel mogelijk leerlinggerichte taal gebruiken: begrippen concretiseren via voorbeelden, schema’s, … Naar toepassingsniveau gaan (niet enkel theorie!). Leerlingen ervaringen laten opdoen, opzoekings- en verwerkingswerk laten doen, … waarover gereflecteerd wordt en waarop feedback gegeven wordt. Klimaat van veiligheid in klas is erg belangrijk evenals het afspreken van ‘ethische code’ (geen geroddel, wat gezegd wordt in de klas blijft ook binnen de klas, …). 2 Situering en verantwoording van het onderwerp In de derde graad leren de leerlingen: Het schema ‘mens - gedrag en beïnvloedende factoren’ verduidelijken en kaderen binnen de component sociale wetenschappen en binnen het studierichtingsprofiel STW. Onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de mens verloopt. Schetsen van de samenhang van elementen die een rol spelen in het pedagogisch handelen en van de wederzijdse beïnvloeding waarbinnen het pedagogisch handelen plaatsvindt. In kaart brengen welke factoren ‘Gedrag’ beïnvloeden en de relatie met ‘leren’ illustreren. In kaart brengen hoe men als mens deel uitmaakt van de samenleving. Verkennen van eigen mogelijkheden als leerling na STW. Deze les situeert zich in het vak Sociale wetenschappen (SW). Bijhorende leerplandoelstellingen zijn: 7 De jongere vergelijkt verschillende benaderingen m.b.t. het afbakenen en benoemen van verschillende fasen en gebieden (Ainsworth en Freud). 25 De jongere verduidelijkt aan de hand van voorbeelden hoe gedrag wordt geleerd en gebruikt daarbij begrippen correct (Maslow). Deze leerplandoelstelling kadert in het vierde thema: In kaart brengen welke factoren ‘Gedrag’ beïnvloeden en de relatie met ‘leren’ illustreren en het tweede thema: Onderzoeken hoe de lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de mens verloopt. 3 Welke vragen en aandachtspunten neem ik naar aanleiding van vorige lesreflecties deze les mee? Zeker wachten tot iedereen stil is en luistert, vooraleer ik begin met uitleggen. Dieper ingaan op antwoorden van leerlingen en de rest van de klas hierbij te betrekken. Het is zéér belangrijk om in STW te werken met concrete, toegepaste voorbeelden. Zo onthouden en volgen de leerlingen veel beter. De leerlingen ‘warm’ maken voor het onderwerp. Het onderwerp zoveel mogelijk naar de leefwereld van de leerlingen halen. Op het einde (net voor de toets) nog een korte, beknopte samenvatting geven van de verschillende denkers zodat de kern fris in het geheugen van de leerlingen zit. 4 Kerndoelen (code overbrengen naar de derde kolom in het lesschema) Code A Kerndoel Formulering: De leerlingen kunnen in eigen woorden de inhoud van en het idee achter de behoeftepiramide van Maslow weergeven. Tijdens de les in te vullen door de mentor Werd dit doel bereikt? Geef commentaar. Ok. Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? De leerlingen kunnen zelf bedenken waarom Maslow de behoeften op die manier geordend heeft en kunnen gegeven voorbeelden ordenen onder de juiste behoefte. B Formulering: De leerlingen kunnen in eigen woorden omschrijven wat gehechtheid is en welke 4 types door Ainsworth onderscheiden worden. Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? De leerlingen kunnen voor gegeven Werd dit doel bereikt? Geef commentaar. OK. voorbeelden bepalen om welk type gehechtheid het gaat en waarom. C Formulering: De leerlingen kunnen in eigen woorden de vijf psychoseksuele fasen omschrijven die door Freud onderscheiden worden Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is? De leerlingen kunnen voor gegeven voorbeelden bepalen of het om de orale, anale, fallische, latentie of genitale fase gaat. OK. Lln1 5 Leraar1 1 Doel Duur Lesschema (cursusteksten, materialen, copies van transparanten, bordschema’s worden afzonderlijk toegevoegd) Sequens 5 Onderwijsleersituatie: leerinhouden, werkvormen, media Iets vertellen over mezelf en over de opleiding pedagogische wetenschappen Agenda: Grote denkers: Maslow, Ainsworth en Freud. Doel van de les: In grote lijnen weten waarover het werk van Maslow, Ainsworth en Freud gaat. 2 20 A Naamkaartjes maken Jullie hoeven geen boek te nemen. 1. Maslow – Behoeftenpiramide: Maslow hield zich bezig met het bestuderen van ons gedrag: Waarom doen we wat we doen? Waarom gaan de mensen werken? → geld verdienen → nood aan eten en drinken Waarom maken we een vuurtje en zetten we een tentje op als we overnachten in de natuur? → nood aan eten maken + veiligheid/bescherming (onderdak) Waarom studeren we goed voor een toets? → goede punten halen → nood aan succes, zelfwaardering, vertrouwen en waardering door anderen → Volgens Maslow wordt ons gedrag gestuurd door onze behoeften. Nog een voorbeeldje? Maslow onderscheidt 5 behoeften. Zonder dat ik iets zeg, gaan jullie die ook kunnen herkennen! En daarom kijken naar Trailer ‘Cast Away’: http://www.youtube.com/watch?v=PJvosb4UCLs Vraag: Wat doet het hoofdpersonage (Tom Hanks) allemaal om zijn behoeften te vervullen? Alle aangehaalde elementen op bord schrijven (in 4 +1 kolommen). Om welke behoeften gaat het per kolom? → eronder schrijven Maslow plaatst de behoeften in een piramide. Waar moet volgens jullie welke behoefte komen? En waarom daar? Jullie mogen daar 2 minuutjes per 2 over nadenken. Piramide op bord tekenen en ideeën van leerlingen invullen. Lesbegeleiding (aantekeningen van de mentor tijdens de les) Noteren op bord: laagst onbevredigde behoefte bepaalt ons gedrag. Oefening (bijlage 1) Leerinhouden: Behoeftenpiramide Maslow Werkvormen: onderwijsleergesprek, duowerk Media: Bord + filmpje + bijlage 1 Leeractiviteiten: reflecteren, vragen beantwoorden, conceptualiseren, verwerven, verwerken 3 20 B 2. Ainsworth - hechting Zij hield zich bezig met de ‘gehechtheid’ tussen verzorger en kind. Wat is volgens jullie gehechtheid? = sterke emotionele binding die we hebben met bijzondere mensen uit ons leven. Zij maken ons blij en troosten ons (in tijden van stress). Wie zijn die bijzondere figuren in jullie leven? Als jullie het moeilijk hebben (bv. ziek), bij welke mensen zijn jullie dan het liefst? Die gehechtheid ontwikkelt zich geleidelijk aan. Vanaf welke leeftijd worden baby’s zeer gehecht aan hun verzorgers? Tussen 7 maanden en 2,5 jaar ontwikkelen kindjes een scheidingsangst → onbedaarlijk wenen en trekken aan mama/papa als ze willen weggaan: foto (bijlage 2 uitdelen) Hebben jullie kleine broers/zussen of neefjes/nichtjes? Of babysitten jullie op jonge kindjes? Al eens gemerkt? Om na te gaan of een baby veilig of onzeker gehecht is, ontwierp Ainsworth een heel speciale test: ze nodigde mama en baby uit en zorgde ervoor dat de ruimte waar de test doorging zoveel mogelijk leek op de ruimte waar de baby thuis speelt (speelgoed, dingen die lawaai maken, zetels, zacht warm tapijt enz.) Nu kijken we naar een filmpje waarin die speciale testsituatie uitgelegd wordt. Kunnen jullie tijdens dit filmpje heel goed letten op het gedrag van het baby’tje? Jullie mogen dat invullen in het kader op de pagina die ik net uitgedeeld heb. Filmpje Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=QTsewNrHUHU Kader bespreken Uit de reacties die de baby’s vertonen tijden die vreemde situatietest kwamen 4 types van hechting naar voor. Jullie mogen nu per 2 proberen om op jullie blad de naam van de types te verbinden met de juiste uitleg. Klassikaal bespreken + toepassen op Lisa. Mee noteren op bord → Oefening (bijlage 2): tekstje Fabian en Felix: Eerst per 2, dan klassikaal bespreken. Leerinhouden: Vreemde situatie + hechtingstypes Ainsworth Werkvormen: onderwijsleergesprek, individueel werk, duowerk, klassikale bespreking Media: Bord + filmpje + bijlage 2 Leeractiviteiten: reflecteren, vragen beantwoorden, conceptualiseren, verwerven, verwerken Eventueel: 5 min. pauze 5 4 20 C 3. Freud – psychoseksuele ontwikkeling Ik geef jullie allemaal een blad, maar jullie laten het allemaal omgekeerd op je bank liggen. Neem allemaal jullie pen klaar Bovenaan op dit blad staat een tekening. Wanneer ik dadelijk ja zeg, draai je het blad om, kijk je naar de tekening en schrijf je onmiddellijk naast de tekening wat het eerste is wat je ziet. En dan wat het tweede is. Klaar? Ja! Wie heeft er allemaal als eerste de man gezien? En wie als eerste de naakte vrouw? De man die op de tekening te zien is, is Freud. De persoon waar we het vandaag over gaan hebben. Wie heeft al van Freud gehoord? Wat heb je er al van gehoord? Freud is van mening dat de persoonlijkheid ontwikkelt in 5 stadia. Hij noemt dit de psychoseksuele ontwikkeling. Wat wordt hiermee bedoeld? Elke fase uitleggen Leerlingen krijgen op het einde van de les een overzicht van alle fasen dus niets noteren. Fasen noteren op bord Orale fase uitleggen: De orale fase is dus de eerste fase van de ontwikkeling. Ze speelt zich af tussen 0 en 1 jaar. Centraal in deze fase is de mond, de lippen de tong. Kinderen beleven dus genot en plezier op deze manier. Hoe zie je bij baby’s dat de mond zeer belangrijk is? (alles in de mond steken) Anale fase uitleggen: Anaal = de anusstreek is het meest gevoelig Hoe zie je dit bij een peuter? Wat moeten peuters leren vooraleer ze naar de kleuterschool gaan? (zindelijkheidstraining) De ouders focussen in deze periode op zindelijkheidstraining. Door het controleren van de sluitspier leert het kind dus dat het controle kan uitoefenen op wat gebeurt. Dit is een heel belangrijke ontwikkeling. Fallische fase uitleggen: Genitaliën = de geslachtsdelen zijn het meest gevoelig Hebben jullie kindjes al eens mama/papa of doktertje zien spelen? Of vroeger zelf gespeeld? Dit is eigenlijk een teken dat kinderen in de fallische fase zitten en op ontdekkingstocht gaan. Latentieperiode uitleggen: Rustig op seksueel gebied, vooral leren van schoolse vaardigheden Genitale fase uitleggen: In de adolescentie komt de seksuele ontwikkeling weer op gang, waarbij de jongeren verliefd worden, relaties aangaan enz. Maar dat moet ik jullie niet uitleggen zeker hé?:-) → Oefening (bijlage 3): Bij welke psychoseksuele fasen horen de foto’s? Per 2, dan klassikaal bespreken Overzicht (bijlage 4) van de verschillende ontwikkelingsfasen uitdelen. Leerinhouden: Psychoseksuele ontwikkeling Freud Werkvormen: onderwijsleergesprek, duowerk, klassikale bespreking Media: Bord + bijlage 3 en 4 Leeractiviteiten: reflecteren, vragen beantwoorden, conceptualiseren, verwerven, verwerken 5 20 Afsluiten met toets (open boek). Als iedereen klaar is worden de toetsen opgehaald en opnieuw uitgedeeld en door elkaar verbeterd. Tot slot geven de leerlingen mij op basis van hun ingevuld formulier (‘Evaluatie stagiaire’) tips hoe ik de les volgende keer beter kan aanpakken. 1 Afhankelijk van de vraag wie het meest actief is in de betrokken sequens, zet je een kruisje in de kolom leraar, respectievelijk leerlingen. 6 Verantwoording van de didactische uitwerking van de les (gekozen didactische werkvormen, media, …) Ik maak tijdens deze les gebruik van volgende didactische werkvormen: Groepswerk Individueel werk Duowerk Klassikale bespreking Onderwijsleergesprek Doceren Het doceren gebruikte ik voornamelijk om informatie, die niet of slechts gedeeltelijk beschikbaar was voor de leerlingen, te ordenen. Het stellen van vragen gebruikte ik bij de leerstof waar leerlingen al enige voorkennis in hadden. Bovendien hoopte ik de leerlingen op deze manier te motiveren tot nadenken en actieve medewerking. Met het individuele werk en duowerk probeerde ik ervoor te zorgen dat de leerlingen zelf(standig) aan de slag konden en actief moesten nadenken. Bovendien wou ik op deze manier (a.d.h.v. de klassikale bespreking) meer gedetailleerde informatie verkrijgen over wat door welke leerlingen begrepen was en waar voor welke leerlingen nog extra uitleg vereist was. Het groepswerk gebruik ik om de leerlingen te laten samenwerken en leren van elkaar. Ik maakte gebruik van volgende media: Bord Schema Oefeningen filmpjes De filmpjes gebruikte ik om de leerlingen te motiveren, hun aandacht te trekken en actief aan de slag te laten gaan. Het bord gebruikte ik om een schema aan te brengen. Na de les wordt een samenvatting van de les uitgedeeld. Met de oefeningen konden de leerlingen zelf aan de slag (toepassing van theorie) en kon ik als leerkracht nagaan in hoever de leerlingen de theorie begrepen en konden toepassen. 7 Feedback door de mentor Sterke punten: Leerlinginteractie Werkpunten: Iets minder snel praten Bij het overlopen van de toets duidelijk het antwoord formuleren + als iets fout is, zeggen/vragen wat het dan wél moet zijn! Bij Engelse filmpjes overlopen wat ze te zien zullen krijgen Allochtonen in de klas: opletten met hun kennis over de seksuele ontwikkeling (‘fallisch’ en ‘genitaal’ zeker uitleggen)! Niet drinken in de klas (uit respect voor de leerlingen) Globale beoordeling: Naam van de mentor: Ellen Verspecht Datum: 27.05.2011 uitstekend - zeer goed - goed - voldoende - onvoldoende Handtekening: